Brief regering : Nadere uitwerking leidt tot aanpassing energie-intensiteit TEK-regeling
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 527
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2022
Hierbij informeer ik uw Kamer over de nadere uitwerking van de energie-intensiteit
voor de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK-regeling). Met deze brief geef ik uw Kamer
vooruitlopend op het Kamerdebat van aanstaande donderdag 10 november de reactie op
de motie van de leden Stoffer (SGP) en Omtzigt (lid Omtzigt), die het kabinet vraagt
om inzicht te bieden in de financiële gevolgen van een verruiming van de regeling
(Kamerstuk 36 236, nr. 10). Ook geeft deze brief een antwoord op de vragen die betrekking hebben op de TEK-regeling
welke aan de orde zijn gekomen in het interpellatiedebat van 1 november 2022 en worden
hiermee ook enkele schriftelijke verzoeken van de Tweede Kamercommissie Economische
Zaken en Klimaat van 3 november 2022 beantwoord.
Percentage energie-intensiteit
Op 14 oktober jl. heb ik uw Kamer mede namens de Staatssecretaris van Fiscaliteit
en Belastingdienst geïnformeerd over de voorgenomen voorwaarden van de TEK-regeling,
waaronder ook de energie-intensiteit (Kamerstuk 32 637, nr. 507). Daarnaast heb ik uw Kamer op 28 oktober jl. geïnformeerd welke mkb-bedrijven voor
de TEK in aanmerking komen (Kamerstuk 32 637, nr. 509).
Het kabinet heeft voor alle bedrijfssectoren de gemiddelde energie-intensiteit in
een tabel op een rij gezet en berekend aan de hand van CBS-gegevens over de energiekostenstijging
in 2022 ten opzichte van 2019. In deze tabel, die met u is gedeeld in de Kamerbrief
van 28 oktober, is uiteengezet welke bedrijven het meest energie-intensief zijn en
welke minder. Met de TEK-regeling richten we ons binnen deze groep op de energie-intensieve
mkb-ondernemers waarbij de energiekosten een substantieel deel uit maken van de kosten
ten opzichte van de omzet. Deze bedrijven kenmerken zich door een relatief hoog energieverbruik
voor het vervaardigen van bijvoorbeeld het product of de dienst. Bijvoorbeeld voor
het langdurig verwarmen van een oven op 200°C zoals gebruikelijk bij een kleinere
bakker. De drempel voor de energie-intensiteit was in de brief van 14 oktober bepaald
op 12,5%.
Aanpassing naar aanleiding van nadere uitwerking
Zoals het kabinet steeds heeft aangegeven in de brieven van 14 en 28 oktober, vergt
de gedetailleerde en zorgvuldige uitwerking van de TEK nog tijd – en kan het om die
reden – en vanwege het feit dat er goedkeuring van de Europese Commissie nodig is,
tot en met het tweede kwartaal van 2023 duren voordat deze met terugwerkende kracht
vanaf 1 november 2022 wordt opengesteld.
In eerdere berekeningen van de toename van de energiekosten is ook uitgegaan van een
vergelijkbare stijging van de energiebelasting, de ODE en de vaste tarieven. Dit is
echter niet terecht. Dit zijn geen variabele maar vaste componenten. Dit past het
kabinet aan. Daaruit volgt een ander energie-intensiteitspercentage in de TEK, waarbij
de doelgroep van de TEK gelijk blijft. Om die reden is de minimum eis van energie-intensiteit
van 12,5% naar 7% bijgesteld.
Mkb-ondernemingen bij wie de energiekosten overeenkomen met minimaal 7% van de omzet,
ontvangen bij een verbruik van meer dan 5.000 m3 of 50.000 kWh, een vergoeding van maximaal € 160.000 via de TEK. Deze energie-intensieve
mkb’ers krijgen een compensatie van 50% van de energiekostenstijging boven een vastgestelde
zogenoemde drempelprijs. Omdat het tijdelijke EU-staatssteunkader voor landbouwbedrijven,
zoals tuinders of tuinbouwondernemingen, op 28 oktober 2022 door de Europese Commissie
is verhoogd, geldt nu ook voor deze sector een maximum vergoeding van € 160.000 (was
€ 62.000).
Door de verlaging van de energie-intensiteit worden nu ca. 41.000 ondernemers via
de TEK geholpen. De geraamde kosten voor de TEK bedragen hierbij 1,65 mld. (exclusief
de uitvoeringskosten van RVO). Deze bijgewerkte raming verschilt van de eerder gecommuniceerde
bandbreedte (1,6–3,1 mld.) doordat er nu een specifieke uitsplitsing is gemaakt van
de kostenstijging tussen vast en variabel deel, dit heeft een neerwaarts effect op
de raming. Daarnaast is er een specifieke raming (1,65 mld) op basis van één een gerichte
energieprijs in plaats van een bandbreedte (hoge prijs en een lage prijs).
Deze raming zal middels een nota van wijziging in de ontwerpbegroting 2023 van EZK
worden verwerkt. De raming wordt op reguliere momenten indien nodig bijgesteld n.a.v.
de meest actuele economische inzichten.
Deze raming zal middels een nota van wijziging in de ontwerpbegroting 2023 van EZK
worden verwerkt. De raming wordt op reguliere momenten indien nodig bijgesteld n.a.v.
de meest actuele economische inzichten.
De onderstaande tabel 1 betreft de gegevens van 2022 en laat per sector zien hoeveel
mkb-bedrijven boven de energie-intensiteitsdrempel van 7% uitkomen. Een aantal specifieke
sectoren is daarbij verder uitgelicht. Voor het maken van de tabel zijn de microdata
van het Centraal Bureau voor de Statistiek gebruikt. De toelichting hierop is in de
brief van 28 oktober jl. opgenomen.
Tabel 1: energie-intensieve mkb-ondernemingen1
Energie-intensieve mkb-ondernemingen
2
SBI-code
Aantal mkb in de dataset
Aantal mkb boven verbruiksdrempel
Aantal energie-intensieve mkb boven de verbruiksdrempel
Percentage energie-intensief mkb boven de verbruiksdrempel
tov totaal mkb
tov mkb boven verbruiksdrempel
SBI 0 t/m 9: landbouwadvies, delfstoffenwinning
Incl: 016, 06, 08, 09, Excl. 01 t/m 03
14.590
3.040
2.450
17%
80%
SBI 10 t/m 19: Tabaks-, kleding-, voedings-, hout-, papierindustrie
Incl: 10 t/m 18, 192, Excl: 107, 110, 191
5.910
3.530
1.530
26%
43%
SBI 20 t/m 29: Chemie-, metaal-, computer-, auto-industrie
Incl: 20 t/m 29, Excl: 254
16.610
8.360
3.000
18%
36%
SBI 30 t/m 39: Scheepsbouw, machines, energie, water
Incl 30 t/m 39
14.490
4.880
1.570
11%
32%
SBI 40 t/m 49: Bouw, handel, vervoer
Incl: 40 t/m 49, Excl: 472
172.850
49.870
12.170
7%
24%
SBI 50 t/m 59: Luchtvaart, post, horeca, uitgeverijen
Incl. 50 t/m 59
31.930
4.630
2.530
8%
55%
SBI 60 t/m 69: Telecom, ICT, zakelijk, vastgoed
Incl: 60 t/m 63, 68, 69, Excl: 64 t/m 66
74.190
7.690
3.320
4%
43%
SBI 70 t/m 79: Architecten, marketing, arbeidsbemiddeling, reis
Incl: 702, 71 t/m 79, Excl: 701
81.260
8.140
2.430
3%
30%
SBI 80 t/m 89: Beveiliging, openbaar bestuur, maatschappelijk
Incl: 80 t/m 82, Excl: 84 t/m 88
16.310
1.620
350
2%
22%
SBI 90 t/m 99: Cultuur, overig
Incl: 95, 96, Excl: 90 t/m 94, 97 t/m 99
10.240
2.410
1.460
14%
60%
SBI 107: Bakker (broodproductie)
1.740
1.590
1.480
85%
93%
SBI 472: Specialistische voedingswinkels (slager, groenteboer, enz)
550
510
220
40%
42%
SBI 110: Vervaardiging van drank (brouwerij, enz)
320
160
110
36%
72%
X Noot
1
De wijziging van de energiecomponenten bij de geraamde energiekosten leidt er toe
dat het aantal MKB’ers boven de verbruiksdrempel verschilt van de tabel uit de brief
van 28 oktober.
X Noot
2
Niet over alle sectoren is informatie beschikbaar bij CBS. In de tabel wordt per SBI-code
aangeduid of ze wel of niet zijn meegenomen in de dataset. De dataset beslaat daarmee
ook niet de gehele economie, maar een groot deel. Tabel 1. rapporteert enkel over
de beschikbare data. Er vindt geen extrapolatie plaats. NB: Niet voor elk getal tussen
1 en 110 bestaat een SBI-code.
Met de aanpassing van het percentage van de energie-intensiteit en het gegeven overzicht
in tabel 1 voldoet 85% van de MKB-bakkersondernemingen uit de SBI-code 107 aan de
voorwaarden van de TEK-regeling.
Motie van de leden Stoffer (SGP) en Omtzigt nr. 36 236, nr. 10.
De motie van de leden Stoffer (SGP) en Omtzigt (Lid Omtzigt) verzoekt de regering
inzicht te bieden in de financiële gevolgen van een verruiming van de regeling, voor
zowel mkb’ers als voor het Rijk. De motie verzoekt om inzicht te bieden in de financiële
gevolgen bij (i) een verlaging van de minimale verbruiksgrenzen, (ii) een verlaging
van de minimaal vereiste energie-intensiteit en (iii) een verhoging van het subsidieplafond.
De gevraagde gegevens zijn in de onderstaande tabellen weergegeven.
Verlaging gebruiksgrenzen
Tabel 2: verbruiksgrenzen (5.000m3 of 50.000kWh)
Scenario
Aantal bedrijven dat in aanmerking komt
Totale kosten
Wel drempel
41.0001
€ 1.65 mld
Geen drempel
62.000
€ 1.70 mld
X Noot
1
Dit betreft een extrapolatie van het aantal bedrijven in tabel 1 met een factor 1,25.
Dit is nodig omdat de dataset een groot deel van de economie bevat, maar niet volledig
is.
Tabel 2 toont de geraamde impact op het aantal bedrijven en de totale kosten voor
de regeling wanneer de verbruiksdrempels op gas en elektriciteit vervallen1 voor de energie-intensieve bedrijven2. Voor de berekening van deze tabel blijven de overige voorwaarden zoals de energie-intensiteit
(7%) en de maximale te ontvangen vergoeding (160.000 euro) gelijk.
Verlaging energie-intensiteit
Tabel 3: energie-intensiteit
Scenario
Aantal bedrijven dat in aanmerking komt
Totale kosten
5%
52.000
€ 2.00 mld
7%
41.0001
€ 1.65 mld
X Noot
1
Hierbij is geen rekening gehouden met het feit dat ondernemers die gebruik maken van
het prijsplafond voor klein verbruikers, geen aanspraak kunnen maken op de TEK.
Tabel 3 toont de geraamde impact op het aantal bedrijven en de totale kosten voor
de regeling wanneer de energie-intensiteitsdrempel wordt gesteld op respectievelijk
5% en 7%. Voor de berekening van deze tabel blijven de overige voorwaarden, zoals
het energieverbruik (5.000m3 of 50.000kWh) en de maximale te ontvangen vergoeding
(160.000 euro), gelijk.
Verhoging subsidieplafond
Tabel 4, subsidieplafond per onderneming
Scenario
Aantal bedrijven dat in aanmerking komt
Totale kosten
€ 160.000
41.0001
€ 1.65 mld
€ 250.000
41.0001
€ 2.0 mld
€ 500.000
41.0001
€ 2.6 mld
X Noot
1
Hierbij is geen rekening gehouden met het feit dat ondernemers die gebruik maken van
het prijsplafond voor klein verbruikers, geen aanspraak kunnen maken op de TEK.
Tabel 4 toont de geraamde impact op het aantal bedrijven en de totale kosten voor
de regeling wanneer het maximaal te vergoeden bedrag wordt verhoogd. Voor de berekening
van deze tabel blijven de overige voorwaarden zoals het energieverbruik (5000m3 of 50.00kWh) en de energie-intensiteit (7%) gelijk.
Met het verstrekken van de bovenstaande tabellen en inzichten in de totstandkoming
van het percentage voor de energie-intensiteit geef ik uw Kamer antwoord op de vragen
gesteld in het interpellatiedebat door de leden Van der Plas (BBB), Heinen (VVD) en
Wilders (PVV). Het gelijktijdig aanpassen van meerdere parameters leidt tot andere
uitkomsten dan in bovenstaande tabellen wordt geschetst.
Verzoeken griffie namens de commissie Economische Zaken en Klimaat
Van de griffie heb ik op 4 november drie verzoeken voor aanvullende informatie ontvangen:
1. Ten eerste wordt verzocht om de berekening en aannames waarop de energiekosten met
800% is gestegen tussen 2019 en 2022.
Voor de huidige berekening zijn de volgende aannames gebruikt:
Component
Waarden
Energieprijs gas
Een gemiddelde gasprijs over 2019 van € 0,287
Een gemiddelde gasprijs over 2022 van € 2,42.
Energieprijs elektriciteit
Een gemiddelde elektriciteitsprijs over 2019 van € 0,0664.
Een gemiddelde prijs over 2022 van € 0,58.
Energiebelasting
De energiebelasting is berekend met de waarden over de jaren 2019 en 2022 waarbij
rekening is gehouden met de schijvensystematiek.
ODE
De ODE is berekend met de waarden voor gas en elektriciteit over de jaren 2019 en
2022 waarbij rekening is gehouden met de schijvensystematiek.
Vastrecht
Voor het vastrecht is gerekend met vastgesteld bedragen gebaseerd op het consumenten-
gemiddelde voor de jaren 2019 en 2022.
Deze aannames zorgen ervoor dat de totale variabele energieprijzen voor gas en elektriciteit
respectievelijk met ongeveer 740% en 770% zijn gestegen. De energiekosten bestaan
naast de variabele energieprijzen ook uit energiebelasting, ODE en vastrecht. De stijging
van de energiekosten van een bedrijf is afhankelijk van het energieverbruik. Dit komt
mede door de schijvensystematiek van de energiebelasting en ODE.
2. Daarnaast wordt verzocht om een berekening en aannames dat de omzet- en bedrijfskosten
(exclusief energiekosten) van bedrijven van 2019 tot en met 2022 met gemiddeld 8,5%
zijn gestegen.
Hiervoor is de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS gebruikt, gecorrigeerd voor
de stijging van de energieprijzen.
3. Tenslotte wordt verzocht om het verstrekken van de microdata voor SBI-code 107, het
vervaardigen van brood en banket. Aan dit verzoek kan het kabinet geen gehoor geven.
Het verstrekken van microdata door het CBS is bij artikel 37 van de Wet op het Centraal
Bureau voor de Statistiek verboden.3
Ten slotte hebben deze cijfers betrekking op gemiddelden per sector. De TEK richt
zich echter niet op sectoren maar op individuele ondernemers. Per individuele ondernemer
moet worden beoordeeld of deze in aanmerking komt voor de TEK. Zoals eerder aangegeven
zal mijn ministerie de TEK-regeling verder uitwerken, hierbij zal ook nog gekeken
worden naar onder andere de te kiezen peildatum voor de energie-intensiteit. Zodra
dit gereed is informeer ik uw Kamer hierover.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat