Brief regering : Voortgang Nationaal Warmtefonds en reactie op de motie van het lid Peter de Groot .s. over onderzoeken tot welke inkomensgrens het rentenultarief in het Nationaal Warmtefonds zou moeten worden verhoogd
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1114
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2022
In deze brief geef ik graag mijn reactie op de motie van het lid Peter de Groot over
de doelgroep voor 0% rente bij het Nationaal Warmtefonds (het Warmtefonds). Daarnaast
bied ik de jaarverslagen van het Warmtefonds aan over 2021 en geef ik een beeld van
de voortgang van het fonds in de eerste drie kwartalen van 2022.
Motie van het lid Peter de Groot c.s. doelgroep 0% rente: indexering en beter onderzoek
Sinds kort biedt het Warmtefonds voor woningeigenaren met een laag inkomen (tot 45.014
euro bruto) financiering aan met 0% rente. De motie De Groot1 vraagt te onderzoeken «of en, zo ja, tot welke inkomensgrens het rentenultarief in
het Nationaal Warmtefonds zou moeten worden verhoogd». In antwoord op deze motie kondig
ik aan dat ik de inkomensgrens voor 0% rente bij het Warmtefonds zal indexeren2, zodat deze voortaan meeloopt met de inflatie. Op basis van een analyse van bestaand
onderzoek is er nu geen eenduidige aanleiding voor een verdere verhoging van de inkomensgrens.
Om de vraag evenwel goed te beantwoorden is nader onderzoek nodig. Ik wil beter in
kaart brengen welke inkomensgroepen nu al gebruik maken van het Warmtefonds en welke
minder, in hoeverre een verdere vergroting van de doelgroep voor 0% rente tot extra
verduurzaming leidt en wat het benodigde overheidsbudget daarvoor zou bedragen. U
ontvangt de uitkomsten uiterlijk 1 juni 2023. Ook de eerste ervaringen met de 0% rente
voor lage inkomens worden daarbij meegenomen. Of en hoe budget zou kunnen worden gevonden
voor een verdere vergroting van de doelgroep voor 0% rente, moet worden bezien in
het reguliere begrotingsproces.
Ik licht dit graag toe. Op basis van beschikbaar onderzoek is te zien dat de doelgroep
met een inkomen tot ruwweg modaal (in 2022 38.000 euro bruto) landelijk achter blijft
in het verduurzamen van koopwoningen, in de beschikbare financiële ruimte en in het
gebruik van subsidies en financiering (zie bijlage). De huidige inkomensgrens voor
0% rente bij het Warmtefonds (7.000 euro boven het modale inkomen) dekt deze groep
ruimschoots af en geeft een belangrijke extra stimulans om te verduurzamen. Indexering
zorgt dat de groep meestijgt met de inflatie. Het is daarnaast denkbaar de inkomensgrens
niet alleen te indexeren, maar een nog veel grotere doelgroep met een bovenmodaal
inkomen 0% rente aan te bieden. Dit zou kunnen leiden tot meer verduurzaming, omdat
woningeigenaren goedkoper kunnen financieren. Ik wil voordat ik hierover besluit eerst
beter in beeld krijgen hoeveel extra verduurzaming dit op zou kunnen leveren. Daarbij
zal ik ook kijken naar verdringing van reguliere financiering via de markt. Een grotere
doelgroep voor 0% rente kan ook een rem zijn op de ontwikkeling van duurzame financieringsproducten
door andere kredietverstrekkers. Een vergroting van de doelgroep voor 0% rente kan
er immers ook toe leiden dat woningeigenaren die nu al verduurzamen met reguliere
marktfinanciering of eigen middelen, dat voortaan doen met financiering met 0% rente
van het Warmtefonds. Beschikbaar onderzoek laat zien dat de groep met een bovenmodaal
inkomen al relatief veel verduurzaamt, en doorgaans voldoende financiële ruimte heeft
en volop gebruik maakt van bestaande financieringsmogelijkheden.
Om 0% rente aan te kunnen bieden, is belastinggeld nodig. Zonder aanvullende middelen
zal een verdere uitbreiding van de doelgroep te koste gaan van de financiering die
beschikbaar is voor de meer kwetsbare groepen binnen het Warmtefonds. Wanneer de inkomensgrens
bijvoorbeeld op 65.000 euro bruto zou worden gelegd, zoals eerder in debat door de
VVD gevraagd, zou dit – op basis van een eerste inschatting – zo’n 200–300 miljoen
euro aan budget per jaar kunnen vergen. Het precieze budget is onder meer afhankelijk
van het verwachte gebruik van de financiering door woningeigenaren en van de marktrente
die het Warmtefonds betaalt aan private geldverstrekkers. Om tot goede besluitvorming
te komen, wil ik een betere inschatting maken van het additionele effect, van het
budget dat nodig zou zijn en van de voors en tegens van een verdere vergroting van
de doelgroep.
Voortgang Warmtefonds: sterke groei in 2022
Het Warmtefonds maakt voor steeds meer groepen woningeigenaren deelname aan de energietransitie
mogelijk. In de eerste drie kwartalen van 2022 is een sterke groei zichtbaar. Van
januari tot en met september 2022 heeft het Warmtefonds voor 110 miljoen euro aan
financiering verstrekt aan woningeigenaren en voor 74 miljoen euro aan Verenigingen
van Eigenaren (VvE’s). Met name bij de VvE’s is sprake van een grote stijging: nu
al een ruime verdubbeling ten opzichte van heel 2021. Voor woningeigenaren is tot
en met september de helft meer aan financiering verstrekt dan in heel 2021 en bijna
evenveel als in heel 2020. Het effect van de 0% rente voor lage inkomens zit nog niet
in deze cijfers, dat komt vanaf november 2022. De eerste financieringen voor woningeigenaren
boven de leeftijd van 75 jaar zijn wel verstrekt: van februari tot en met september
2022 bijna een miljoen euro aan financiering voor verduurzaming.
Jaarverslag Warmtefonds 2021: terugval verstrekte financieringen
Het Warmtefonds heeft eerder dit jaar het jaarverslag over 2021 gepubliceerd3. In 2021 verstrekte het voor een totaal van 107 miljoen euro aan leningen: ruim 72
miljoen euro aan woningeigenaren en ruim 33 miljoen aan VvE’s. De verstrekte financiering
was daarmee minder dan in 2020. In het jaarverslag geeft het bestuur van het Warmtefonds
aan dat dit onder meer te maken had met veranderde marktomstandigheden, strengere
leennormen voor consumptief krediet, de Covid-19 crisis en de overgang naar nieuwe
uitvoerders voor het Warmtefonds. Inmiddels is de situatie op de meeste punten veranderd,
zoals de cijfers over 2022 laten zien. Voor een aantal knelpunten is echter een oplossing
nodig, zoals het verstrekken van financiering aan woningeigenaren zonder leenruimte,
zoals het Warmtefonds sinds kort doet. Verder kijkt het Warmtefonds naar mogelijkheden
om het aanvragen van financiering voor woningeigenaren en VvE’s te vereenvoudigen.
In het jaarverslag geeft het Warmtefonds ook een beeld van de mate van revolverende
werking van het fonds, eventuele onderbesteding en de betaling van rente aan banken4. Daarnaast beschrijft het Warmtefonds de overgang naar de nieuwe uitvoerders Zanders,
Pole Star en Ohpen en de oprichting van een tweede stichting voor woningeigenaren
zonder leenruimte en kleine VvE’s. Het Warmtefonds maakt voor deze tweede stichting
eveneens een jaarverslag. Bijgaand treft u dit aan voor het jaar 2021. Omdat dit het
oprichtingsjaar betrof, geeft het jaarverslag vooral een beeld van de aanloopkosten
en van de organisatie. De meeste financieringsmogelijkheden van dit fonds, zoals voor
woningeigenaren boven de 75 jaar, woningeigenaren zonder leenruimte buiten wijkaanpakken
en voor kleine VvE’s zijn in 2022 gestart.
Schuldhulptrajecten en verduurzaming
Naar aanleiding van vragen van de CU-fractie kijk ik ook naar ondersteuning bij verduurzaming
voor woningeigenaren in een schuldhulptraject. In het beleidsprogramma Versnelling
verduurzaming gebouwde omgeving is aangegeven dat gemeenten hen kunnen helpen met
het verduurzamen van hun woning vanuit het budget dat gemeenten ontvangen voor het
Nationaal Isolatieprogramma en voor energie-armoede. Daarnaast bespreek ik met het
Ministerie van SZW, de VNG en schuldhulpverleners (NVVK) of financiering, bijvoorbeeld
van het Warmtefonds, deze groep ook nog zou kunnen helpen. Begin 2023 verwacht ik
u hierover te kunnen informeren.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
H.M. de Jonge
Bijlage
Beantwoording onderzoeksvraag motie van het lid Peter de Groot doelgroep 0% rente
De motie van het lid Peter de Groot c.s. vraagt de regering «te onderzoeken of en,
zo ja, tot welke inkomensgrens het rentenultarief in het Nationaal Warmtefonds zou
moeten worden verhoogd zodat deze groep middeninkomens hun woning wel kunnen gaan
verduurzamen, en dit onderzoek voor de begrotingsbehandeling te delen met de Kamer.»
Zoals tijdens het Twee minutendebat van 27 september (Handelingen II 2022/23, nr.
4, item 24) toegezegd, is op basis van bestaand onderzoek gekeken of een verhoging van de genoemde
inkomensgrens nodig is. Bij deze analyse is gebruik gemaakt van gegevens over de verschillen
tussen inkomensgroepen in het verduurzamen van hun koopwoningen, in financiële ruimte
(spaargeld en leenruimte) en in het gebruik van bestaande financiersmogelijkheden.
Wie verduurzaamt: modale en hoge inkomens isoleren meer dan benedenmodaal
In een onderzoek van I&O research uit 20215 werd onderzocht welke inkomensgroepen kiezen voor woningisolatie. I&O research hield
een enquête in een panel van woningeigenaren. Een deel van hen had de afgelopen jaren
wel geïsoleerd en een deel niet. Woningeigenaren met een modaal of hoger inkomen hadden
vaker wel dan niet geïsoleerd. Woningeigenaren met een benedenmodaal inkomen hadden
vaker niet geïsoleerd dan wel. Overigens liet dit onderzoek zien dat behalve inkomen
ook veel andere kenmerken en factoren relevant zijn voor de vraag of iemand kiest
voor verduurzaming van haar of zijn woning.
Het Nibud keek in 2020 in een onderzoek naar de bereidheid tot verduurzamen per inkomensgroep6. Dit onderzoek liet zien dat de inkomensgroepen benedenmodaal en tot 1,5 keer modaal
een lagere bereidheid hadden om te verduurzamen dan hogere inkomens. Dit was voor
de huidige energiecrisis.
Grafiek uit onderzoek Nibud 2020, pagina 45.
Financiële ruimte inkomensgroepen: beneden modale inkomens vaak hulp nodig
Cijfers van het Nibud uit 2020 brachten in beeld welke inkomensgroep onder de woningeigenaren
welke financiële ruimte had voor verduurzaming. In dit onderzoek nam het Nibud spaargeld,
de hypotheek en consumptief krediet mee. Te zien is dat met name de beneden modale
inkomens beperkingen in financiële ruimte hadden, ook voor kleinere bedragen7.
Let op: genoemd onderzoek is uitgebracht voordat het Warmtefonds financiering aanbood
voor mensen zonder leenruimte. Inmiddels heeft het Nationaal Warmtefonds verantwoorde
financiering voor mensen zonder leenruimte voor bedragen tot 25.000 euro in wijkaanpakken
en tot 5.000 euro buiten wijkaanpakken.
Grafiek uit onderzoek Nibud 2020, pagina 44.
Meefinancieren verduurzaming in nieuwe hypotheek
Steeds meer woningeigenaren houden bij het kopen van een nieuwe woning rekening met
verduurzaming8. Ze gebruiken daarvoor spaargeld of extra budget in de hypotheek. De Nationale Hypotheekgarantie
(NHG) heeft in 2022 in beeld gebracht welke inkomensgroepen verduurzaming meenemen
in de hypotheek9. Te zien is dat met name de groep met een inkomen tot 32.000 euro bruto hier zeer
sterk in achter blijft. Daarnaast: hoe hoger het inkomen, hoe vaker energiebesparende
maatregelen worden meegenomen in de hypotheek.
Grafiek uit ESB 19 mei 2022, pagina 83.
Gebruik Nationaal Energiebespaarfonds
In de evaluatie van het Nationaal Energiebespaarfonds, de voorganger van het Warmtefonds,
is gekeken welke inkomensgroepen in 2020 gebruik maakten van de financiering10. De cijfers lieten grofmazig zien dat inkomens tot 42.000 euro bruto minder gebruik
maakten van de financiering en inkomens erboven juist meer. Door een aantal beperkingen
in de data en onderzoeksmethode was hier geen volledig betrouwbaar beeld voor te maken.
Daarnaast waren deze metingen voordat het Warmtefonds financiering aanbood voor woningeigenaren
zonder leenruimte. Beter en recenter onderzoek is nodig om tot een goed beeld te komen
in welke mate inkomensgroepen gebruik maken van het Warmtefonds.
Grafiek uit onderzoek PWC 2021, pagina 34.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening