Brief regering : Rijksbrede beschouwing bij meerjarige, departementale informatieplannen
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
31 490
Vernieuwing van de rijksdienst
Nr. 932
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2022
Hierbij bied ik u de meerjarige, departementale informatieplannen en de rijksbrede
beschouwing als één geheel aan, zoals aangekondigd in de brief aan uw Kamer over de
Routekaarten bij de I-strategie Rijk 2021–20251.
Hiermee wordt onder mijn coördinatie de eerste, gezamenlijke stap gezet om de uitkomst
van departementale prioritering op het gebied van informatievoorziening voor alle
departementen uniform en gelijktijdig inzichtelijk en openbaar te maken.
Deze rijksbrede beschouwing bij de meerjarige, departementale informatieplannen gaat
in op de achtergrond en het beoogde doel van dit rijksbrede initiatief. Daarop volgt
een beschrijving van de rode draden in de informatieplannen aan de hand van rijksbrede
prioriteiten. Tot slot geef ik een overzicht van de volgende, noodzakelijke stappen
om uw Kamer meer inzicht te geven in planning en financiering. Ik wil namelijk in
deze appreciatie benadrukken dat, hoewel we met deze informatieplannen een goede eerste
stap hebben gezet, er nog een opgave ligt om tot aanscherping en uniformering te komen
om uw Kamer meer inzicht te geven in de plannen met en bekostiging van digitalisering.
Met de vervolgstappen die ik inzet zullen de informatieplannen van volgend jaar nog
concreter zijn, met een stevigere financiële onderbouwing.
Doel meerjarige, departementale informatieplannen
De informatieplannen zijn een vereiste conform het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst
20212. Het meerjarig, departementaal informatieplan bevat de prioritaire doelstellingen
op het gebied van de informatievoorziening van het ministerie voor de komende drie
tot vijf jaren. Het is daarmee geen overzicht van álle ontwikkelingen op IV/ICT (hierna:
I), maar het biedt inzicht in de grootste I-veranderingen in de komende jaren. Hierbij
is het uitgangspunt dat I niet alleen staat, en evenmin een doel op zichzelf is, maar
dat I in het hart van beleid en uitvoering bijdraagt aan nieuwe en betere dienstverlening aan burgers,
bedrijven en organisaties. Dienstverlening gericht op de menselijke maat.
Deze informatieplannen beschrijven dan ook de digitale opgave vanuit de maatschappelijke
opgave waar we voor staan. Nieuw of gewijzigd beleid brengt tegenwoordig vrijwel altijd
een significante IV-investering met zich mee. Andersom kunnen digitale innovaties
en nieuwe ICT-ontwikkelingen kansen bieden om de dienstverlening aan burgers en bedrijven
transparanter, sneller en beter te maken. Maar het komt nu ook voor dat cruciale informatiesystemen
vragen om groot onderhoud, vernieuwing of vervanging, waardoor andere ambities noodgedwongen
moeten wachten. Door meerjarig te prioriteren en inzicht te geven in deze balans kan
een informatieplan rust en realisme brengen.
Elk informatieplan staat overigens niet op zichzelf. Het is vaak een uniform afgeleide
van al bestaande documenten als een departementale I-strategie, een I-(jaar)plan of
een meerjaren IV-agenda. De informatieplannen geven de specifieke, departementaal
gestelde prioriteiten weer. Daarnaast laten ze zien hoe Rijksbreed digitaliseringsbeleid,
zoals overeengekomen in de I-strategie Rijk 2021–20253, vertaald wordt naar de departementale context. Niet alle thema’s uit de I-strategie
Rijk komen in elk informatieplan terug – elk ministerie werkt immers aan eigen maatschappelijke
opgaven met daarbij behorende digitaliseringsopgaven –, maar over de breedte zijn de thema’s uit de I-strategie Rijk opgenomen.
De rijksbrede prioriteiten uit de I-strategie Rijk zijn daarom als ordening gekozen
voor deze rijksbrede beschouwing.
Rode draden uit de informatieplannen
In deze beschrijving van de rode draden neem ik uw Kamer mee in de uitwerking van
het I-strategiethema I in het hart, vervolgens geef ik een schets van de grootste
uitdagingen en tot slot beschrijf ik de grootste ambities in de informatieplannen.
I in het hart
De informatieplannen die uw Kamer hierbij ontvangt hebben alle gemeen dat zij laten
zien hoezeer digitalisering in toenemende mate in het hart van beleid, uitvoering en toezicht komt te staan. Of zoals de titels van de informatieplannen van de Ministeries van
respectievelijk Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken en Klimaat
luiden is I in het hart van mens en organisatie. ICT is allang niet meer alleen van de bedrijfsvoering en de werkplekken. Digitalisering
is inmiddels een wezenlijke factor in onze primaire processen. Het goed, betrouwbaar
en veilig inzetten van systemen, geautomatiseerde processen, portalen, data en algoritmen
is bepalend voor de overheidsdienstverlening aan burgers en organisaties. Dit vraagt
om hecht partnerschap tussen beleidsmakers, uitvoerders en toezichthouders enerzijds
en de digitale experts anderzijds.
Om I meer in het hart te krijgen is in de I-strategie Rijk gekozen voor een aantal
instrumentele speerpunten. Zaken die we concreet kunnen doen om een bredere cultuuromslag
in beweging te zetten. Een aantal van deze speerpunten komt helder naar voren in de
informatieplannen. Zo werken meerdere ministeries al aan de introductie van de informatieparagraaf,
die vanaf 2023 Rijksbreed wordt ingevoerd. Deze paragraaf geeft bij elk nieuw beleidsinitiatief
aan wat de digitale implicaties en risico’s zullen zijn. Ook wordt de Chief Information
Officer (CIO) gezien als dé gesprekspartner aan de bestuurstafels en digitaal leider
binnen een departement. Samenwerking blijft zeker niet beperkt tot de bestuurslaag:
multidisciplinair werken met beleidsmakers, uitvoerders en experts op het gebied van
digitalisering moet in de hele beleidscyclus gemeengoed worden. Een voorbeeld: het
informatieplan van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beschrijft
de ambitie om op termijn bij elk nieuw beleidsinitiatief aantoonbaar een afgewogen
oordeel te maken over hoe de IV-component wordt vormgegeven. Hiertoe worden IV-experts
vroeg en intensief betrokken, ook vanuit de uitvoerders. Daarbij hoort het vroegtijdig
nadenken over hoe data op een verantwoorde manier gebruikt kan worden.
Uitdagingen
Voor ik inga op de digitale ambities in de plannen begin ik met de hordes die we moeten
nemen. De twee grootste zijn vakmanschap en lifecyclemanagement. Hoe vinden we voldoende
gekwalificeerd personeel om te werken aan de rijksbrede opgaves en hoe krijgen we
grip op onze digitale landschappen? Allereerst: het gebrek aan gekwalificeerd personeel
is bijzonder prangend in het I-domein. In de informatieplannen is daarom ruimschoots
aandacht voor I-vakmanschap. Er wordt Rijksbreed gewerkt aan het aantrekken én vasthouden van gespecialiseerd
personeel, maar ook aan het vergroten van kennis en kunde op het gebied van digitalisering
van niet I-personeel. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
zet bijvoorbeeld in op het aantrekken en ontplooien van datatalenten en gaat werken
met expertpools om beschikbare gespecialiseerde kennis en kunde beter te benutten.
Ook nieuwe manieren van werken worden omarmd, onder meer met de beoogde oprichting
van een Center of Excellence voor Agile Werken. Vakmanschap gaat daarnaast ook over
inclusie en digitale fitheid. Bijscholing moet daartoe ruimschoots worden aangeboden
om goed mee te kunnen komen met alle digitale ontwikkelingen. Dit geldt ook voor de
bestuurstafel: grondige kennis van de kansen en risico’s van digitalisering is onontbeerlijk
bij het nemen van beleidsbeslissingen en dit is terug te zien in de prioriteiten die
raken aan I-vakmanschap.
Naast de uitdagingen op het gebied van kennis en kunde staan we voor een flinke opgave
met onze IV-landschappen. Voor een goede en betrouwbare overheidsdienstverlening aan burgers en organisaties
is een stevig en stabiel digitaal fundament onontbeerlijk. In de informatieplannen
zien we dan ook veel aandacht voor professionalisering van het strategisch portfoliomanagement
en lifecyclemanagement. Diensten en applicaties vragen om een strakke beheerorganisatie
en scherpe keuzes voor vernieuwing, vervanging of uitfasering. Werken onder architectuur
wordt in meerdere informatieplannen als voorwaarde opgevoerd, evenals het verantwoord
en wendbaar implementeren van cloud- en sourcingbeleid. Het Ministerie van Financiën
zet bijvoorbeeld in op de modernisering van het ICT-landschap en de integratie van
online portalen. Hiervoor is beter lifecyclemanagement nodig en vereffening van de
technische schuld. Meer grip op het landschap maakt ruimte voor vernieuwing. Zo wordt
er de komende jaren gewerkt aan een Digitale Snelweg Douane, die robuust, schaalbaar
en toekomstbestendig moet zijn. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een wereldwijde
digitale opgave bij de verlening van diensten aan burgers, en noemt projecten als
Front Office Back Office (FOBO), Grenzen en Veiligheid en Loket Buitenland in het
informatieplan. Deze internationale dimensie stelt nog hogere eisen aan de betrouwbaarheid
en de beschikbaarheid van digitale diensten.
Bij grip op de IV-landschappen hoort ook meer transparantie en inzicht in diensten en portfolio’s. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaat
bijvoorbeeld werken aan betere managementinformatie met een concerndashboard over
financiën, operationele kosten, subsidies en personeel. Dit sluit aan bij de rijksbrede
beweging om meer inzicht en transparantie te creëren, onder andere met het Rijks ICT-dashboard.
Ambities
De informatieplannen geven een goed beeld van de belangrijke ambities die de departementen
hebben op het gebied van digitalisering. Plannen voor het vergroten van de digitale
weerbaarheid, professionalisering van de informatiehuishouding en initiatieven met
data en algoritmen, al dan niet in samenwerking met partijen buiten de overheid, zijn
in haast alle informatieplannen vertegenwoordigd.
Allereerst de prioriteiten op het gebied van digitale weerbaarheid en privacybescherming. Deze veilige basis is een noodzakelijke voorwaarde voor alle andere ambities in
de informatieplannen. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft het over IB
2.0 om een nieuw niveau van feitelijke veiligheid in de digitale omgeving aan te duiden.
Rijksbreed wordt ingezet op Red Teaming, waarbij systemen en organisaties met geplande
aanvallen worden getest op zwakheden en kwetsbaarheden. Daarbij worden uitbreiding
van de computer emergency response teams (CERT) en cyber security incident response
teams (CSIRT) in een aantal informatieplannen genoemd. Maar ook de menselijke kant
krijgt breed aandacht, zoals het vergroten van expertise op het gebied van informatiebeveiliging
en het opleiden van weerbare en bewuste medewerkers. Ten aanzien van privacybescherming
wordt gewerkt volgens privacy-by-design principes en het breder inzetten van Data
Protection Impact Assessments (DPIA’s). Informatiebeveiliging en privacybescherming
worden beide in het grotere perspectief geplaatst van risicobeheersing en paraatheid
op incidenten en crises.
De tweede grote beweging en een van de grootste maatschappelijke opdrachten en kansen
van deze tijd is het duurzaam toegankelijk maken van overheidsinformatie. Dit is dé noodzakelijke voorwaarde om als overheid transparant en navolgbaar te
zijn voor burgers en organisaties, en om de kansen van data te benutten voor betere
dienstverlening. De actielijnen van Open op Orde: generiek actieplan informatiehuishouding
rijksoverheid4 komen veelvuldig terug in de informatieplannen. Zo zijn er interne initiatieven om
documentmanagementsystemen te verbeteren bij het Ministerie van Algemene Zaken en het Ministerie van
Defensie en er wordt gewerkt aan een generiek platform voor document- en archiefbeheer
bij het Ministerie van Financiën. Daarnaast laten de informatieplannen initiatieven
zien voor het proactief delen van documenten en data. Voorbeelden zijn een pilot met
actieve openbaarmaking uitgevoerd op het vuurwerkdossier en initiatieven voor een
Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat,
en het aanbieden van gemeenschappelijke gegevensdiensten bij het Ministerie van Justitie
en Veiligheid.
Op gelijke hoogte met de initiatieven voor duurzame toegankelijkheid staan de prioriteiten
ten aanzien van het gebruik van data en algoritmen voor betere overheidsdienstverlening. De informatieplannen geven inzicht in hoe ministeries
inzetten op zowel het benutten van de kansen van data en algoritmen als het beheersen
van risico’s en het bestrijden van ongewenste effecten voor burgers en organisaties.
Voor kansenbenutting en risicobeheersing wordt Rijksbreed de governance van data beter
geregeld met kaders en richtlijnen (zoals het implementatiekader voor verantwoord
gebruik van algoritmen), een hechtere datacommunity en met het opnemen van taken en
rol van een Chief Data Officer in het Besluit CIO-stelsel. Enkele voorbeelden uit
de informatieplannen geven een beeld van de accenten per ministerie.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat noemt data en algoritmen het fundament
van de informatiepositie en zet bijvoorbeeld in op het inrichten van een datastelsel
met aandacht voor data-ethiek en het opbouwen van data-expertise. Meerdere ministeries
geven prioriteit aan transparantie op de toepassing en werking van algoritmes, onder
meer door mee te werken aan een openbaar algoritmeregister. Bovendien zijn er veel
initiatieven tot samenwerking over de grenzen van departementen en organisaties heen.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft prioriteit aan de ontwikkeling
van een afsprakenstelsel dat een leven lang ontwikkelen ondersteunt. Dit vergt uitwisseling
van onderwijsdata tussen onderwijsvolger, onderwijsaanbieder, leverancier van leermateriaal,
DUO en Inspectie van het Onderwijs. In het cultuurdomein ligt de focus op een betere
vindbaarheid van digitaal erfgoed, waarbij het mogelijk wordt erfgoeddata van verschillende
aanbieders te combineren, aansluitend op behoeften van de afnemer.
Het informatieplan van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport investeert
flink in de verbetering van de elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (uitwisseling
tussen patiënt en zorgaanbieder en tussen zorgaanbieders onderling). Er wordt ook
gewerkt aan waarborgen voor patiënten door hun regie op eigen zorggegevens te versterken
en met het opstellen van randvoorwaarden voor passende inzet van kunstmatige intelligentie
in de zorg.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden uit de informatieplannen die laten zien wat data
mogelijk kan maken als we de juiste waarborgen inbouwen.
In het verlengde van de ambities op het gebied van data en algoritmen wordt steeds
meer samengewerkt met de markt, onderwijsinstellingen en andere organisaties buiten de overheid om diensten te innoveren.
Zo gaat het Ministerie van Defensie samenwerken met kennisinstellingen, industrie,
NAVO en EU om nieuwe kansen te benutten en is er aandacht voor arbeidsextensiviteit
bij toenemende robotisering. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zet in
op innovatielabs, en het onderzoeken en gebruik maken van bijvoorbeeld AI en machine
learning. Hiervoor zoekt zij aansluiting met het bedrijfsleven en onderzoeksinstituten
en maken zij het een prioriteit om samen met partijen van buiten het publieke domein
aan maatschappelijke opgaven te werken. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
werkt samen met uitgevers en leveranciers aan de innovatie van de leermiddelenketen.
In deze rijksbrede beschouwing haal ik slechts enkele van vele departementale initiatieven
aan om de overheidsdienstverlening beter en veiliger te maken met digitalisering.
Ik nodig u uit om de departementale informatieplannen tot u te nemen om een volledig
beeld te krijgen van de grootse IV-veranderingen in de komende jaren.
Vervolg
Het traject in de aanloop naar deze informatieplannen is ongeveer twee jaar geleden
gestart als een gezamenlijke exercitie om uw Kamer meer inzicht te geven in de digitaliseringsopgave
van de ministeries. Ik zie het als een goede stap dat ik de informatieplannen nu aan
uw Kamer kan aanbieden. Maar het is een eerste stap. De aanvankelijke insteek van
deze plannen, zoals aan het begin van deze brief beschreven, is ingehaald door de
urgentie om werk te maken van waardengedreven digitalisering. Deze urgentie wordt
breed gevoeld – niet in de minste plaats door uw Kamer, door de Algemene Rekenkamer,
door de departementen en zeker door mij. Voor de volgende levering al, en in jaren
daarna, ga ik daarom zorgen voor concretisering en uniformering van de informatieplannen.
Daarbij hoort inzicht in de financiering van digitalisering. En via de Werkagenda
Waardengedreven Digitaliseren en de I-strategie Rijk leg ik een directe verbinding
tussen rijksbreed en departementaal digitaliseringsbeleid.
Concretisering en uniformering
Deze eerste jaargang van de meerjarige, departementale informatieplannen laat diversiteit
zien in maatschappelijke opgaven en de bijbehorende digitaliseringsopgaven. De verschillen
in omvang en complexiteit tussen de ministeries en hun dienstonderdelen zijn goed
terug te zien. Het is logisch en goed dat de ministeriële eigenheid naar voren komt
in het departementale informatieplan. Alleen lopen daarbij de aggregatie- en abstractieniveaus
ook zeer uiteen, waardoor de mate van detaillering en de lengtes van de plannen danig
verschillen. Dit komt de overzichtelijkheid en vergelijkbaarheid niet ten goede. In
afstemming met de ministeries zal daarom nog voor de volgende levering van de informatieplannen
aan uw Kamer een format worden vastgesteld en doorgevoerd. Daarbij stuur ik aan op
verdere uitwerking van de plannen in termen van tastbare resultaten en beoogde tijdvakken.
De informatieplannen worden hiermee al in 2023 uniformer en concreter, en deze lijn
zet zich door in de jaren daarna.
Verbinding Rijksbreed en departementaal digitaliseringsbeleid
Uw Kamer heeft inmiddels de bredere Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren ontvangen. De hoofdthema’s van de I-strategie Rijk zijn hierin al terug te vinden.
Met name de programmalijn 4: Een digitale overheid die waardengedreven en open werkt voor iedereen gaat specifiek in op de opgave van de overheid. Hierin zijn vaak één-op-één de speerpunten
uit de I-strategie Rijk overgenomen. Deze overlap geldt ook voor programmalijn 2:
Iedereen kan de digitale wereld vertrouwen met daarin meerdere concrete acties uit Thema 2: Digitale Weerbaarheid van de I-strategie. Soms direct, maar ook indirect zijn deze programmalijnen uit
de Werkagenda en de thema’s uit de I-strategie te herkennen in de prioriteiten in
de informatieplannen. Voor meer grip op de vertaling van Rijksbreed beleid naar departementale
prioritering is het zaak om deze verbanden expliciet te maken. Daarom werk ik samen
met de departementale CIO’s aan directe en expliciete verbinding tussen de Werkagenda,
de uitvoering van de I-strategie Rijk en de departementale informatieplannen van volgend
jaar.
Financieel inzicht
Verder bevatten de informatieplannen alle een financiële paragraaf conform artikel 4 van het Besluit CIO-stelsel Rijksdienst. Met de ministeries is
afgesproken dat de paragraaf dit jaar kwalitatief inzicht geeft in de financiële impact
van de prioritaire doelstellingen in het informatieplan. Indien van toepassing wordt
hierbij wel verwezen naar de relevante begrotingsartikelen. De kwalitatieve overweging
is gemaakt omdat de informatieplannen alleen de prioritaire informatiebeleidsdoelstellingen bevatten, en dus niet alle voorgenomen activiteiten.
Bovendien is digitalisering dermate vervlochten in het primaire proces van beleid,
uitvoering en toezicht dat financiële ontvlechting steeds ingewikkelder wordt.
Dit laat onverlet dat ik de wens van uw Kamer voor meer financieel inzicht onderken
en deel. De concretisering en uniformering van de informatieplannen die ik eerder
noemde moeten samengaan met het creëren van meer financieel inzicht. Deze wens tot
meer financieel inzicht gaat breder dan deze informatieplannen alleen. Ook de beheersing
van ICT-kosten heeft mijn aandacht. Daarom zet ik de activiteiten die leiden tot meer
financieel inzicht in digitalisering op een rij. Dit inzicht geldt zowel de begroting,
budgetten en informatieplannen vooraf, als de verantwoording van gemaakte ICT-kosten.
− De doorontwikkeling van het Rijks ICT-dashboard is in volle gang. Het Rijks ICT-dashboard geeft inzicht in de kosten van grote ICT-projecten.
Deze grote ICT-projecten zijn niet de enige ICT-kosten van de rijksoverheid. Daarom
heeft de Tweede Kamer gevraagd de kosten voor het «beheer en onderhoud» (het onderhouden
van de bestaande ICT) en «vernieuwing» (vernieuwen van de dienstverlening met ICT)
ook inzichtelijk te maken. De totale ICT-kosten zijn een optelling van kosten voor
beheer en onderhoud en vernieuwing. Sinds Verantwoordingsdag 2022 zijn daarmee de
kosten voor grote ICT-projecten, én beheer, onderhoud en vernieuwing van de kerndepartementen
en uitvoeringsorganisaties terug te vinden op het dashboard.
− In de komende tijd worden de Rijksbrede afspraken hierover verder geconcretiseerd
en geüniformeerd zodat de ICT-kosten per ministerie beter vergelijkbaar worden. Een
volgende stap is het aanpassen van de boekhouding, zodat gegevens op dezelfde wijze
worden vastgelegd en inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Daarbij wordt gewerkt aan
de uitbreiding met de publiekrechtelijke Zbo’s, zodat zij ook hun cijfers presenteren
op het Dashboard. Op deze manier worden de ICT-kosten die we bij het Rijk maken completer
en in steeds groter detail gespecificeerd en openbaar gemaakt.
− In de aanloop naar de volgende levering van de informatieplannen in 2023 werk ik samen
met de departementale CIO’s en het Ministerie van Financiën aan de uitvoering van
de motie van de Leden Van Ginneken en Leijten5. U krijgt een eerste overzicht van geoormerkte budgetten voor digitalisering van mij voor de begrotingsbehandeling in 2023. In de jaren daarna
zal dit overzicht verder worden uitgewerkt.
− Van langere adem is de exercitie om meer inzicht te krijgen in de digitaliseringscomponent
in de rijksbegroting. Zoals eerder in deze brief aangegeven is I in toenemende mate een onlosmakelijk
onderdeel van het primair proces. Daarom ga ik samen met de departementale CIO’s en
het Ministerie van Financiën onderzoeken hoe er inzicht kan worden gegeven in de planning
en control cyclus omtrent digitalisering en hoe deze informatie periodiek met uw kamer
kan worden gedeeld, bijvoorbeeld als zelfstandig product of als onderdeel van de rijksbegroting.
Ik zal met hen een plan opstellen en dit met uw Kamer delen in Q4 2023.
De vervolgstappen die ik hierboven aankondig zijn ingrijpend en vragen om forse aanpassingen
in departementale processen. Voorop staat dat zowel de informatiebeleidskeuzes als
de bekostiging van digitalisering onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de
bewindspersonen vallen. De meerjarige, departementale informatieplannen zijn om die
reden ook separaat door de betreffende bewindspersonen naar uw Kamer gestuurd. Zij
kunnen dan ook het gesprek met u voeren over de individuele informatieplannen. Als
Staatssecretaris voor Digitalisering heb ik een coördinerende rol op dit horizontale
thema dat alle departementen doorkruist en verbindt, en vanuit die rol schrijf ik
deze rijksbrede beschouwing. Ik meen dat de afspraken over uniformering, sturing en
financieel inzicht waarmee ik deze beschouwing afsluit het rijksbrede belang – en
een maatschappelijk belang – dienen. Ik zet deze vervolgstappen dan ook nadrukkelijk
in samenwerking met de departementen en uitvoeringsorganisaties. Ik besef echter terdege
dat departementale prioriteiten niet altijd één-op-één samengaan met rijksbrede prioritering.
Dat blijft een spanningsveld, dat ook rondom deze informatieplannen zichtbaar wordt.
Daarover ga ik graag met uw Kamer in gesprek.
− Ik stel u bij deze voor een technische briefing te organiseren, samen met de departementale CIO’s en het Ministerie van Financiën.
Onderwerpen zijn het geheel van de informatieplannen, in het bijzonder het thema financieel
inzicht en de balans tussen rijksbrede en departementale prioritering op dit alomvattende
thema digitalisering.
Ik meen dat ik u met dit rijksbrede initiatief al beter inzicht geef in de hoogste
departementale prioriteiten op het gebied van digitalisering. Daarbij erken ik dat
er nog een weg te gaan is naar meer inzicht en transparantie, en daarmee meer grip
op de digitalisering bij de rijksoverheid. Ik zet samen met de departementen concrete
stappen ter verbetering en ga daarover graag in gesprek. Tot slot blijf ik uw Kamer
actief informeren over nieuwe ontwikkelingen op dit vlak.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties