Brief regering : Hoofdlijnen Sportakkoord II en vervolgproces
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 332
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2022
Hierbij bied ik u het Hoofdlijnen Sportakkoord II aan; «Sport versterkt». Samen met
de belangrijke strategische partijen uit de sportsector bekrachtig ik de ambities
en kaders die gezamenlijk zijn opgesteld en hun plek hebben gekregen in dit akkoord.
De afgelopen vier maanden is er in nauw overleg met NOC*NSF, VNG/VSG en de POS gesproken
over de richting die we op willen met de sportsector, en over wat er nodig is om daartoe
te komen. De succesvolle gestarte samenwerking tussen mijn ministerie en de belangrijkste
partners in de sector in het Sportakkoord I wordt met het sluiten van een nieuw akkoord
voortgezet en uitgebreid. Ik ben verheugd over de aansluiting van Platform Ondernemende
Sport als de vierde ondertekenaar van het Hoofdlijnen Sportakkoord II.
Met deze brief informeer ik u over de inhoud van het Hoofdlijnen Sportakkoord II en
zal ik toelichten hoe dit Hoofdlijnen akkoord uitgewerkt gaat worden tot een breed
Sportakkoord II, waarin een nadere uitwerking van de afspraken komt.
Waarde
Het instrument Sportakkoord heeft zich bewezen als een belangrijk middel om landelijke
beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten te verbinden aan lokale en regionale
inzet. Uit de monitoring en evaluatie van Sportakkoord I blijkt dat hetgeen daarin
was afgesproken agendasettend is geweest voor lokaal beleid. In de voortgangsrapportage
Monitor Nationaal Sportakkoord door het Mulier Instituut staan aanbevelingen die meegenomen
zijn in de invulling van dit akkoord. Dit zijn onder andere het continueren of instellen
van een kernteam op lokaal niveau, het aanstellen van een lokale kartrekker en het
versterken van uitvoeringscapaciteit. De komende maanden zet ik in op het maken van
concrete afspraken met de sector, die een plek in het brede Sportakkoord II moeten
krijgen. Het vandaag gesloten Hoofdlijnen Sportakkoord II biedt hier de kaders voor.
Voor de sportsector is het van belang dat het Rijk deze stevige inhoudelijke kaders
stelt, en dit ondersteunt met een duidelijke governance structuur en een goede monitoring
gericht op de gewenste verandering. In overleg met de partners heeft dit vorm gekregen.
Door elkaar regelmatig te spreken over de feitelijke ontwikkelingen kan gestuurd worden
op het bereiken van de geformuleerde ambities. Om goed te kunnen sturen is een nadere
uitwerking nodig van dit hoofdlijnen akkoord.
Het Hoofdlijnen Sportakkoord II formuleert drie ambities, die weergeven wat de partners
en ik samen willen bereiken. Die ambities geven een kader mee voor de herijking van
de lokale Sportakkoorden en voor het maken van concrete afspraken met de sector. Het
gaat om de volgende ambities:
1. Het verstevigen van het fundament van de sport. Dat betekent dat de voorwaarden om te kunnen sporten en daar plezier
aan te beleven, moeten worden verbeterd. Het gaat dan over de mensen, organisaties,
cultuur en materiële voorzieningen in de sport. Een concretisering van deze ambitie
is het investeren in kwalitatief sterke sportaanbieders die toegankelijk en een veilig
sportklimaat bieden voor iedereen.
2. Het vergroten van het bereik van de sport. Daarmee wordt bedoeld dat meer mensen zich aangesproken en uitgenodigd
voelen te gaan sporten en sport te beleven, bijvoorbeeld door belemmeringen zoveel
mogelijk weg te nemen, mensen te prikkelen en meer succesverhalen te delen.
3. Meer betekenis geven aan sport. Daarmee wordt bedoeld de waarde van sport voor de maatschappij:
energie, plezier en zingeving in het dagelijks leven door en van de sport zelf, maar
ook een bijdrage aan het tegengaan van eenzaamheid en kansenongelijkheid, of juist
het bevorderen van gezondheid.
Dit hoofdlijnen akkoord biedt zoals gezegd de kaders om tot concrete afspraken te
komen. Daarbij wordt gekeken welke opgaven en afspraken in het brede akkoord kunnen
worden geregeld en welke niet. Als afspraken niet in het brede akkoord vast te leggen
zijn, maar wel noodzakelijk zijn om de ambities te bereiken, is het nodig ander instrumentarium
in te zetten, zoals bijvoorbeeld wetgeving. Hierbij is het goed denkbaar dat op bepaalde
onderdelen wetgeving in de sport en het Sportakkoord elkaar versterken. Ik verwijs
hierbij ook naar de brief die uw Kamer 13 december jl. heeft ontvangen met betrekking
tot de motie over de Sportwet (Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 179).
Afspraken
In het Sportakkoord II leest u de 10 afspraken op hoofdlijnen, op basis waarvan de
partners en ik de concretisering gaan maken, dit zijn:
1. We gaan meer inwoners en sportaanbieders bij het Sportakkoord betrekken. Daarom verwelkomen
we het POS als nieuwe partner naast VWS, NOC*NSF en VSG/VNG als strategische partner.
2. Een lokaal kernteam én een «coördinator sport en preventie» zijn verplichte voorwaarden
om een lokaal uitvoeringsbudget aan te vragen. Evenals het herijken van de lokale
akkoorden. Dat biedt de basis voor een effectievere uitvoering. En zorgt voor samenhang
met de onderdelen uit onder andere het Gezond en Actief Leven Akkoord.
3. We zetten in op één loket voor clubondersteuning. De sportsector wordt lokaal sterker
als samenwerkingspartner ingezet. In elke gemeente zorgt de adviseur lokale sport
voor een goede samenwerking tussen de lokale sportsector en de coördinator sport en
preventie van de gemeente.
4. De Brede Regeling Combinatiefuncties wordt zo effectief mogelijk benut. Daarom spreken
we af dat er een focus komt op zes profielen (de buursportcoach, de clubkadercoach,
de beweegcoach, de combinatiefunctionaris Onderwijs, de beweegcoach de coördinator
sport en preventie) die gerelateerd zijn aan de ambities van het Sportakkoord en er
extra aandacht komt voor de kwaliteit van de professionals die deze profielen invullen.
5. Een sociaal veilige sport moet vanzelfsprekend zijn. Daarom werken we toe naar een
aantoonbaar sociaal veilige sport, zodat iedereen een inclusieve, positieve en veilige
sportcultuur ervaart. In het bijzonder minderjarigen en kwetsbare groepen. Dat doen
we door sportaanbieders te stimuleren met de basiseisen (o.a. regeling gratis VOG,
Gedragscode Sport, Vertrouwenscontactpersoon en cursus of e-learning voor trainer-coaches)
sociale veiligheid te werken en door het aanstellen van integriteitsmanagers bij en
versterken van sportbonden voor een integere en veilige sport.
6. De kwaliteit in de sportsector moet omhoog. Dit doen we door een norm voor pedagogische
en didactische kwaliteit te ontwikkelen en zoveel mogelijk sportaanbieders te stimuleren
aan die norm te voldoen.
7. We spreken af de samenhang tussen breedtesport en topsport te vergroten. Het gaat
hierbij om het totaalbeeld van de sporters voor ogen te houden: van beginnend in de
jeugd, tot uiteindelijk de topsporter en alles wat daartussen zit. Zo komt bij het
versterken van de teamtopsportcompetities, talentontwikkeling en doorontwikkeling
van de Paralympische Sport breedte- en topsport bij elkaar.
8. We etaleren «hotspots»: 30 gemeenten en 100 plekken waar de ambities van Sportakkoord
II worden waargemaakt. We zetten deze lokaal sterke sportclubs, ondernemers, Cruyff
courts, bootcampgroepjes in de openbare ruimte op het podium om anderen te inspireren.
9. Lokaal en landelijk benutten we data voor beleid en uitvoering. We volgen de voortgang
op de afspraken van het Sportakkoord II op de voet. Ook volgen we in welke mate de
beoogde veranderingen van het Sportakkoord in de buurt of wijk plaatsvinden. De lokale,
regionale en landelijke partners doen actief aan kennisdeling en benutten daar de
beschikbare kennisinfrastructuur voor. In de governance wordt meer sturing aan de
hand van monitoring op de uitvoering vastgelegd.
10. We werken met elkaar naar een toekomstbestendige sportinfrastructuur. De partners
van het Sportakkoord spreken af de voor sport geoormerkte middelen zoveel mogelijk
in te zetten zodat deze bijdragen aan de ambities en afspraken uit het Sportakkoord.
Vervolgproces
Het Hoofdlijnen Sportakkoord II biedt een kader van afspraken op inhoud waar de strategische
partijen het over eens zijn. Dit kader is een leidraad voor de volgende stap: nadere
uitwerking, concretisering, monitoring en resultaatafspraken. De uitwerking vindt
plaats van januari t/m mei 2023. Op 16 februari 2023 organiseer ik samen de drie partners
een bijeenkomst met alle stakeholders uit de sportsector.
Over deze uitwerking ga ik ook graag in gesprek met uw Kamerleden. Ik nodig u uit
om een bijeenkomst te plannen. Bij voorkeur voorafgaand aan de bijeenkomst op 16 februari.
Op deze manier trekken we samen op in het in kaart brengen van het complete instrumentarium
teneinde de sector te versterken.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Indieners
-
Indiener
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport