Brief regering : Gezondheidsraadadvies Kansen voor gezondheidswinst in omgevingsbeleid
28 663 Milieubeleid
34 682 Nationale Omgevingsvisie
Nr. 80 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2022
Op 13 juli 2022 heeft de Gezondheidsraad een advies aangeboden aan het kabinet met
de titel «Kansen voor gezondheidswinst in omgevingsbeleid». In deze brief geef ik,
mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) mijn reactie op het advies.
Ik ben de Gezondheidsraad zeer erkentelijk voor het advies dat het hoog op de agenda
houden van het onderwerp gezondheid nadrukkelijk ondersteunt.
In de komende periode zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen op het terrein
van het omgevingsbeleid. Zo werkt het kabinet onder coördinatie van de Minister voor
VRO aan meer regie op de ruimtelijke ordening, ben ik voornemens nieuwe ambities neer
te leggen in een Nationaal MilieuProgramma (NMP) en wil de Staatssecretaris van VWS
via het programma Gezonde Groene Leefomgeving meer aandacht besteden aan de invloed
van de omgeving op de gezondheid.
Ik wil dat iedereen in Nederland in een gezonde leefomgeving en in goede gezondheid
kan leven. In deze brief licht ik toe hoe ik samen met mijn collegabewindslieden wil
bevorderen dat kansen voor gezondheidswinst zoveel mogelijk worden benut en hoe we
het advies hierbij betrekken.
Kernpunten van het advies
In het advies constateert de Gezondheidsraad dat gezondheid moet concurreren met allerlei
andere doelen in het omgevingsbeleid en dat kansen om gezondheidswinst te behalen
onvoldoende worden benut. De Gezondheidsraad adviseert daarom een stevigere rol voor
de Rijksoverheid om de gezondheidskansen van leefomgevingsbeleid te benutten, concrete
einddoelen en tussendoelen te stellen voor gezondheid en daar resultaatverplichtingen
aan te koppelen, en een minder vrijblijvende omgang met doelen en normen die zijn
vastgelegd in wetgeving. Ook adviseert de Gezondheidsraad om een afwegingskader te
ontwikkelen voor integrale gezondheidsafweging in het omgevingsbeleid. Hieronder ga
ik in op de verschillende aanbevelingen uit het advies.
Een steviger rol van de Rijksoverheid
De Gezondheidsraad stelt dat de Rijksoverheid een gezonde leefomgeving steviger zou
moeten verankeren in het omgevingsbeleid. Nu dreigt gezondheid in de verdrukking te
komen in de concurrentie met omgevingsdoelen, zoals de overstap op duurzame energiebronnen
en de woningbouwopgave. Met een afwegingskader en concrete, afrekenbare doelen en
resultaatverplichtingen kan de overheid volgens de Gezondheidsraad meer kansen benutten
om gezondheidswinst te realiseren. De Gezondheidsraad is van mening dat de Rijksoverheid
duidelijker moet maken wat het verschil is tussen milieunormen en gezondheidswaarden.
Met het stellen van milieunormen is inderdaad niet gegarandeerd dat het halen van
een norm ook betekent dat maximale gezondheidswinst is bereikt, en ook onder de milieunormen
kunnen negatieve gezondheidseffecten optreden.
De Gezondheidsraad adviseert verder om concrete einddoelen en tussendoelen te stellen
voor gezondheid en daar resultaatverplichtingen aan te koppelen. Deze aanpak kies
ik ook in het Nationaal MilieuProgramma (NMP), dat momenteel in ontwikkeling is. Het
doel van dit programma is de realisatie van een gezonde, schone en veilige leefomgeving
in 2050, die ook als zodanig door de inwoners van Nederland wordt ervaren. In het
NMP beschrijf ik het pad dat hiervoor nodig is, met een bijbehorend uitvoeringsprogramma.
Hierbij worden tussendoelen geformuleerd voor 2030. Voor meer informatie over het
NMP verwijs ik graag naar de Kamerbrief van 1 juli jl.1
Daarnaast adviseert de Gezondheidsraad om wettelijk te verankeren dat gezondheid integraal
onderdeel is van plan- en besluitvorming over de leefomgeving. De Omgevingswet voorziet
echter al in een wettelijke verankering van het bereiken en stand houden van een veilige
en gezonde fysieke leefomgeving als onderdeel van de maatschappelijke doelen van die
wet. Taken en bevoegdheden op grond van de Omgevingswet dienen mede met het oog de
maatschappelijke doelen van de wet te worden uitgeoefend. Daarmee is het belang van
een gezonde fysieke leefomgeving al een integraal onderdeel van plan- en besluitvorming
op grond van de Omgevingswet en is verdere explicitering hiervan niet nodig. De Omgevingswet
biedt het kader om verdere stappen te zetten, bijvoorbeeld door doelen te stellen
voor een gezondere leefomgeving en hierop te sturen in omgevingsverordeningen of omgevingsplannen.
Daarnaast kunnen overheden ook gezondheidsbevordering nastreven door een omgeving
zo in te richten dat die uitnodigt tot beweging en te zorgen voor voldoende groen.
Uiteraard moet dit in de uitvoeringspraktijk gestalte krijgen en daar ondersteun ik
lokale overheden bij. Ik ga hier verderop in deze brief nader op in.
Een minder vrijblijvende omgang met doelen en normen
Zoals gezegd wijst de Gezondheidsraad erop, dat het halen van milieunormen niet altijd
wil zeggen dat maximale gezondheidswinst is bereikt. Het kabinet is het eens dat er
meer kan worden gedaan. Een voorbeeld2 hiervan is het Schone Lucht Akkoord (SLA). Het Rijk en de deelnemende lokale en regionale
overheden delen de ambitie om voor iedereen in Nederland meer gezondheidswinst te
boeken dan volgens de Europese normen voor luchtkwaliteit nodig is. Die ambitie is
met het Schone Lucht Akkoord vertaald in een landelijk doel, minimaal 50% gezondheidswinst
in 2030 en verschillende sectorale subdoelen en streefwaarden. De nieuwe advieswaarden
van de World Health Organization laten het belang zien om te blijven werken aan het
verbeteren van de luchtkwaliteit in heel Nederland, ook in de relatief schone gebieden.
Versterken en ondersteunen van de lokale planvorming en besluitvorming
De Gezondheidsraad adviseert de lokale planvorming te ondersteunen door een afwegingskader
te ontwikkelen, kennis en informatie beschikbaar te stellen en onderzoek te bevorderen.
Een steviger rol voor de Rijksoverheid zie ik niet zo zeer in het top down ontwikkelen
van een uniform afwegingskader voor lokale overheden, dat in alle gevallen toepasbaar
zou moeten zijn. Hiermee zou het rijk zich naar mijn mening ook te veel mengen in
de lokale afwegings- en besluitvormingsbevoegdheid. De Omgevingswet geeft voldoende
mogelijkheden om te komen tot een afweging waarin gezondheid een belangrijke rol speelt
en is juist ook bedoeld om nog meer integraal af te wegen, met inbegrip van gezondheid.
Wel vind ik het van belang om de lokale plan- en besluitvorming te ondersteunen. Er
gebeurt ook nu al veel op dit gebied, maar ik zal kijken naar waar meer ondersteuning
gewenst is. Als voorbeelden noem ik de helpdesk en website van Infomil (infomil.nl),
het Informatiepunt Omgevingswet (iplo.nl), de Atlas leefomgeving (atlasleefomgeving.nl),
de Gids gezonde leefomgeving (gezondeleefomgeving.nl), de City Deals en de Beweegalliantie.
Daarnaast werkt de Staatssecretaris van VWS via het programma Gezonde Groene Leefomgeving
aan ondersteuning van overheden bij het bevorderen en beschermen van gezondheid via
de leefomgeving en werkt hij samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Zorgverzekeraars
aan een Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) waarin hij ook afspraken wil opnemen
over de inzet voor een gezonde leefomgeving. Hij zal de Kamer in de zomer van 2023
nader informeren over zijn beleid voor de gezonde leefomgeving.
De Gids gezonde leefomgeving is in opdracht van mijn ministerie ontwikkeld en in beheer
genomen door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), als uitvloeisel
van het eerder uitgebrachte Gezondheidsraadadvies «Meewegen van gezondheid in omgevingsbeleid»3. De Gids informeert en inspireert professionals die lokaal en regionaal betrokken
zijn bij het ontwerp en de inrichting van de leefomgeving. Met themabijeenkomsten
«Maak ruimte voor gezondheid» worden medewerkers van gemeenten, gemeenschappelijke
gezondheidsdiensten (GGD’en), provincies, omgevingsdiensten en andere professionals
gestimuleerd tot het uitwisselen van ervaringen met het nog beter inbrengen van het
gezondheidsbelang in de planvorming en besluitvorming.
De Gids biedt onder andere praktijkvoorbeelden, zoals het realiseren van groen en
het stimuleren van actieve mobiliteit. Er zal aan een bredere bekendheid van de Gids
worden gewerkt en daarbij ook worden nagegaan of er binnen dit instrument nog meer
kan worden ingezet op het ondersteunen van de professionals in het proces van afwegen
van gezondheid ten opzichte van andere thema’s. Dit is ook afhankelijk van de wensen
vanuit de doelgroep. Vanuit het Rijk vindt nog meer ondersteuning plaats bij het afwegen
van gezondheid in omgevingsbeleid. Ter voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet
is al enige tijd geleden het programma «Aan de Slag met de Omgevingswet» opgezet,
waarin onder meer gemeenten, provincies, omgevingsdiensten en GGD-en kennis kunnen
maken en leren werken met de nieuwe regelgeving, wat ook de afweging van gezondheid
in de besluitvorming bevordert.
De lokale overheden zitten overigens zelf ook niet stil. De Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) heeft in maart 2022 het position paper «Samen werken aan de gezonde
leefomgeving» gepubliceerd4. In overleg met de VNG zal het kabinet bekijken hoe we het vervolg van het position
paper kunnen ondersteunen, zodat ambtenaren en bestuurders die zich bezighouden met
de fysieke leefomgeving zich goed toegerust voelen op het terrein van de gezonde leefomgeving
en beter in staat zijn om gezondheid mee te wegen bij de integrale besluitvorming
over de fysieke leefomgeving.
In het kader van regie op de ruimtelijke ordening werkt het kabinet in overleg met
het Interprovinciaal Overleg (IPO) de wijze uit waarop provincies ondersteund kunnen
worden bij het betrekken van gezondheidsafwegingen in de ruimtelijke beelden die zij
gaan maken. In de Kamerbrief van 17 mei 2022 (Kamerstuk 34 682, nr. 92) over ruimtelijke ordening heeft u al kunnen zien op welke manier het kabinet de
nieuwe regierol van de Rijksoverheid in samenhang met provincies, gemeenten en waterschappen
wil gaan invullen. Begin december volgt een nieuwe Kamerbrief over het Provinciale
Startpakket waarin dit proces met de provincies nader wordt toegelicht. Hierover is
met u een commissiedebat gevoerd met de Minister voor VRO op 14 september 20225.
Gezondheidsbescherming en gezondheidsbevordering
In het advies wordt verder op diverse plekken genoemd, dat naast het voorkomen van
schadelijke effecten vanuit de leefomgeving, ook gezondheidsbevordering een belangrijke
rol speelt, bijvoorbeeld door het stimuleren van actieve mobiliteit zoals fietsen,
wandelen en sporten, zoals meer groen in de buurt, een andere inrichting van de openbare
ruimte en indeling van straten, en ook aandacht te besteden aan sociale aspecten (ontmoeten,
veiligheid). Vanuit het Rijk zelf en samen met gemeenten, provincies en andere maatschappelijke
partijen zijn vele initiatieven ontwikkeld. In verschillende Kamerbrieven is uw Kamer
daarover geïnformeerd.
De Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
zijn daarnaast, in overleg met de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gestart met het programma Gezonde Groene
Leefomgeving6 en willen daarvoor in de komende jaren bij gemeenten en provincies praktijktoepassingen
voor het bevorderen van gezondheid via het omgevingsbeleid verder stimuleren. De nadruk
in dit programma zal de komende jaren liggen op de bijdrage van een gezonde leefomgeving
aan de preventie van de volksziekten dementie, kanker en obesitas.
Conclusie
Ik zie het advies als een krachtige ondersteuning voor het op de agenda houden van
gezondheid in de besluitvorming. Daarbij is het belangrijk om de effecten van omgevingsbeleid
op de gezondheid van mensen en op de mogelijkheden voor gezondheidsbevordering goed
mee te wegen. Een steviger rol voor de Rijksoverheid zie ik niet zo zeer in het ontwikkelen
van een uniform afwegingskader voor lokale overheden, maar ik sluit wel aan bij het
advies om lokale overheden te ondersteunen bij het afwegen van gezondheid in de besluitvorming,
en kansen te benutten op het behalen van gezondheidswinst. Daarbij is het goed om
doelen en tussendoelen te stellen, waaraan ik voornemens ben om op rijksniveau invulling
te geven in het NMP. Verder ben ik het eens met de Gezondheidsraad dat er meer gezondheidswinst
kan worden behaald door verder te kijken dan alleen het halen van de normen. Met het
SLA wordt bijvoorbeeld hier al met succes vorm aan gegeven.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat