Brief regering : Beleidsdoorlichting begrotingsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid
32 861 Beleidsdoorlichting Infrastructuur en Waterstaat
Nr. 76
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2022
Hierbij informeer ik u over de opzet van de beleidsdoorlichting van begrotingsartikel
14 Wegen en Verkeersveiligheid van Hoofdstuk XII van de rijksbegroting. Hierbij zullen
ook de relevante onderdelen van het Mobiliteitsfonds worden betrokken. In overeenstemming
met de wens van uw Kamer informeer ik u, voorafgaand aan de start van de beleidsdoorlichting,
over de opzet hiervan. Het doel van de beleidsdoorlichting is om een beeld te krijgen
van de mate van doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid dat valt
onder het huidige begrotingsartikel 14, inclusief de relevante onderdelen van het
Mobiliteitsfonds, en wat de mogelijkheden zijn om het beleid te verbeteren. In deze
brief wordt achtereenvolgens ingegaan op de doelstelling van het beleid, de scope
van de beleidsdoorlichting, de borging van kwaliteit en onafhankelijkheid en de planning.
1 Doelstelling van beleid
De beleidsdoorlichting van artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid vindt plaats op
basis van de algemene doelstelling die in de IenW-begroting van 2022 in artikel 14
als volgt is geformuleerd:
«Het Ministerie van IenW streeft ernaar om weggebruikers zo veilig, snel, betrouwbaar
en duurzaam mogelijk van A naar B te laten reizen.»
Daarvoor worden verschillende instrumenten ingezet zoals: regelgeving, investeringen
en toezicht. IenW werkt toe naar een modern, schoon en goed functionerend verkeerssysteem
en ontwikkelt een hoofdwegennet dat bijdraagt aan de economische en ruimtelijke ontwikkeling
van Nederland en dat voldoet aan de milieu en klimaatnormen. Daarnaast wordt ingezet
op een landelijke afname van het aantal verkeersslachtoffers. Om deze doelen te bereiken
werkt IenW samen met medeoverheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
2 Scope van de beleidsdoorlichting
De beleidsdoorlichting zal worden opgesteld in overeenstemming met de voorwaarden
uit de Regeling periodiek evaluatieonderzoek 20221 voor periodieke rapportages. Bij de doorlichting zal ook worden nagegaan hoe IenW
is omgegaan met de aanbevelingen uit de vorige beleidsdoorlichting HXII art. 14 Wegen
en Verkeersveiligheid 2017 over de periode 2011 tot 20152. Het doel is om een uitspraak te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van
het gevoerde beleid in de periode 2016 tot 2022.
Hierbij zal specifiek aandacht worden besteed aan de operationele doelstellingen en
indicatoren van het begrotingsartikel. Dit was als een belangrijke aanbeveling naar
voren gekomen uit de voorgaande beleidsdoorlichting en ook de Kamer heeft aangegeven
hier behoefte aan te hebben. In de aangekondigde Mobiliteitsvisie zal tegen deze achtergrond
ook ingegaan worden op het definiëren van heldere overkoepelende beleidsdoelstellingen
voor het mobiliteitssysteem om in de basiskwaliteit van bereikbaarheid te voorzien.
Dit doen we voorafgaand aan het strategisch debat dat de Tweede Kamer in het voorjaar
van 2023 wil voeren.
De beleidsdoorlichting betreft de volle breedte van artikel 14 en richt zich op de
uitgaven aan (1) het hoofdwegennetwerk, (2) de verkeersveiligheid en (3) slimme en
duurzame mobiliteit. Deze uitgaven hebben voornamelijk de vorm van opdrachten, subsidies
en bijdragen aan agentschappen. Ook zijn twee artikelen uit het Mobiliteitsfonds (Rijksbegroting
hoofdstuk A) bij de beleidsdoorlichting betrokken: artikel 12 Hoofdwegennet en artikel 17
Megaprojecten Verkeer en Vervoer.
Op artikel 12 van het Mobiliteitsfonds (MF) worden de producten op het gebied van
Rijkswegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen exploitatie, onderhoud en vernieuwing,
ontwikkeling, geïntegreerde contractvormen/PPS, en netwerkgebonden kosten. Deze producten
zijn gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 14
Wegen en Verkeersveiligheid op de begroting Hoofdstuk XII.
Onder artikel 17 vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer: Hogesnelheidslijn-Zuid,
Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Programma ERTMS, Zuidasdok, Programma Hoogfrequent
Spoorvervoer. Voor de beleidsdoorlichting artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid is
alleen een beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid van uitgaven in het
kader van het megaproject Zuidasdok relevant.
Er is gekozen om de volgende onderdelen binnen hoofdstuk XII artikel 14, en IF artikel 12
en artikel 17 niet mee te nemen binnen de beleidsdoorlichting:
1. Lucht en Geluid
2. Duurzame Mobiliteit
3. Zuidasdok
De onderwerpen Lucht en Geluid worden niet meegenomen in de aanstaande beleidsdoorlichting
artikel 14. Voor Geluid is de beleidsdoorlichting in de eindfase, het eindrapport
wordt opgesteld. Die doorlichting is conform wens van de Kamer integraal opgepakt:
zij richt zich op het onderdeel Geluid van artikel 20 én op artikel 14 en 16 (inclusief
Infrastructuurfonds) voor zover die betrekking hebben op Geluid. Voor het onderwerp
Lucht heeft de Kamer in 2019 de rapportage van de beleidsdoorlichting over het Nationaal
Samenwerkingsprogramma Lucht3 ontvangen.
De uitgaven in het kader van Duurzame Mobiliteit zijn de afgelopen jaren flink toegenomen
als gevolg van het nationale Klimaatakkoord. Deze middelen zijn niet alleen afkomstig
uit begrotingsartikel 14, waardoor er een versnipperd beeld dreigt te ontstaan over
de doelmatigheid en doeltreffendheid als alleen wordt geëvalueerd op basis van dit
begrotingsartikel. In 2024 zal een integrale beleidsdoorlichting over het klimaatbeleid
worden uitgevoerd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Het programma Zuidasdok betreft meerdere modaliteiten met beleidsdoelstellingen uit
verschillende begrotingsartikelen waardoor een evaluatie uitsluitend vanuit het perspectief
van artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid mogelijk een vertekend beeld oplevert.
Ook zullen de komende periode nog een aantal belangrijke bestuurlijke beslissingen
moeten worden genomen over de verdere aanpak van het programma. Er is voor gekozen
om dit project op dit moment niet te betrekken bij de beleidsdoorlichting, de Kamer
zal later dit jaar nog worden separaat worden geïnformeerd over de laatste stand van
zaken van het programma Zuidasdok4.
3 Borging kwaliteit en onafhankelijkheid
Onderzoeksmethode
Een beleidsdoorlichting betreft een syntheseonderzoek naar de doeltreffendheid en
de doelmatigheid van een substantieel, samenhangend deel van het beleid. In deze beleidsdoorlichting
wordt daarbij gebruik gemaakt van eerder uitgevoerde (evaluatie)onderzoeken, monitoring,
rapportages en andere bronnen. Verwacht wordt dat er voldoende verantwoordingsinformatie
is om hierover in de komende beleidsdoorlichting een uitspraak te kunnen doen (zie
bijlage 1 Overzicht Beleidsdocumenten en Evaluaties/onderzoeken). Het onderzoek zal
door middel van een beleidsreconstructie een beschrijving geven van de doelstellingen
van het gevoerde beleid en aangeven in hoeverre de daarmee samenhangende uitgaven
doeltreffend en doelmatig zijn geweest. Daarbij zal ook aandacht worden geschonken
aan mogelijke verbeteringen hiervan.
Onderzoeksorganisatie
Er zal een aanbestedingstraject worden gestart voor een onderzoeksbureau dat het syntheseonderzoek
zal uitvoeren conform de RPE. Het onderzoeksbureau zal aangestuurd worden door een
projectteam dat is samengesteld uit verschillende dienstonderdelen van het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat. Het projectteam ziet erop toe dat het onderzoek
volgens voorstel en planning verloopt. Het projectteam zorgt er ook voor dat alle
relevante belanghebbenden, zoals medeoverheden en betrokken instanties (waaronder
het KiM) bij de beleidsdoorlichting worden betrokken.
Onafhankelijk expert
Aan een onafhankelijk deskundige zal worden gevraagd een oordeel te geven over het
uitgevoerde onderzoek. Deze zal in een vroeg stadium van de uitvoering van de beleidsdoorlichting
worden betrokken. De opdracht aan de onafhankelijk deskundige richt zich op het geven
van een oordeel over de wijze waarop de beleidsdoorlichting wordt opgezet en is uitgevoerd,
waarbij getoetst wordt aan de in de RPE gestelde kwaliteitseisen. De bevindingen van
de deskundige zullen samen met het eindrapport van de beleidsdoorlichting aan uw Kamer
worden gezonden.
4 Planning
De afronding van de beleidsdoorlichting staat geprogrammeerd voor 2023. Ik verwacht
het resultaat van de beleidsdoorlichting en de bevindingen van de onafhankelijk deskundige
in de tweede helft van 2023 aan uw Kamer te kunnen aanbieden, voorzien van een beleidsreactie.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
BIJLAGE 1 OVERZICHT BELEIDSDOCUMENTEN EN EVALUATIES/ONDERZOEKEN5
Beleidsdocumenten
− Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (2022)
− Comptabiliteitswet (2016)
− Hoofdstuk XII begroting en jaarverslag (2016–2022)
− Bijlage A Mobiliteitsfonds begroting en jaarverslag (2016–2022)
Evaluaties en onderzoeken Wegen en Verkeersveiligheid
Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid
− NMCA 2017 – (2017 – Kamerstuk 31 305, nr. 229)
− Integrale Mobiliteitsanalyse (2021 – Kamerstuk 31 305 en 29 984, nr. 328)
Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid
− Onderzoek naar mee- en tegenvallers in aanlegprojecten (2022 – Rapport AT Osborne)
− Doorlichting RWS (2022 – Kamerstuk 25 268, nr. 206)
− Programma Beter Benutten vervolg (2018 – Kamerstuk 35 000 A, nr. 78)
− Vierde Wettelijke Evaluatie RDW (2017 – Kamerstuk 25 268, F)
− Evaluatie Kennisplatform tunnelveiligheid (2020 – Rapport TwynstraGudde)
− Recidive na het CBR-onderzoek alcohol (2020 – Rapport WODC)
− MIRT overzicht (2023 – Kamerstuk 36 200 A, nr. 4)
− Rapportage Rijkswegennet (2022 – Kamerstuk 35 925 A, nr. 83)
− Voortgangsrapportage Traccéwetplichtige projecten (2022 – Kamerstuk 35 925 A, nr. 34)
Overig onderzoek
− Staat van verkeersveiligheid (2020 – Rapport SWOV)
− Kansrijk Mobiliteitsbeleid (2020 – Rapport CPB en PBL)
− Kansrijk Mobiliteitsbeleid (2016 – Rapport CPB en PBL)
− Toelichting van MKBA’s voor gebiedsontwikkeling (2019 – Rapport CPB)
− Alternatieven voor het huidige stelsel medische rijgeschiktheid (2020 – Rapport SWOV)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat