Brief regering : Internationale Klimaatstrategie
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 231
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VOOR
KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2022
Hierbij bieden wij u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
de Minister voor Natuur en Stikstof, de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat en de Minister van Financiën, de Internationale Klimaatstrategie (IKS)
aan, zoals eerder aangekondigd in de kamerbrief over de uitwerking van het coalitieakkoord
(Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking1 en de kamerbrief over de uitwerking van het coalitieakkoord voor klimaat en energie.2
Om de internationale klimaatdreiging het hoofd te bieden en gelijktijdig groene transitiekansen
beter te benutten slaat het kabinet een nieuwe weg in met deze eerste Internationale
Klimaatstrategie. De strategie versterkt de kabinetsbrede klimaatdiplomatieke samenwerking
gericht op landen buiten de Europese Unie en biedt de basis om gezamenlijk internationale
klimaatacties wereldwijd te versnellen. De strategie is tot stand gekomen na consultaties
met maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, experts, kennisinstellingen
en jongeren.
De urgentie voor klimaatactie is hoog en de wereld staat op een cruciaal punt in de
transitie naar een duurzame economie. Volgens de meest recente klimaatwetenschappelijke
rapporten van de VN leeft inmiddels de helft van de wereldbevolking in een situatie
van hoge klimaatkwetsbaarheid,3 waarbij de allerarmsten het hardst worden geraakt. De aankomende jaren zijn beslissend
voor het voorkomen van onherstelbare schade. Volgens het meest recent wetenschappelijk
klimaatrapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het «code rood voor de mensheid.» De huidige toezeggingen zijn onvoldoende
om de temperatuurstijging onder de 1,5 graden Celsius te houden. De aarde warmt op,
steeds meer mensen raken op drift, diersoorten sterven uit en grondstoffen worden
schaarser. Daardoor neemt de druk op ecosystemen, natuurlijke hulpbronnen en voedsel-
en watervoorziening toe, met directe gevolgen voor de nationale en internationale
veiligheid, transportnetwerken, wereldgezondheid en irreguliere migratie. Klimaatverandering
vormt een toenemend internationaal risico dat vraagt om ambitieuze internationale
actie van dit kabinet. Niet alleen voor het kunnen behalen van de wereldwijde ontwikkelingsdoelen
(SDG’s), maar ook voor onze strategische energiebelangen, de regionale veiligheid
en het verdienvermogen van ons internationaal opererend innovatieve bedrijfsleven.
Klimaatverandering is niet de enige uitdaging in deze turbulente tijd. De nasleep
van de coronapandemie brengt ingrijpende geopolitieke, economische en sociaal-maatschappelijke
gevolgen teweeg. De Russische invasie in Oekraïne leidt tot grote uitdagingen voor
de energie- en voedselzekerheid wereldwijd. En we zien dat de spanningen tussen VS
en China oplopen en de klimaatagenda beïnvloeden. Dit complexe geopolitieke speelveld
laat duidelijk zien dat onze welvaart en welzijn direct verbonden zijn met mondiale
ontwikkelingen en bevestigt de noodzaak van een snelle energietransitie t.b.v. onze
strategische autonomie.
Nederland zet zich in om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in het algemeen
en Russische fossiele brandstoffen in het bijzonder zo snel als veilig mogelijk af
te bouwen door versnelling van de energietransitie, energie-efficiëntie en energiebesparing.
Parallel aan onze nationale inzet, wordt in EU-verband met het Fit for 55-pakket ingezet
op het behalen van onze klimaatdoelen met een centrale rol voor de energietransitie
en met het REPowerEU-plan (inclusief de nieuwe EU-strategie voor externe energiebetrekkingen)
op een zo snel mogelijke afbouw van de import van Russische fossiele brandstoffen
en versnelling van de energietransitie. Het kabinet zet in op snelle besluitvorming
over deze voorstellen. Op korte termijn zal Russisch gas vervangen moeten worden door
extra LNG-import. De LNG-markt is een wereldmarkt waarbij het aanbod (vanuit o.a.
VS, Qatar, Australië) met name naar Aziatische en EU-markten gaat. Omdat LNG-aanbod
niet snel uit te breiden is, kan extra import een prijsopdrijvend effect hebben en
leiden tot een verschuiving van importbronnen wereldwijd.
Als toegezegd tijdens het notaoverleg over de Beleidsnota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
op 28 september jl., keert het kabinet in deze brief tevens terug op de relatie tussen
de kabinetsinzet in de EU op zogenaamde scope 3-emissies en internationaal maatschappelijk
verantwoord ondernemen (IMVO) en op de maatwerkafspraken die het kabinet wil maken
met de 20 grootste industriële uitstoters over substantiële CO2-reductie.4 Als aangegeven in het BNC-fiche bij het voorstel voor de Europese Commissie voor
een Richtlijn gepaste zorgvuldigheidsverplichting voor ondernemingen5 is het kabinet ten behoeve van deze Richtlijn voorstander van een brede invulling
van het begrip «operations» uit de richtlijn, waarbij ook de scope 3-emissies binnen
de waardeketens onder de reikwijdte van de richtlijn vallen. Nederland heeft in de
besprekingen van het voorstel hiertoe inmiddels voorstellen gedaan. De twintig grootste
uitstoters waarmee maatwerkafspraken worden gemaakt zullen naar verwachting alle onder
de reikwijdte van de richtlijn vallen. Voorts geldt dat deze bedrijven onder de Richtlijn
herziening duurzaamheidsrapportage vallen,6 die van bedrijven verwacht waar relevant ook over scope 3-emissies te rapporteren.
Het kabinet is doordrongen van de wetenschappelijk onderbouwde urgentie van dringende
wereldwijde klimaatactie. Vanuatu bereidt, naar verluidt, een resolutie voor die vermoedelijk
eind 2022 of begin 2023 tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties behandeld
zal worden. Via die resolutie wordt het Internationaal Gerechtshof om een advies (Advisory
Opinion) gevraagd over de relatie tussen mensenrechten en klimaatverandering. Mogelijk
richt de Advisory Opinion zich op de vraag of regeringen ook een verantwoordelijkheid
hebben om rekening te houden met de belangen van toekomstige generaties bij het opstellen
van klimaatbeleid. Onder meer Australië, Nieuw-Zeeland, verschillende kleine eilandstaten
en jongeren vertegenwoordigd in de World Youth for Climate Justice beweging steunen het idee van een resolutie van Vanuatu. De formulering van de adviesaanvraag
in de resolutie houdt Vanuatu nog voor zich. Nederland is in afwachting van de formulering
van de rechtsvraag zodat daarover stelling genomen kan worden. In beginsel steunt
Nederland adviesaanvragen aan het Internationaal Gerechtshof wanneer deze relevant
zijn voor de bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde, mede
gelet op artikel 90 van de Grondwet, en wanneer deze geen bilaterale geschillen betreffen.
Het kabinet heeft de Nederlandse klimaatambities verhoogd en nationale klimaatacties
versneld. Deze eerste rijksbrede IKS beschrijft hoe het kabinet de inzet voor het
klimaat ook wereldwijd verder wil verstevigen. De strategie bouwt voort op bestaande
nationale en internationale ambities zoals het nationale Klimaatakkoord7 met plannen voor het reduceren van de emissies van belangrijke sectoren zoals elektriciteit,
landbouw en mobiliteit in Nederland, het Rijksbreed Programma Circulaire Economie8 met als doel om in 2050 volledig circulair te zijn, de Nederlandse Internationale
Water Ambitie9 om in 2030 voor ruim honderd miljoen mensen in de wereld waterzekerheid en waterveiligheid
te vergroten en de Beleidsagenda voor duurzame financiering van de Ministers van Financiën
en EZK.10
Het eerste deel van de IKS (deel A) beschrijft de Nederlandse strategie en ambities
voor 2050. Daarna volgt in deel B de inzet in deze kabinetsperiode voor de verhoging
van mondiale inspanningen om de doelen van de Overeenkomst van Parijs te behalen.
Dit betreft zowel klimaatmitigatie – het streven om de opwarming van de aarde tot
1,5°C te beperken – als klimaatadaptatie – het vergroten van de weerbaarheid tegen
klimaatverandering – en het in lijn brengen van financieringsstromen met die twee
doelen. Daar horen concrete acties bij, zoals uiteengezet in de strategie. Het kabinet
intensiveert de diplomatieke inzet om andere landen te bewegen klimaatambities te
verhogen en klimaatacties te versnellen en heeft daarbij oog voor de mensen die het
hardst worden getroffen door klimaatverandering en wij met Nederlandse kennis en kunde
bijstaan.
De benodigde ambitie en actie bestrijkt vele beleidsterreinen en het kabinet spant
zich de komende jaren in voor sterkere internationale actie onder coördinatie van
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, in nauwe samenwerking
met de Minister voor Klimaat en Energie en andere betrokken bewindspersonen. In de
jaarlijkse klimaatdiplomatiebrief wordt u geïnformeerd over de voortgang van de IKS.
Zo draagt Nederland internationaal bij aan een koolstofarme, circulaire en klimaatweerbare
wereld in 2050.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Indieners
-
Indiener
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Medeindiener
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.