Brief regering : Standpunt van het kabinet ten aanzien van de uitvoering van de motie van het lid Karabulut c.s. over in 2022 geen afvaardiging van de regering naar het WK in Qatar sturen (Kamerstuk 21501-02-2273)
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
Nr. 359
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2022
Op 25 februari 2021 nam de Kamer de motie van het lid Karabulut c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2273) aan waarin de regering wordt verzocht om in 2022 geen afvaardiging van de regering
te sturen naar het WK voetbal in Qatar en hierover in overleg te gaan met andere landen.
In deze brief informeren wij uw Kamer over het standpunt van het kabinet ten aanzien
van uitvoering van deze motie.
Met de indieners van de motie deelt het kabinet de opvatting dat de mensenrechtensituatie
en specifiek die van arbeidsmigranten in Qatar verbetering behoefde, en nog steeds
behoeft. Het kabinet heeft de motie in beraad gehouden om overleg te kunnen voeren
met internationale partners, waaronder andere landen, internationale organisaties
en mensenrechtenorganisaties, teneinde een gedegen afweging te kunnen maken. Gedurende
deze periode heeft Nederland de intensieve samenwerking met Qatar voortgezet met het
oog op duurzame verbetering van de mensenrechtensituatie.
Het kabinet is voornemens om, zoals gebruikelijk bij vergelijkbare grote internationale
sportevenementen, een regeringsafvaardiging te sturen ter aanmoediging van het Nederlands
elftal. Het kabinet kiest hiermee voor samenwerking met Qatar met het oog op duurzame
verandering.
Specifiek ten aanzien van de situatie van arbeidsmigranten zijn er de afgelopen jaren
zorgen geuit over het gebrek aan vrijheid om te wisselen van werkgever, gevallen van
paspoortafname, late uitbetalingen van lonen en slechte werkomstandigheden, zoals
ook aangekaart door internationale mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch
en Amnesty International.
Enerzijds constateert het kabinet, op basis van bezoeken, gesprekken en rapporten
van onder andere de International Labour Organisation (ILO), mensenrechtenorganisaties
en internationale vakbonden, dat Qatar mede als gevolg van de internationale aandacht
die het WK met zich meebrengt, de afgelopen jaren arbeidshervormingen heeft doorgevoerd.
Zo heeft Qatar de meest problematische en beperkende aspecten van het zogenaamde kafala-
of sponsorschapssysteem afgeschaft en zijn het uitreisvisum vereiste en het «certificaat
van geen bezwaar» afgeschaft. Hierdoor kunnen arbeidsmigranten gemakkelijker van werkgever
veranderen. Daarnaast zijn elektronische betalingen ingevoerd en medezeggenschapsraden
opgericht, is non-discriminatoir minimumloon ingesteld, hittestress wetgeving ingevoerd
en is een «Workers» Support and Insurance Fund» opgericht. De situatie van arbeidsmigranten in Qatar is dankzij de doorgevoerde hervormingen
verbeterd. Anderzijds blijven er zorgen over de arbeidsomstandigheden, onder meer
t.a.v. volledige implementatie en handhaving van de doorgevoerde hervormingen. Zo
is bijvoorbeeld het uitblijven van salarisbetalingen een terugkerend probleem.
Nederland bespreekt mensenrechten regelmatig met de Qatarese autoriteiten, zowel op
politiek als op hoog-ambtelijk niveau. Het WK heeft het mogelijk gemaakt arbeidersrechten,
maar ook andere vaak gevoelige en voor Nederland belangrijke, mensenrechtenkwesties,
zoals persvrijheid, gelijke rechten voor vrouwen en lhbtiq+ personen, te bespreken.
De hervormingen zijn mede tot stand gekomen door de inspanningen van internationale
organisaties als de ILO en landen zoals Nederland. Wegblijven bij het WK zal de mogelijkheid
tot dialoog en samenwerking beperken en het wordt dan moeilijker deze weer op te pakken.
De Qatarese autoriteiten hebben zich gecommitteerd om met behulp van de ILO en andere
internationale partners verder te werken aan de implementatie en handhaving van de
hervormingen, ook na het WK voetbal. Dit verdient blijvend aandacht en steun. Tijdens
het WK zal de regeringsdelegatie aandacht aan het onderwerp besteden, juist door daar
aanwezig te zijn kan ook de verbinding in stand blijven voor de constructief-kritische
dialoog met Qatar. Ook na het WK zal het kabinet zich inzetten voor verdere verbeteringen
van mensenrechten, specifiek de positie van arbeidsmigranten. Nederland sluit binnenkort
een Memorandum of Understanding (MoU) met het Qatarese Ministerie van Arbeid en de ILO om de Nederlandse inzet op
arbeidersrechten te bestendigen. Zo vond onder meer een bezoek plaats van Qatarese
arbeidsinspecteurs aan Nederland en verzorgde Nederland medezeggenschapstrainingen
om de sociale dialoog te verbeteren. Dit wordt voortgezet met deze MoU, naast nieuwe
samenwerkingsprojecten tussen overheidsinstellingen. Zo wordt ook de positie van de
ILO in Qatar versterkt.
Internationale (mensenrechten-)organisaties benadrukken met regelmaat het belang van
samenwerking en kritische dialoog, omdat daarmee duurzame veranderingen in de situatie
van arbeidsmigranten in Qatar kunnen worden gerealiseerd. Verschillende mensenrechtenorganisaties
en nationale voetbalbonden, waaronder de KNVB, hebben de FIFA opgeroepen een fonds
of andere vorm van compensatie voor arbeidsmigranten en hun nabestaanden te faciliteren.
Nederland staat positief tegenover deze oproep. Nederland blijft graag met deze partners
samenwerken, ook na het WK, ten behoeve van de gewenste duurzame veranderingen.
Relevant is daarnaast dat EU-lidstaten en andere gelijkgezinde landen die de Nederlandse
zorgen over de positie van arbeidsmigranten in Qatar delen, voornemens zijn een officiële
delegatie af te vaardigen. Nederland zou derhalve, zoals het er nu naar uitziet, als
enige niet aanwezig zijn. In Europees verband draagt Nederland eveneens actief bij
aan de mensenrechtendialoog die de EU voert met Qatar, de positie van arbeidsmigranten
vormt daar onderdeel van. Een Nederlandse Alleingang zou de constructief-kritische dialoog met Qatar, ook op het gebied van mensenrechten,
ondergraven en dient volgens het kabinet niet het doel dat de motie beoogt.
Naast de hierboven gedeelde overwegingen hecht het kabinet aan een goede relatie met
Qatar. Sinds het aannemen van deze motie is oorlog uitgebroken in Oekraïne. Dit stelt
ons voor nieuwe, ongekende geopolitieke uitdagingen zoals het behoud van brede steun
voor de internationale rechtsorde en energiezekerheid. Nederland heeft partners nodig
om deze uitdagingen het hoofd te bieden. Het aanknopen, hebben en onderhouden van
relaties ook met landen die niet op alle dossiers like-minded zijn, is ook daardoor steeds belangrijker geworden. Nederland heeft brede belangen
in de relatie met Qatar, dat ook een belangrijke rol speelt in de Golf-regio en daarbuiten.
Qatar was behulpzaam bij het veilig overbrengen van personen uit Afghanistan sinds
augustus 2021. Met behulp van Qatar zijn tot nu toe ongeveer 350 personen naar Nederland
gebracht. Ook speelt Qatar een belangrijke rol in de energie-zekerheid voor Europa
en daarmee Nederland. Tevens heeft Qatar een belangrijke constructieve positie als
internationale mediator en facilitator, bijvoorbeeld bij de heronderhandelingen over
een nucleair akkoord met Iran en in de bredere regio.
Afwezigheid van de regering bij het WK, een eenzijdig signaal, zal betekenen dat de
samenwerking en de dialoog met Qatar om duurzame verandering te brengen in de positie
van arbeidsmigranten naar verwachting niet kan worden voortgezet. Dit dient daarmee
het met de motie beoogde mensenrechtenbelang niet. Daarnaast zal afwezigheid ook voor
de hierboven genoemde brede relatie van Nederland met Qatar en de regio gevolgen hebben.
Juist in een tijd waarin we gezamenlijk zoeken naar een respons op de geopolitieke
situatie, energiecrisis en klimaatverandering is de Qatarese bijdrage aan een stabiele
regio en het bouwen van partnerschappen van groot belang.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport