Brief regering : Faillissement InnoGenerics
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 795
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2022
Mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) informeer ik uw Kamer
dat op dinsdag 13 december 2022 de rechtbank Den Haag het faillissement van de geneesmiddelenfabriek
InnoGenerics heeft uitgesproken. Wij betreuren de ontstane situatie voor het bedrijf
en het personeel. Het faillissement kan gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van
geneesmiddelen. De inspanningen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (VWS) is er daarom op gericht tekorten van geneesmiddelen voor de patiënt zo
veel mogelijk te voorkomen.
De financiële situatie van InnoGenerics heb ik recent in een brief ter vertrouwelijke
inzage met de leden van uw Kamer gedeeld. Ik heb dit toen vertrouwelijk gedaan, om
het proces rondom InnoGenerics niet te verstoren. De Ministeries van EZK en VWS alsmede
het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) zijn de afgelopen weken intensief betrokken geweest bij het verkennen
van de mogelijkheden om de fabriek open te houden. Dit met als doel de beschikbaarheid
van geneesmiddelen te borgen. Dit heeft helaas niet tot een oplossing geleid. Nu het
faillissement in het openbaar is uitgesproken, informeer ik uw Kamer in deze brief
over de nieuwste ontwikkelingen en de huidige stand van zaken.
Faillissement
InnoGenerics was een Nederlandse generieke geneesmiddelenfabriek verantwoordelijk
voor het produceren en verpakken van geneesmiddelen in tabletvorm, in opdracht van
enkele handelsvergunninghouders. Dat zijn de bedrijven die de geneesmiddelen op de
markt brengen. Dit betreft geneesmiddelen voor de behandeling van jicht, depressie,
hart- en vaatziekten, epilepsie, reisziekte, verhoogd cholesterol, angst en spanning,
slaapstoornissen, suikerziekte, verstopping (obstipatie), pijn, diarree en worminfecties.
InnoGenerics is in 2020 ontstaan uit een initiatief om de toenmalige Apotex-fabriek
van het Indiase Aurobindo over te nemen en deze geneesmiddelenproductiefaciliteit
in Nederland te behouden. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over deze overname.1
Begin oktober 2022 zijn de Ministeries van VWS en EZK via InnovationQuarter2 geïnformeerd over het risico dat het bedrijf InnoGenerics zonder financieel ingrijpen
op zeer korte termijn zou ophouden te bestaan. Dit risico werd in de dagen daarna
bevestigd. InnoGenerics heeft vervolgens aan alle bij de onderneming betrokkenen,
inclusief de Staat, gevraagd om extra financiële steun. Om de situatie van InnoGenerics
in kaart te brengen en de continuïteit van de productie – en daarmee de beschikbaarheid
– van geneesmiddelen te borgen, hebben de Ministeries van VWS en EZK de afgelopen
periode gesproken met diverse partijen, waaronder de directie van InnoGenerics, de
ondernemingsraad van InnoGenerics, de handelsvergunninghouders en potentiële investeerders.
Geen enkele van de betrokken partijen bleek bereid om – gezamenlijk of alleen – extra
te investeren in InnoGenerics. De Ministeries van VWS en EZK hebben ook begrepen dat
gesprekken over een eventuele overname van InnoGenerics niet tot resultaat hebben
geleid.
Aanvullende overheidssteun niet gerechtvaardigd
Met als doel het borgen van de leveringszekerheid van geneesmiddelen voor de patiënt
en het op de korte termijn voorkomen van tekorten van geneesmiddelen, hebben VWS en
EZK een (beperkte) financiële overheidsbijdrage die past binnen de geldende kaders
afgewogen. Om tot een zorgvuldige besluitvorming te komen, heeft een externe partij
voor VWS en EZK een onafhankelijke analyse uitgevoerd op de korte-termijn liquiditeitsprognose
van InnoGenerics.
Uit dit onderzoek en uit informatie van InnoGenerics zelf is gebleken dat, ook met
een nieuwe investering continuering van de huidige bedrijfsvoering niet kan worden
gewaarborgd. Daarmee kan het risico op tekorten van geneesmiddelen op de korte termijn
niet worden weggenomen. Voor de langere termijn is duidelijk dat het huidige bedrijfsmodel
niet houdbaar is en vervolginvesteringen nodig zijn waar op dit moment de hoogte niet
van kan worden ingeschat. Geen andere partij bleek bereid mee te willen investeren.
Gezien de onzekerheden met betrekking tot zowel de korte als de lange termijn heb
ik geconcludeerd dat er onvoldoende basis en rechtvaardiging is om extra steun vanuit
de overheid te verlenen.
In dit verband benadruk ik dat de overheid slechts in zeer uitzonderlijke situaties
zo ver kan gaan dat ze een individuele onderneming met steun overeind houdt. Ook dient
er een levensvatbaar marktperspectief te bestaan, waarbij private partijen het voortouw
willen nemen en substantieel investeren in een oplossing. Uitgangspunt is dat mijn
beleid ten aanzien van leveringszekerheid niet gericht is op slechts één bedrijf.
Ik richt mij breed op alle spelers in de sector en de verschillende stappen in de
productie- en leveringsketen van geneesmiddelen.
Borgen beschikbaarheid van geneesmiddelen
Het maatschappelijke belang van het Ministerie van VWS is het zo veel mogelijk borgen
van de beschikbaarheid van geneesmiddelen. Daartoe heb ik nauw overleg met het CBG
en de IGJ. Het CBG en de IGJ spelen een belangrijke coördinerende rol in het monitoren
van leveringsonderbrekingen van geneesmiddelen en in het voorkomen van gevolgen voor
de patiënt bij (dreigende) tekorten van geneesmiddelen. Het Ministerie van VWS heeft
de afgelopen periode daarom samen met EZK en met input van de IGJ, het CBG en met
ondersteuning van externe deskundigen, uitvoerig overleg gevoerd met het bestuur van
InnoGenerics. Daarnaast is er nauw contact onderhouden met de IGJ, het CBG en de handelsvergunninghouders
van de geneesmiddelen geproduceerd door InnoGenerics en overige mogelijke betrokken
partijen om de situatie zo goed mogelijk in kaart te brengen.
Voorkomen tekorten van geneesmiddelen
In de meeste gevallen van de geneesmiddelen die InnoGenerics produceerde is er voorlopig
nog voldoende voorraad of zijn er vervangende geneesmiddelen beschikbaar. Het CBG
sluit echter niet uit dat er binnen enkele maanden voor enkele geneesmiddelen alsnog
tekorten kunnen ontstaan. Als bepaalde geneesmiddelen inderdaad niet meer beschikbaar
zouden zijn, kan de IGJ toestemming verlenen om vergelijkbare geneesmiddelen te importeren
uit het buitenland. Dit gaat middels een zogeheten «tekortenbesluit»3. Met een tekortenbesluit mogen fabrikanten, groothandelaren en apotheekhoudenden
een vergelijkbaar geneesmiddel uit andere lidstaten halen, zonder dat ze van tevoren
toestemming aan IGJ hoeven te vragen. Daarnaast kan door CBG en IGJ in overleg worden
getreden met andere bedrijven of deze kunnen opschalen, voor die geneesmiddelen waarvoor
geschikte alternatieven beschikbaar zijn, maar mogelijk (nog) niet in voldoende mate.
In de huidige situatie moeten de handelsvergunninghouders op zoek naar een andere
fabrikant om de geneesmiddelen te laten maken. Het CBG moet vervolgens goedkeuring
geven voor het inzetten van de nieuwe fabrikant voor de productie van de betreffende
geneesmiddelen. Hiervoor moet de nieuwe fabrikant testen uitvoeren en proefproductie
draaien om te zorgen dat de geneesmiddelen en de productie aan alle kwaliteitseisen
voldoen. In de tussenliggende periode monitoren CBG en IGJ nauwlettend de beschikbaarheid
van deze geneesmiddelen als gevolg van het faillissement. Op die manier kunnen dreigende
tekorten tijdig gesignaleerd worden en kan gezocht worden naar oplossingen.
Validatie «Productiecapaciteit van generieke medicijnen in Nederland»
Ik neem de gelegenheid om uw Kamer conform mijn toezegging4 te informeren over de uitkomst van de validatie van het rapport van adviesbureau
Roland Berger «Productiecapaciteit van generieke medicijnen in Nederland». De validatie heb ik als bijlage bij deze brief gevoegd. De validatie is in opdracht
van het Ministerie van VWS uitgevoerd door het onderzoeksbureau Ecorys, nadat het
rapport via verschillende kanalen onder mijn aandacht was gebracht. Het rapport geeft
waardevolle inzichten in de consumptie en productie(capaciteit) van generieke geneesmiddelen
in tabletvorm in Nederland. Tegelijkertijd zijn deze en de voorgestelde beleidsmaatregelen
onvoldoende onderbouwd en te toetsen. Uit de validatie maak ik verder op dat er geen
duidelijke opdrachtgever wordt genoemd in het rapport. Ook ontbreekt een duidelijke
onderzoeksvraag en opdrachtbeschrijving. Hiermee is niet te achterhalen of er mogelijk
commerciële belangen meespelen bij de kaders die aan dit onderzoek zijn meegegeven.
De auteurs van het rapport hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot wederhoor
om de bevindingen en onderzoeksmethodiek nader toe te lichten aan het onderzoeksbureau
dat de validatie heeft uitgevoerd. Mijn conclusie is daarmee dat de objectiviteit
van dit rapport niet is vast te stellen. Het rapport geeft wel relevante inzichten
voor mijn verdere onderzoek naar de huidige productiecapaciteit voor de gehele keten
van generieke geneesmiddelen in Nederland.
Vervolg
De volgende stap is dat de rechtbank een curator aanwijst. De curator zal zich richten
op de belangen van de schuldeisers en op de belangen van maatschappelijke aard. Mijn
aandacht en inspanningen zijn gericht op het laatste. In het bijzonder onderstreep
ik daarbij het belang van de beschikbaarheid van kritische geneesmiddelen. Daarnaast
blijven het CBG en de IGJ samen optrekken om zo veel mogelijk tekorten van geneesmiddelen
voor de patiënt te beperken.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Indieners
-
Indiener
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport