Brief regering : Aanpassing uitvoeringsbesluiten SURE voor Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Griekenland, Litouwen, Polen en Portugal
35 466 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie 2.0 en COVID-19 crisismaatregel SURE)
Nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2022
Op 19 mei 2020 hebben de EU-lidstaten in de Raad van de Europese Unie (de Raad) het
noodinstrument SURE goedgekeurd (European instrument for temporary support to mitigate
unemployment risks in an emergency). SURE is een instrument voor tijdelijke steun
om inkomensverlies van burgers als gevolg van de COVID-19- uitbraak op te vangen en
de toename in werkloosheid en de gevolgen ervan te beperken, alsook sommige uitgaven
ten behoeve van gezondheid te financieren. Over de ontstaansgeschiedenis van SURE,
de inhoud van de verordening1 en de budgettaire gevolgen bent u onder meer geïnformeerd middels een brief op 20 mei
2020.2
Met deze brief informeer ik u over een voorstel van de Europese Commissie (de Commissie)
aan de Raad voor aanpassing van de uitvoeringsbesluiten voor enkele lidstaten, naar
aanleiding van een aanvullend beroep dat deze lidstaten op SURE hebben gedaan. Daarnaast
informeer ik u over de vierde halfjaarlijkse evaluatie van de Commissie over SURE
welke op 23 september jl. is gepubliceerd.3
De Europese Commissie kan onder SURE namens de Europese Unie tot 31 december 2022
voor 100 miljard euro aan leningen aantrekken op de kapitaalmarkten of bij financiële
instellingen om die vervolgens als leningen aan lidstaten te verstrekken. Terugbetaling
wordt gegarandeerd door de marge onder het Eigenmiddelenplafond en de aanvullende
bilaterale garantie die alle EU-lidstaten hebben afgegeven. De bilaterale garanties
lopen tot 31 december 2053.
Volgens de SURE-verordening kunnen landen die sinds 1 februari 2020 te maken hebben
met plots en sterk gestegen overheidsuitgaven als gevolg van nationale maatregelen
die rechtstreeks verband houden met werktijdsverkortingsregelingen of soortgelijke
maatregelen een lening onder SURE aanvragen om de sociaaleconomische gevolgen van
de COVID-19 uitbraak op te vangen. Middelen die onder SURE worden toegekend moeten
hoofdzakelijk worden gebruikt voor dergelijke maatregelen en, waar passend, ter ondersteuning
van sommige zorgmaatregelen, met name gerelateerd aan de werkplek.4 De verordening vereist dat de Commissie na een aanvraag door een lidstaat voor SURE-middelen
bovengenoemde stijging van de overheidsuitgaven verifieert. Via deze uitvoeringsbesluiten
wordt de Europese Commissie gemandateerd namens de Unie een maximum bedrag aan een
land uit lenen.
Voorgestelde uitvoeringsbesluiten en appreciatie kabinet
Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Griekenland, Litouwen en Portugal hebben een aanvullende
aanvraag voor middelen uit het SURE-instrument ingediend.5
6
7
8
9
10 Polen heeft in een aanvraag verzocht om additionele maatregelen aan het uitvoeringsbesluit
toe te voegen.11 De Europese Commissie heeft hierop een voorstel gedaan om de uitvoeringsbesluiten
van de Raad voor deze lidstaten aan te passen. Deze aangepaste uitvoeringsbesluiten
zullen gezamenlijk leiden tot een additionele toekenning van 4,4 miljard euro. Na
goedkeuring van deze uitvoeringsbesluiten is in totaal 98,2 miljard euro toegekend,
van de maximaal 100 miljard euro.
De meeste lidstaten hebben hoofdzakelijk aanvullende aanvragen voor SURE gedaan omdat
de maatregelen die eerder in 2020 en 2021 zijn genomen om de sociaal- economische
impact van de coronacrisis voor werknemers en zelfstandigen te adresseren zijn verlengd.
Daarnaast zijn er enkele nieuwe maatregelen die lidstaten hebben genomen en die aan
de vereisten van de SURE-verordening voldoen aan de uitvoeringsbesluiten toegevoegd.
Kroatië heeft een aanvullende aanvraag gedaan voor 550 miljoen euro voor de financiering
van subsidiemaatregelen voor sectoren die getroffen zijn door COVID-19 gericht op
behoud van werkgelegenheid. Cyprus heeft een aanvullende aanvraag voor 29,2 miljoen
euro gedaan voor de financiering van verscheidende maatregelen, waaronder het verlengen
van loonsubsidies voor zelfstandigen en voor werknemers van bedrijven waarvan de omzet
is gedaald vanwege de coronacrisis, specifiek bedrijven in de toeristensector, op
voorwaarde van behoud van de dienstbetrekking. Tsjechië heeft een aanvullende aanvraag
voor 2,5 miljard euro ingediend voor de financiering van werktijdverkorting en steunmaatregelen
voor zelfstandigen. Griekenland heeft een aanvullende aanvraag gedaan voor 900 miljoen
euro voor de financiering van toelages voor werknemers wiens contract is opgeschort
en die in dienst zijn van bedrijven die vanwege de maatregelen van de Griekse autoriteiten
hun activiteiten moesten staken of van bedrijven die zwaar geraakt zijn door de pandemie.
Daarnaast wordt de sociale zekerheid van deze werknemers gefinancierd. Litouwen heeft
een aanvullende aanvraag gedaan voor 141,8 miljoen euro voor de financiering van werktijdverkortingsregelingen
voor werknemers en subsidiemaatregelen voor werknemers die terugkeren na inactiviteit.
Portugal heeft een aanvullende aanvraag gedaan voor 300 miljoen euro voor de financiering
van verschillende maatregelen die bijdragen aan het behoud van banen bij bedrijven
die door COVID-19 getroffen zijn en maatregelen op het gebied van gezondheidszorg.
Daarnaast heeft ook Polen een aanvullende aanvraag gedaan. Hierbij heeft het geen
verzoek gedaan voor aanvullende middelen maar gevraagd om extra maatregelen aan het
uitvoeringsbesluit toe te voegen. De kosten van de nieuwe maatregelen komen in de
plaats van de lager dan voorziene kosten voor de eerdere via SURE gefinancierde maatregelen.
De nieuwe maatregelen hebben betrekking op de financiering van PCR-tests en een financiële
bonus voor gezondheidszorgmedewerkers.
Voor de lidstaten die aanvullende middelen hebben aangevraagd zal de beschikbaarheidsperiode
verlengd worden tot eind 2023. Verder zullen de leningen net als voorheen een maximale
gemiddelde looptijd hebben van 15 jaar. Op basis van het door de Raad goedgekeurde
uitvoeringsbesluit zal de Commissie daartoe de leenovereenkomsten met de lidstaten
aanpassen.
Het kabinet is van mening dat de maatregelen die Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Griekenland,
Litouwen, Polen en Portugal middels de voorgestelde uitvoeringsbesluiten kunnen financieren,
recht doen aan de doelstellingen en de vereisten van SURE. Hoewel de COVID-pandemie
inmiddels aanmerkelijk minder ernstige economische en sociale gevolgen heeft dan in
de eerste fase van het SURE-instrument, begrijpt het kabinet dat een aantal lidstaten
maatregelen heeft verlengd of genomen om de effecten ervan op de inkomenspositie van
burgers, werkgelegenheid en gezondheid te beperken, die niet waren voorzien bij de
eerdere aanvragen voor steun uit het SURE-instrument. Het kabinet is daarom voornemens
om in te stemmen met de voorliggende uitvoeringsbesluiten.
Vierde halfjaarlijkse rapport – SURE: two years on
De Europese Commissie heeft op recent haar vierde halfjaarlijkse evaluatie over SURE
gepubliceerd. Dit is een vereiste zoals vastgelegd in artikel 14(1) van de verordening.12 Het rapport geeft een overzicht van het gebruik van het instrument en de geschatte
impact van SURE.
De Commissie geeft aan dat de implementatie van SURE voorspoedig is verlopen. Het
merendeel van de middelen is in de eerste zeven maanden aan lidstaten uitgekeerd.
Verder meldt de Commissie dat na de 8ste schulduitgifte in totaal 91,8 miljard euro aan SURE-middelen is uitgekeerd aan lidstaten.
De Commissie stelt in het rapport dat haar eerdere schatting dat ongeveer 31,5 miljoen
mensen en 2,5 miljoen ondernemingen zijn ondersteund door SURE wordt bevestigd. Verder
heeft met name het midden- en kleinbedrijf profijt gehad van de steun en ontvingen
de contactintensieve sectoren de meeste steun.
De meeste lidstaten hebben de steunmaatregelen in de eerste helft van 2022 laten aflopen
en bijna alle geplande uitgaven die door SURE gefinancierd worden, hebben inmiddels
plaatsgevonden. De totale uitgaven in begunstigde lidstaten die in aanmerking komen
voor SURE zijn opgelopen tot 119 miljard euro maar wordt deels gefinancierd met nationale
middelen. Verder stelt de Commissie dat ongeveer de helft van deze uitgaven aan werktijdverkortingsregelingen
zijn besteed, een derde aan vergelijkbare maatregelen voor zelfstandigen en het restant
aan loonkostensubsidies en maatregelen gerelateerd aan gezondheid.
Verder bevat het rapport een update van de impact van SURE en stelt de Commissie dat
door de beleidsreactie op COVID-19 in 2020, waaronder SURE, is voorkomen dat 1,5 miljoen
mensen werkeloos zijn geworden en dat lidstaten 8,5 miljard euro aan rentebetalingen
hebben bespaard.
Het kabinet verwelkomt de evaluatie en onderschrijft het belang van het monitoren
van het gebruik van de SURE-middelen door lidstaten.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën