Brief regering : Standen van de uitvoering van Kadaster en de Dienst Huurcommissie
29 362 Modernisering van de overheid
Nr. 314 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2022
In de kabinetsreactie op het rapport Werk aan Uitvoering (WaU) (Kamerstuk 29 362, nr. 290) is aan uw Kamer de toezegging gedaan dat uitvoeringsorganisaties een «Stand van
de Uitvoering» zullen opstellen om de aandacht voor de uitvoering structureel te versterken
en om de voortgang op de verschillende domeinen van de uitvoering te kunnen volgen.
Ook de kabinetsreactie op het rapport Ongekend Onrecht (Kamerstuk 35 510, nr. 4) en het rapport van de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties van de Kamer
(Kamerstuk 35 387, nr. 2) hebben het belang van de uitvoering en dienstverlening onderstreept.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft meerdere
uitvoeringsorganisaties die belast zijn met de uitvoering van zeer divers beleid.
Niet al deze organisaties hebben direct contact met burgers en bedrijven. Zo werken
de Shared Services Organisaties met name voor de Rijksonderdelen. Omdat de WaU in
beginsel is gericht op verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven
is, alleen aan die organisaties die dat directe contact hebben, gevraagd een Stand
van de Uitvoering op te leveren. Voor komende jaren wordt bekeken of een uitbreiding
van organisaties wenselijk is.
Door de volgende organisaties binnen het domein Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
die gelieerd zijn aan BZK is een «Stand van de Uitvoering» opgesteld:
– Kadaster
– Dienst Huurcommissie (DHC).
In deze brief worden de rode draden geschetst van signalen en ervaren knelpunten in
de uitvoering van beide organisaties. Tevens kom ik met deze brief tegemoet aan de
toezegging te rapporteren over de uitkomst van de inventarisatie van hardvochtigheden
in wet- en regelgeving op mijn beleidsterrein.
Hardvochtigheden
In bijlage 3 van de brief van de Minister van BZK «Acties kabinet bevorderen menselijke
maat wetten en regels» van 11 juli 2022 (Kamerstuk 35 510, nr. 102) is aangegeven dat BZK langs drie lijnen signalen heeft opgehaald over mogelijke
hardvochtigheden en daarover uw Kamer na de zomer zal informeren. Uit de analyse is
gebleken dat er geen significante signalen van hardvochtigheden aangaande de uitvoeringsorganisaties
binnen het beleidsdomein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zijn. Over de
volledige uitkomsten zal uw Kamer z.s.m. worden geïnformeerd. De uitvoeringsorganisaties
binnen het domein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zullen hun vinger aan
de pols houden om mogelijk toekomstige hardvochtigheden te signaleren.
Standen van de Uitvoering DHC en Kadaster
Deze eerste Standen van de Uitvoering van beide organisaties zijn als bijlage bij
deze brief gevoegd. Door deze organisaties wordt een aantal knelpunten in de uitvoering
geschetst, waarvan een aantal elementen specifiek voor de betreffende organisatie
gelden. Daarnaast worden knelpunten en ontwikkelingen genoemd die ook door de andere
BZK-uitvoeringsorganisaties zijn genoemd, te weten:
– Verbetering contact met burgers en bedrijven
– Complexiteit in wetgeving
– Krapte op de arbeidsmarkt
Ik zal deze rode draden hieronder verder toelichten met specifieke voorbeelden vanuit
de organisaties aangedragen en zal hierop mijn reactie geven. Tevens zal ik ingaan
op de vraag hoe we de Standen van de Uitvoering verder op gaan pakken.
Verbetering contact met burgers en bedrijven
Beide uitvoeringsorganisaties blijven werken aan de verdere verbetering van de communicatie
naar burgers en bedrijven. Zo heeft DHC een digitaal klantportaal vormgegeven, waar
partijen te allen tijde informatie kunnen vinden over hun lopende procedure en een
Klant Contact Centrum (KCC) ingericht, waar partijen terecht kunnen voor informatie
en voorlichting. Er is er veel aandacht voor eenvoudig taalgebruik en begrijpelijkheid
van communiceren om ervoor te zorgen dat iedereen altijd gebruik kan maken van de
dienstverlening. Ook wanneer mensen niet digitaal vaardig zijn. Daarbij wordt geleerd
van landelijke programma’s zoals Gebruiker Centraal en Werk aan Uitvoering.
Hierdoor worden de diensten van het Rijk voor inwoners en bedrijven toegankelijker.
Het werk is daarmee niet af. De organisaties blijven komende jaren investeren in toegankelijkheid
door maatregelen op het gebied van (digitale) inclusie, communicatiestijlen en taalgebruik.
Ik concludeer dat deze uitvoeringsorganisaties bezig zijn met het verder verbeteren
van hun dienstverlening aan burgers en bedrijven door in te zetten op begrijpelijke
taal, het opstellen van communicatieplannen en door te investeren in digitale inclusie.
Ik vind dit een positieve ontwikkeling, die ik met belangstelling zal blijven volgen.
Complexiteit en actualisatie in de wetgeving
Net als de andere uitvoeringsorganisaties binnen BZK die een Stand van de Uitvoering
hebben opgesteld, heeft het Kadaster aangegeven de complexiteit en actualiteit van
wetgeving als knelpunt te ervaren.
Voor nieuwe wetgeving en aanpassing van bestaande wetgeving zal de complexiteit expliciet
worden beoordeeld bij de invoerings- en uitvoeringstoetsen en bij beleidsevaluaties.
Daarnaast zal in de bestaande driehoeksoverleggen casuïstiek besproken worden om te
bezien op welke onderdelen de grootste knelpunten worden ervaren, zodat daarvoor naar
een oplossing kan worden gezocht.
Krapte op de arbeidsmarkt
Nagenoeg alle uitvoeringsorganisaties signaleren krapte op de arbeidsmarkt. Dit geldt
het meest voor de organisaties die opereren in het ICT-werkveld en sterk afhankelijk
zijn van digitale processen, zoals Kadaster, maar ook DHC ervaart dit tekort en krapte.
De krapte op de arbeidsmarkt is een breed maatschappelijk probleem, waarbij de schaarse
capaciteit verdeeld moet worden over de verschillende sectoren. Daarbij is het niet
alleen van belang om personeel te werven, maar ook om deze aan de organisaties te
blijven binden door de medewerkers goede ontwikkelperspectieven te bieden. Daarnaast
realiseer ik mij dat het van belang is om realistische ambities te formuleren waarbij
rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid. Tot slot is het van belang dat het
werk zo slim mogelijk wordt ingericht en dubbelingen zoveel mogelijk worden voorkomen.
Vervolg Standen van de Uitvoering
De komende periode worden deze eerste Standen van de Uitvoering afzonderlijk besproken
in de bestuurlijke driehoeksoverleggen per uitvoeringsorganisatie. Zo kunnen de knelpunten
nader worden geïnventariseerd en oplossingsrichtingen worden bezien. Daarnaast worden
er bijeenkomsten georganiseerd voor de uitvoeringsorganisaties van BZK om per organisatie
de stand van uitvoering te bespreken en te komen tot synergie. Zodoende kunnen de
uitvoeringsorganisaties kennisnemen van relevante aspecten voor hun uitvoering en
kan kennis en ervaring worden gedeeld, overeenkomstig de werkwijze van het Netwerk
van Publieke Dienstverleners (het samenwerkingsverband van de Handvestgroep Publiek
Verantwoorden, Manifestgroep, Klein Lef en de Rijksbrede Benchmarkgroep). Op deze
manier kan het instrument Stand van de Uitvoering zich verder ontwikkelen, zodat het
een structurele bijdrage kan leveren aan de verdere verbetering van de publieke dienstverlening
van BZK.
Er zal worden bezien of de reikwijdte van het aantal uitvoeringsorganisaties waarvoor
een Stand van de Uitvoering wordt opgesteld, verder zal worden uitgebreid.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening