Brief regering : Seismiciteit Groningenveld
33 529 Gaswinning
Nr. 1079
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2022
Naar aanleiding van twee aardbevingen in Uithuizen op zaterdag 24 september 2022 ben
ik namens de commissie voor Economische Zaken en Klimaat verzocht een brief over de
oorzaak van het patroon van de recente aardbevingen aan de Kamer te doen toekomen.
Daar ga ik in deze brief op in.
Daarnaast heb ik in het commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 29 september jl. (Kamerstuk
33 529, nr. 1069) toegezegd uw Kamer op korte termijn in zijn algemeenheid te informeren over recente
ontwikkelingen op het gebied van seismiciteit in het Groningenveld. Naast de bovengenoemde
recente aardbevingen bij Uithuizen ga ik in deze brief in op de recente aardbeving
bij Wirdum. Hierbij beschrijf ik de werkwijze «Acuut Onveilige Situatie» (AOS) en
leg ik uit hoe deze na deze bevingen is toegepast. Daarnaast heb ik in het genoemde
commissiedebat toegezegd uw kamer te informeren over seismiciteit rondom de gasopslagen
Norg en Grijpskerk. Ook hier ga ik in deze brief op in.
Bevingen bij Wirdum en Uithuizen
Op zaterdag 8 oktober jl. heeft in Wirdum een aardbeving plaatsgevonden met een magnitude
van 3,1 op de schaal van Richter. Er vond een naschok plaats in de buurt van Garrelsweer
met een magnitude van 1,2 op de schaal van Richter. De beving in Wirdum is de zwaarste
van dit jaar en behoort tot de tien zwaarste aardbevingen in Groningen.
In de omgeving van Uithuizen, in het noorden van de provincie Groningen, vond op 11 oktober
jl. een beving plaats van 1,3 op de schaal van Richter. Daarnaast vonden hier in augustus
en september van dit jaar in totaal 7 aardbevingen plaats met een magnitude variërend
tussen 0,7 en 2,7 op de schaal van Richter.
De aardbevingen hebben een groot effect op de bewoners. Voor sommige mensen leiden
de bevingen tot angst en stress, omdat zij niet zeker weten of hun huis wel veilig
is, of omdat ze nog wachten op versterking. Daarnaast kan een beving herinneringen
oproepen aan eerdere schades, aan de soms langlopende procedures en aan nog niet-herstelde
scheuren. Dat geldt niet alleen voor de mensen die deze beving daadwerkelijk hebben
gevoeld, maar ook voor andere mensen in het gebied. Ik hoorde dit nadrukkelijk toen
ik op 10 oktober jl. in Wirdum was om met bewoners te praten. De bevingen kunnen ook
schadelijke mentale gevolgen hebben voor de bewoners en die neem ik uiterst serieus.
Ik stuur u hiervoor binnenkort een plan van aanpak.
Bewoners die zich als gevolg van bevingen of om andere redenen niet meer veilig voelen
in hun huis, kunnen bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) een AOS-melding
doen. Na een dergelijke melding wordt de situatie ter plaatse binnen 48 uur door een
bouwkundige bekeken. Daar waar nodig worden er, in overleg met de betreffende gemeente,
maatregelen getroffen om de situatie veilig te maken. Als gevolg van de bevingen bij
Wirdum en Uithuizen waren er bewoners die zich niet meer veilig voelden en een dergelijke
melding hebben gedaan. Na de aardbeving bij Wirdum van 8 oktober jl. zijn er 19 AOS-meldingen
gedaan, die allemaal zijn beoordeeld. Na onderzoek is bij 1 melding overgegaan tot
het nemen van veiligheidsmaatregelen. Na de zwaarste beving nabij Uithuizen, die op
24 september jl. plaatsvond, werden 16 AOS-meldingen gedaan. Deze meldingen zijn ook
allemaal beoordeeld. Ook hier werden bij 1 melding aanvullende veiligheidsmaatregelen
getroffen.
Als gevolg van de beving bij Wirdum heeft het IMG verder een steunpunt in het dorpshuis
ingericht voor bewoners die vragen hebben, een luisterend oor zoeken of ondersteuning
nodig hebben bij het doen van een schademelding. Ook de Nationaal Coördinator Groningen
(NCG) is hier aanwezig. Bewoners kunnen bij het doen van een schademelding kiezen
voor een vaste vergoeding of voor een maatwerkbehandeling. Bij de laatste optie komt
een expert ter plekke de schade opnemen.
Ontwikkeling van de seismiciteit
De jarenlange gaswinning uit het Groningenveld leidt tot aardbevingen. Doordat de
bevingen ontstaan in het gasreservoir dat zich op relatief geringe diepte bevindt,
zijn de grondbewegingen relatief hoog in vergelijking met aardbevingen met een gelijke
magnitude die zijn veroorzaakt door natuurlijke oorzaken.
Ondanks het feit dat er nog steeds aardbevingen plaatsvinden, is het aantal aardbevingen
met een magnitude groter dan 1,5 op de schaal van Richter sinds 2015 wel afgenomen.
Dit blijkt uit statistisch onderzoek van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch
Instituut (KNMI).1 Met de afbouw van de gaswinning neemt ook het seismische risico af. Het zal volgens
het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) echter nog tientallen jaren duren voor er geen
aardbevingen meer voorkomen in Groningen. Dit werd ook bevestigd tijdens de informatiebijeenkomst
die de gemeente Het Hogeland organiseerde naar aanleiding van de reeks aardbevingen
bij Uithuizen. Bij deze bijeenkomst waren het KNMI en het SodM aanwezig om de bewoners
te informeren en vragen te beantwoorden. Ook het IMG, de NCG en ambtenaren van mijn
ministerie waren hierbij aanwezig.
Het SodM geeft aan dat het niveau van de gaswinning momenteel dermate laag is dat
de bevingen die nu plaatsvinden vooral worden veroorzaakt door de vereffening van
drukverschillen als gevolg van de gaswinning in het verleden en nauwelijks nog worden
beïnvloed door de huidige gasproductie. Tijdens deze vereffening daalt de druk in
het noorden van het veld terwijl deze in het zuiden stijgt. De drukdaling in het noorden
veroorzaakt spanningen op breuken in de diepe ondergrond, die tot bevingen kunnen
leiden.
Pas als de druk in het reservoir overal gelijk is en de opgebouwde spanningen in het
reservoir zijn afgenomen, zullen er geen aardbevingen meer zijn door de genoemde drukvereffening
als gevolg van de gaswinning. Ook als de winning uit het Groningenveld helemaal is
gestopt, zullen daarom nog tientallen jaren aardbevingen voorkomen. Het aantal bevingen
neemt naar verwachting wel af en daarmee ook het risico.
Onderzoeken Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM)
Zoals op 19 november 2021 aan uw Kamer toegelicht (Kamerstuk 33 529, nr. 913) wordt conform de Mijnbouwregeling de seismiciteit in het Groningenveld gemonitord
en heeft de NAM in bepaalde situaties een meld- en onderzoeksplicht.2 Omdat de beving bij Wirdum op 8 oktober jl. een magnitude van 3,1 op de schaal van
Richter had, heeft de NAM naar aanleiding hiervan een uitgebreide analyse opgesteld.
Een dergelijke uitgebreide analyse heeft de NAM ook opgesteld naar aanleiding van
de reeks aardbevingen nabij Uithuizen in de periode augustus-oktober. Op 11 oktober
jl. werd de signaalparameter van 0,4 aardbevingen per vierkante kilometer per jaar
overschreden. Deze parameter duidt op hoge lokale activiteit in dit deel van het veld.
Beide uitgebreide analyses van de NAM zijn door het SodM beoordeeld. Het SodM geeft
aan dat beide rapportages een volledig overzicht en goede analyses geven van de waargenomen
seismiciteit die ook volgens het SodM wordt veroorzaakt door drukvereffening. Het
SodM concludeert daarnaast dat de verwachting voor wat betreft de seismische activiteit
tijdens het gasjaar 2021–2022 werd overschreden, maar dat er geen sprake is van een
statistisch significante afwijking van de gegevens die zijn verstrekt ter onderbouwing
van de operationele strategie. Zowel de door de NAM opgestelde uitgebreide analyses
als de beoordeling van deze analyses door het SodM zijn als bijlage bij deze brief
gevoegd.
Naast bovengenoemde analyses heeft het SodM aan de NAM verzocht onderzoek te doen
naar de oorzaken van de seismiciteit die in de afgelopen jaren hoger is geweest dan
verwacht op grond van de modellen. Dit onderzoek is reeds aangekondigd aan uw Kamer
(Kamerstuk 33 529, nr. 943). Het onderzoeksplan wordt in de tweede helft van november verwacht.
Tot slot stelt de NAM elk half jaar een rapport op om de seismiciteit van het Groningenveld
te analyseren. De volgende rapportage wordt in de tweede helft van november verwacht.
Deze rapportage zal samen met het bovengenoemd onderzoeksplan met uw kamer worden
gedeeld.
Seismiciteit gasopslag Norg en Grijpskerk
Nabij de gasopslag Norg zijn door het KNMI in het verleden twee lichte bevingen geregistreerd.
De bevingen vonden plaats in 1993 en 1999 met een magnitude van respectievelijk 1,5 en
1,1 op de schaal van Richter. De eerste aardbeving vond plaats toen er nog gas gewonnen
werd uit Norg en de tweede aardbeving vond plaats tijdens de injectie van gas in de
eerste opslagcyclus.
Op basis van verschillende studies en modellen kan worden gesteld dat seismische activiteit
gedurende het gebruik van de gasopslag niet kan worden uitgesloten. Sinds de uitbreiding
van het monitoringsnetwerk nabij de gasopslag Norg in 2016 kunnen alle aardbevingen
met magnitude groter dan 0,35 worden geregistreerd. Er zijn sindsdien geen aardbevingen
geregistreerd, ook niet na de verruiming van de drukgrenzen van de gasopslag in 2019.
Bij de gasopslag Grijpskerk zijn door het KNMI in het verleden eveneens twee lichte
bevingen geregistreerd. De bevingen vonden plaats in 1997 en 2015 met een magnitude
van respectievelijk 1,3 en 1,5 op de schaal van Richter. De eerste aardbeving vond
plaats toen er nog gas gewonnen werd uit Grijpskerk en de tweede aardbeving vond plaats
tijdens de gaswinningsfase van een opslagcyclus. Ook voor Grijpskerk geldt dat dat
seismische activiteit gedurende het gebruik van de gasopslag niet kan worden uitgesloten.
Na afronding van de uitbreiding van het monitoringsnetwerk in Grijpskerk in 2018 kunnen
alle aardbevingen met een magnitude tussen 0,0 en 0,5 en hoger op de schaal van Richter
worden geregistreerd. Ook hier zijn sindsdien echter geen aardbevingen geregistreerd.
Het zeer geringe aantal aardbevingen bij de opslagen in Norg en Grijpskerk illustreert
het feit dat het seismisch risico ter plaatse van deze locaties veel lager is dan
het risico in het Groningenveld.
De aardbevingen die de afgelopen paar maanden hebben plaatsgevonden in Groningen illustreren
wederom dat de gaswinning zo snel mogelijk moet worden beëindigd en dat we zelfs dan
nog jaren te maken zullen hebben met bevingen in het gebied. Goede monitoring, een
voortvarende aanpak van de versterkingsopgave en een adequate afhandeling van de schade
blijven dan ook van het grootste belang.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat