Brief regering : Voortgang compensatieprojecten gemeenschap Hawija, Irak
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 918
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2022
Conform toezegging aan de vaste commissie voor Defensie1, informeer ik u hierbij over de voortgang van de compensatieprojecten voor de gemeenschap
                  in Hawija, Irak. Deze brief volgt op de brief van 22 april 2022 (Kamerstuk 27 925, nr. 899). Ik ga hieronder in op de uitvoering van de opgestelde plannen en de specifieke
                  besteding van de toegezegde middelen.
               
Vergoeding getroffen gemeenschap Hawija
Op 15 december 2020 is de Kamer geïnformeerd dat door een tweetal gerenommeerde organisaties
                  in opdracht van Nederland projecten worden uitgevoerd ten gunste van de gemeenschap
                  in Hawija, die in de nacht van 2 op 3 juni 2015 werd getroffen door een Nederlandse
                  wapeninzet (Kamerstuk 27 925, nr. 766). Het betreft projecten van de International Organization for Migration (IOM) en het United Nations Development Programme (UNDP) – Funding Facility for Stabilization (FFS).
               
Project IOM
Het contract met IOM is in april 2021 ondertekend en in mei 2021 is het project gestart.
                  Het project heeft een looptijd tot en met 31 oktober 2022. De hoofddoelstelling van
                  het project is bij te dragen aan het post-conflict herstel van het district Hawija,
                  door de infrastructuur te herstellen ter bevordering van het economisch herstel, door
                  het scheppen van werkgelegenheid en het herstel van basisvoorzieningen. De lokale
                  gemeenschap en autoriteiten worden nauw bij iedere stap van het proces betrokken,
                  om het project zo goed mogelijk te laten aansluiten op de behoeften van de begunstigden.
               
Het project van IOM bestaat grofweg uit drie componenten: herstel van de industriële
                  infrastructuur, herstel van de landbouwinfrastructuur en puinruimen in de industriële
                  zone. Met betrekking tot het herstel van de industriële infrastructuur had IOM aanvankelijk
                  ± 170 bedrijfspanden (waaronder winkels, showrooms, werkplaatsen) geïdentificeerd
                  voor herstelwerkzaamheden. Dit is gedurende deze rapportageperiode naar boven bijgesteld
                  naar ± 260. Dat was mogelijk omdat er financiële middelen konden worden overgeheveld
                  vanuit het bedrag dat aanvankelijk was begroot voor herstel van de landbouwinfrastructuur
                  (zie hieronder). Alle eigenaren van de bedrijfspanden ontvangen van IOM een subsidiebedrag
                  waarmee zij het herstel binnen een bepaalde termijn kunnen uitvoeren. Inmiddels hebben
                  60 van de 260 pandeigenaren de herstelwerkzaamheden volledig afgrond, waardoor deze
                  bedrijven nu weer volledig operationeel zijn. IOM verwacht dat de overige 200 pandeigenaren
                  de herstelwerkzaamheden in oktober af kunnen ronden.
               
Parallel hieraan werkt IOM aan herstel van de landbouwinfrastructuur. IOM heeft in
                  de vorige periode meerdere focusgroepen en key informant interviews georganiseerd om de behoeften van de gemeenschap te identificeren. Hieruit
                  kwam naar voren dat de huidige landbouwinfrastructuur ontbrekende en/of beschadigde
                  sluizen bevat, wat de distributie en stroming van het irrigatiewater beïnvloedt. IOM
                  heeft uiteindelijk zeven projecten kunnen identificeren, inclusief het herstel van
                  drie verschillende irrigatiekanalen in Hawija middels het leveren en installeren van
                  nieuwe sluisdeuren en hijssystemen. Ook zullen twintig winkelpanden op de lokale groentemarkt
                  worden hersteld om de afzet van producten te bevorderen. Omdat er minder projecten
                  konden worden geïdentificeerd dan aanvankelijk was voorzien, is het begrootte bedrag
                  voor deze projecten naar beneden bijgesteld. Via een cash-for-work (CfW) programma zullen naar verwachting 180 mensen aan deze projecten werken. Op
                  basis van het huidige projectvoorstellen, verwacht IOM circa 1500 begunstigden (werknemers
                  in de agrarische productieketen).
               
Voor het puinruimen in de industriële zone is in mei 2022 een CfW-programma van start
                  gegaan, waaraan 220 mensen meewerken. Vanaf mei is men aan de slag gegaan met het
                  fijnmaken, sorteren en voorbereiden van puin voor verwerking in de puinruimer. De
                  werkzaamheden vinden plaats op twee door de autoriteiten veilig verklaarde locaties
                  met inachtneming van de veiligheid en beveiliging van de arbeiders. Uiteindelijk zullen
                  twee grote delen van het industriegebied door deze werkzaamheden van puin worden vrijgemaakt.
                  Het verwerkte puin kan vervolgens onder meer worden gebruikt door de gemeente voor
                  de aanleg van wegen.
               
Project UNDP
Het contract met UNDP/FSS is in juli 2021 ondertekend. De projectuitvoering is daaropvolgend
                  gestart. De hoofddoelstelling van het project is het verbeteren van het elektrische
                  distributienetwerk van Hawija, ten gunste van het industriegebied en de omliggende
                  woonwijk. Het project van UNDP bestaat uit twee componenten. Enerzijds werkzaamheden
                  aan het elektriciteitsdistributienetwerk, anderzijds het installeren van een extra
                  mobiel onderstation. Dit onderstation is bedoeld om het beschikbare vermogen te stabiliseren
                  en reguleren zodat het ook de zware industrie stabiel kan faciliteren en dat verschillende
                  apparatuur, inclusief hoogspanningsapparatuur, kan worden gebruikt zonder beschadigd
                  te raken.
               
Zoals in de vorige rapportage is aangegeven zijn de werkzaamheden voor het herstel
                  van het elektriciteitsdistributienetwerk reeds afgerond. Er zijn 325 elektriciteitspalen
                  geplaatst en twintig transformatoren. Het netwerk is nu overgedragen aan de eindgebruiker.
                  Zij zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en eventuele uitbreiding. De twintig
                  geïnstalleerde transformatoren hebben er toe geleid dat de stroomaanlevering in het
                  industriegebied is gestabiliseerd.
               
De fabrieksfabricage van het mobiele onderstation is in deze rapportageperiode voltooid.
                  De testfase van het onderstation duurde langer dan gepland vanwege bureaucratische
                  processen in Irak. Het onderstation is inmiddels in Hawija gearriveerd en wordt momenteel
                  geïnstalleerd en getest. UNDP verwacht alle nog benodigde werkzaamheden betreffende
                  het onderstation dit kalenderjaar af te kunnen ronden. Omdat de levering van het onderstation
                  enige vertraging opliep heeft UNDP in augustus een budgetneutrale verlenging van de
                  looptijd van het project aangevraagd tot 31 december 2022. Deze verlenging is toegekend.
               
Contact met de lokale autoriteiten en gemeenschap
IOM en UNDP betrekken de lokale autoriteiten en inwoners van Hawija bij de uitvoering
                  van hun projecten om te zorgen dat deze zo goed mogelijk aansluiten op de lokale behoefte.
                  Beide organisaties hebben regelmatig contact met de Iraakse autoriteiten op verschillende
                  niveaus, waaronder de gemeente Hawija, de provincie Kirkuk en verschillende ministeries.
                  Zo werkt UNDP nauw samen met de gouverneur van Kirkuk en het Iraakse Ministerie van
                  Elektriciteit. Ook informeert UNDP de gemeente van Hawija consequent over de voortgang.
                  IOM heeft contact met het Iraakse Ministerie voor Mijnactie en de gemeente van Hawija.
                  IOM nodigt de burgemeester van Hawija met regelmaat uit voor besprekingen.
               
Projectverloop
IOM en UNDP streven ernaar de afgesproken projectdoelstellingen binnen de afgesproken
                  tijdspaden te behalen, met een budgetneutrale verlenging voor het project van UNDP
                  tot 31 december 2022. Zoals in de eerdere brief aan uw Kamer gemeld hebben beide organisaties
                  op verschillende fronten vertraging ondervonden ten aanzien van hun oorspronkelijke
                  projectplanning. Dergelijke ontwikkelingen zijn niet ongebruikelijk en beide projectorganisaties
                  hebben ruimschoots ervaring in hoe hiermee om te gaan.
               
Het kabinet is zich er van bewust dat het voltooien van werkzaamheden in deze regio
                  uitdagingen met zich meebrengt en er ontwikkelingen kunnen optreden die de planning
                  beïnvloeden. Voorop staat dat de hoofddoelstellingen moeten worden behaald.
               
Financiering
In totaal is een bedrag van $ 5.398.323 (€ 4.424.855) aan de projecten van IOM en
                  UNDP besteed, waarvan $ 3.640.777 aan IOM en $ 1.757.546 aan UNDP. Beide projecten
                  zijn gefinancierd in twee termijnen. De eerste termijnbetalingen zijn bij de start
                  van de projecten voldaan. Voor IOM bedroeg de eerste termijnbetaling $ 3 miljoen,
                  voor UNDP $ 1.25 miljoen. Beide organisaties hebben inmiddels tevens het resterende
                  bedrag ontvangen.
               
Monitoring en rapportage
Het Ministerie van Defensie heeft contractafspraken met UNDP en IOM waar monitoring
                  en rapportage een onderdeel van zijn. Beide organisaties rapporteren ieder kwartaal
                  over de voortgang van de projecten. Ook is er geregeld tussentijds contact tussen
                  het Ministerie van Defensie, de Nederlandse ambassade in Irak, UNDP en IOM over de
                  uitvoering van de projecten. Beide organisaties zullen tevens voorzien in een eindrapportage.
               
Op respectievelijk 9 en 27 juni jl. heb ik ook persoonlijk kennisgenomen van de voortgang
                  van de projecten van UNDP en IOM in de vorm van een virtueel werkbezoek. Ik bied de
                  vaste commissie voor Defensie hierbij aan om na afronding van beide projecten een
                  soortgelijk virtueel werkbezoek af te leggen. UNDP en IOM hebben aangegeven een dergelijk
                  werkbezoek te kunnen faciliteren.
               
De toezegging aan de vaste commissie van Defensie is dat ik u, namens het kabinet,
                  halfjaarlijks informeer over de uitvoering van de projecten en zo vaak als er relevante
                  ontwikkelingen zijn. Ik verwacht u binnen een half jaar te kunnen informeren over
                  de eindresultaten van beide projecten.
               
De Minister van Defensie,
                  K.H. Ollongren
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 K.H. Ollongren, minister van Defensie
