Brief regering : Opvolging signaal verslechtering brandveiligheid bij toepassing fijnstofreducerende technieken
36 200 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2023
Nr. 5
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2022
In de brief van 24 juni jl. (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 158) is de Tweede Kamer geïnformeerd over het signaal dat bij het gebruik van een drietal
                  ionisatietechnieken in pluimveestallen het risico op een stalbrand mogelijk toeneemt1. In die Kamerbrief is een aantal acties aangekondigd, waarop ik in deze Kamerbrief
                  terugkom, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.
               
Zoals aangegeven in de eerdere brief, heeft overleg plaatsgevonden met de leveranciers.
                  Na overleg met zowel de leveranciers als experts van verzekeraars is een aantal voorwaarden
                  opgesteld waaronder ionisatietechnieken veilig te gebruiken zijn. Deze voorwaarden
                  worden door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), na overleg met de leveranciers,
                  opgenomen in de systeembeschrijving van de verschillende technieken. Met het voldoen
                  aan die voorwaarden neemt het risico op brand ten gevolge van deze specifieke technieken
                  sterk af, wat de verzekerbaarheid van de stal ten goede kan komen. Het risico op een
                  stalbrand is nooit helemaal weg te nemen. Dat neemt niet weg dat het van groot belang
                  is dat het aantal stalbranden en het aantal dodelijke dierlijke slachtoffers fors
                  teruggedrongen wordt. Voor de aangescherpte aanpak van stalbranden verwijs ik naar
                  de brief van 8 oktober 2021 (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 7) en naar de informatie over de voortgang van de uitwerking van die aanpak op 6 juli
                  2022 (Kamerstuk 28 286, nr. 1261).
               
Het gaat om de volgende voorwaarden:
• Het systeem moet volgens de richtlijnen van de fabrikant zijn geïnstalleerd en mag
                           geen afwijkingen hebben;
                        
• Het systeem moet door hiervoor opgeleide mensen zijn geïnstalleerd;
• Het systeem moet ingebouwde vlamboogdetectie hebben, of uit een door de leverancier
                           goedgekeurde combinatie bestaan;
                        
• Er moet een minimale veilige afstand zijn tussen het systeem (incl. bekabeling) en
                           brandbare oppervlakten, zoals het isolatiemateriaal dat in veel bestaande stallen
                           is toegepast;
                        
• Het systeem moet volgens de specificatie en frequentie van de leverancier worden schoongemaakt;
• Na installatie van het systeem dient de vergunninghouder over een opleveringsdocument
                           te beschikken, waarin wordt verklaard dat aan bovenstaande voorwaarden is voldaan.
                        
Daarnaast geldt specifiek voor het systeem met negatieve ionisatie d.m.v. coronadraden
                     met 40 emitters per meter (BWL2020.04) dat het systeem voorafgaand aan het opnieuw
                     aanzetten, gereinigd moet worden. Om storingen bij de systemen te voorkomen, wordt
                     geadviseerd om de systemen pas na reiniging opnieuw in gebruik te nemen.
                  
Gevolgen van dit signaal
Op het moment dat de hoogspanningstechnieken op de juiste wijze worden toegepast,
                  conform de voorwaarden die eerder in deze brief zijn genoemd, kunnen pluimveehouders
                  de technieken weer aanzetten. Daarmee voldoen zij weer aan hun vergunning. Hierop
                  kan dan weer gehandhaafd worden. Gezien de relatie met de verzekerbaarheid ga ik ervan
                  uit dat pluimveehouders aan de voorwaarden voldoen, voorafgaand aan het weer aanzetten
                  van de technieken.
               
Gevolgen subsidie Sbv-investeringsmodule
De veehouders die in twee eerdere openstellingen van de Sbv-investeringsmodule subsidie
                  hebben ontvangen voor het toepassen van deze technieken heb ik gelijktijdig met het
                  uitgaan van deze Kamerbrief over deze maatregelen geïnformeerd. Met het treffen van
                  mitigerende maatregelen, zijn er geen gevolgen voor de verleende subsidie. Leveranciers
                  hebben aangegeven dat de systemen waarschijnlijk al aan deze voorwaarden voldoen.
                  Hierdoor hoeven pluimveehouders naar verwachting niet veel extra kosten te maken om
                  aan deze nieuwe voorwaarden te voldoen.
               
Gevolgen subsidie Sbv-innovatiemodule
In de derde openstelling van de Sbv-innovatiemodule zijn twee innovatieprojecten voor
                  de pluimveehouderij ingediend, waarbij werd beoogd om een hoogspanning ionisatietechniek
                  toe te passen om de gevraagde fijnstofreductie te behalen. De aanvragers van deze
                  projecten zijn eenmalig in de gelegenheid gesteld om de projectplannen aan te passen
                  op het onderdeel fijnstofreductie, aangezien één van de voorwaarden van de Sbv-innovatiemodule
                  is om het dierenwelzijn te verbeteren, waaronder ook de brandveiligheid. Op 18 juli
                  heeft RVO de twee aangepaste projectplannen ontvangen. Hierin hebben de aanvragers
                  de hoogspanning ionisatietechniek vervangen door een andere brongerichte fijnstofreducerende
                  maatregel. De beoordeling van de aangepaste projectplannen bevindt zich momenteel
                  in de afrondende fase.
               
Gevolgen Arboblootstelling
Met het opnieuw aanzetten van deze fijnstofreducerende technieken wordt een belangrijke
                  bijdrage geleverd aan het verminderen van de blootstelling aan fijnstof.
               
Gevolgen beoordelingsprocedure emissiearme stallen
De aanvullende maatregelen zullen worden opgenomen in de systeembeschrijvingen. Vanwege
                  de overgang naar de Omgevingswet is nu nog niet bekend wanneer die gepubliceerd zullen
                  worden. Daarnaast zullen de Staatssecretaris van IenW en ik in de beoordelingsprocedure
                  voor emissiearme stallen andere relevante aspecten dan emissiereductie, zoals brandveiligheid,
                  gaan betrekken. Uw Kamer ontvangt binnenkort een separate brief over het rapport «Verbetering
                  van effectiviteit emissiearme stalsystemen in de praktijk».
               
Vervolgonderzoek
Zoals aangegeven in de voorgaande brief is Wageningen University & Research (WUR)
                  momenteel bezig met een onderzoek in het kader van stalbranden naar technieken in
                  stallen die eventuele negatieve impact hebben op de brandveiligheid. De uitkomsten
                  hiervan worden aan het einde van dit jaar verwacht.
               
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
                  P. Adema
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
