Brief regering : Onderzoeksrapport naar een nationale belasting op primair fossiel plastic
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 207 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2022
Tijdens het commissiedebat Circulaire Economie op 16 februari 2022 (Kamerstuk 35 925 XII, nr. 79) heb ik aan het lid Van Raan (PvdD) toegezegd om na de zomer uw Kamer te informeren
over een belasting op polymeren.
Naar aanleiding van deze toezegging heb ik door CE Delft onderzoek laten uitvoeren
naar een nationale heffing op primair fossiel plastic. Hierbij bied ik u het onderzoeksrapport
«Een nationale belasting op primair fossiel plastic? Effecten op milieu en economie»
aan. In het rapport zijn de milieueffecten en de economische effecten onderzocht van
twee heffingsvarianten, namelijk een belasting vroeg in de keten waar polymeren op
de markt komen en een belasting later in de keten waar plastic producten op de markt
komen.
De uitkomsten van het rapport worden onder andere met de ministeries van Economische
Zaken en Financiën besproken om te komen tot een concrete maatregel die wordt meegewogen
in het kader van extra maatregelen om CO2-uitstoot te compenseren als gevolg van het intrekken van de productiebeperking bij
kolencentrales. Extra maatregelen zijn nodig om het Urgenda-doel van ten minste 25 procent
emissiereductie in de komende jaren zeker te stellen. Deze extra maatregelen worden
meegenomen als onderdeel van de integrale besluitvorming over aanvullend klimaatbeleid
in de reguliere begrotingscyclus in het voorjaar van 2023.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat