Brief regering : Beleidsreactie op de brief van de CTIVD inzake verscherpt toezicht kabelinterceptie
29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD
Nr. 234
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2022
Hierbij bieden wij u de brief aan van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen-
en Veiligheidsdiensten (CTIVD) over het verscherpt toezicht op de uitvoering van kabelinterceptie
door de AIVD en de MIVD. Deze brief van 9 november 2022 heeft betrekking op de periode
vanaf mei 2022 tot en met oktober 2022. Een eerdere brief van de CTIVD over de periode
december 2021 tot en met mei 2022 deden wij uw Kamer reeds op 9 juni 2022 toekomen.1 In haar meest recente brief geeft de CTIVD aan het verscherpt toezicht op de diensten
te beëindigen gelet op de door de diensten gemaakte vorderingen, gedane toezegging
en in gang gezette initiatieven.
Achtergrond verscherpt toezicht
De diensten hebben in het kader van hun goede taakuitvoering op grond van artikel 48
Wiv 2017 de bevoegdheid tot het onderzoeksopdrachtgericht intercepteren van kabelgebonden
telecommunicatie (kabelinterceptie). De CTIVD houdt sinds december 2021 verscherpt
toezicht op de wijze waarop de diensten aan de zorgplicht voor de kwaliteit van de
gegevensverwerking bij kabelinterceptie invulling hebben gegeven. De CTIVD heeft daarbij
meegekeken met de gefaseerde uitvoering van de interceptie- en opslagketen tot en
met de inlichtingenketen.
Daarbij heeft de CTIVD getoetst of de diensten de aanbevelingen uit rapport nr. 75
over kabelinterceptie hebben opgevolgd en heeft de CTIVD toegezien op de maatregelen
die de diensten hebben genomen naar aanleiding van incidenten die zich tijdens het
verscherpt toezicht hebben voorgedaan. Hieruit blijkt dat de diensten in staat zijn
om (risico’s op) onrechtmatigheden in een vroeg stadium te onderkennen en hierop te
acteren.
Voortdurende dialoog
Zoals de CTIVD in haar brief vaststelt, hebben de diensten belangrijke stappen gezet
om beter invulling te geven aan de zorgplicht bij de uitvoering van kabelinterceptie.
Door de diensten is een doorontwikkeling gemaakt, die ook zijn weerslag breder in
de organisatie kent, omdat het hier de verdere verwerking van gegevens betreft. De
diensten hebben en zullen doorlopend aandacht houden voor het compliant werken en
interne controle op dit proces.
In haar brief geeft de CTIVD aan dat zij het overleg met de diensten over kabelinterceptie
en de daarbij horende zorgplichtaspecten zal voortzetten en het onderwerp proactief
zal blijven monitoren. Zowel de diensten als de CTIVD zien de toegevoegde waarde in
het blijven voeren van deze dialoog.
Zoals de CTIVD in haar brief aangeeft zal er sprake zijn van capaciteitsuitbreiding
voor kabelinterceptie bij de diensten. Deze uitbreiding zal stapsgewijs gebeuren,
zodat elke uitbreiding voldoet aan de randvoorwaarden die zijn gesteld en voldoet
aan onze zorgplicht. De diensten zullen dit in overleg met de CTIVD blijven doen en
hechten waarde aan de monitoring door de CTIVD op dit onderwerp. Een voortdurende
dialoog over dit belangrijke onderwerp is van grote meerwaarde gebleken en verdient
daarom voortzetting.
Effectieve waarborgen
De inzet van kabelinterceptie is met strikte waarborgen omkleed. In elke fase van
kabelinterceptie is een voorafgaande onafhankelijke rechtmatigheidstoets door de Toetsingscommissie
Inzet Bevoegdheden (TIB) vereist.2 Tevens ziet de CTIVD erop toe dat verwerking van gegevens die door middel van kabelinterceptie
zijn geïntercepteerd rechtmatig plaatsvindt.
Op korte termijn wordt het wetsvoorstel Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar
landen met een offensief cyberprogramma (hierna: Tijdelijke wet) aan uw Kamer aangeboden.
Om kabelinterceptie voor inlichtingenonderzoeken beter te kunnen richten wordt in
de Tijdelijke wet, voor onderzoeken naar landen met een offensief cyberprogramma tegen
Nederland, een zelfstandige juridische grondslag opgenomen voor het verkennen van
gegevensstromen op een access-locatie. Met het creëren van deze zelfstandige grondslag
wordt gevolg gegeven aan de adviezen van de CTIVD en de Evaluatiecommissie Wiv 2017.3,
4
Bij de behandeling van dit wetsvoorstel zullen wij graag met uw Kamer spreken over
de in de Tijdelijke wet opgenomen regeling inzake kabelinterceptie.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie