Brief regering : Verslag van internationale vergaderingen in Washington D.C. op 12, 13 en 14 oktober
26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee
Nr. 273
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2022
Hierbij stuur ik u het verslag van de vergadering van de Coalitie van Ministers van
Financiën voor klimaatactie op 12 oktober, de G20 vergadering van Ministers van Financiën
en centralebankpresidenten op 13 oktober en de bijeenkomst van het International Monetary
and Financial Committee (IMFC) op 14 oktober.
De na afloop gepubliceerde statements zijn bijgevoegd. Dit betreft een ministerieel
statement van de Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie, de G20 chair’s
summary, het IMFC chair’s statement en het IMFC-statement dat ik namens onze kiesgroep
heb uitgegeven.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Verslag van internationale vergaderingen in Washington D.C. op 12, 13 en 14 oktober
Van 12 tot 14 oktober vond de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds
(IMF) en de Wereldbank plaats in Washington D.C. Daarnaast organiseerde het Indonesische
voorzitterschap de vierde G20-bijeenkomst voor Ministers van Financiën en Centrale
Bank Presidenten (FMCBG). En marge van deze vergaderingen kwam de Coalitie van Ministers
van Financiën voor klimaatactie (CFMCA) bij elkaar. De vergaderingen stonden in het
teken van de wereldwijde (financieel-economische) uitdagingen, waaronder de gevolgen
van de Russische oorlog in Oekraïne, hoge inflatie, schuldenproblematiek en klimaatverandering.
Minister Kaag vertegenwoordigde Nederland bij het IMF, de G20 en de CFMCA. Minister
Schreinemacher nam deel aan de jaarvergadering van de Wereldbank, waarover uw Kamer
separaat wordt geïnformeerd.
Na afloop van de vergaderingen zijn er chair’s statements uitgegeven door het voorzitterschap van het International Monetary and Financial Committee (IMFC), de G20 en de CFMCA. Deze chair’s statements vormen een alternatief voor de
gezamenlijke communiqués van het IMFC en de G20 en het gezamenlijke ministeriële statement
van de CFMCA die doorgaans namens alle deelnemende landen worden uitgegeven. Net als
in het voorjaar was er geen unanimiteit over een communiqué of gezamenlijk ministerieel
statement in verband met de Russische invasie van Oekraïne.
De chair’s statements zijn, samen met de IMFC-verklaring van de Nederlands-Belgische
kiesgroep, als bijlage toegevoegd aan deze brief.
International Monetary and Financial Committee
Mondiale economie
De mondiale economische vooruitzichten zijn een belangrijk onderdeel van de IMF jaarvergadering.
De groeiverwachtingen van het IMF zijn neerwaarts bijgesteld vanwege grote internationale
uitdagingen, zoals de oorlog in Oekraïne en de resulterende hoge inflatie, die voornamelijk
door hoge energie- en voedselprijzen wordt veroorzaakt. Het IMF voorziet een mondiale
economische groei van 3,2% in 2022 en 2,6% in 20231. De mondiale groeiverwachting voor 2023 is 0,3%-punt lager dan bij de juliraming
van het IMF. Hierbij veronderstelt het IMF dat de Russische gasexport naar Europa
niet verder afneemt dan de huidige daling van 80% ten opzichte van vorig jaar, dat
inflatieverwachtingen verankerd blijven en dat verkrappend monetair beleid niet leidt
tot een wereldwijde recessie of grote onrust op de financiële markten. Naar verwachting
krijgt circa een derde van de mondiale economie op kwartaalbasis te maken met krimp
in 2022–2023.
Tijdens de vergadering bestond brede consensus dat de belangrijkste prioriteit de
bestrijding van inflatie is. Hoewel dit primair het mandaat van centrale banken is,
moeten monetair en budgettair beleid elkaar niet tegenwerken. Dit betekent dat het
steunbeleid van overheden om de koopkrachtcrisis voor kwetsbare huishoudens te verzachten
tijdelijk, gericht en voldoende restrictief moet zijn opdat de inflatie niet verder
wordt aangewakkerd.
Het IMF raamt de mondiale inflatie op 8,7% in 2022, 6,4% in 2023 en 4,1% in 2024.
Dat is een opwaartse bijstelling van respectievelijk 0,4 en 0,7%-punt in vergelijking
met de raming van juli. Om de hoge inflatie tegen te gaan hebben monetaire autoriteiten
in ontwikkelde landen en opkomende economieën de rentes verhoogd, hetgeen leidt tot
verkrappende financieringscondities. Dit kan problemen opleveren in opkomende economieën,
in het bijzonder wanneer zij te maken hebben met hoge buitenlandse valutaschulden
of een hoge externe financieringsbehoefte. Volgens het IMF kampt 60% van de lage-inkomenslanden
en 25% van de opkomende economieën met een (bijna) onhoudbare schuld.
Respons van het IMF
Het IMF benadrukte tijdens de jaarvergadering dat landen wereldwijd te maken hebben
met een opeenvolging van crises. Veel landen zijn economisch nog niet volledig hersteld
van de pandemie en worden nu geconfronteerd met hoge energieprijzen en verkrappende
financieringscondities, wat het herstel bemoeilijkt. Tijdens de IMFC vergadering wees
Managing Director Georgieva ook op schaarste en hoge prijzen van voedsel. Het IMF
heeft daarom recentelijk het bestaande instrumentarium voor noodliquiditeit uitgebreid
met het Food Shock Window voor landen die geraakt worden door de stijgende voedselprijzen of tegenvallende
inkomsten uit voedselexport. Deze Food Shock Window betreft een tijdelijke verhoging van de toegangslimieten voor het Rapid Financing Instrument (RFI) en de Rapid Credit Facility (RCF). Circa dertig landen kunnen aanspraak kunnen maken op deze window. Oekraïne was op 7 oktober het eerste land waarvoor een uitbetaling uit de food shock window werd goedgekeurd. De uitbetaling aan Oekraïne heeft een omvang van USD 1,3 mld.
Naast deze noodfinanciering werd ook breder over financiële steun aan Oekraïne gesproken.
Nederland heeft als vertegenwoordiger van de kiesgroep, waar ook Oekraïne onderdeel
van uitmaakt, opgeroepen snel een volledig IMF-programma te starten voor Oekraïne.
Na de jaarvergadering heeft het IMF bekend gemaakt te zullen starten met voorbereiding
voor Program Monitoring with Board Involvement (PMB)2. Dit houdt in dat het IMF samen met de Oekraïense autoriteiten kijkt naar mogelijke
macro-economische beleidshervormingen zonder dat daar al financiering aan gekoppeld
is. Daarmee legt de PMB vast de basis voor een mogelijk IMF-programma met financiering.
Een volledig programma zal voor implementatie aan de Executive Board van het IMF worden
voorgelegd.
Naast de acute uitdagingen werd er ook gesproken over de meer structurele uitdagingen
waar lidstaten mee te maken hebben. Zo werd expliciet benoemd dat de gevolgen van
klimaatverandering zich steeds duidelijker manifesteren. Het IMF wil het lidmaatschap
ondersteunen bij het voorkomen van toekomstige betalingsbalansproblemen als gevolg
van klimaatverandering of pandemieën en daarom werd tijdens de jaarvergadering officieel
besloten de Resilience and Sustainability Trust, waaraan Nederland voornemens is SDR 1,2 mld. bij te dragen, te operationaliseren.
Barbados, Costa Rica en Rwanda hebben als eerste landen overeenstemming bereikt met
de staf van het IMF over een RST-programma. De aanvragen zullen de komende weken worden
voorgelegd aan het bestuur van het IMF.
Tenslotte werd er gesproken over de 16e quotaherziening van het IMF. Veel landen spraken steun uit om in december volgend
jaar de 16e quotaherziening af te ronden. Bij die herziening wordt gekeken naar de gewenste omvang
van het IMF, het aandeel van quota in de financiering van het IMF, en de quota-verhoudingen
binnen het IMF, die bepalend zijn voor de stemverhoudingen.
G20 bijeenkomst van Ministers van Financiën en Centralebankpresidenten
Op 12 en 13 oktober jl. vond de vierde G20-vergadering van Ministers van Financiën
en presidenten van centrale banken (Finance Ministers and Central Bank Governors, FMCBG) onder het Indonesisch G20-voorzitterschap plaats. De bijeenkomst werd georganiseerd
tegen een achtergrond van een onzeker en uitdagend macro-economisch landschap. Hoe
de internationale gemeenschap op de mondiale uitdagingen kan reageren was dan ook
het hoofdthema van de gesprekken.
G20-leden waren het met elkaar eens dat inflatiebestrijding een prioriteit moet zijn.
Dat vereist niet alleen aan dat centrale banken zich richten op het bestrijden van
de hoge inflatie, maar ook dat Ministeries van Financiën terughoudend zijn in de verlening
van steun. Gebrek aan daadkracht zou kunnen leiden tot een ontankering van inflatieverwachtingen,
wat vervolgens forsere monetaire verkrapping noodzakelijk zou kunnen maken. Begrotingsbeleid
kan worden ingezet om de meest kwetsbare bevolkingsgroepen te helpen, mits deze steun
gericht en tijdelijk van aard is. Met die opzet wordt niet alleen het tegenstrijdig
effect van expansief beleid beperkt, maar ook de verslechtering van de publieke begrotingsposities.
Tijdens de gesprekken is stilgestaan bij de verdere versterking van de internationale
financiële architectuur. In dat kader sprak Nederland steun uit voor het G20-onderzoek
naar de kapitaaltoereikendheidsraamwerken (capital adequacy frameworks) van multilaterale ontwikkelingsbanken, en verdere (tijdige) discussie over de implementatie
van de aanbevelingen die daaruit voortvloeien. Ook werd aandacht besteed aan de schuldenproblematiek
in opkomende economieën en lage inkomenslanden. Door de verkrapping van financieringscondities
wordt de budgettaire positie van veel van deze landen onder druk gezet. Nederland
en andere G20-landen benadrukten daarom het belang van spoedige herstructurering van
de schulden van de drie landen die een Common Framework3-behandeling hebben aangevraagd (Tsjaad, Zambia en Ethiopië). Ook het belang van coördinatie
bij schuldherstructurering in midden-inkomenslanden, waar het Common Framework niet
van toepassing is, werd onderstreept.
Tijdens de G20-vergadering was veel aandacht voor het belang van energiezekerheid.
Enkele landen benadrukten dat de Russische oorlog in Oekraïne ten grondslag ligt aan
de huidige hoge energieprijzen. Nederland onderstreepte dit en gaf daarnaast aan dat
maatregelen voor energiezekerheid niet ten koste mogen gaan van de mondiale ambities
om (de risico’s van) klimaatverandering aan te pakken. Nederland, evenals de meeste
andere G20-landen, sprak steun uit voor het G20 Sustainable Finance Report en onderstreepte daarnaast het belang van adequate betrokkenheid van de private sector
bij het financieren van de klimaattransitie. In het chair’s statement wordt gerefereerd
aan de breed gedragen toewijding aan de klimaataanpak. Dat vraagt om de inzet van
een breed beleidsinstrumentarium, waaronder CO2-beprijzing.
G20-leden, waaronder Nederland, hebben wederom steun uitgesproken voor de aanpak om
het internationale belastingstelsel te hervormen. Het akkoord hierover, dat in 2021
is bereikt, leunt op twee pijlers. De eerste pijler van het akkoord regelt een andere
verdeling van winsten en heffingsrechten tussen landen voor de grootste en meest winstgevende
multinationals, waaronder grote digitale bedrijven. De tweede pijler van het akkoord
bevat afspraken over een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing bij multinationals.
Landen hebben aangegeven dat het van belang is dat, tegen de concrete tijdslijnen
die hierbij zijn vastgesteld, we voortgang blijven maken op beide pijlers.
Coalitie van Ministers voor Financiën voor klimaatactie
Op 12 oktober vond de achtste ministeriële vergadering van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action (CFMCA) plaats. Tijdens deze vergadering is aangekondigd dat Nederland is verkozen
tot co-voorzitter van de Coalitie4. Dit betekent dat Nederland vanaf april 2023 het co-voorzitterschap van Finland zal
overnemen en samen met Indonesië de Coalitie zal voorzitten. Nederland kijkt uit naar
het voorzitten van deze coalitie, waar meer dan 75 leden kennis en ervaringen uitwisselen
over de rol die Ministers van Financiën kunnen spelen bij klimaatbeleid.
Het thema van de vergadering was de groene transitie. Landen reflecteerden op de macro-economische
uitdagingen en gevolgen van de groene transitie en de rol die Ministers van Financiën
hierbij kunnen spelen. Het zwaartepunt van de discussie lag op de balans tussen energiezekerheid
en betaalbaarheid enerzijds en de urgentie van de transitie naar een net-zero energievoorziening
anderzijds. Nederland benadrukte het belang van het bestrijden van klimaatverandering
en de noodzaak om hiervoor een breed pakket aan beleidsinstrumenten in te zetten.
Ministers van Financiën hebben verschillende instrumenten in handen om hieraan bij
te dragen, zoals het beprijzen van vervuilende activiteiten en subsidiëren van vergroening.
Hiermee dragen Ministers van Financiën ook bij aan het creëren van de randvoorwaarden
voor het opschalen van de vereiste private investeringen in verduurzaming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën