Brief regering : Tweede voortgangsrapportage moleculaire diagnostiek
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 698
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2022
Om moleculaire diagnostiek in de oncologie duurzaam in te richten in onze zorg heeft
mijn voorganger een opdracht gegeven aan Zorginstituut Nederland (hierna: ZIN) om
onder hun regie een uitvoeringstraject te starten. Dit traject is in september 2021
gestart en loopt tot september 2023. Voor de start van dit traject is uw Kamer meerdere
keren geïnformeerd over deze complexe vorm van diagnostiek. Bij de start van dit traject
is toegezegd dat ik uw Kamer tussentijds informeer over de voortgang door middel van
voortgangsrapportages. In maart 2022 heeft u de eerste voortgangsrapportage ontvangen1. In deze brief ga ik in op de tweede voortgangsrapportage2.
Voortgangsrapportage ZIN uitvoeringstraject moleculaire diagnostiek
Bij moleculaire diagnostiek worden de genetische eigenschappen van een tumor bepaald,
waarna op basis van deze eigenschappen de behandeling kan worden ingezet. Hiermee
biedt moleculaire diagnostiek waardevolle informatie om onder- en overbehandeling
te voorkomen en kan adequate inzet van deze complexe diagnostiek bijdragen aan betere
zorg. Op dit moment hebben diverse patiënten in de Nederlandse zorg al toegang tot
moleculaire diagnostiek. Dit wordt, voorafgaand aan behandelingen die onderdeel zijn
van de verzekerde zorg, op verschillende manieren toegepast (smalle en brede testen)3. Wel is geconstateerd dat de toegang voor patiënten tot deze diagnostiek niet overal
gelijk is. Dit komt enerzijds omdat nieuwe technieken continu in ontwikkeling zijn
(en daarmee niet overal beschikbaar) en anderzijds doordat er bij professionals nog
geen overeenstemming is over welke diagnostiek op welk moment het beste ingezet kan
worden. Ook zijn de kennis, expertise en beschikbare middelen niet overal gelijk en
lopen instellingen tegen bekostigingsproblemen aan.
Om tot een duurzame inrichting van moleculaire diagnostiek binnen de standaard reguliere
zorg te komen wordt, onder regie van ZIN, het project moleculaire diagnostiek uitgevoerd.
In dit traject werken betrokken partijen samen om de kwaliteit, toegankelijkheid en
betaalbaarheid van moleculaire diagnostiek in Nederland nog passender te maken. Dit
traject bestaat uit de volgende drie deelprojecten: 1. Effectiviteit en plaatsbepaling;
2. Organisatie van zorg; 3. Bekostiging. Sinds de eerste voortgangsrapportage zijn
er binnen alle drie de deelprojecten belangrijke stappen gezet.
Binnen het deelproject «effectiviteit en plaatsbepaling» wordt onder andere gewerkt
aan het tipping point onderzoek. Het doel van dit onderzoek is om te bepalen wat het
omslagpunt (tipping point) is waarop het vanuit het oogpunt van gezondheidswinst en/of
kosten efficiënter is om direct breed te testen dan om een serie van gerichte(re)
testen uit te voeren. Dit omslagpunt kan verschillend zijn per tumorsoort. Voor de
tumorsoort niet-kleincellig longcarcinoom is dit onderzoek in de afrondende fase.
In het komende half jaar gaan de onderzoeksgroepen aan de slag met andere indicatiegebieden.
Binnen het deelproject «organisatie» wordt onder andere gewerkt aan een kwaliteitsstandaard.
ZIN heeft samen met de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (hierna: NVVP) het afgelopen
half jaar de randvoorwaarden bepaald om de kwaliteitsstandaard goed te kunnen ontwikkelen4. Eind 2022 zal de NVVP een conceptversie van de kwaliteitsstandaard opleveren. In
juli 2023 wordt de kwaliteitsstandaard aangeboden aan het kwaliteitsregister.
Het deelproject «bekostiging» richt zich op de bekostigingsstructuur voor moleculaire
diagnostiek. Per 1 januari 2023 wordt hiervoor een wijziging doorgevoerd door de Nederlandse
Zorgautoriteit. Moleculaire diagnostiek wordt uit de diagnose behandelcombinaties
gehaald en krijgt een aparte declaratiecode. ZIN faciliteert onder andere structurele
overleggen tussen partijen (o.a. Nederlandse Zorgautoriteit, Zorgverzekeraars Nederland,
Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen, Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties)
om deze wijziging goed te laten verlopen en actuele ontwikkelingen te delen.
Motie leden den Haan en Kuiken
Bij de voortgangsrapportage heb ik van ZIN ook de uitwerking van de motie van de leden
den Haan en Kuiken ontvangen. In de motie ingediend op 8 juli 20215 verzochten de leden den Haan en Kuiken om alle uitbehandelde kankerpatiënten met
een nog goede conditie toegang te geven tot de meest uitgebreide moleculaire diagnostiek
(whole genome sequencing). Omdat ZIN mij adviseert over vergoede zorg, heb ik hen
om advies gevraagd. De uitwerking van ZIN is bij deze brief gevoegd. ZIN concludeert
dat uitgebreide moleculaire diagnostiek voor deze patiëntengroep niet voldoet aan
de stand van de wetenschap en praktijk en dus niet gefinancierd kan worden vanuit
de Zorgverzekeringswet. Dit betekent dat voor een uitbehandelde patiënt die deze diagnostiek
heeft gehad, geen behandelmogelijkheden zijn die onder de verzekerde zorg vallen (uitzonderingen
daargelaten). De uitkomst van deze diagnostiek is namelijk vaak dat er of geen behandelingsmogelijkheid
meer is of dat potentiële geneesmiddelen geïdentificeerd worden waarvoor nog niet
is aangetoond dat ze werken voor deze patiënt. Deze geneesmiddelen zijn dan alleen
in onderzoeksverband beschikbaar voor deze patiënten.
Op basis van de uitwerking van ZIN concludeer ik dat uitgebreide moleculaire diagnostiek
op dit moment geen onderdeel kan zijn van het verzekerde pakket voor uitbehandelde
kankerpatiënten met een goede conditie. Ik wil benadrukken dat deze motie wel heeft
bewerkstelligd dat momenteel hele goede stappen gezet worden om moleculaire diagnostiek
in te richten in onze zorg. Uiteindelijk zal dit betekenen dat patiënten eerder in
hun ziekteproces uitgebreide moleculaire diagnostiek kunnen krijgen bij de tumorsoorten
waar dit van meerwaarde is. Deze motie zal zeker gaan zorgen voor een betere toegankelijkheid
van uitgebreide diagnostiek. Het is belangrijk dat we deze innovatie op gecontroleerde
wijze invoeren en ook nadenken over hoe bij de invoering van een nieuwe test substitutie
van andere testen kan plaatsvinden. Wanneer eerder in het ziekteproces een uitgebreide
test gedaan wordt, kunnen meerdere smalle testen namelijk vermeden worden. Op die
manier gaan we duurzaam om met de beschikbare zorgcapaciteit en letten we op de betaalbaarheid.
Daarnaast kunnen er, wanneer de complexe moleculaire diagnostiek eerder in het ziekteproces
wordt ingezet in plaats van bij uitbehandelde patiënten, wel geneesmiddelen geïdentificeerd
worden waarvoor de effectiviteit is aangetoond. Onder regie van ZIN werken betrokken
partijen aan diverse projecten om antwoord te kunnen geven op de vraag voor welke
patiënten/welke tumorsoorten een uitgebreide moleculaire test meerwaarde heeft ten
opzichte van een serie gerichte(re) smalle testen en op welk moment in het ziekteproces
deze ingezet moet worden. Met name de opstelling van de kwaliteitsstandaard, de oprichting
van de Commissie Beoordeling Diagnostiek, het tipping point onderzoek en de lijst
Minimaal Klinisch Noodzakelijke Testen dragen hieraan bij. Ook verkleinen deze afspraken
over de toepassing van moleculaire diagnostiek de kans op postcodezorg, waarover ook
in de motie gesproken wordt.
Conclusie
Ik ben tevreden over de voortgang van het uitvoeringstraject moleculaire diagnostiek.
Het project loopt op schema, met uitzondering van twee onderdelen binnen het deelproject
«effectiviteit en plaatsbepaling». In beide gevallen is dit te verklaren door de tijdrovende
eerste uitwerking voor de geprioriteerde tumorsoorten. Toepassing van deze uitwerking
voor andere tumorsoorten is wel mogelijk. Ik heb er daarom vertrouwen in dat voortgang
van dit deelproject in het komende half jaar goed zal zijn en de planning niet bijgesteld
hoeft te worden.
Ik zie ook dat moleculaire diagnostiek veelbelovend is bij de behandeling van patiënten
met kanker. Zeker omdat meer geneesmiddelen beschikbaar komen waarbij moleculaire
diagnostiek een betere voorspelling kan geven over de werking bij patiënten. Als we
deze diagnostiek goed inrichten, verbetert het de kwaliteit van zorg en heeft het
een positief effect op de betaalbaarheid van dure geneesmiddelen. Ik vind dat we goed
op weg zijn om te komen tot een duurzame inrichting van de moleculaire diagnostiek
binnen de standaard reguliere zorg.
Ik blijf uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang van het dossier moleculaire
diagnostiek middels de halfjaarlijkse voortgangsrapportages van ZIN. De volgende voortgangsrapportage
stuur ik u in Q2 2023 toe.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport