Brief regering : Kabinetsreactie op het AIV briefadvies over 'urgentie van een nieuwe Nederlandse Afrikastrategie'
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
36 180
Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
29 237
Afrika-beleid
Nr. 2537
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN
BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2022
Hierbij bieden wij de kabinetsreactie aan op het briefadvies «Urgentie van een nieuwe
Nederlandse Afrikastrategie» van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV).
De AIV heeft, op eigen initiatief, op 14 juli jl. haar advies gepubliceerd. Directe
aanleiding is het coalitieakkoord 2021–2025 (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) waarin een nieuwe Afrikastrategie wordt aangekondigd. De AIV beoogt hiermee een
bijdrage te leveren aan de totstandkoming van een geloofwaardige en robuuste Afrikastrategie.
Aangezien de analyse en de aanbevelingen in grote lijnen stroken met de intentie van
het kabinet, zal de kabinetsreactie op hoofdlijnen ingaan op het briefadvies van de
AIV en zal een meer uitgebreide uitwerking in de Afrikastrategie zelf terugkomen.
Tevens informeren wij uw Kamer hierbij over het consultatieproces voor de totstandkoming
van de Afrikastrategie.
Appreciatie AIV advies
Het kabinet spreekt dank uit aan de AIV voor dit tijdige advies en onderschrijft de
analyse van de AIV van de huidige ontwikkelingen, de veranderende positie van Afrika
en het belang voor Nederland en Europa zich opnieuw te oriënteren op het beleid ten
aanzien van Afrika.
In haar analyse benoemt de AIV de volgende zaken:
Afrika is de afgelopen 25 jaar sterk veranderd. Geopolitieke invloeden spelen een
grote rol, waarbij de invloed van Europa is afgenomen door de opkomst van andere regionale
en mondiale spelers en de gevoeligheden samenhangend met het koloniale verleden. De
territoriale nabijheid van Afrika en Europa vraagt in de veranderende geopolitieke
verhoudingen om samenwerking vanuit complementaire en gedeelde belangen. Het duiden
van deze belangen is door de grote diversiteit in zowel Afrika als Europa geen makkelijke
opdracht.
Afrika blijft een kwetsbaar continent vanwege de internationale arbeidsdeling, een
sterke bevolkingsgroei met onvoldoende werkgelegenheid, verzwakking van Afrikaanse
staten en kwetsbaarheid voor klimaatsverandering.
Bovenstaande komt nu samen in een acute voedselcrisis die om een snelle respons vraagt.
Verder stelt de AIV dat Afrika al lang niet meer het exclusieve domein voor ontwikkelingssamenwerking
is. De diverse belangen en de noodzaak tot samenwerking vragen om een kabinetsbrede
en coherente Afrikastrategie.
Het kabinet herkent zich in deze analyse.
Gedeelde belangen
De AIV is van mening dat een dergelijke strategie alleen succesvol kan zijn wanneer
het complementaire en gedeelde belangen van de twee continenten centraal stelt. Daarbij
dient nadrukkelijk aansluiting gezocht te worden bij Afrikaanse behoeften en wensen,
tegen de achtergrond van de (geo-)politieke context en vanuit Nederlandse en Europese
belangen. Zo dient invulling gegeven te worden aan een gelijkwaardige relatie. De
AIV doet de aanbeveling om op relevante terreinen – politiek, humanitair, economisch,
klimaat, technologie – deze belangen samen met Afrika te formuleren.
Het kabinet kan zich goed vinden in de gedachten die de AIV hier naar voren brengt.
Een meer gelijkwaardige relatie met Afrika en een eerlijke dialoog over elkaars belangen
is daarom ook een van de uitgangspunten die expliciet aan bod zullen komen in de Afrikastrategie.
Hierbij kan de Nederlandse kennis en kunde op terreinen als landbouw, SRGR en klimaat
relevant voor Afrikaanse landen ingebracht worden, in lijn met de BHOS nota. Het kabinet
is erkentelijk voor de concrete suggesties die de AIV doet en neemt deze ter inspiratie.
Afrikaanse organisaties en experts worden nadrukkelijk geconsulteerd bij de totstandkoming
van de strategie (zie hieronder).
Geopolitieke context
De Afrikaanse en Europese realiteit wordt beïnvloed door de geopolitieke ontplooiing
van mondiale en regionale grootmachten. Volgens de AIV betekent de geopolitieke werkelijkheid
dat nationale belangen en machtsuitoefening de boventoon gaan voeren in plaats van
de logica van hyper-globaliserende markten en het internationaal recht. Met name de
opstelling van China en Rusland, mondiaal maar ook op het Afrikaanse continent, is
zorgelijk.
De mondiale crises en geopolitieke concurrentie hebben tegelijkertijd een de-globaliseringstrend
tot gevolg die Afrikaanse landen kwetsbaar maakt. De AIV is van mening dat Afrikaanse
en Europese landen meer samen kunnen optrekken met het oog op gemeenschappelijke strategische
weerbaarheid en veerkracht. Dit is des te essentiëler in een tijd dat het multilaterale
stelsel aan erosie onderhevig is. De AIV doet de aanbeveling om de geopolitieke context
serieus te nemen, maar daarbij ook de tanende positie van Europa in Afrika te erkennen.
Het werken aan gedeelde waarden en lange termijn doelen dient daarom centraal te staan,
boven een klassieke inzet op invloedsferen. Als optie noemt de AIV samenwerking tussen
Europa en Afrika bij het verkorten van mondiale toeleveringsketens en verkleinen van
de strategische afhankelijkheid van Rusland en China voor grondstoffen.
Het kabinet onderkent, zoals ook weergegeven in het coalitieakkoord, dat we leven
in een wereld met veranderende machtsverhoudingen. In het werk van het ministerie
op het continent en binnen het multilaterale stelsel worden we in toenemende mate
geconfronteerd met de invloed van nieuwe actoren op het speelveld. Ook de op regels
gebaseerde handel staat onder druk. In toenemende mate wordt handel ingezet als wapen
om geopolitieke doeleinden te bereiken. De Oekraïnecrisis heeft de verhoudingen scherp
gemanifesteerd. De Afrikastrategie zal nadrukkelijk deze context meenemen in de analyses
en bij het uitstippelen van een Nederlands handelingsperspectief. Daarbij wordt gewerkt
met een langetermijnperspectief van 10–15 jaar.
Coherentie
De AIV doet de aanbeveling voortvarend in te zetten op coherentie. Dit betekent zowel
het adresseren van coherentie in de dialoog met Afrikaanse landen als het toetsen
van het eigen beleid op incoherenties. Daarbij zou de prioriteit moeten liggen bij
landbouw en klimaat, zowel in Nederlands als Europees beleid. Verder zou voor de lange
termijn een coherentie-agenda op terreinen als handel, grondstoffen, migratie en belastingen
geformuleerd moeten worden. Dit vraagt, volgens de AIV, om een kabinetsbrede inzet,
voorbij aan ontwikkelingssamenwerking en handelsbeleid.
Het kabinet onderschrijft het belang van coherent beleid. De Afrikastrategie richt
zich op het geïntegreerde beleid met aandacht voor ontwikkelingssamenwerking, handel
en economische samenwerking, migratie, klimaat, internationale gezondheid, mensenrechten,
veiligheid en politiek. Het bouwt voort op bestaand en voorgenomen beleid op deze
terreinen waarbij vanzelfsprekend ook andere departementen geconsulteerd worden. Tevens
werkt het kabinet aan een herziening van het actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling,
waarin verschillende van de hierboven genoemde thema’s aan de orde komen. Dit actieplan
zal voor het einde van het jaar naar de Kamer gezonden worden.
Voedselcrisis
De AIV wijdt een aanzienlijk deel van haar advies aan de voedselcrisis in Afrika,
mede ingegeven door klimaatverandering en de impact van de oorlog in Oekraïne op de
reeds acute dreiging in delen van Afrika. Als verklarende factoren wijst de AIV daarbij
op de achterblijvende zelfvoorzienendheid van de landbouw in Afrika, ongunstige factoren
op de wereldmarkt, gebrekkige infrastructuur en lage toegevoegde waarde. De AIV pleit
in dit kader voor een intensivering van de samenwerking, mogelijk via gerichte partnerschappen
ten behoeve van voedselzekerheid. Daarbij wordt nadrukkelijk de urgentie van het probleem
benadrukt. De aanbeveling is dan ook om naast oplossingen op de middellange en lange
termijn, ook op korte termijn de benodigde noodhulp te bieden. Een uitgangspunt daarbij
zou moeten zijn dat Nederland en Europa het voedselaanbod niet verkleinen door opoffering
van voedselgewassen aan brandstof.
Het kabinet is zich zeer bewust van de precaire voedselzekerheid in Afrika. Voedselzekerheid
is dan ook een van de prioriteiten van het BHOS-beleid1, waarop in het huidige budget geïntensiveerd is. In lijn met de motie van de leden
Thijssen en Kröger2 voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 28 september 2022 (Kamerstuk 36 180, nr. 21), zal de inzet van het kabinet op voedselzekerheid in de Afrikastrategie geborgd
worden.
In de Afrikastrategie zal de aandacht vooral gaan naar de lange termijn. Voor de korte
termijn biedt het kabinet momenteel via verschillende kanalen additionele steun voor
de dreigende voedselcrisis. De Kamer is hier eerder over geïnformeerd middels de Kamerbrief
stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne van 27 september jl.3
Nederland en de EU
De AIV ziet een groot belang in versterking van de samenwerking met de EU. EU-belangen
liggen vaak in het verlengde van de Nederlandse belangen (versterking van de connectiviteit,
klimaatmitigatie en -adaptie, infrastructuur, veiligheid) en Nederland dient actief
samen te werken met en binnen de EU (met als voorbeelden het Global Gateway-initiatief4 en de European Critical Raw Material Alliance). Door binnen de EU samen te werken, kunnen de eerste stappen richting coherentie
gezet worden. Daarnaast vergroot het samenwerken via multilaterale instituties de
(financiële) slagkracht. Aanvullend kan Nederland inzetten op bilaterale activiteiten.
Dit vraagt om een zorgvuldige (her-)overweging van geografische en sectorale focus
en om een zorgvuldige keuze van statelijke en niet-statelijke, nationale en internationale
partners, zowel aan onze als aan Afrikaanse zijde.
Het kabinet onderschrijft de visie van de AIV te komen tot een bredere, op effectiviteit
gebaseerde, taakverdeling met de EU. Het kabinet wil strategisch gebruik maken van
opties die de Team Europe Initiatives daarvoor bieden. Het kabinet is van mening dat een dergelijke taakverdeling gedaan
kan worden binnen de keuzes die gemaakt zijn voor de geografische en sectorale inzet
die ten grondslag liggen aan het BZ- en BHOS-beleid.
Proces voor de Afrikastrategie
Het kabinet wil via deze brief de Kamer tevens informeren over het verloop van de
totstandkoming van de Afrikastrategie. Daarbij verwijzen wij ook naar eerdere moties5 van de Kamer over de relatie Nederland – Afrika met betrekking tot handel en voedselzekerheid.
Op grond van een schriftelijke consultatie met Nederlandse, internationale en Afrikaanse
kennisinstellingen en denktanks is recentelijk een toekomstgerichte context analyse
opgesteld over de verwachte ontwikkelingen in Afrika voor de komende 10–15 jaar. Door
middel van een reeks aanvullende consultaties en verdiepende gesprekken in Nederland,
bij internationale organisaties en bovenal met partners in Afrika, overeenkomstig
de motie Hammelburg betreffende de verwachte consultaties met het maatschappelijk
middenveld in Afrika (Kamerstuk 34 952, nr. 165), worden de komende maanden potentiële handelingsperspectieven uitgewerkt. Afhankelijk
van het thema en waar relevant vindt hierbij ook interdepartementale afstemming plaats.
De strategie zal eind 2022/begin 2023 worden afgerond en vervolgens met u worden gedeeld.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken