Nota van wijziging : Vierde nota van wijziging
36 202 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)
Nr. 28
                   VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
            
Ontvangen 26 oktober 2022
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
a. Na onderdeel N wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Na
In artikel 3.93, eerste lid, onderdeel a, wordt «huwelijk» vervangen door «partnerschap»
                  en wordt «door echtscheiding is ontbonden» vervangen door «anders dan door overlijden
                  is geëindigd».
               
b. Na onderdeel W wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Wa
In artikel 4.2 wordt «huwelijk» vervangen door «partnerschap» en wordt «door echtscheiding
                  is ontbonden» vervangen door «anders dan door overlijden is geëindigd».
               
2
In artikel IX, onderdeel H, onder 1a, wordt «1,92%» vervangen door «3%».
3
Na artikel X, onderdeel C, onder 1, wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:
1a. In het derde lid, onderdeel a, wordt «3%» vervangen door «1,92%».
4
Na artikel XL wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel XLA
De Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2 vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel
                  i door een punt, onderdeel j.
               
B
In artikel 6 «limonade en water, mineraalwater en spuitwater voor zover niet vallend
                  onder GN-code 2201,» vervangen door «mineraalwater en limonade».
               
C
Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8
1. Onder mineraalwater wordt verstaan:
a. natuurlijk en kunstmatig mineraalwater;
b. spuitwater;
c. water dat kennelijk is bestemd voor inwendig gebruik door de mens, in kleinhandelsverpakking
                     of in een verpakking die is bestemd voor afnemers die daaruit water voor gebruik ter
                     plaatse afleveren.
                  
2. Als mineraalwater wordt niet aangemerkt nooddrinkwater dat door drinkwaterbedrijven
                     in voorraad wordt gehouden en dat bij een verstoring van de drinkwatervoorziening
                     anders dan door middel van een distributienet wordt geleverd aan consumenten of andere
                     afnemers.
                  
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot
                     de aard van en de aanduiding op de verpakking van het in het tweede lid bedoelde nooddrinkwater.
                  
5
Aan artikel LIX worden twee leden toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdelen Na en Wa, in werking
                     op het tijdstip waarop artikel I van de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen
                     in werking treedt.
                  
5. In afwijking van het eerste lid treedt artikel XLA in werking op een bij koninklijk
                     besluit te bepalen tijdstip dat niet ligt voor 1 januari 2029.
                  
I. Algemene toelichting
               
1. Beperking gevolgen van aanstaande uitbreiding aanverwantschap
               
In de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen zijn diverse maatregelen opgenomen
                  om de uitvoerbaarheid van toeslagen te verbeteren. Daarnaast bevat die wet – in lijn
                  met een op dit punt voor de toeslagen opgenomen maatregel – een maatregel op grond
                  waarvan voor de inkomstenbelasting de aanverwantschap1 bij voormalige partners in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001),
                  net zoals bij voormalige gehuwden al het geval is, doorloopt na het einde van het
                  fiscale partnerschap. Daarmee wordt onder andere bewerkstelligd dat voor kinderen
                  van de ex-partner dezelfde voorwaarden gelden als voor een kind van een ex-echtgenoot.
                  De genoemde maatregel treedt bij koninklijk besluit in werking. Het is de bedoeling
                  dat dit per 1 januari 2023 plaatsvindt.
               
De genoemde wijziging zou echter onbedoeld tot een verruiming voor de terbeschikkingstellingregeling,
                  de lucratiefbelangregeling2 en het aanmerkelijkbelangregime3 leiden. Voor die regelingen zou de aanverwantschap namelijk voor voormalige fiscale
                  partners ruimer zijn dan voor voormalige gehuwden. Dit acht het kabinet onwenselijk.
                  Met de in deze nota van wijziging opgenomen wijzigingen wordt dit onbedoelde gevolg
                  voorkomen en de fiscale behandeling van aanverwanten op grond van huwelijk en fiscaal
                  partnerschap gelijk gehouden voor de hiervoor genoemde regelingen.
               
2. Verhogen vrije ruimte WKR
               
In de (eerste) nota van wijziging4 is met ingang van 1 januari 2023 een structurele verhoging opgenomen van de vrije
                  ruimte in de werkkostenregeling (WKR) over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom
                  van 0,22%-punt waardoor het percentage 1,92% wordt. Tijdens de Algemene Politieke
                  Beschouwingen heeft de Tweede Kamer een motie van het lid Wilders5 en een motie van de leden Hermans en Heerma6 aangenomen waarin wordt opgeroepen de WKR te verruimen, respectievelijk de WKR in
                  2023 eenmalig te verruimen tot 3%. Zoals reeds door de Minister-President is aangegeven
                  tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen voert het kabinet deze moties uit en dekt
                  deze uit het Nationaal Groeifonds. Met de in deze nota van wijziging opgenomen aanpassing
                  wordt de vrije ruimte voor het jaar 2023 dan ook verder verruimd tot 3% over de eerste
                  € 400.000 van de fiscale loonsom. Vanaf 2024 vervalt de tijdelijke verhoging en geldt
                  het percentage van 1,92%.
               
Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie
Met de verruiming van de vrije ruimte tot een loonsom van € 400.000 worden bedrijven
                  met weinig werknemers of met werknemers met lagere lonen tegemoetgekomen voor de gestegen
                  kosten van vergoedingen en verstrekkingen. Dit maakt de maatregel doeltreffend. Tegelijkertijd
                  profiteren ook alle overige werkgevers van de verruiming. De maatregel is daarom beperkt
                  doelmatig. De verruiming zal worden meegenomen bij de voorgenomen evaluatie van de
                  WKR in 2023.
               
3. Uitzondering mineraalwater van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
               
Er wordt in het wetsvoorstel een nieuwe fiscale regeling voorgesteld: het uitzonderen
                  van bepaalde vormen van water van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.
                  De uitwerking van deze uitzondering wordt in het kalenderjaar 2026 geëvalueerd. Indien
                  deze evaluatie negatief uitvalt zal met ingang van 1 januari 2029 bepaalde vormen
                  van water opnieuw met verbruiksbelasting worden belast, conform de thans geldende
                  wetgeving. Indien de uitwerking van de genoemde uitzondering positief wordt geëvalueerd,
                  zal het uitzonderen van water van de verbruiksbelasting niet worden beëindigd.
               
4. Budgettaire aspecten
               
De wijzigingen hebben geen budgettaire consequenties, tenzij anders hieronder is toegelicht.
Verhogen vrije ruimte WKR
Het tijdelijk verruimen van de vrije ruimte in de werkkostenregeling naar 3% over
                  de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom kost € 193 miljoen. De derving is in verhouding
                  lager dan bij een permanente verruiming het geval is, omdat werkgevers bij een tijdelijke
                  verruiming minder gelegenheid hebben om arbeidsvoorwaarden aan te passen.
               
Horizonbepaling uitzondering mineraalwater van de verbruiksbelasting van alcoholvrije
                     dranken
De budgettaire derving van het uitzonderen van mineraalwater bedraagt structureel
                  € 52 miljoen. Als de uitzondering eindigt, levert dit € 52 miljoen op die relevant
                  is voor het inkomstenkader. Indien de uitzondering niet eindigt en de realisaties
                  afwijken van de raming in het Belastingplan 2023, is dat verschil relevant voor het
                  inkomstenkader.
               
6. Uitvoeringsgevolgen
               
De wijzigingen in deze nota van wijziging worden beoordeeld met de uitvoeringstoets.
                  Voor de maatregelen beperking gevolgen van aanstaande uitbreiding aanverwantschap
                  en horizonbepaling uitzondering mineraalwater van de verbruiksbelasting van alcoholvrije
                  dranken geldt dat de uitvoeringstoetsen op korte termijn zullen worden nagestuurd.
               
Voor de maatregel verhoging vrije ruimte WKR geldt dat de uitvoeringstoets die is
                  opgesteld bij de eerste nota van wijziging op het Belastingplan 2023 onverkort van
                  toepassing is.
               
7. Gevolgen voor burgers en bedrijfsleven
               
De introductie van de mogelijkheid van beëindiging van de uitzondering van mineraalwater
                  heeft geen administratieve gevolgen voor burgers en beperkte gevolgen voor de administratieve
                  lasten van bedrijven. De mogelijke administratieve lasten voor bedrijven zien op het
                  invoeren van een tarief voor mineraalwater per 1 januari 2029. Zoals is opgemerkt
                  in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Belastingplan 2023 wordt de verhoging
                  van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken geëvalueerd in 2026. De uitzondering
                  van mineraalwater maakt onderdeel uit van de evaluatie. Indien een tarief voor mineraalwater
                  zou worden ingevoerd met ingang van 1 januari 2029 is dit tijdig bekend bij het bedrijfsleven.
                  Hiernaast onderzoekt het kabinet op dit moment of en zo ja hoe, op termijn een gedifferentieerde
                  verbruiksbelasting kan worden geïntroduceerd waarbij de belasting wordt gerelateerd
                  aan de in alcoholvrije dranken aanwezige suikers ter ondersteuning van het maken van
                  gezondere keuzes.
               
II. Onderdeelsgewijze toelichting
               
Onderdeel 1
Artikel I, onderdeel Na (artikel 3.93 van de Wet inkomstenbelasting 2001)
De wijziging van artikel 3.93, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 regelt dat de
                  aanverwantschap eindigt in het geval dat het fiscale partnerschap anders dan door
                  overlijden is geëindigd. Aanverwantschap ontstaat door een huwelijk of geregistreerd
                  partnerschap en eindigt niet na het eindigen van het huwelijk of een geregistreerd
                  partnerschap. Als gevolg van de in de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen opgenomen
                  wijziging loopt de aanverwantschap ook door na het einde van een fiscaal partnerschap
                  dat op andere gronden dan het huwelijk en geregistreerd partnerschap is ontstaan.
                  De huidige wettekst van artikel 3.93 Wet IB 2001 bevat voor de terbeschikkingstelling-
                  en lucratiefbelangregeling een uitzondering op grond waarvan aanverwanten voor die
                  regeling niet langer als aanverwant worden aangemerkt als het huwelijk waardoor de
                  aanverwantschap is ontstaan door echtscheiding is ontbonden. Met de in deze nota van
                  wijziging opgenomen wijziging van artikel 3.93, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001
                  wordt eenzelfde uitzondering gemaakt voor aanverwanten die fiscaal aanverwant zijn
                  geraakt door het fiscale partnerschap. Wanneer het fiscale partnerschap eindigt anders
                  dan door overlijden, eindigt de aanverwantschap op grond van die maatregel eveneens
                  voor de toepassing van de artikelen 3.91, 3.92 en 3.92b Wet IB 2001. Doordat huwelijk
                  leidt tot fiscaal partnerschap, verandert er voor (voormalige) gehuwden met deze wijziging
                  inhoudelijk niets. Indien het fiscale partnerschap, het huwelijk of het geregistreerde
                  partnerschap eindigt als gevolg van het overlijden van een van de partners, blijft
                  de aanverwantschap voor de terbeschikkingstelling- en lucratiefbelangregeling wel
                  doorlopen, zoals dat momenteel al het geval is bij huwelijk.
               
Artikel I, onderdeel Wa (artikel 4.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001)
Gelijk aan de wijziging van artikel 3.93, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 regelt
                  de wijziging van artikel 4.2 Wet IB 2001 het einde van de aanverwantschap in het geval
                  dat de aanverwantschap is ontstaan door fiscaal partnerschap. Bij de beoordeling of
                  sprake is van een aanmerkelijk belang zijn aandelen, koopopties, winstbewijzen en
                  gerechtigdheden tot een coöperatie van de echtgenoot of geregistreerd partner, en
                  diens bloedverwanten (zijnde de aanverwanten van de belastingplichtige) van belang.
                  Op basis van de huidige wettekst behoren de aanverwanten niet meer tot die relevante
                  familiegroep indien het huwelijk eindigt door echtscheiding. In lijn hiermee wordt
                  geregeld dat voor het aanmerkelijk belang de aanverwantschap stopt indien het fiscale
                  partnerschap eindigt anders dan door overlijden. Doordat huwelijk leidt tot fiscaal
                  partnerschap, verandert er voor (voormalige) gehuwden met deze wijziging inhoudelijk
                  niets. Indien het fiscale partnerschap, het huwelijk of het geregistreerde partnerschap
                  eindigt als gevolg van het overlijden van een van de partners, blijft de aanverwantschap
                  voor het aanmerkelijkbelangregime wel doorlopen.
               
Onderdelen 2 en 3
Artikel IX, onderdeel H, en artikel X, onderdeel C (artikel 31a van de Wet op de loonbelasting
                     1964)
Zoals is toegelicht in het algemeen deel van deze nota wordt voorgesteld om de vrije
                  ruimte van de WKR per 1 januari 2023 verder te vergroten. In de (eerste) nota van
                  wijziging7 op onderhavig wetsvoorstel is al een structurele verhoging van het percentage van
                  de eerste schijf van de vrije ruimte van de WKR opgenomen van 0,22%-punt, zodat dit
                  percentage per 1 januari 2023 op 1,92% wordt vastgesteld. Met de ingevolge de onderhavige
                  nota van wijziging in artikel IX, onderdeel H, op te nemen wijziging van de voorgestelde
                  wijziging van artikel 31a, derde lid, onderdeel a, Wet LB 1964 wordt een extra tijdelijke
                  verhoging van voornoemd percentage opgenomen waardoor het percentage voor het kalenderjaar
                  2023 op 3% uitkomt. Per 1 januari 2024 komt deze tijdelijke extra verhoging ingevolge
                  de in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van artikel X, onderdeel C, te vervallen
                  waardoor voornoemd percentage vanaf dat moment 1,92% zal zijn.
               
Onderdeel 4
Artikel XL, onderdeel B (artikel 6 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije
                     dranken)
Artikel XL, onderdeel B, van het wetsvoorstel Belastingplan 2023 regelt dat in artikel
                     6 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken (WVAD) «mineraalwater
                     en limonade» per 1 januari 2024 wordt vervangen door «limonade en water, mineraalwater
                     en spuitwater voor zover niet vallend onder GN-code 2201,». Met de wijziging wordt
                     bewerkstelligd dat mineraalwater voor zover vallend onder GN-code 2201 niet langer
                     is onderworpen aan de verbruiksbelasting.
                  
In artikel XLA wordt de mogelijkheid van beëindiging van de uitzondering van mineraalwater
                     vormgegeven door de wijziging die wordt aangebracht bij genoemd artikel XL, onderdeel
                     B, terug te draaien. Hiermee wordt het begrip «alcoholvrije dranken» gewijzigd naar
                     de definitie zoals die geldt tot 1 januari 2024, te weten: «limonade en water». Hierdoor
                     is de definitie van het begrip «GN-code» in artikel 2, onderdeel j, WVAD overbodig
                     geworden en kan komen te vervallen. Daarnaast is een afbakening van datgene wat onder
                     mineraalwater wordt verstaan weer noodzakelijk. Hiertoe wordt de tekst van het «oude»
                     artikel 8 WVAD weer ingevoegd in de WVAD. Deze wijzigingen worden bij koninklijk besluit
                     doorgevoerd indien er in 2026 geen positieve evaluatie van de uitzondering van mineraalwater
                     is. Bij het toe te voegen lid aan de inwerkingtredingsbepaling wordt bepaald dat genoemd
                     koninklijk besluit niet voor 1 januari 2029 wordt genomen teneinde het bedrijfsleven
                     en de Douane tijd te geven zich voor te bereiden op de wijziging.
                  
Onderdeel 5
Artikel LIX (inwerkingtreding)
Artikel I van de reeds aangenomen Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen treedt
                     in werking bij koninklijk besluit. Het is de bedoeling dat dit per 1 januari 2023
                     plaatsvindt. De wijziging van artikel LIX stelt zeker dat de in onderdeel 1 van deze
                     nota van wijziging opgenomen wijzigingen gelijktijdig met artikel I van de Wet verbetering
                     uitvoerbaarheid toeslagen in werking treden.
                  
De wijziging van de inwerkingtredingsbepaling ten aanzien van de maatregel horizonbepaling
                     uitzondering mineraalwater van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, is
                     toegelicht bij onderdeel 4 van deze toelichting.
                  
De Staatssecretaris van Financiën,
                  M.L.A. van Rij
Indieners
- 
              
                  Indiener
 M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
