Brief regering : Een abonnement op de hele wereld. Versterken van het stelsel van openbare bibliotheken
33 846 Vaststelling van een geactualiseerd stelsel van openbare bibliotheekvoorzieningen (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen)
Nr. 70
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2022
Cultuur is altijd bij ons. Je kunt letterlijk geen voetstap verzetten zonder cultuur
aan te raken. Van de straatstenen onder je schoenen tot de dialecten om je heen, onze
levens zijn doordrenkt met cultuur. Bibliotheken zijn bij uitstek locaties waar mensen
cultureel en maatschappelijk ontwaken en volwassen kunnen worden. Het zijn plekken
waar mensen groeien, leren, oefenen of juist even de stilte opzoeken. Plekken waar
je je persoonlijkheid vormt, waar je je leert te verhouden tot de mensen om je heen,
waar je je wereld vergroot. Leden van de openbare bibliotheek hebben een abonnement
op de hele wereld.
«In de bibliotheek ben ik voor altijd veranderd.»
Murat Isik, schrijver van onder andere Wees onzichtbaar
Mensen hebben heel verschillende motieven om naar de bibliotheek te gaan. Ze komen
om boeken te lenen, een taalcursus te volgen, te leren omgaan met de digitale overheid,
voor een voorleesmiddag, om huiswerk te maken, om in een makerspace te leren werken
met een 3D-printer of gewoon om de krant te lezen met een kop koffie. De openbare
bibliotheek inspireert in elke levensfase. De publieke ruimte van de openbare bibliotheek
functioneert als huiskamer van de stad, de wijk of het dorp. Het is de plek waar iedereen
komt ongeacht leeftijd, inkomen, opleiding of sociale klasse. Dat is belangrijk in
een samenleving waar we ervoor moeten zorgen dat mensen uit alle lagen elkaar blijven
ontmoeten en iedereen gelijke kansen heeft.
«A public library is the most democratic thing in the world.»
Doris Lessing (1919–2013, Nobelprijs voor literatuur 2007)
De openbare bibliotheek behoort tot de meest bezochte sociaal-culturele voorzieningen
van Nederland. Ongeveer 3,4 miljoen personen (2,2 miljoen jeugd en 1,2 miljoen volwassenen)
zijn lid van de openbare bibliotheek. In het jaar voor corona werd de bibliotheek
meer dan 60 miljoen keer bezocht en organiseerden de Nederlandse openbare bibliotheken
ruim 220.000 educatieve en culturele activiteiten.
Tijdens mijn werkbezoeken heb ik gezien hoe groot de maatschappelijke en culturele
impact van een goed toegeruste bibliotheek op de stad of wijk kan zijn. Bij de sluiting
van de bibliotheken tijdens corona hebben we gezien wat we missen, als de bibliotheken
dichtgaan. Om die reden zijn de bibliotheken in een latere fase van de pandemie aangemerkt
als essentiële voorzieningen.
Uit de evaluatie van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) uit 2020
weten we dat de openbare bibliotheken vanaf circa 2010 hun maatschappelijke functies
succesvol hebben verbreed en hun impact hebben vergroot. Deze verbreding is wettelijk
verankerd in de vijf bibliotheekfuncties van de Wsob van 2015. De vijf maatschappelijke
functies zijn: ter beschikking stellen van kennis en informatie; bieden van mogelijkheden
tot ontwikkeling en educatie; bevorderen van lezen, laten kennismaken met literatuur;
organiseren van ontmoeting en debat; laten kennismaken met kunst en cultuur.1 Ook weten we dat in dezelfde periode het fysieke bibliotheeknetwerk is verschraald.
Er zijn gemeenten en wijken zonder openbare bibliotheek en er zijn te veel situaties
waar wel een bibliotheek aanwezig is, maar deze onvoldoende is toegerust (gebouw,
personeel, collectie, openingstijden, activiteiten) om de maatschappelijke functies
te kunnen vervullen. Het uitgangspunt van de Wsob is dat alle inwoners van Nederland
binnen een redelijke afstand toegang hebben tot een volwaardige openbare bibliotheek.
Dit wordt niet overal waargemaakt, maar blijft van belang om na te streven.
Tegen deze achtergrond heeft dit kabinet besloten te «streven naar een toekomstgerichte
bibliotheek(voorziening) in elke gemeente». In de Meerjarenbrief cultuur van 4 november
2022 (Kamerstuk 32 820, nr. 482) heb ik op hoofdlijnen beschreven op welke manier ik aan dit streven invulling wil
geven. Met deze Bibliotheekbrief geef ik u de verdere onderbouwing en uitwerking.
1. Een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente
Observaties en conclusies
Uit mijn gesprekken met bibliotheekorganisaties en medeoverheden, mijn werkbezoeken
aan bibliotheken en brede cultuurorganisaties en uit de evaluatie van de Wsob uit
2020 trek ik de volgende conclusies:
– Een goed toegeruste openbare bibliotheek draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling
en versterkt het sociale weefsel van de lokale gemeenschap. De evaluatie van de motie
Asscher over het behoud en de terugkomst van bibliotheken in kleine kernen laat dat
zien;2
– Bibliotheken bieden als plek van informatie, educatie en cultuur laagdrempelig toegang
tot kunst en cultuur. Vaak zijn zij het lokale culturele knooppunt. Met hun brede
bereik dragen zij bij aan mijn prioriteit «cultuur is overal en voor iedereen»;
– Bibliotheken hebben naast een culturele functie ook een belangrijke maatschappelijke
functie op tal van thema’s zoals leven lang ontwikkelen, laaggeletterdheid, digitale
toegankelijkheid van de overheid via Informatiepunten Digitale Overheid (IDO), tegengaan
armoede en schulden en het bevorderen van kansengelijkheid;3
– In het bibliotheeknetwerk werken verschillende partijen samen: de vereniging van openbare
bibliotheken (VOB), de Koninklijke Bibliotheek (KB), de samenwerkende provinciale
organisaties (SPN), de VNG, het IPO en OCW. De taakverdeling tussen de partijen is
vastgelegd in de Wsob. Vanuit de vijf bibliotheekfuncties werken zij op basis van
een convenant en een netwerkagenda samen aan drie grote maatschappelijke opgaven:
een geletterde samenleving, participatie in de informatiesamenleving, een leven lang
ontwikkelen. Deze netwerksamenwerking biedt een goede basis voor een gezamenlijke
aanpak om het bibliotheeknetwerk de komende jaren te versterken;
– De afgelopen tien jaar is het aantal (hoofd)vestigingen van bibliotheken met circa
100 afgenomen van 843 naar 744.4 De fysieke bibliotheek is daardoor niet meer voor iedereen binnen een redelijke afstand
bereikbaar;
– Als toekomstperspectief zie ik dat iedere inwoner van Nederland binnen een redelijke
afstand toegang heeft tot een volwaardige openbare bibliotheekvoorziening die alle
vijf de functies kan vervullen en daarmee bijdraagt aan de drie genoemde maatschappelijke
opgaven.
Overzicht van de maatregelen
– Voor de korte termijn is het noodzakelijk het netwerk van fysieke bibliotheken te
repareren en te versterken. Kwantitatief en kwalitatief. Vervolgens is het nodig dat
de bereikbaarheid van de fysieke bibliotheek voor de langere termijn verzekerd blijft.
Dat kan bereikt worden door een wettelijke zorgplicht voor gemeenten;
– Bij de sluiting van de fysieke bibliotheken als gevolg van corona heeft het gebruik
van de online bibliotheek een grote vlucht genomen. Er hebben zich ook nieuwe toepassingen
aangediend. Een klantvriendelijke online bibliotheek met relevante content is een
integraal onderdeel van elke toekomstgerichte bibliotheekvoorziening;
– De Wsob is van toepassing op Caribisch Nederland, maar het bibliotheekwerk in Caribisch
Nederland voldoet niet aan de standaarden uit deze wet. Een extra inspanning is nodig
om het bibliotheekwerk in Caribisch Nederland op Wsob-niveau te brengen;
– De openbare bibliotheek is met haar collecties en activiteiten al vroeg in het leven
van kinderen aanwezig. Goed gekozen bibliotheekactiviteiten in de voorschoolse periode
stimuleren het lezen en helpen bij het voorkomen van onderwijsachterstanden. Om die
reden is de openbare bibliotheek vanaf 1 juli 2022 overal gratis toegankelijk voor
de jeugd. Met het versterken van het netwerk van openbare bibliotheken zal ook de
relatie tussen de bibliotheek en de school worden versterkt en verder ingevuld. Dit
vindt plaats in samenhang met het Masterplan basisvaardigheden van 12 mei 2022.5
Het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) spreekt over een «toekomstgerichte bibliotheekvoorziening in elke gemeente». Het
begrip «toekomstgerichte bibliotheekvoorziening» omvat verschillende aspecten. Ik
versta hieronder: een goed bereikbare openbare bibliotheek die de hele breedte aan
maatschappelijke bibliotheekfuncties aanbiedt en daarmee van belang is voor de lokale
gemeenschap. Het is een fysieke plek met een relevante digitale aanwezigheid en een
robuuste bestuurlijke en financiële verankering.
De maatschappelijke impact van de openbare bibliotheek is groot. Daarom zet ik een
substantieel deel van het extra cultuurbudget in voor het realiseren van een toekomstgerichte
bibliotheekvoorziening in elke gemeente. Het bedrag loopt op van € 29,7 miljoen in
2023 naar € 58,7 miljoen structureel vanaf 2025. Hiermee kunnen we de toegang tot
een volwaardige bibliotheekvoorziening in elke gemeente tot een reëel perspectief
maken. Dat is een grote stap na de invoering van de Wsob in 2015. Ik wil deze bedragen
langs de volgende lijnen inzetten. Het financiële overzicht van alle maatregelen is
opgenomen in de bijlage.
2. Maatregelen
a. De korte termijn vanaf 2023
Gerichte versterking en reparatie van het fysieke bibliotheeknetwerk
De teruggang in het aantal vestigingen heeft ertoe geleid dat bibliotheken verdwenen
zijn uit wijken en regio’s met grote maatschappelijke opgaven. Het is van maatschappelijk
belang dat de bibliotheken op die plekken kunnen terugkomen en kunnen worden verbeterd.
Ook zijn er nog steeds gemeenten zonder bibliotheek. Ik wil het beschikbare budget
inzetten waar dit het hardst nodig is en het meeste maatschappelijke effect kan hebben.
De nadruk van de maatregelen voor de korte termijn ligt daarom op gemeenten zonder
fysieke bibliotheek en op de terugkomst en verbetering van de bibliotheek in wijken
met een grote maatschappelijke opgave en in niet-stedelijke regio’s waar de afstand
tot de bibliotheek te groot is geworden. In kleinere gemeenten kan het de voorkeur
hebben als buurgemeenten samen een volwaardige bibliotheekvoorziening realiseren boven
ieder afzonderlijk een beperkte eigen fysieke locatie.
In 2023 en 2024 worden de totstandkoming en verbetering van vestigingen gericht gestimuleerd
via een specifieke uitkering (Spuk) aan gemeenten. De Spuk is bedoeld om gedurende
een aantal jaren gericht gaten te dichten en de kwaliteit te verbeteren. Door gebruik
te maken van de Spuk kunnen gemeenten zich voorbereiden op de invoering van de wettelijke
zorgplicht die ik vanaf 2025 wil laten ingaan (zie onder b). Van gemeenten verwacht
ik cofinanciering van indicatief 20%. Uit ervaringen met de tijdelijke impuls voor
bibliotheken in kleine kernen (motie Asscher) is gebleken dat gemeenten bereid zijn
tot cofinanciering, als hiermee een reëel maatschappelijk probleem wordt aangepakt.
Voor de inrichting van deze specifieke uitkering overleg ik met het bibliotheekveld
en de medeoverheden. Ik zal bij de criteria en indicatoren van de Spuk zo veel mogelijk
aansluiten bij verwante beleidsterreinen, zoals het Nationaal Programma Leefbaarheid
en Veiligheid, het Masterplan basisvaardigheden, de aanpak van geldzorgen, armoede
en schulden, de aanpak van laaggeletterdheid en het onderwijsachterstandenbeleid.
Een bundeling van krachten leidt tot betere resultaten.
b. De langere termijn vanaf 2025
Toegang tot de bibliotheek gewaarborgd door een zorgplicht voor gemeenten en provincies
Na afloop van de periode van reparatie van het netwerk worden de bereikbaarheid en
toegankelijkheid van de bibliotheek in gemeenten structureel geborgd via een wijziging
van de Wsob. De Wsob beschrijft de taken, rollen en verantwoordelijkheden voor overheden
en bibliotheken.6 De taken voor gemeenten en provincies zijn geformuleerd als «bevorderingstaak». Dat
kan tot gevolg hebben dat een gemeente geen of slechts een beperkte bibliotheekvoorziening
heeft. Het is mijn voornemen de huidige «bevorderingstaak» om te zetten in een zorgplicht
voor gemeenten en provincies.
De zorgplicht heeft als doel dat het netwerk kwantitatief en kwalitatief in stand
blijft en kan bijdragen aan lokale maatschappelijke opgaven. Bij de invoering van
de wetswijziging worden structurele middelen toegevoegd aan het gemeentefonds volgens
een nader te bepalen verdeelmodel. De verdeling van middelen via de Spuk en de verdeling
via het gemeentefonds moeten zo goed mogelijk op elkaar aansluiten. Met een wettelijke
zorgplicht geef ik uitvoering aan de motie van het lid Mohandis c.s. van 7 juli 2022,
waarmee de Tweede Kamer de regering heeft verzocht «te komen tot een wetswijziging
die de toegang tot een volwaardige bibliotheek voor elke inwoner van Nederland garandeert».7 De planning is erop gericht dat deze wetswijziging in 2025 in werking treedt. De
wijziging van de Wsob kan aanleiding zijn ook andere onderdelen opnieuw te doordenken,
zoals de relatie tussen de bibliotheek en de school.
Voor het versterken en repareren van het bibliotheeknetwerk en voor een blijvende
toegang voor iedereen tot de openbare bibliotheek via een zorgplicht zet ik een bedrag
in dat oploopt van circa € 19 miljoen in 2023 naar circa € 54 miljoen in 2025. Dit
in aanvulling op de circa € 440 miljoen die gemeenten bijdragen.
c. Versterking en doorontwikkeling online bibliotheek en digitale infrastructuur
Het gebruik en belang van een goede online bibliotheek en van een innovatieve landelijke
digitale infrastructuur hebben zich bewezen tijdens de sluitingen vanwege corona.
Het vraagt om een integrale benadering van de fysieke en online bibliotheek en de
infrastructuur. De komende jaren investeer ik daarom in de doorontwikkeling van de
online bibliotheek en in een innovatieve landelijke digitale infrastructuur. Ik pak
dit op samen met de Koninklijke Bibliotheek, die hierin een wettelijke taak heeft,
en andere partners in het bibliotheeknetwerk.
Online bibliotheek
De online bibliotheek zorgt ervoor dat de openbare bibliotheek met haar collecties
en activiteiten ook op online platforms aanwezig is. Dat sluit aan bij grote trends
in het mediagebruik. Iedereen die lid is van de fysieke openbare bibliotheek, heeft
toegang tot de online bibliotheek. Sinds de invoering van de Wsob is het aantal digitale
uitleningen sterk gestegen van circa 1,6 miljoen (2015) naar ruim 5 miljoen per jaar
(2021). De online collectie groeide van circa 10.000 e-booktitels in 2015 naar bijna
40.000 e-books en circa 10.000 luisterboeken in 2021. De sluiting van de fysieke bibliotheken
tijdens corona heeft de groei van het gebruik van de online bibliotheek versneld.
Het gebruik zal structureel op een hoger niveau komen te liggen. Integraal onderdeel
van elke toekomstgerichte bibliotheekvoorziening is een gebruiksvriendelijke online
bibliotheek met relevante content (e-books, luisterboeken, educatieve content). De
online content versterkt de educatieve activiteiten in de fysieke bibliotheek en is
daarmee integraal verbonden. Voor het opvangen van de groei van het gebruik en voor
de doorontwikkeling van de online bibliotheek stel ik een structureel bedrag van € 5
miljoen beschikbaar.
Digitale infrastructuur
Naast investeringen in het online aanbod zijn investeringen in en innovatie van de
digitale infrastructuur nodig om deze geschikt te houden voor nieuwe ontwikkelingen
in technologie en dienstenaanbod. Ook wil ik de samenhang tussen fysiek en online
vergroten. Voor het verbeteren van de landelijke digitale infrastructuur stel ik in
2023 en in 2024 een incidenteel bedrag van circa € 4 miljoen beschikbaar. De KB zal
op basis van haar wettelijke taak in de Wsob dit oppakken met de circa 140 bibliotheekorganisaties
in Nederland. Zij werken samen in een netwerk om de gebruikers zo goed mogelijk te
kunnen bedienen.
d. Versterken van de bibliotheken in Caribisch Nederland
De eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba beschikken over een beperkte bibliotheekvoorziening.
Een bibliotheek conform de standaarden van de Wsob met een goede collectie en bijbehorende
educatieve activiteiten kan een bijdrage leveren aan ontwikkelingskansen voor alle
bewoners van Caribisch Nederland. Via de Hoofdlijnenbrief cultuur van 23 mei 2022
heb ik voor het jaar 2022 een bedrag van € 1 miljoen gereserveerd om een start te
maken met het verbeteren van het bibliotheekwerk in Caribisch Nederland. Voor 2023
en 2024 stel ik een bedrag van € 2 miljoen per jaar beschikbaar. Hiermee geef ik uitvoering
aan de motie van de leden Wuite en De Hoop van 17 februari 2022.8
e. Leesbevordering
Goed kunnen lezen is essentieel. Dit is dan ook één van de centrale maatschappelijke
opgaven van het bibliotheekconvenant en het bibliotheeknetwerk. Het geeft toegang
tot de basisvoorzieningen in onze samenleving. Het aanwakkeren van leesplezier is
een belangrijke succesfactor om leesvaardigheid te bevorderen. Lezen en schrijven
zijn creatieve processen die hand in hand gaan met inlevingsvermogen, culturele ontwikkeling,
versterken van basisvaardigheden en burgerschapsvorming. Bibliotheken spelen hierbij
een belangrijke rol. Zij beschikken over actuele collecties, over de expertise om
de juiste titels bij de juiste doelgroep te brengen en organiseren creatieve activiteiten
die aanzetten tot lezen. De versterking van het bibliotheeknetwerk kan daarom van
betekenis zijn voor de doelen op het gebied van het lezen van het Masterplan basisvaardigheden.
Bijvoorbeeld in de vorm van de Bibliotheek op school, een samenwerkingsverband tussen
de school en de bibliotheek.
Leesbevordering raakt de portefeuilles van alle OCW-bewindslieden. Zoals is aangekondigd
in de Hoofdlijnenbrief cultuur en het Masterplan basisvaardigheden, zullen wij ons
gezamenlijk inzetten om de samenwerking tussen scholen (inclusief het mbo), bibliotheken
en de omgeving rond jongeren te versterken. Via het Masterplan basisvaardigheden zal
in 2022 de Bibliotheek op school extra worden ondersteund met circa € 10 miljoen op
die plekken waar de urgentie groot is. In het verlengde hiervan zullen de makers een
faire vergoeding ontvangen voor de uitlening van hun boeken via bibliotheken op scholen.
Ik zal in overleg met de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs bezien hoe
we gezamenlijk de leesvaardigheid duurzaam kunnen bevorderen. Ook de Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zet zich hiervoor in op het terrein van het mbo.
Naast bibliotheken en de Bibliotheek op school draagt ook de culturele sector in bredere
zin bij aan leesplezier en leesbevordering. De afgelopen jaren hebben diverse culturele
organisaties zich via programma’s als Kunst van Lezen en de Leescoalitie ingezet om
lezen inspirerend te maken voor verschillende leeftijdsgroepen. Ook in de samenwerking
tussen schrijvers, uitgeverijen en de bredere keten van het boekenvak is veel aandacht
voor leesbevordering en voor innovatie. Lokaal en regionaal zijn de afgelopen jaren
netwerken als een Leesoffensief opgezet. Ik vind het belangrijk deze inzet samen met
het veld verder uit te bouwen.
Voor de bijdrage van culturele instellingen aan leesbevordering zet ik in 2023 € 6
miljoen, in 2024 € 5 miljoen en vanaf 2025 structureel € 4 miljoen in. Daarnaast is
in 2022 een bedrag van € 6 miljoen beschikbaar voor een nabetaling van leenrechtvergoedingen
voor de Bibliotheek op school over de periode 2013–2022. Vanaf 2023 is € 3,5 miljoen
structureel beschikbaar als faire vergoeding voor makers en uitgevers voor de uitlening
van hun werken via scholen. Hierover heb ik op 11 juli 2022 met alle belanghebbenden
afspraken gemaakt. Met deze afspraken geef ik uitvoering aan de hoofdlijnen die mijn
voorganger in 2021 met makers, uitgevers en andere belanghebbende partijen heeft vastgesteld.9
3. Het vervolg
De maatregelen uit deze brief zetten nieuwe accenten in de financiële en interbestuurlijke
verhoudingen van het bibliotheekstelsel. Vanwege het grote maatschappelijke belang
draagt het rijk financieel substantieel bij aan de verbetering van het lokale en regionale
netwerk. Dat is sinds de decentralisatie van het bibliotheekwerk in 1987 niet eerder
gebeurd. De gemeente blijft als bestuurlijk niveau verantwoordelijk voor het lokale
bibliotheekwerk, maar via een zorgplicht gaat een ondergrens gelden voor de manier
waarop de verantwoordelijkheid wordt ingevuld. Voor de inrichting van de Spuk en de
zorgplicht overleg ik met de medeoverheden.
De samenwerking van alle betrokken partijen (overheden en bibliotheekveld) op basis
van een bibliotheekconvenant en gezamenlijke agenda is succesvol gebleken. De uitwerking
van de maatregelen in deze brief is niet mogelijk zonder de inzet van al deze partijen
binnen dit bibliotheeknetwerk. Met hen heb ik afgesproken deze samenwerking voort
te zetten en te intensiveren op basis van een nieuw convenant.
Bij de invoering van de Wsob in 2015 is ook de informatievoorziening over het bibliotheekstelsel
wettelijk geregeld. De KB verzamelt elk jaar gegevens van bibliotheken die een beeld
gegeven van de stand van zaken in het bibliotheekstelsel.10 Deze gegevensstroom zal gebruikt worden om de resultaten van de maatregelen uit deze
brief te volgen. Ik zal de Tweede Kamer elk jaar over de voortgang informeren. Daarnaast
vind ik het belangrijk dat de kennis en ervaringen die de komende jaren via de tijdelijke
regeling worden opgebouwd, actief worden gedeeld in het bibliotheeknetwerk tussen
gemeenten, bibliotheken, provincies en landelijke overheid. Ik zal hierover in overleg
treden met het bibliotheeknetwerk.
Tot slot
Ik ben tijdens mijn werkbezoeken en gesprekken met het veld onder de indruk geraakt
van wat de Nederlandse openbare bibliotheken te bieden hebben. Lezen, educatie, cultuur,
inspiratie en creativiteit voor iedereen. Op dit moment zijn de mogelijkheden nog
niet gelijk verdeeld. Met het pakket uit deze brief zal er ik er met openbare bibliotheken,
de KB, de gemeenten en provincies aan werken dat iedereen binnen een redelijke afstand
toegang krijgt tot een volwaardige bibliotheek. Daarmee kunnen de openbare bibliotheken
hun maatschappelijke functies waarmaken. Najaar 2023 zal ik u informeren over de voortgang.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu
BIJLAGE FINANCIEEL OVERZICHT INZET MIDDELEN BIBLIOTHEKEN EN LEESBEVORDERING
2022
2023
2024
2025
2026 e.v.
Bibliotheken
4.200
29.700
51.700
58.700
58.700
Versterking fysieke bibliotheek
18.700
38.700
53.700
53.700
Online bibliotheek
3.150
5.000
7.000
5.000
5.000
Landelijke digitale infrastructuur
4.000
4.000
Extra impuls Caribisch Nederland
1.050
2.000
2.000
Leesbevordering
6.000
5.000
4.000
4.000
Leenrechtvergoeding Bibliotheek op school
6.000
3.500
3.500
3.500
3.500
BIJLAGE BELEIDSKEUZES UITGELEGD
Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW 3.1)
Doel(en)
Welke doelen worden nagestreefd met het voorstel in termen van beoogde prestaties
en effecten?
Uitgangspunt is dat iedere inwoner van Nederland binnen een redelijke afstand toegang
heeft tot een volwaardige openbare bibliotheek die alle vijf de functies van de Bibliotheekwet
kan uitvoeren en toegang heeft tot een klantvriendelijke online bibliotheek. Doel
is dit zo in te richten, dat dit tot een duurzaam sterker fysiek en online netwerk
leidt en gemeenten niet opnieuw bezuinigen op dit netwerk. In de definities van de
Bibliotheekwet is een voorziening een fysieke locatie die alle vijf de wettelijke
bibliotheekfuncties aanbiedt. Met de toekomstbestendige bibliotheekvoorziening zoals
genoemd in het regeerakkoord wordt daarom een fysieke voorziening beoogd. Op dit moment
kennen 16 gemeenten kennen nog geen bibliotheekvoorziening. Wij zullen ervoor zorgen
dat deze gemeenten in ieder geval een voorziening krijgen. Op andere plekken kan het
– gezien de afstand tot de bibliotheekvoorziening – nodig zijn om bibliotheken toe
te voegen in wijken met meervoudige problematiek (zoals werkloosheid, armoede, onderwijsachterstanden).
Leesbevordering
Doelen zijn een toegenomen leesvaardigheid en leesmotivatie onder jeugd en jongeren.
Er zijn 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland. Een kwart van de 15-jarigen loopt
het risico om als laaggeletterde het onderwijs te verlaten. Minder dan de helft van
de 15-jarigen leest nooit voor zijn plezier. Daarnaast is er sprake van grote verschillen
tussen doelgroepen.
Beleidsinstrument(en)
Welke beleidsinstrumenten worden ingezet om deze doelen te realiseren?
Bibliotheken
– Bij de fysieke bibliotheekinfrastructuur: In 2023 en 2024 worden de totstandkoming
en verbetering van vestigingen op die plekken gericht gestimuleerd via een specifieke
uitkering (Spuk). Op basis van de Spuk kunnen onderwerpen als cofinanciering, prestatieafspraken
en verantwoording worden geregeld. De impuls zal alleen worden ingezet in gemeenten
die bereid zijn tot cofinanciering. De 16 gemeenten die nog geen bibliotheekvoorziening
kennen zullen in ieder geval bediend worden via deze specifieke uitkering. Vanaf 2025:
de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de bibliotheek in gemeenten structureel
borgen via een wijziging van de Bibliotheekwet. Deze wet beschrijft de rollen en verantwoordelijkheden
voor overheden en bibliotheken.
De taken voor gemeenten en provincies zijn geformuleerd als «bevorderingstaak». Voornemen
is de «bevorderingstaak» om te zetten in een zorgplicht. Ook om de resultaten uit
2023 en 2024 te bestendigen. Met een zorgplicht kan worden bereikt dat het netwerk
in stand en op niveau blijft. Bij de invoering van de wetswijziging worden de structurele
middelen toegevoegd aan het gemeentefonds volgens een nader te bepalen verdeelmodel.
Hiermee wordt het bedrag dat gemeenten voor bibliotheken ontvangen voor alle gemeenten
gelijkwaardig, ongeacht of de gemeente op dit moment al een bibliotheekvoorziening
heeft of dat deze in 2023/2024 via de Spuk wordt ontwikkeld.
– Het onderdeel digitale bibliotheek betreft de kosten van het sterk gestegen gebruik
van de online bibliotheek als gevolg van corona en de doorontwikkeling van de online
bibliotheek met meer titels en meer educatieve content voor meer doelgroepen. De verwachting
is dat het gebruik van de online bibliotheek permanent op een hoger niveau zal komen
te liggen. Het beheren en ontwikkelen van de online bibliotheek is een wettelijke
taak van de KB. Het betreft een intensivering van een bestaande taak. Er is geen nieuw
instrument nodig. Alleen nieuwe prestatieafspraken. Dit onderdeel wordt uitgevoerd
binnen het bestaande kader OCW/KB.
– De collectieve digitale infrastructuur omvat verbeteringen aan het gezamenlijke
digitale netwerk van lokale bibliotheken en de KB. Hiermee kunnen zij in netwerkverband
content en diensten ontwikkelen en delen. De infrastructuur is al ontwikkeld, er zijn
middelen nodig voor de landelijke implementatie. Het gaat om aansluitingen per bibliotheekorganisatie;
niet per vestiging.
– Het bibliotheekwerk op Caribisch Nederland is zeer beperkt. Extra middelen zijn
nodig om de achterstanden ten opzichte van Europees Nederland in te lopen. Bij de
opzet van het project zal er rekening mee worden gehouden dat de bibliotheken structureel
kunnen worden voortgezet door de eilanden. Het moet passen in de structurele situatie
vanaf 2025.
Leesbevordering
– Versterking van de Bibliotheek op school (via het Masterplan basisvaardigheden);
– Structurele oplossing leenrechtkwestie bij de uitlening van boeken via scholen (via
Masterplan basisvaardigheden);
– Duurzame versterking en innovatie van ondersteunende instellingen om de school (€ 4
miljoen. structureel per jaar; wellicht nog aangevuld met middelen uit het Masterplan
Financiële gevolgen voor het Rijk
Welke financiële gevolgen heeft het voorstel voor de Rijksbegroting?
Op grond van het coalitieakkoord is een structureel bedrag van € 170 miljoen beschikbaar
voor cultuur. Hiervan wordt conform de OCW-begroting 2023 e.v. een bedrag dat oploopt
naar circa € 63 miljoen in 2025 ingezet voor de bibliotheken. Zie verder de financiële
bijlage bij de brief.
Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren
Welke financiële gevolgen heeft het voorstel voor maatschappelijke sectoren (als van
toepassing)?
– Versterken van het fysieke bibliotheeknetwerk: gevolgen voor gemeenten, bibliotheekorganisaties
en OCW;
– Van gemeenten wordt cofinanciering verwacht;
– Online bibliotheek: gevolgen voor OCW en de KB. Vanwege de centrale dienstverlening
vanuit de KB voor bibliotheken en hun gebruikers doen de uitvoeringsconsequenties
zich alleen bij de KB voor;
– Caribisch Nederland: gevolgen voor OCW, besturen CN en lokale bibliotheken;
– Collectieve digitale infrastructuur: gevolgen voor KB, lokale en provinciale bibliotheekorganisaties;
– Leesbevordering: gevolgen voor sleutelinstellingen voor leesbevordering.
Nagestreefde doeltreffendheid
Op welke wijze en in welke mate wordt verwacht dat het beleidsinstrumentarium gaat
bijdragen aan de beoogde prestaties en effecten? (beknopte beleidstheorie)
Fysieke bibliotheek
– De versterking en verbetering van het fysieke netwerk van openbare bibliotheek zal
plaatsvinden via gericht stimuleringsbeleid. Deze methode is op kleine schaal met
succes toegepast bij het terugbrengen en verbeteren van bibliotheken in kleine kernen
in de periode 2019–2021;
– De evaluatie daarvan is 22 juni jl. beschikbaar gekomen;
– Voor de beoogde situatie vanaf 2025 is wijziging van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen
(Wsob/Bibliotheekwet) nodig;
– Met de beschikbare budgetten kunnen in de tijdelijke periode van reparatie van het
netwerk circa 90 nieuwe bibliotheekvestigingen worden gerealiseerd of circa 180 bestaande
vestigingen worden verbeterd.
Online bibliotheek
– De ondersteuning van de online bibliotheek bouwt verder op de bestaande en beproefde
systematiek. De uitvoerder is de KB. De effectiviteit daarvan is gebleken in de evaluatie
van de Bibliotheekwet (2020) en de evaluatie van het convenant e-lending (2021);
– De rechthebbenden (auteurs en uitgevers) ontvangen een vergoeding per online uitlening
(p). De vergoeding is hoger naarmate de titel actueler is. Het aantal uitleningen
(q) is sinds Corona sterk gegroeid en blijft op een hoger niveau dan oorspronkelijk
geraamd. De p is constant, de q groeit;
– Het betreft het opvangen van de autonome groei en doorontwikkeling. Zonder vergoedingen
aan de rechthebbenden mogen geen digitale werken worden uitgeleend.
Caribisch Nederland
– MOCW heeft in 2021 een intentieovereenkomst met het bestuur van Bonaire afgesloten
over verbetering van de bibliotheek. De inhaalslag voor het bibliotheekwerk op CN
vindt plaats op basis van een bestuursovereenkomst met CN. Die route wordt ook toegepast
bij de verbetering van het onderwijs op CN;
– De middelen zijn bedoeld voor de planontwikkeling en realisatie van een volwaardige
bibliotheekvestiging;
– Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan de aangenomen motie Wuite/De Hoop,
die vraagt om dekking voor het verbeteren van het bibliotheekwerk op CN.
Leesbevordering
– De voorgestelde activiteiten zorgen ervoor dat een aantal ondersteunende instellingen
op het gebied van leesbevordering en leesmotivatie duurzaam worden gefinancierd. Daarnaast
wordt ingezet op innovatieve manieren van leesbevordering om de effectiviteit van
interventies te vergroten. Dit leidt tot een versterking van de omgeving rondom de
school die in samenwerking met scholen en ouders kunnen zorgen voor een inspirerend
en motiverend leesklimaat.
Nagestreefde doelmatigheid
Waarom is het voorgestelde instrumentarium een efficiënte manier om de beoogde prestaties
en effecten te bereiken?
De voorgestelde maatregelen maken gebruik van beproefde en succesvol gebleken instrumenten
binnen de bestaande bestuurlijke verhoudingen. Voor de bibliotheken is sinds 2015
een wettelijk kader beschikbaar dat taken, rollen en verantwoordelijkheden van de
betrokken partijen vastlegt. Alle onderdelen van dit beleid zijn geëvalueerd. De meest
omvattende evaluatie is die van de Bibliotheekwet, TK 2019–2020, 33 846 nr. 57. Daarnaast is er een recente evaluatie van de systematiek van e-lending (de online
bibliotheek) die met het bestedingsvoorstel 2022 naar de TK is verzonden.
Duurzame ondersteuning van instellingen leidt tot zekerheid bij deze instellingen.
Dit biedt instellingen de kans om lange termijnprojecten te starten. De instellingen
hebben hun effectiviteit en meerwaarde op het gebied van leesbevordering en leesmotivatie
bewezen. Innovatie trajecten zorgen voor effectievere aanpak van leesmotivatie en
leesbevordering.
Evaluatieparagraaf
Hoe wordt het voorstel gemonitord en geëvalueerd?
De effecten van de maatregelen worden in kaart gebracht in de jaarlijkse bibliotheekmonitor
van de KB. Dit instrument is in 2015 ingevoerd op basis van de Bibliotheekwet en geeft
jaarlijks een gedetailleerd beeld van de stand van het Nederlandse bibliotheekstelsel
inclusief CN.
In 2020 is de Bibliotheekwet geëvalueerd. Er is een onderzoeksrapport, onderliggend
datamateriaal en een beleidsreactie. Ook worden elk jaar data verzameld en aan de
Kamer gestuurd in de vorm van een monitor Bibliotheekwet. Specifieke onderdelen van
het beleid worden, indien nodig, afzonderlijk geëvalueerd, zoals de tijdelijke regeling
voor bibliotheken in kleine kernen en het systeem voor e-lending van de online bibliotheek.
Instellingen die duurzaam worden versterkt uit deze middelen en de interventies die
daaruit volgen in relatie tot leesbevordering zullen vijfjaarlijks worden geëvalueerd.
De resultaten zullen worden meegenomen in de evaluatie van het Masterplan basisvaardigheden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap