Brief regering : Afsprakenkader Kapitaalbehoefte Regionale Netwerkbedrijven
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
29 023
Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 1147
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2022
Op 13 juli 2022 hebben de Minister van Financiën en de Minister voor Klimaat en Energie
uw Kamer geïnformeerd over de kapitaalbehoefte van de regionale netwerkbedrijven (Kamerstukken
32 813 en 29 023, nr. 1086). We hebben daarin aangegeven een kapitaalstorting, en daarmee aandeelhouderschap,
door de Staat als belangrijk verder uit te werken onderdeel van een oplossing te zien.
Dit in aanvulling op een eventuele bijdrage door medeoverheden (bestaande en mogelijk
nieuwe aandeelhouders) op wie nadrukkelijk een beroep wordt gedaan. Samen met deze
aandeelhouders voelt de Staat een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een adequate,
doelmatige financiering van de regionale netwerkbedrijven, om zo de energietransitie
verder te brengen. De afgelopen periode hebben de Staat, de regionale netwerkbedrijven
Alliander, Enexis en Stedin en hun aandeelhouders intensieve gesprekken gevoerd om
de randvoorwaarden voor deze oplossing verder uit te werken. Deze gesprekken hebben
geresulteerd in het bijgevoegde Afsprakenkader, waarin beoogd wordt vast te leggen
hoe de Staat een eventueel verzoek tot kapitaalstorting zal beoordelen en welke eisen
de Staat zal stellen aan een dergelijk verzoek tot toetreding en aan een eventuele
participatie als nieuwe aandeelhouder. Daarnaast bevat het Afsprakenkader bijbehorende
procesafspraken. De overige kleinere regionale netwerkbedrijven hebben aangegeven
dat ze vooralsnog de kapitaalversterking zelf kunnen invullen, maar indien dit in
de toekomst verandert, kan het Afsprakenkader ook daar als basis dienen.
In deze brief gaan we achtereenvolgens in op de financieringsuitdaging van de regionale
netwerkbedrijven die aanleiding heeft gegeven tot het Afsprakenkader, de inhoud van
het Afsprakenkader en tot slot het beoogde vervolgproces.
Financieringsuitdaging
De regionale netwerkbedrijven zijn een essentieel onderdeel van de Nederlandse energie-infrastructuur.
Sinds lange tijd dragen zij, ondersteund door hun aandeelhouders (provincies en gemeenten),
zorg voor de publieke belangen van een veilig, betrouwbaar, toegankelijk en betaalbaar
regionaal energienetwerk. Om die reden is bij wet geregeld dat de aandelen van netwerkbedrijven
direct of indirect in publieke handen worden gehouden. Naast publiek aandeelhouderschap,
worden de benoemde publieke belangen geborgd door wet- en regelgeving en de ACM als
onafhankelijke toezichthouder.
De regionale netwerkbedrijven zullen de komende jaren fors moeten investeren om de
klimaatdoelen te halen en economische groei te faciliteren. In totaal verwachten de
drie grootste regionale netwerkbedrijven tot 2030 circa 30 miljard euro te moeten
investeren in de uitbreiding en verzwaring van het regionale elektriciteits- en gasnet.
Op de lange termijn verdienen de regionale netwerkbedrijven de efficiënte investeringen
plus een redelijk rendement terug via de nettarieven, maar op de korte termijn moeten
zij deze investeringen voorfinancieren met een combinatie van vreemd en eigen vermogen.
Daarbij is een solide kredietwaardigheid van belang om toegang tot vreemd vermogen
te houden tegen maatschappelijk aanvaarbare kosten. Om deze solide kredietwaardigheid
te behouden moeten de bedrijven additioneel eigen vermogen aantrekken.
In de afgelopen jaren hebben de aandeelhouders van de regionale netwerkbedrijven bijgedragen
aan het invullen van de financieringsbehoefte door de eigenvermogenspositie van de
regionale netwerkbedrijven te versterken door kapitaalinjecties van respectievelijk
500 miljoen euro (Enexis), 600 miljoen euro (Alliander) en 451 miljoen euro (Stedin,
grotendeels door het niet uitkeren van de 251 miljoen euro verkoopresultaat als gevolg
van de verkoop van Joulz Diensten).
Onder meer als gevolg van de energietransitie neemt de financieringsbehoefte verder
toe. Er ontstaat al op korte termijn bij een aantal regionale netwerkbedrijven een
behoefte aan eigen vermogen. De kapitaalbehoefte van de regionale netwerkbedrijven
kan nog tot 2040 of mogelijk zelfs tot 2050 of later aanhouden. Het precieze moment
waarop deze kapitaalbehoefte zich voor ieder van elk bedrijf voordoet, verschilt aanzienlijk
van netwerkbedrijf tot netwerkbedrijf, maar zeker is dat zowel Alliander, Enexis als
Stedin een omvangrijke kapitaalbehoefte verwachten op korte of middellange termijn.
Afsprakenkader
Wij staan met de regionale netwerkbedrijven en hun bestaande aandeelhouders schouder
aan schouder om vanuit vertrouwen te werken aan het realiseren van de energietransitie.
We ervaren dan ook met de regionale netwerkbedrijven en hun huidige aandeelhouders
een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de borging van deze publieke belangen.
Als een netwerkbedrijf, in nauwe samenwerking met haar aandeelhouders meent dat toetreding
van de Staat als nieuwe aandeelhouder noodzakelijk is om in de kapitaalbehoefte te
voorzien, zal het op basis van het Afsprakenkader hiertoe een verzoek aan de Staat
kunnen doen. Het Afsprakenkader beoogt vast te leggen hoe de Staat een eventueel verzoek
tot kapitaalstorting zal beoordelen en welke eisen de Staat zal stellen aan een dergelijk
verzoek en aan een daadwerkelijke participatie als nieuwe aandeelhouder. Daarnaast
bevat het Afsprakenkader bijbehorende procesafspraken.
De Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 (Kamerstuk 28 165, nr. 370) is voor de Staat leidend geweest in de totstandkoming van het Afsprakenkader. In
deze Nota Deelnemingenbeleid staat hoe de Staat zijn aandeelhouderschap in deelnemingen
invult. De borging van de publieke belangen staat daarbij centraal. Onlosmakelijk
verbonden aan de rol van aandeelhouder is het sturen op het behoud van de financiële
waarde van de onderneming en bijdragen aan goed ondernemingsbestuur.
Proces en bepalen kapitaalbehoefte
Beoogd wordt het proces rondom de invulling van de kapitaalbehoefte van een regionaal
netwerkbedrijf zorgvuldig, en efficiënt vorm te geven, met rekenschap voor de complexiteit,
uitvoerbaarheid en transparantie van een dergelijk proces. Naast afspraken over tijdslijnen
om een toetredingsverzoek goed en tijdig te kunnen behandelen, hebben we ook afspraken
gemaakt over de manier waarop de kapitaalbehoefte wordt berekend. In lijn met de Nota
Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 hanteert de Staat hiervoor de vuistregel van
een A-minus rating, zodat eigenstandig vreemd vermogen op de geld- en kapitaalmarkt
kan worden aangetrokken tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het netwerkbedrijf
wordt gevraagd om maatregelen te onderzoeken om de kapitaalbehoefte te verlagen, waaronder
de invulling daarvan door bestaande aandeelhouders of nieuwe publieke aandeelhouders.
Als hierna een kapitaalbehoefte resteert kan zoals gezegd een verzoek bij de Staat
gedaan worden tot toetreding. De Staat heeft de discretionaire bevoegdheid om een
dergelijk verzoek al dan niet te honoreren en zal beoordelen of toetreding van de
Staat als nieuwe aandeelhouder opportuun is of dat andere oplossingsrichtingen wellicht
doelmatiger zijn om de kapitaalbehoefte van het betreffende netwerkbedrijf geheel
of gedeeltelijk in te vullen. Als de Staat besluit, mede op basis van het Afsprakenkader
en het afwegingskader uit de Nota Deelnemingenbeleid 2022, een verzoek tot toetreding
van een netwerkbedrijf te honoreren, zullen de concrete afspraken die zien op de daadwerkelijke
participatie nader worden vastgelegd in een afzonderlijke participatieovereenkomst.
Met een dergelijke participatie wordt dan een nieuwe staatsdeelneming aangegaan.
Aandelenbelangen zeggenschap
Indien de Staat besluit toe te treden, wordt conform een afgesproken waarderings-
en prijsbepalingsproces het aandelenbelang bepaald.
Op het moment dat de Staat participeert in één van de regionale netwerkbedrijven zal
de Staat toetreden in een bestaande vennootschap, naast bestaande aandeelhouders.
Over de belangrijkste voorwaarden ten aanzien van de governance en de zeggenschap
die de Staat als aandeelhouder dan zal krijgen, zijn in het Afsprakenkader afspraken
gemaakt. Waar mogelijk wordt aangesloten bij de huidige structuur en worden de voorgestelde
(specifieke) zeggenschapsrechten voor de Staat zoveel mogelijk ingebed binnen de huidige
zeggenschapsstructuren.
De Staat als toetredend aandeelhouder streeft dezelfde publieke belangen na als de
bestaande aandeelhouders van de regionale netwerkbedrijven. Vanuit dat perspectief
handelen deze aandeelhouders en de Staat als toetredend aandeelhouder, waar mogelijk
vanuit gelijkwaardigheid. De Staat heeft ten aanzien van de onderwerpen die raken
aan een eventuele kapitaalstortingsbehoefte een zelfstandige positie. Dit komt onder
meer tot uiting in de afgesproken zeggenschap op het gebied van investeringen en financiering.
Vervolg
Het Afsprakenkader dat we met deze brief met u delen betreft een onderhandelingsakkoord.
Voordat de regionale netwerkbedrijven het Afsprakenkader kunnen ondertekenen, zullen
zij hun interne goedkeuringsprocessen moeten doorlopen en dienen hun aandeelhouders
ook goedkeuring te geven. Deze aandeelhoudersgroep betreft circa 200 medeoverheden.
Daartoe moeten zij ook eerst de gebruikelijke democratische processen doorlopen. Het
onderhandelingsakkoord wordt aan de Europese Commissie voorgelegd met het oog op overleg
over potentiële staatssteunaspecten.
Stedin heeft reeds een toetredingsverzoek gedaan. Gezien de urgentie daarvan is 500 miljoen
euro gereserveerd in de Miljoenennota 2023. De komende maanden zullen we dit verzoek
tot toetreding beoordelen.
Indien het kabinet van plan is een verzoek tot toetreding te honoreren en dus een
nieuwe deelneming wil aangaan, zal het kabinet dit volgens de daarvoor afgesproken
procedures, waaronder de voorhangprocedure, ter goedkeuring aan het parlement voorleggen.
Het kabinet zal daarbij ook het afwegingskader voor het aangaan van een deelneming
doorlopen en met het parlement delen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Medeindiener
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie