Brief regering : Toegankelijkheid in de culturele en creatieve sector voor mensen met een beperking
24 170 Gehandicaptenbeleid
Nr. 265
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2022
Ongeveer 1 op de 10 Nederlanders heeft een auditieve, visuele, lichamelijke of verstandelijke
beperking, psychische kwetsbaarheid, chronische ziekte of een combinatie hiervan.1 Dit zijn ongeveer 2 miljoen mensen in Nederland die niet vanzelfsprekend mee kunnen
doen, ook nog niet overal in de culturele en creatieve sector. Ik hecht er enorm aan
dat iedereen aan het culturele leven kan deelnemen. Dit is belangrijk, omdat cultuur
kleur aan je leven geeft. Een boek waar je compleet in opgaat of meezingen en dansen
met jouw favoriete band. Tegelijkertijd kan cultuur prikkelen om met een nieuw perspectief
naar elkaar én de maatschappij te kijken. Een theatervoorstelling over discriminatie
waar je lang over napraat met vrienden of een tentoonstelling over de impact van sociale
media. Toegang tot cultuur voor iedereen is daarom één van mijn prioriteiten.
In 2016 heeft Nederland het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
(hierna: VN-verdrag handicap) geratificeerd. Hiermee is een stap in de goede richting
gezet om de toegang voor mensen met een beperking te verbeteren. Zo ook in de culturele
en creatieve sector, die strekt van media tot monumenten, van popmuziek tot architectuur
en alles wat daar tussen zit. In de Kamerbrief van 19 april 2022 heeft de Minister
voor Langdurige Zorg en Sport (LZS) u geïnformeerd over de wijze waarop bewindspersonen
in het kabinet op hun eigen terrein werken aan de verdere implementatie van het VN-verdrag
handicap.2 Met deze brief geef ik aan hoe ik deze vertaling van het VN-verdrag handicap vorm
en inhoud geef, samen met de culturele en creatieve sector én de kennis van ervaringsdeskundigen.
In het kader van het verdrag wordt gezegd: «Niets over ons, zonder ons». Ik geef hier gehoor aan omdat het mij belangrijke inzichten oplevert en de basis
is voor structurele verandering.
De culturele en creatieve sector werkt zelf ook aan toegankelijkheid. Dat doen zij
via de Code Diversiteit & Inclusie.3 Deze code richt zich naast het bevorderen van culturele diversiteit, ook op meer
vormen van verscheidenheid zoals een beperking. Ik ben blij met de kaders die de code
biedt, en ik vind dat inclusie en toegankelijkheid een vanzelfsprekendheid moeten
zijn. Ik ben ervan overtuigd dat een meerstemmig perspectief verrijkte kwaliteit oplevert
waar een ieder zich in herkent.
Met het VN-verdrag handicap en de code geldt er in de culturele sector een algemene
norm voor toegankelijkheid op basis van gelijkwaardigheid. Een aantal instellingen
geven hier op een doeltreffende manier invulling aan, zoals u ook kunt lezen in de
alinea’s «goede voorbeelden». Maar vanwege de grote verscheidenheid aan beperkingen en benodigdheden voor bijvoorbeeld
mensen met een prikkelstoornis, licht verstandelijke beperking of fysieke beperking,
is en blijft het een zoektocht voor instellingen om toegankelijkheid verder te bevorderen.
Ik zet mij daarom met de hele sector graag in om de toegankelijkheid te vergroten.
Ik kom hiermee tegemoet aan mijn toezegging aan het lid Werner om uw Kamer te informeren
over de implementatie van het VN-verdrag handicap en mijn concrete plannen voor de
doelgroep mensen met een beperking. Deze brief gaat ook over media en komt daarmee
tegemoet aan de toezegging om in de mediabegrotingsbrief in te gaan op o.a. audiodescriptie.
Ik ga in deze brief in op:
• Het sociaal model en enkele overkoepelende verdragen, codes en programma’s;
• Wat er al geregeld is en welke goede voorbeelden er zijn;
• Ruimte voor verbetering en kansen;
• De acties om toegankelijkheid verder te vergroten.
Het sociaal model en enkele overkoepelende verdragen, codes en programma’s
Het sociaal model
Ik benader de toegankelijkheid van de culturele en creatieve sector vanuit het zogenaamde
sociaal model.4Via deze benadering is het probleem van ontoegankelijkheid een probleem van de samenleving
en niet van de persoon met een beperking. De wijze waarop de maatschappij is ingericht
kan uitsluiting van mensen met een beperking tot gevolg hebben óf juist bevorderen.
Een persoon in een rolstoel is pas beperkt wanneer deze een trap tegenkomt waardoor
diegene niet omhoog kan komen.
VN-Verdrag handicap
Naar aanleiding van de ratificatie van het VN-Verdrag handicap in 2016 is door het
kabinet het programma «Onbeperkt Meedoen!» gestart (Kamerstuk 24 170, nr. 177). In het Coalitieakkoord 2021 – 2025 (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is de afspraak gemaakt om door te gaan met de goede initiatieven uit dit programma.
Het Ministerie van VWS zorgt met «Onbeperkt Meedoen!» voor de praktische invulling
van de coördinatie van deze aanpak. Onbeperkt Meedoen ondersteunt en faciliteert de
landelijke beweging richting meer toegankelijkheid en inclusie. Ik blijf de komende
jaren nauw samenwerken met de Minister van LZS als het gaat om toegankelijkheid voor
de culturele en creatieve sector.
Toegankelijkheidsrichtlijn
De implementatie van de EU-richtlijn toegankelijkheidsvoorschriften voor producten
en diensten valt onder de coördinatie van de Minister van LZS. Vanuit mijn ministerie
wordt hierbij bijzondere aandacht gegeven aan de toegankelijkheid van audiovisuele
mediadiensten en de toegankelijkheid van e-boeken.
Programma tegen discriminatie en racisme
Ik streef naar een inclusieve culturele en creatieve sector voor iedereen, ongeacht
afkomst, huidskleur, lhbtiq+ identiteit, religie, gender, woonplaats, opleiding, sociaaleconomische
status en beperking. De OCW-agenda tegen racisme en discriminatie5 gaat hier nader op in. Ook in mijn brief over het cultuurbeleid voor de komende jaren
ga ik hier nader op in. In déze brief richt ik mij specifiek op de bijzondere noden
van mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking.
Code diversiteit & inclusie
De Code diversiteit & inclusie is een belangrijk instrument van de sector om zorg
te dragen voor een meer inclusieve en diverse bedrijfsvoering. De code richt zich
op verschillende aspecten: het programma, het publiek, het personeel en de partners
van een organisatie. Toepassing van de code wordt als subsidievoorwaarde gesteld door
het Rijk en de Rijkscultuurfondsen. Instellingen worden jaarlijks bevraagd naar de
voortgang middels verplichte monitorgesprekken. De code wordt breed toegepast in de
culturele en creatieve sector. Ik ben blij om te zien dat de sector het belang van
diversiteit, inclusie en toegankelijkheid omarmt.
Programma cultuurparticipatie
Dit programma heeft als doel gelijke kansen te creëren voor iedereen om deel te nemen
aan actieve cultuurparticipatie. Een van de instrumenten is de subsidieregeling «Samen
Cultuur Maken» van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Hierdoor wordt het makkelijker
om aan cultuurbeoefening te doen, juist voor mensen die door armoede, psychische kwetsbaarheid
of een beperking drempels ervaren. Ruim 80 projecten (24% van het totaal) richten
zich op bezoekers en deelnemers met een handicap. De initiatiefnemers van deze projecten
volgen ook de kennisbijeenkomsten van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie
en Amateurkunst (hierna: LKCA).
Wat is er al geregeld en welke goede voorbeelden zijn er?
Regels en afspraken
Diverse zaken zijn wettelijk geregeld. Zo is in de mediawet opgenomen dat 95% van
het aanbod van de NPO ondertiteld wordt; bij de commerciële omroepen is dit 50%. Daarnaast
is wettelijk verankerd dat crisiscommunicatie zo breed mogelijk toegankelijk moet
worden gemaakt. Aanvullend heb ik prestatieafspraken met de NPO gemaakt over de toegankelijkheid
van het media-aanbod.
In het coalitieakkoord is afgesproken dat dit kabinet ernaar streeft dat de programma’s
van de NPO zoveel als mogelijk toegankelijk worden voor mensen met een auditieve of
visuele beperking.6 In 2020 heeft uw Kamer het NPO Stappenplan Toegankelijkheid ontvangen dat op verzoek
van mijn ambtsvoorganger is opgesteld. Ik merk op dat de afgelopen twee jaar de nodige
stappen zijn gezet in het toegankelijker maken van het media-aanbod. Zo wordt zowel
het NOS-journaal om 20.00 uur als ook het jeugdjournaal dagelijks voorzien van een
tolk Nederlandse Gebarentaal. Tijdens de verkiezingen zijn de verkiezingsdebatten
op de publieke omroep en bij RTL uitgezonden met een tolk Nederlandse Gebarentaal.
Dat laat onverlet dat waar aanleiding én ruimte is voor verbetering deze zal moeten
worden opgepakt. Per 1 juli heb ik wettelijk verplicht gesteld dat zowel de landelijke
publieke omroep als de commerciële media-instellingen jaarlijks rapporteren over de
maatregelen die zij treffen.7 Specifiek voor audiodescriptie houdt dit in dat de omroepen jaarlijks een stijgende
lijn moeten laten zien in het aanbod van programma’s met audiodescriptie. In de prestatieafspraken
2022–2026 is voor audiodescriptie afgesproken dat de NPO jaarlijks ten minste 8 nieuwe
titels of nieuwe seizoenen van titels van audiodescriptie voorziet. De doelgroep beslist
mee welke dit zijn. De prestatieafspraak over 2021 heeft de NPO ruim gehaald. Aanvullend
op deze afspraak investeert de NPO ook in audiodescriptie van films en documentaires
die via het NPO fonds en het CoBO tot stand zijn gekomen en op tv worden uitgezonden.
In 2021 gaat het om ruim 50 titels. Op basis van de periodieke update van het bovengenoemde
stappenplan, blijf ik in gesprek met de NPO om de programmering verder toegankelijk
te maken.
In de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) is opgenomen dat de bibliotheek
voor iedereen digitaal en fysiek toegankelijk moet zijn. In het Bibliotheekconvenant,
een afspraak tussen de bibliotheken, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging
Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk, is als randvoorwaarde opgenomen dat de bibliotheek
goed bereikbaar en toegankelijk moet zijn. In de Netwerkagenda waarin dit convenant
is uitgewerkt is daarom een aparte paragraaf gewijd aan toegankelijkheid voor mensen
met een beperking.8
9 Een mooi voorbeeld hiervan is de speciale bibliotheekvoorziening, «Passend Lezen».
Hier is de laatste jaren veel aandacht gegeven aan de toegankelijkheid van de maatschappelijk-educatieve
functie. Bijvoorbeeld het tasttasje in plaats van het boekstartkoffertje, of speciaal
ingerichte schoolbibliotheken voor kinderen met een visuele beperking.
In de podiumkunsten wordt toegankelijkheid o.a. bevorderd via de Agenda inclusieve podiumkunsten 2020–2024. Deze agenda is door penvoerder Holland Dance opgesteld in samenwerking met een ruime
groep betrokkenen uit de culturele sector. Het initiatief is inmiddels door meer dan
150 personen uit de culturele sector ondertekend. Een dergelijk gezamenlijk initiatief
kan een voorbeeld zijn voor andere sectoren. Onderdeel van de aanpak is het inventariseren
en zichtbaar maken van organisaties die werken met en voor mensen met een beperking.
Deze verzameling van initiatieven, organisaties en activiteiten staat op de Landkaart
Inclusieve Podiumkunsten, te vinden op de website van LKCA.10
Het Nederlands Filmfonds maakt afspraken over de verplichting tot ondertiteling en
audiodescriptie bij subsidieverstrekking. Hierdoor zijn de Nederlandse speelfilms,
lange animatiefilms en documentaires bestemd voor de bioscoop, die gesteund zijn door
het fonds, toegankelijk voor mensen die slechtziend, blind, slechthorend of D/doof
zijn.
Goede voorbeelden
Verder zie ik veel goede voorbeelden in de sector. Zonder de illusie te hebben hierin
volledig te kunnen zijn, wil ik er een aantal uitlichten.
Programmering
Ten eerste, op het gebied van programmering. Er zijn mooie voorbeelden te vinden waar
aanpassingen zijn gerealiseerd om bestaand aanbod toegankelijk te maken. Zo organiseert
stichting Possibilize Sencity Festival, waar verschillende doelgroepen (horenden, slechthorenden en D/doven) op een gelijkwaardige
manier het programma kunnen ervaren. Het Rijksmuseum bedient met tastworkshops, prikkelarme
openstellingen en tours in gebarentaal een brede doelgroep. De NPO zet in op digitale
inclusiviteit en toegankelijkheid door middel van experimenten gericht op doelgroepen
die in het huidige digitale medialandschap onvoldoende of niet mee kunnen doen. Een
concreet voorbeeld hiervan is het NOS Nieuws van de week, een digitaal kanaal dat
relevante nieuwsvoorziening op een laagdrempelige wijze qua taal, toon en tempo verzorgt.
Hiermee bereiken ze ook publiek dat minder taalvaardig is, bijvoorbeeld mensen met
een licht verstandelijke beperking.
Toegankelijkheidsaanpassingen kunnen ook op artistiek vlak van meerwaarde zijn. Zo
experimenteert Het Nationale Theater met het integreren van audiodescriptie in theatervoorstellingen,
zodat visuele elementen niet objectief worden beschreven maar vanuit het alter ego
van het hoofdpersonage.11 In de voorstelling «Talking Hands» maakt jeugdtheater Het Filiaal de Nederlandse
Gebarentaal onderdeel van de voorstelling. Dit zijn inspirerende voorbeelden van hoe
creativiteit en inclusiviteit in het artistieke proces hand in hand gaan.
Partners
Naast het raadplegen van ervaringsdeskundigen, zie ik instellingen samenwerken met
gespecialiseerde partners. Zo heeft Stichting «Komt het Zien» o.a. het fruitcorso
in Tiel voorzien van audiodescriptie. Bij de ontwikkeling van prikkelarm cultuuraanbod
biedt stichting Onbeperkt Genieten training en begeleiding aan. Het Van Abbe Museum
werkte langdurig samen met mensen met een beperking, zoals blinde, D/dove bezoekers
en rolstoelgebruikers. Het resulteerde in de eerste multi-zintuiglijke collectiepresentatie
van Nederland, het Multisensory Museum. Om de toegankelijkheid van een museum te testen,
kan Stichting Prokkel worden ingeschakeld. Zij zetten personen met een licht verstandelijke
beperking in als mystery guest in een museum, die vervolgens hun ervaringen en tips delen na het bezoek.
Personeel
Werken met deze gespecialiseerde externe partijen is aanbevelingswaardig, maar ook
het vergroten van kennis in huis is van belang. Het betekent dat personeel getraind
is in de juiste bejegening van mensen met een beperking, maar óók dat er ruimte is
en mogelijkheden zijn voor de culturele professional met een beperking. Dit gebeurt
bijvoorbeeld in het project Outsiderwear Festival waar talentvolle outsiderkunstenaars
(met bijvoorbeeld een licht verstandelijke beperking, psychische kwetsbaarheid of
daklozen-achtergrond) met opkomende ontwerpers een tentoonstelling maken. Ook Theater
Tiuri wil ik hier noemen: zij hebben theater- en dansgezelschap Compagnie21 opgericht,
waar professionele artiesten met en zonder beperking gezamenlijk werken. In de museumsector
is veel aandacht voor bejegening van mensen met een beperking door personeel, de handreiking
die hiervoor is opgesteld is ook voor andere sectoren aan te bevelen.12
Ruimte voor verbetering en kansen
Naast goede voorbeelden, zie ik ook ruimte voor verbetering. Mijn ambtsvoorganger
heeft in 2020 onderzoek laten doen naar de toegankelijkheid in de culturele en creatieve
sector. Uw Kamer is reeds geïnformeerd over de uitkomsten van dit rapport.13 Hierin wordt opgemerkt dat culturele instellingen nog niet erg actief zijn in het
monitoren en meten van de toegankelijkheid. Een gedegen nulmeting wordt aanbevolen.
De verscheidenheid aan beperkingen en de benodigde acties ten aanzien van deze beperkingen
kunnen voor uitdagingen zorgen. In het ergste geval wordt een welwillende organisatie
dermate overspoeld door alle verschillende aandachtspunten dat actie uiteindelijk
uitblijft. Dit blijkt ook uit de enquête (2021) onder ondertekenaars van de Agenda
inclusieve podiumkunsten: «Het belang van inclusie is bij velen nu wel bekend, maar
de uitvoering vraagt soms nog vervolgstappen». Tegelijkertijd zijn er inmiddels een
aantal goede inclusieve initiatieven die een verscheidenheid aan kennis borgen. Ik
zie het belang van het samenbrengen en bundelen van deze gespecialiseerde kennis.
De inzet van digitale techniek of het online aanbieden van cultuur kunnen bijdragen
aan het vergroten van de toegankelijkheid van cultuur. Ik zie dit als een belangrijke
kans die digitalisering de culturele en creatieve sector kan bieden. Door het digitaal
aanbieden van cultuur verdwijnen fysieke barrières voor mensen met een beperking,
merkte ook de Raad voor Cultuur onlangs op.14 DEN, kennisinstituut voor cultuur en digitale transformatie, deelt goede voorbeelden
en kennis hierover met de sector.
Ik zie ook kansen in de samenwerking met mijn collega bestuurders van andere overheidslagen.
Ik deel met hen de verantwoordelijkheid voor een toegankelijke culturele en creatieve
sector. In lijn met het verzoek van uw Kamer ben ik in overleg gegaan met de VNG en
het Ministerie van VWS om te bevorderen dat gemeenten de toegankelijkheid van het
culturele leven, festivals, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport in lokaal beleid
en de algemene plaatselijke verordening verankeren.15 Ik zie dat gemeenten hier aandacht voor hebben. Zo stellen een behoorlijk aantal
gemeenten de Code diversiteit & inclusie als subsidievoorwaarde. Gemeenten richten
zich ook specifiek op de bewustwording van de festival- en evenementensector. Ze ontwikkelen
tips en richtlijnen die als inspiratie dienen voor deze sector. Bovendien stimuleert
de VNG met het project «Iedereen doet mee» gemeenten om in lokaal beleid aandacht
te besteden aan toegankelijkheid, zoals met de «Handreiking Lokale Inclusie Agenda».16 De algemene plaatselijke verordening bevat voornamelijk beleid over de openbare orde
en handhaving en is daarmee in mindere mate geschikt voor het stimuleren van toegankelijkheid.
Ik blijf in gesprek met IPO en VNG om via onze gedeelde verantwoordelijkheid de toegankelijkheid
van de culturele sector ook op gemeentelijk en provinciaal niveau te bevorderen.
Ook wil ik wijzen op de regionale en lokale omroepen die samen met NOS een samenwerking
zijn gestart. Ik moedig ze aan om binnen deze samenwerking ook actief te zoeken naar
mogelijkheden om kennis te delen en van elkaars expertise gebruik te maken om te bevorderen
dat ook het regionale en lokale media-aanbod meer toegankelijk wordt.
Acties
Er gebeurt dus veel, en dat wil ik verder aanjagen. Daarvoor ga ik de volgende acties
uitvoeren in mijn regeerperiode:
• Code diversiteit & inclusie minder vrijblijvend: Ik wil dat het toepassen van de Code Diversiteit en Inclusie minder vrijblijvend
wordt. Ik werk met LKCA aan het verder verstevigen van de positie van de code. Ook
neem ik dit najaar een minder vrijblijvende toepassing van de code mee in de adviesaanvraag
aan de Raad voor Cultuur over de culturele basisinfrastructuur 2025–2029.
• Kennispunt toegankelijkheid: Er bestaat veel specialistische kennis over allerlei vormen van toegankelijkheid
voor allerlei vormen van een beperking. Ik constateer dat deze kennis versnipperd
is en daardoor onvoldoende benut wordt door de sector. Ik ga de kennis bij elkaar
brengen zodat deze meer gebundeld, overzichtelijker en makkelijker vindbaar wordt.
• Voorbeelden delen: Het inspireren door middel van goede voorbeelden wordt voortgezet via het LKCA.
Hierbij betrekken we ook internationale voorbeelden, zoals aanbevolen in het rapport
«Onbeperkt cultuur beleven». Een eerste bijeenkomst is georganiseerd tijdens de «Week
van de Toegankelijkheid» op 4 oktober, in samenwerking met de British Council.
• Interactief digitaal kanaal voor cultuurpubliek: DEN, kennisinstituut cultuur en digitale transformatie, verkent de behoefte aan
en mogelijkheden voor een sectorbreed, interactief digitaal kanaal voor cultuurpubliek.
Dit kan ook bijdragen aan de toegankelijkheid van cultuur voor mensen met een beperking.
«Niets over ons, zonder ons»
• In gesprek: Ik blijf in gesprek met ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties van mensen
met een beperking om de voortgang op het thema toegankelijkheid te blijven toetsen.
• Ambassadeurs: Samen met de sector ga ik op zoek naar een aantal ambassadeurs die een afspiegeling
kunnen vormen van de groep mensen met een beperking in onze samenleving.
• Samen ontwerpen: Ik zet de ontwerpkracht van de creatieve sector en ervaringsdeskundigen in om te
onderzoeken wat aansprekende manieren zijn om de toegankelijkheid in culturele organisaties
te vergroten.
Festivals
• Toegankelijke festivals: Verschillende festivals spannen zich al sterk in om toegankelijk te zijn voor meerdere
doelgroepen. Zo werkten de Zwarte Cross, de Dutch Grand Prix, Concert at SEA, Amersfoort World Jazz Festival en STRAF_WERK festival samen met de charitatieve
instelling HandicapNL aan het toegankelijk maken van festivals. Dit vind ik een heel
belangrijke ontwikkeling, want we weten allemaal hoe fijn het kan zijn om onbezorgd
een festival te bezoeken. Ik verken daarom met de festivalsector en het Ministerie
van VWS de mogelijkheden om deze beweging naar toegankelijke festivals een impuls
te geven.
• Communicatie en activatie campagne: Een festival is een goed moment om eens met iemand buiten je eigen «bubbel» in contact
te komen. Ik onderzoek samen met het Ministerie van VWS of we kunnen stimuleren dat
festivalgangers met en zonder beperking elkaar ontmoeten en met elkaar in gesprek
gaan.
• Routekaart toegankelijke festivals: In 2021 is de routekaart toegankelijke festivals gelanceerd door het Themanetwerk
Festivals en Evenementen. Ik investeer in de doorontwikkeling van deze routekaart
en scan.
Meten en monitoren
• Cultuurparticipatie en amateurkunst: De (on)mogelijkheden voor mensen met een beperking worden opgenomen in bestaande
monitoronderzoeken naar cultuurparticipatie en amateurkunst. Het gaat in elk geval
over de monitor amateurkunst, de verenigingsmonitor en de vrijetijdsomnibus.
• Media: Ik onderzoek hoe de representatie van mensen met een beperking meegenomen kan worden
in de representatiemonitor van het Commissariaat voor de Media.
• Sectoraal: Ik onderzoek hoe toegankelijkheid opgenomen kan worden in de monitors in verschillende
sub sectoren, zoals de musea, podiumkunsten en bibliotheken.
• De Staat van de Toegankelijkheid: Ik ga jaarlijks met de sector laten zien hoe de toegankelijkheid in de culturele
sector ervoor staat: bijvoorbeeld via een evenement «de Staat van de Toegankelijkheid»,
vergelijkbaar met de aansprekende concepten «de Staat van de Dans» en «de Staat van
het Theater».
Tot slot onderstreep ik de impact van het sociale model. Toegankelijkheid en inclusie
is een thema van ons allemaal. Ik ga aan de slag met de bovengenoemde acties. Maar
dit is óók een call to action aan het culturele en creatieve veld, mijn collega-bestuurders en de rest van de maatschappij.
Want een toegankelijke maatschappij geven we samen vorm.
Mede namens de Minister voor Langdurige Zorg Welzijn en Sport,
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap