Brief regering : Reactie op verzoeken commissie over het rapport van de Commissie Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie en over een brief derde inzake schadevergoeding met betrekking tot chroom-6

Nr. 13
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2022

In uw brief van 13 oktober jl., verzoekt u mij, namens de Vaste Commissie voor Defensie,
om uiterlijk 1 november a.s. een schriftelijke reactie te zenden op het rapport van
de Commissie Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie, indien het rapport tijdig aan Defensie
wordt aangeboden. In het commissiedebat veiligheid en integriteit Defensie van 20 oktober
jl. heb ik aangegeven het rapport op niet al te lange termijn te verwachten. Na contact
met de voorzitter van de onafhankelijke commissie, prof. dr. G.J.J. Heerma van Voss,
kan ik u mededelen dat de commissie verwacht het rapport in de week van 28 november
a.s. aan mij aan te bieden. Na ontvangst zal ik het rapport terstond aan uw Kamer
versturen. Na het bestuderen van het rapport ontvangt uw Kamer een inhoudelijke reactie.

In uw brief van 18 oktober jl., verzoekt u mij verder, namens de Vaste Commissie voor
Defensie, uiterlijk 2 november a.s. een schriftelijke reactie te geven op de bij uw
brief gevoegd (geanonimiseerde) bericht van een derde inzake een schadevergoeding
voor gezondheidsschade door chroom-6. Het bericht van deze derde heb ik ook rechtstreeks
ontvangen. Samengevat wordt in dit bericht gepleit voor een vergoeding voor alle werkenden
die bij Defensie blootgesteld hebben gestaan aan gevaarlijke stoffen en waarbij Defensie
de zorgplicht heeft geschonden. Daarbij maakt het niet uit of zij daardoor ziek zijn
geworden of niet. Gezien de vragen die voorliggen bij de commissie Heerma van Voss,
wacht ik met een inhoudelijke reactie op het bericht van de derde tot ik dit rapport
heb bestudeerd.

De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat