Brief regering : Goedkeuring raaduitvoeringsbesluit voor het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP)
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1897
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2022
Tijdens het plenaire debat over het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan heb ik
uw Kamer toegezegd dat ik u op de hoogte zou houden over de ontwikkelingen betreffende
het HVP.1 Middels dit schrijven informeer ik uw Kamer over de actuele stand van zaken van het
HVP. Ik ga in op de uitkomsten van de Ecofinraad van 4 oktober jl., op het definitieve
HVP en op het verzoek van uw Kamer om een eindbegunstigdenoverzicht van het HVP publiek
inzichtelijk te maken.
Uitkomsten Ecofinraad 4 oktober 2022
Op 4 oktober jl. werd het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) tijdens de
Ecofinraad behandeld. Het doet mij deugd om u te melden dat het HVP op unanieme instemming
van de lidstaten van de Europese Unie kon rekenen en dat zij zijn overgegaan tot het
formele goedkeuringsbesluit. Dat betekent dat Nederland nu in gesprek gaat met de
Europese Commissie over de financiële overeenkomst en de operationele regelingen voor
de implementatie van het HVP. Uiterlijk 31 december 2022 zal 70% van de subsidies
door de Europese Commissie moeten zijn gecommitteerd.
Het definitieve Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan
De totale omvang van het definitieve HVP bedraagt 4,7 miljard euro. Er zijn geen maatregelen
verwijderd of toegevoegd ten opzichte van de versie die op 8 juli jl. is ingediend.
Het definitieve plan bestaat aldus uit 49 maatregelen, waarvan 28 investeringen en
21 hervormingen. De voortgang op deze maatregelen wordt gewaarborgd door 127 mijlpalen
en doelstellingen.
Zoals eerder aangegeven moet een herstelplan bijdragen aan de digitale transitie en
het klimaat. Om goedkeuring te verkrijgen moet een plan voor tenminste 20% bijdragen
aan de digitale transitie, en voor 37% aan het klimaat. Het definitieve percentage
van de Nederlandse maatregelen dat bijdraagt aan de digitale transitie is door de
Europese Commissie vastgesteld op 25,6%, het percentage van onze maatregelen dat een
bijdrage levert aan het klimaat is vastgesteld op 47,8%. Hiermee behoort Nederland
tot de meest ambitieuze lidstaten voor wat betreft klimaatuitgaven.
De belangrijkste toevoeging aan het plan is de schematische weergave van hoe de landspecifieke
aanbevelingen van 2022 worden geadresseerd door het herstelplan. Ook bevat de definitieve
versie een uitbreiding van het REPowerEU-hoofdstuk. In dit gewijzigde hoofdstuk is
opgenomen dat 43,9% van de maatregelen bijdragen aan de huidige REPowerEU-doelstellingen.
De maatregelen in het plan dragen significant bij aan energiebesparing, diversificatie
van de energievoorziening en de versnelde uitrol van hernieuwbare energie.
Nederland is daarmee op dit moment het enige land dat zowel de landspecifieke aanbevelingen
voor 2022 adresseert als, op basis van het voorstel van de Europese Commissie, een
REpowerEU-hoofdstuk heeft opgenomen in haar herstelplan.2 Tevens zijn de mijlpalen en doelstellingen in lijn gebracht met het raaduitvoeringsbesluit
en aanpassingen aangebracht in de omschrijving van de rol en werkzaamheden van de
Algemene Rekenkamer. Het definitieve Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan is raadpleegbaar
via de volgende link: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/10/10/definitief….
Eindbegunstigden
Vanuit de Kamer is de wens tot openbaarmaking van de gegevens van eindbegunstigden
van het Nederlandse HVP – zodra bekend – verschillende malen geuit. Ik heb toegezegd
welwillend naar de openbaring van gegevens te kijken en hiertoe een analyse met de
Kamer te delen.3 De analyse is bijgevoegd bij de Kamerbrief en distilleert drie beleidsopties (passieve
openbaring, actieve openbaring en vertrouwelijk verstrekken informatie aan de Kamer)
in het kader van de openbaring van gegevens van eindbegunstigden. De voornaamste overwegingen
in het kader van openbaring zijn: het wettelijke kader en uitvoerbaarheid/uitvoeringslasten.
Om het wettelijke kader te borgen blijven de Algemene Verordening Gegevensbescherming
(AVG) en de Wet open overheid (Woo) leidend en kan dit tot gronden bieden om specifieke
gegevens af te schermen.
Met inachtneming van het wettelijke kader en de wens tot openbaring, lijkt een algemene
actieve openbaring van gegevens de voorkeursoptie. Deze beleidsoptie laat toe dat
de openbaring goed is voorbereid, daarmee beter uitvoerbaar is, en rekening kan houden
met uitzonderingsgronden voor bepaalde casussen in bestaande regelgeving (op basis
van gegronde argumentatie). Gegevens over individuele subsidieverstrekkingen voor
maatregelen kunnen bijvoorbeeld niet bekend worden gemaakt indien openbaarmaking wegens
zwaarwegende persoonlijke omstandigheden niet kan worden gevergd of indien dit bedrijfsvertrouwelijke
of concurrentiegevoelige gegevens zijn. De verwachting is dat met de keuze voor actieve
openbaring een groot gedeelte van de gegevens van de eindbegunstigden van het HVP
openbaar te raadplegen zal zijn en hiermee wordt voldaan aan de wens van de Kamer.
Het moment van de actieve openbaring zal naar verwachting kunnen geschieden kort nadat
een betalingsverzoek voor middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit is goedgekeurd
door de Raad (ECOFIN). Op dat moment zijn de middelen uit het HVF betaald en hebben
de (externe) toezichthoudende partijen volledig inzage kunnen hebben in alle (financiële)
gegevens.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën