Brief regering : Verslag Buitengewone Energieraad 24 november 2022
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 989
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2022
Bijgevoegd vindt u het verslag van de buitengewone Energieraad die op 24 november
2022 in Brussel, onder Tsjechisch voorzitterschap, heeft plaatsgevonden.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Verslag buitengewone Energieraad 24 november 2022
Op 24 november vond in Brussel onder Tsjechisch voorzitterschap een buitengewone Energieraad
plaats. Op de agenda stonden 1) besluitvorming over de noodverordeningen gas en vergunningsverlening
en 2) een eerste discussie over het op 22 november door de Europese Commissie (hierna:
Commissie) gepubliceerde voorstel voor een marktcorrectiemechanisme.
Voorafgaand aan de bespreking van de agendapunten bood het Tsjechisch voorzitterschap
de Oekraïense Minister van energie Galushchenko de mogelijkheid zich tot de Raad te
richten. Hij gaf daarbij een overzicht van de recente aanvallen op Oekraïense energie-infrastructuur
en vroeg lidstaten om verdere steun op dit vlak. In reactie daarop spraken lidstaten
hun afschuw uit over de aanvallen en gaven zij aan, samen met de Commissie, Oekraïne
te zullen blijven steunen.
Noodverordeningen gas en vergunningsverlening
Het eerste gecombineerde agendapunt was de bespreking over de noodverordening gas,
gepubliceerd op 18 oktober jl., en de noodverordening vergunningsverlening, gepubliceerd
op 9 november jl. Over beide voorstellen is uw Kamer per brief geïnformeerd over de
Nederlandse inzet1.
Voorafgaand aan de Raad is het voorzitterschap erin geslaagd op beide voorstellen
een compromis te vinden waarmee een meerderheid van lidstaten kon instemmen. Tijdens
de Raad hebben enkele lidstaten nog aandachtspunten benoemd, maar dit heeft niet geleid
tot wijziging van de compromisteksten.
Het kabinet is blij met de stappen die worden gezet in de noodverordening gas, onder
meer voor de gezamenlijke inkoop van gas en het oprichten van een nieuwe LNG-benchmark.
In de tekst waarover het hiervoor bedoelde compromis is bereikt, waren er voor Nederland
een aantal specifieke aandachtspunten.
Ten eerste zijn de artikelen die zien op het marktcorrectiemechanisme door het voorzitterschap
uit de noodverordening gas verwijderd, gelet op het separate voorstel voor een marktcorrectiemechanisme
van de Commissie. Een van de verwijderde artikelen bevatte echter de lijst cruciale
safeguards en randvoorwaarden waaraan een dergelijk marktcorrectiemechanisme moet voldoen, en
waarnaar ook expliciet is verwezen in de conclusies van de Europese Raad van 20 en
21 oktober (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1872). Om te markeren dat het belang van deze safeguards onverminderd geldt, zijn zij, na verwijdering van de betreffende artikelen, expliciet
benoemd in de overwegingen van de noodverordening gas. Hiermee vormen de safeguards ook het vertrekpunt voor de verdere behandeling van het separate voorstel van de
Commissie.
Ten tweede was Nederland kritisch op de bepalingen inzake solidariteit, in het bijzonder
inzake verdeling van de kosten. Nederland hecht aan solidariteit binnen de Unie in
noodsituaties. De noodverordening gas geeft de Commissie echter een nieuwe rol bij
de beoordeling van de verdeling van kosten tussen solidariteit verlenende en steun
ontvangende landen. Voor Nederland is hier van belang dat de Commissie niet alleen
de directe kosten (gasprijs) meeweegt, maar ook de indirecte kosten (zoals kosten
als gevolg van het afschakelen van bedrijven). In het bereikte compromis is een overweging
opgenomen waarin is benoemd dat de Commissie dit element moet meenemen in haar beoordeling.
Ten derde heeft het kabinet bedenkingen geuit bij de verplichting voor bedrijven en
andere entiteiten om melding te maken aan de Commissie als zij een overeenkomst willen
sluiten voor de inkoop van een hoeveelheid gas van 5 TWh of meer, dit vanwege de additionele
administratieve barrières die deze verplichting opwerpt. De door Nederland geuite
zorgen hebben op dit punt overigens niet tot aanpassing geleid.
Het kabinet is ook tevreden met de definitieve tekst op de noodverordening over vergunningsverlening.
Hoewel veel van de elementen uit de verordening met name in andere lidstaten tot versnelling
zullen leiden, is het positief dat ook lopende projecten nu onder de reikwijdte van
het voorstel vallen. Het kabinet had overigens liever gezien dat meer typen projecten
onder deze versnelde vergunningsverlening zouden vallen, maar ziet nog ruimte om deze
inzet in de bredere RePower-onderhandelingen voor het voetlicht te brengen.
Het belangrijkste discussiepunt op de Raad was het moment van aanname van beide verordeningen.
Er was een grote groep landen die de twee noodverordeningen en het nieuwe voorstel
voor het markcorrectiemechanisme als een pakket beschouwen, waarover gezamenlijk moet
worden besloten. Daartegenover stond een andere groep landen, waaronder Nederland,
die juist vaart wilden maken met de inhoud van de twee verordeningen waarop reeds
een akkoord binnen handbereik was. Uiteindelijk is een compromis bereikt waarin de
compromisteksten van de noodverordeningen als gesloten worden beschouwd, maar definitieve
adoptie vooruit is geschoven naar de nieuw geplande buitengewone Energieraad op 13 december.
Over de agenda en Nederlandse inzet op deze Raad wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.
Voorstel voor een marktcorrectiemechanisme
Aansluitend werd gesproken over het voorstel van de Commissie voor een marktcorrectiemechanisme.
Er kwam vanuit verschillende hoeken kritiek op het voorstel. Zo was er een grote groep
lidstaten die het voorstel niet vergaand genoeg vonden. Binnen deze groep lidstaten
was er een aantal lidstaten dat van mening was dat de maatregel zou moeten helpen
de energieprijzen structureel te verlagen en een aantal dat vond dat de maatregel
alleen voor periodes van excessieve prijzen zou moeten gelden, maar desalniettemin
krachtiger moet worden ingevuld. Deze beide groepen wezen erop dat het door de Commissie
voorgestelde mechanisme tijdens de prijspiek van afgelopen augustus niet zou zijn
geactiveerd.
Daartegenover stond een groep lidstaten, waaronder Nederland, die benadrukte dat het
voorstel niet voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de conclusies van de Europese
Raad van 20-21 oktober. Deze lidstaten uitten hun (grote) zorgen over de gevolgen
voor leveringszekerheid, financiële stabiliteit en het functioneren van derivatenmarkten.
Alleen al het enkel boven de markt hangen van het mechanisme zorgt voor grote onzekerheid.
Nederland gaf hierbij aan fundamentele zorgen te hebben over de effecten van het voorstel
en bekritiseerde het ontbreken van verdere impactanalyses. Uw Kamer wordt als aangegeven
binnenkort nader geïnformeerd over de Nederlandse appreciatie van dit voorstel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie