Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de stand van de nationale schuld en het begrotingstekort 2023
36 200 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 173 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2022
Naar aanleiding van de procedurevergadering van 24 november heeft de vaste commissie
voor Financiën verzocht om een update van de stand van de nationale schuld en het
begrotingstekort 2023. Via deze brief informeer ik uw Kamer hierover.
Ten opzichte van de gepubliceerde Miljoenennota 2023 (Kamerstuk 36 200) zijn er verschillende energiemaatregelen getroffen die betrekking hebben op 2023.
In de Najaarsnota is een update van deze kosten opgenomen. Voor een volledige doorrekening
van het effect op het EMU-saldo en de schuld is een CPB-raming van de macro-economische
effecten nodig. De Scenario’s energieprijzen1 van het CPB bevatten geen volledige raming hiervan. Zonder volledige raming van het
CPB kan er ook geen volledige doorrekening van EMU-saldo en -schuld worden gemaakt.
Vanwege de consistentie is het ook niet mogelijk om enkele variabelen over te nemen,
zoals de gasprijs, terwijl de rest onveranderd blijft. Wel kan een inschatting gemaakt
worden van het effect van de maatregelen op het saldo en de schuld exclusief macro-economische
doorwerking. De volgende volledige macro-economische raming van het CPB verschijnt
in het voorjaar (Centraal Economisch Plan).
De kosten voor het energiepakket worden in de Najaarsnota op saldobasis geraamd op
7,5 miljard euro in 20232. Sindsdien is de opbrengst van de inframarginale heffing voorlopig geraamd op 1,8
miljard euro3. Hierover is uw Kamer geïnformeerd in de brief van de Minister voor Klimaat en Energie
en de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) van 30 november4. Derhalve resteert er nog een dekkingsopgave die in het voorjaar ingevuld zal moeten
worden. Deze dekking zal saldoverbeterend zijn ten opzichte van de onderstaande berekening.
Naast het energiepakket is er ook besloten om bij de Voorjaarsnota 2023 een extra
structurele prijsbijstelling over 2022 uit te keren. De kosten hiervan worden op dit
moment geraamd op 1,5 miljard euro vanaf 2023. Omdat dit een aanvulling op de reguliere
prijsbijstelling is, waarvoor het uitgavenplafond gecorrigeerd wordt, loopt dit bedrag
niet mee in de dekkingsopgave. Alles bij elkaar leidt het pakket ceteris paribus en
nog exclusief de dekking tot een saldoverslechtering van 0,7% bbp in 2023. Zie ook
tabel 1.
Tabel 1. Effect maatregelen op saldo 2023
2023
Saldo bij Miljoenennota 2023
– 3,0%
Kosten energiepakket
– 0,6%
Aanvullende prijsbijstelling (semi-)collectieve sector
– 0,2%
Inschatting saldo na aanvullende maatregelen (nog excl. dekking)
– 3,7%
Deze saldoverslechtering werkt ook door op de schuld voor 2023. Daarnaast werd de
schuld 2022 in de Najaarsnota 0,6% bbp hoger geraamd dan in de Miljoenennota. Deze
verhoging van de schuld 2022 werkt ook door op de schuld in 2023. Zoals in tabel 2
te zien is, leidt dit samengenomen tot een ingeschatte schuld voor 2023 die 1,4%-punt
hoger is dan de raming in de Miljoenennota 2023.
Tabel 2. Effect maatregelen op schuld 2023
2023
Schuld bij Miljoenennota 2023
49,5%
Kosten energiepakket
0,6%
Aanvullende prijsbijstelling (semi-)collectieve sector
0,2%
Doorwerking hogere schuld 2022 bij Najaarsnota
0,6%
Inschatting schuld na aanvullende maatregelen (nog excl. dekking)
50,8%
Het CPB heeft in de Scenario’s energieprijzen verschillende scenario’s gepubliceerd waarbij de gasprijs varieert. In deze scenario’s
loopt het saldo in 2023 uiteen tussen –2,8% bbp en –3,2% bbp5. Aangezien het scenario’s betreft zijn deze cijfers niet direct te vergelijken met
de bovenstaande inschatting. In het algemeen kan aangegeven worden dat de CPB-raming
in de MEV al 0,5% bbp positiever was dan de kabinetsraming bij de Miljoenennota. Dit
kwam onder andere omdat het CPB in de MEV uitging van onderuitputting op door het
kabinet geraamde uitgaven in 2023, zoals de extra defensie-uitgaven en het Nationaal
Programma Onderwijs. In de scenario’s heeft het CPB op basis van realisatiecijfers
van het CBS extra onderuitputting verondersteld voor de gehele collectieve sector,
waaronder bijvoorbeeld ook gemeenten en provincies. Daarnaast heeft het CPB in zijn
scenario’s de aangekondigde extra prijsbijstelling voor de (semi-)collectieve sector
niet meegenomen.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën