Brief regering : Eindversie Bestuursakkoord Toegankelijkheid OV 2022-2032
23 645 Kernenergie
Nr. 783
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2022
Op 18 juli jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de afspraken die zijn gemaakt over
het sluiten van een bestuursakkoord toegankelijkheid ov.1 De afgelopen maanden hebben alle partijen hard gewerkt aan de afronding van het akkoord.
En dat is gelukt. Ik ben blij dat ik u nu met deze brief de eindversie van het Bestuursakkoord
Toegankelijkheid Openbaar Vervoer 2022–2032 kan toesturen.
Met dit akkoord worden belangrijke stappen gezet om de toegankelijkheid van het openbaar
vervoer voor álle reizigers en in het bijzonder voor mensen met een beperking te verbeteren.
Met alle partijen hebben we daarbij een balans gezocht tussen snelle, merkbare verbeteringen
voor mensen met een beperking en oplossingen die op een wat langere termijn voor significante
verbeteringen gaan zorgen.
Zo zorgen we er voor dat uiterlijk in 2025 reisassistentie beschikbaar is op alle
stations en dat op termijn reizigers maximaal één uur voor hun reis deze reisassistentie
moeten aanvragen.2 Ook wordt de komende jaren de reisinformatie verder verbeterd, zodat iedereen de
reis kan voorbereiden als dat gewenst of noodzakelijk is. Vanaf volgend jaar is er
voor gemeenten een specifieke uitkering beschikbaar (in totaal € 1,5 mln.) waarmee
ze subsidie kunnen aanvragen voor projecten met OV-ambassadeurs. Dit zijn mensen die
onder andere reizigers met een beperking kunnen stimuleren en helpen om gebruik te
maken van het openbaar vervoer.
Er lopen daarnaast onderzoeken naar de toegankelijkheid van lijn- en buurtbussen,
zodat we beter in beeld krijgen waar reizigers tegenaanlopen en wat passende maatregelen
zijn om te nemen. Voor bestaande bus- en tramhaltes wordt op regionaal niveau bekeken
met welk tempo en prioriteit ervoor kan worden gezorgd dat haltes voor iedereen toegankelijk
worden. Voor nieuwe haltes en metrohaltes geldt al dat deze toegankelijk (moeten)
zijn.
Wanneer er nieuwe treinstellen worden ingezet, moet hierin vanaf nu minimaal één toegankelijk
toilet aanwezig zijn.3 Voor bestaande treinstellen geldt dat moet worden gekeken naar mogelijkheden om de
inbouw van toiletten toch te realiseren wanneer er groot onderhoud aan deze treinstellen
wordt uitgevoerd. Dit is het belangrijkste punt waarop het conceptakkoord is aangepast,
omdat een verplichte inbouw in alle bestaande treinstellen bij concessiewisseling
niet haalbaar bleek. Met de provincie Zuid-Holland is daarom afgesproken dat zij versneld
overgaan tot de aanschaf van nieuwe treinen, om zo zowel treinen met toiletten als
met ERTMS te kunnen realiseren. Dan blijft er nog slechts één provincie over waar
niet nu al of bij de aankomende concessiewisseling nieuwe treinstellen met toilet
worden ingezet, namelijk de provincie Gelderland. Daar hebben we in gezamenlijkheid
bekeken of afspraken over inbouw in bestaande treinstellen mogelijk zijn. Maar dat
blijkt door aanzienlijke extra kosten en technische en operationele vraagstukken rond
de inbouw zelf, maar ook rond de inzet van tijdelijk treinmaterieel, realisatie van
stortingsplaatsen en hogere operationele kosten als gevolg van de inbouw, niet haalbaar.
De provincie Gelderland heeft er daarom voor gekozen om toiletvoorzieningen op stations
te realiseren, waarbij deze voorzieningen openbaar toegankelijk zijn, ook buiten de
ov-dienstregeling. Daarnaast blijf ik met de provincie Gelderland in gesprek om te
kijken of zich tussentijds mogelijkheden voordoen (zoals in de provincie Zuid-Holland)
voor het eerder realiseren van toiletten in alle treinstellen.
Uitvoering akkoord
Een belangrijke uitkomst van het afsluiten van dit akkoord is de versterking van de
samenwerking tussen alle betrokken partijen (het Rijk, decentrale ov-autoriteiten,
vervoerders, ProRail én vertegenwoordigers van mensen met een beperking). Alleen met
die samenwerking kunnen we zorgen voor betekenisvolle verbeteringen van de toegankelijkheid
van het openbaar vervoer. Naast de inhoudelijke afspraken wordt daarom in het akkoord
ook beschreven hoe die samenwerking er de komende jaren zal uitzien en hoe bij elke
stap (vertegenwoordigers van) mensen met een beperking worden betrokken.
Aanpassing wet- en regelgeving
Een deel van de afspraken uit het bestuursakkoord zal de komende tijd ook zijn weg
vinden naar wet- en regelgeving. Dit neem ik mee bij de wijziging van het Besluit
en de Regeling Toegankelijkheid van het Openbaar Vervoer.
Financiering
Ik heb u in de brief van 18 juli jl. laten weten dat ik ook graag financieel wil bijdragen
aan de uitvoering van het bestuursakkoord. In de begroting van 2023 leg ik daarom
aan uw Kamer voor om hiervoor € 10 miljoen ter beschikking te stellen. Daarnaast onderzoeken
we de financiële gevolgen en bekostiging van de maatregelen uit het bestuursakkoord.
Samen met alle partijen bespreken we hoe we deze middelen het best kunnen besteden
om uitvoering te geven aan de afspraken.
Overige aandachtspunten toegankelijkheid ov
In het bestuursakkoord zijn op vele onderwerpen afspraken gemaakt om de toegankelijkheid
van het ov te verbeteren. Maar ook buiten dit akkoord zijn er op dit moment obstakels
en uitdagingen voor de toegankelijkheid van het openbaar vervoer.
Zo zijn er nog vaak en soms ook langdurig liften defect, waardoor voor reizigers de
bereikbaarheid van sommige perrons lastig of zelfs onmogelijk is. Door de huidige,
problematische leveringen van onderdelen, personeelstekorten en vandalisme is het
een uitdaging om kapotte liften spoedig te repareren. ProRail zoekt hard naar oplossingen
om de reparatieduur te verkorten. Zo wordt gekeken naar alternatieven om langdurige
stilstand te voorkomen, bijvoorbeeld door reparatie met onderdelen uit oude liften.
Ook wordt gewerkt aan een monitoringssysteem in alle liften, waarmee een liftstoring
vrijwel direct wordt gedetecteerd. Verwacht wordt dat het monitoringssysteem eind
dit jaar in alle liften gereed is. Deze informatie zal naar verwachting in de loop
van 2023 beschikbaar komen voor ov-appbouwers zodat zij reizigers al bij het plannen
van hun reis kunnen informeren over een eventuele defecte lift. Ik kan u garanderen
dat de problematiek van kapotte liften de voortdurende aandacht van mij en van ProRail
heeft.
Een ander aandachtspunt is het aantal herstelperrons, (delen van) perrons die niet
langer op de juiste hoogte zijn om een zelfstandige in- en uitstap voor mensen met
een beperking mogelijk te maken. Dit aantal is de afgelopen jaren toegenomen en zet
het zelfstandig reizen met een beperking onder druk. ProRail zet zich de komende jaren
in om deze perrons weer op de juiste hoogte te brengen. Deze werkzaamheden kunnen
in de nachtelijke uren worden uitgevoerd en daarmee zullen reizigers hier geen hinder
van ondervinden. Op die manier kan in korte tijd op veel perrons (circa 30–50 stations
per jaar) de toegankelijke instap weer worden teruggebracht.
Als laatste wil ik in deze brief nog specifiek ingaan op het door uw Kamer eerdergenoemde
zorgpunt of de overgang van OV-chip Plus naar NS-Flex of de NS-Businesscard voor blinden
en slechtzienden wel goed verloopt en ook deze reizigers met deze nieuwe kaartvorm
met het ov kunnen blijven reizen. In aanloop naar deze overgang is uitgebreid gesproken
met de Oogvereniging, een belangenorganisatie voor mensen met een visuele beperking.
Hoewel de Oogvereniging geen voorstander is van het migreren van OV-chip Plus naar
NS-Flex of de NS-Businesscard voor blinden en slechtzienden zijn er in goed overleg
goede alternatieven ontwikkeld. NS besteedt daarnaast de grootst mogelijke zorg aan
de overgang. Alle OV-chip Plus houders worden persoonlijk gebeld om de overgang zo
soepel mogelijk te laten verlopen. In dit telefoongesprek bepaalt de klant samen met
NS welk alternatief het beste past. Klanten die kiezen voor de NS-Businesscard voor
blinden en slechtzienden reizen vanaf 1 januari 2023 bij NS met dezelfde kaart als
bij regionale trein-, bus-, tram- en metrovervoerders. Op deze manier wordt ook bij
deze nieuwe ontwikkelingen zo goed mogelijk ingespeeld op een toegankelijke reis voor
iedereen.
Ook in de toekomst zullen er waarschijnlijk altijd aandachtspunten zijn voor de toegankelijkheid
van het ov. Met alle betrokken partijen zullen wij steeds in gezamenlijkheid bezien
hoe we deze het beste het hoofd kunnen bieden. Ik zie het bestuursakkoord dan ook
als een levend document, waarin de komende jaren waar nodig ook aanvullende afspraken
aan toegevoegd kunnen worden.
Tot slot
Het openbaar vervoer is er voor iedereen. Daar hoort bij dat alle reizigers, ook als
zij een beperking hebben, zoveel mogelijk zelfstandig gebruik kunnen maken van het
ov. Ik streef er daarom naar om er samen met medeoverheden en vervoerders voor te
zorgen dat het openbaar vervoer in 2040 toegankelijk is conform het VN-verdrag Handicap.4 En ook daarna wordt er bij de introductie van nieuwe diensten en mobiliteitsaanbieders
goed gekeken naar de toegankelijkheid en inclusiviteit.5 Het is immers niet ondenkbaar dat de komende jaren nieuwe vormen van ov worden toegevoegd
aan het aanbod en dat deze ook toegankelijk worden voor álle reizigers.
Met de afronding van het bestuursakkoord en de daaruit voortkomende maatregelen zet
ik samen met alle betrokken partijen de komende jaren belangrijke stappen om dit te
bereiken. Ik kijk uit naar de samenwerking en de mooie resultaten die wij met elkaar
gaan bereiken om te zorgen dat álle reizigers straks gebruik kunnen maken van het
openbaar vervoer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Indieners
-
Indiener
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat