Brief regering : Toezichtrapport WSW 2021
29 453 Woningcorporaties
Nr. 554
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2022
Hierbij bied ik uw Kamer het rapport Toezicht WSW 2021 aan dat is opgesteld door de
Autoriteit Woningcorporaties (Aw). De Aw concludeert dat in 2021 het Waarborgfonds
Sociale Woningbouw (WSW) alle drie de beleidsregels in voldoende mate heeft nageleefd.
Ook concludeert de Aw dat er sprake is van een beheerste en integere bedrijfsvoering.
Ik stel vast dat WSW hiermee vooruitgang boekt ten opzichte van vorig jaar, waarmee
de opwaartse lijn is voortgezet. De verbetering is mede het gevolg van de implementatie
van het Strategisch Programma1, waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd. In deze brief zal ik verder stilstaan
bij de uitvoering van de Motie Koerhuis2 en de stand van zaken rondom Vestia en de impact daarvan op het borgstelsel.
Het rapport Toezicht WSW 2021 is actief openbaar gemaakt via de Wet open overheid.
In een eerdere brief3 aan uw Kamer gaf mijn ambtsvoorganger aan dat zij het jaarlijks publiceren van dit
rapport wilde verankeren in de Woningwet bij de eerstvolgende aanpassing daarvan.
Verdere analyse heeft echter uitgewezen dat aanpassing van de Woningwet hiervoor niet
noodzakelijk is. Publicatie van toezichtrapporten en andere relevante informatie kan
en zal openbaar worden gemaakt op grond van de Wet open overheid. In lijn met de huidige
werkwijze zullen daarom toezichtrapportages gelijktijdig worden gepubliceerd op de
website van de Aw en aangeboden aan de Tweede Kamer.
Toezicht WSW 2021
WSW borgt leningen van woningcorporaties. Daarmee garandeert het voor financiers van
die leningen de betaling van rente en aflossing. Hierdoor kunnen woningcorporaties
zich tegen gunstige voorwaarden financieren op de kapitaalmarkt. Het Rijk en de gemeenten
bekleden een achtervangpositie. Dat betekent dat zij bij dreigende liquiditeitstekorten
bij WSW steun zullen verschaffen in de vorm van renteloze leningen.
De Aw houdt sinds 2016 toezicht op WSW met als doel om het financieel risico van de
achtervang van het Rijk en de gemeenten te beheersen. Hiertoe ziet de Aw erop toe
dat WSW zich houdt aan drie beleidsregels, die op 1 juli 2021 in werking zijn getreden.
De beleidsregels hebben betrekking op
(I) de toereikendheid van het risicokapitaal om verliezen op te vangen en de inrichting
van de modelgovernance inclusief modelcommissie, als ook een periodieke externe evaluatie
van de bepaling van het risicokapitaal;
(II) de voorwaarden voor verstrekking van borging van geldleningen voor deelnemende corporaties
en
(III) de informatieverstrekking van WSW aan de Staat der Nederlanden en de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG).
(IV) Aanvullend beoordeelt de Aw of er bij WSW sprake is van een beheerste en integere
bedrijfsvoering.
De Aw hanteert sinds vorig jaar een nieuwe aanpak in haar toezicht op WSW4. In het verleden was haar toezicht rule-based. Met de implementatie van het Strategisch Programma bij WSW heeft de Aw besloten
om sinds begin 2021 principle-based te werk te gaan, waarmee meer open normen zijn geïntroduceerd. WSW wordt gehouden
aan het behalen van bepaalde resultaten, maar de manier waarop dat wordt bereikt is
in belangrijke mate aan WSW zelf. Sinds medio 2021 zijn de twee leidende uitgangspunten
in het toezicht op WSW «risicogerichtheid» en «uitgaan van vertrouwen». De Aw en WSW
zijn met elkaar in gesprek over de invulling van deze twee uitgangspunten.
Risicokapitaal WSW toereikend (beleidsregel I)
WSW heeft in 2021 voldaan aan beleidsregel I, zo oordeelt de Aw, rekening houdend
met de afspraken die WSW heeft gemaakt met de achtervangers over Vestia (zie hieronder).
Met het voldoen aan beleidsregel I boekt WSW vooruitgang ten opzichte van 2020, toen
de Aw de toereikendheid van het risicokapitaal nog niet kon vaststellen. WSW heeft
in 2021 als onderdeel van het Strategisch Programma de bevindingen van een validatie
door Deloitte5 grotendeels en voor zover mogelijk geadresseerd. Ook is aan de vereisten ten aanzien
van de externe validatie voldaan, omdat voor 2022 een doorlichting van de toereikendheid
van het risicokapitaal gepland staat. Hiermee geeft WSW invulling aan de motie Koerhuis6, waarover uw Kamer in november 2021 werd geïnformeerd. Ik verwacht de externe validatie
voor het einde van het jaar aan uw Kamer te sturen.
Als onderdeel van het Strategisch Programma heeft WSW de berekening van het vereist
en beschikbaar risicokapitaal aangepast. De Aw heeft verder geen opmerkingen bij de
berekening van het vereist risicokapitaal. Wat betreft het beschikbaar risicokapitaal,
heeft WSW het minimaal risicovermogen verhoogd van 0,25% naar 0,65% van de geborgde
schuldrestanten. WSW heeft het kapitaal dat gepaard ging met deze verhoging in 2021
opgehaald via een jaarlijkse obligoheffing bij alle deelnemende corporaties. Hierdoor
steeg het risicovermogen van WSW in 2021 tot 532 miljoen euro. Daarnaast kan WSW een
beroep doen op obligoleningen van corporaties, die een bijdrage leveren van € 1,9
miljard aan het totale beschikbare risicokapitaal van 2,6 miljard euro. Het ophalen
van obligo vormde een succesvolle toets van de nieuwe vormgeving en het inningsproces
rondom de obligoverplichting van corporaties. Die nieuwe vormgeving vergroot de zekerheid
voor WSW en het herstelvermogen van het borgstelsel. Ik ben tevreden over de succesvolle
uitvoering van het nieuwe kapitaalbeleid.
Verder concludeert de Aw dat de modelgovernance en modelcommissie van WSW van voldoende
niveau is. Doordat in 2021 de modelgovernance is geïmplementeerd en de modelcommissie7 opgericht, kan de Aw nog geen oordeel geven over het functioneren daarvan in de praktijk.
Hiervoor moet eerst een volledige modelcyclus doorlopen zijn.
Vestia
De achtervangers accepteren momenteel een lager zekerheidspercentage dan 99%8 dat er geen beroep hoeft worden gedaan op de achtervang voor WSW. Het Rijk en VNG
hebben in dit kader afspraken met WSW gemaakt over de risico’s door de omvang van
de leningportefeuille van Vestia, waarvan het solvabiliteitsrisico te groot was voor
de omvang van het borgstelsel.
Met WSW is afgesproken dat het vóór 1 januari 2023 een voorstel uitwerkt voor een
alternatieve risicometing voor Vestia. Hierover informeerde ik uw Kamer eerder9. De risicometing hoeft alleen uitgevoerd te worden als de financiële situatie van
Vestia drie jaar na het in werking treden van de nieuwe beleidsregels onvoldoende
is verbeterd. Ik acht het onwaarschijnlijk dat een alternatieve risicometing voor
Vestia nodig zal zijn. Mijn verwachting is namelijk dat de financiële positie van
Vestia inmiddels voor het einde van het jaar zal zijn verbeterd, als gevolg van de
structurele oplossing voor Vestia.
Als onderdeel van die structurele oplossing voor Vestia, heeft in de eerste plaats
de succesvolle leningruil in 2021 de risico’s van Vestia voor het borgstelsel verminderd
en de kapitaalpositie van WSW versterkt. Deze inperking van de risico’s is echter
nog niet volledig terug te zien in de berekening van het benodigde risicokapitaal
en het Toezichtrapport 2021. In de tweede plaats behelst de structurele oplossing
de splitsing van Vestia in drie corporaties. Hierover is uw Kamer eerder al geïnformeerd10. Deze splitsing wordt momenteel uitgewerkt en zal de risico’s voor het borgstelsel
naar verwachting verder verlagen. Ik zal uw Kamer dit najaar nader informeren over
de structurele oplossing voor Vestia, in navolging op de eerdere Kamerbrieven daarover.
Voldoende beheersing van voorwaarden verstrekking leningen (beleidsregel II)
De Aw beoordeelt de naleving van beleidsregel II door WSW als voldoende. Beleidsregel
II ziet op de voorwaarden voor verstrekking van borging van geldleningen voor deelnemers.
In 2021 is de naleving van beleidsregel II door de internal auditor van WSW getoetst.
De conclusie van de internal auditor is dat beleidsregel II is nageleefd. Er zijn
twee verbeterpunten geconstateerd die WSW oppakt. De Aw heeft het rapport over de
naleving van beleidsregel II van de internal auditor als positief beoordeeld en monitort
of door WSW opvolging wordt gegeven aan de verbeterpunten.
Overleg en informatieverstrekking van WSW aan de Staat en aan VNG (beleidsregel III)
De Aw geeft aan dat WSW in voldoende mate aan beleidsregel III heeft voldaan. Die
beleidsregel heeft betrekking op het overleg met en de informatieverstrekking aan
de achtervangers.
In 2021 is volgens de Aw het overleg en de informatieverstrekking vanuit WSW verbeterd
ten opzichte van 2020. Verbeteringen in de informatiestructuur en een uitgewerkte
procesbeschrijving hebben daaraan bijgedragen. Ook ikzelf heb een verbetering waargenomen
in de informatieverstrekking van WSW aan het Rijk.
Beheerste en integere bedrijfsvoering
De Aw stelt dat sprake is van een beheerste en integere bedrijfsvoering bij WSW. In
aanvulling op de beleidsregels beoordeelt de Aw de bedrijfsvoering en controleert
zij of verbeterpunten zijn geïmplementeerd. In 2021 zijn als gevolg van een eerder
rapport van de internal auditor procesverbeteringen doorgevoerd, die door de Aw als
voldoende zijn beoordeeld.
Ten slotte
Het rapport Toezicht WSW 2021 bevestigt dat WSW in 2021 aan alle drie de beleidsregels
heeft voldaan en er sprake is van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Dit onderstreept
mijn vertrouwen in de robuustheid en veerkracht van ons borgstelsel. Op basis hiervan
kunnen corporaties in de komende jaren op een verantwoorde wijze bijdragen aan belangrijke
maatschappelijke opgaven, zoals sociale woningbouw, verduurzaming en leefbaarheid.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening