Brief regering : Najaarsbrief circulair textiel
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 208
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2022
In april 2022 ontving uw Kamer het beleidsprogramma circulair textiel 2020–2025. Ieder
jaar informeer ik u over de voortgang van het beleidsprogramma. De laatste rapportage
ontving u in april 2022.1 Er zijn momenteel veel mooie ontwikkelingen te noemen op het textieldossier, zoals
de lancering van de tweede editie van de Preloved Fashion Fair. Ook wordt er samen met de sector hard gewerkt aan de invoering van de uitgebreide
producentenverantwoordelijkheid (UPV). Daarnaast informeer ik u over de ontwikkelingen
rondom e-commerce. Tot slot deel ik met u de publicaties van de massabalans bedrijfskleding,
het monitoringsrapport van de Denim Deal 2021 en de milieukundige analyse van het
textielbeleid.
Campagne voor tweedehands kleding in Utrecht en Leiden
Dit jaar is er weer een campagne om consumenten laagdrempelig kennis te laten maken
met tweedehands kleding. Vorig jaar was de Preloved Fashion Fair in Utrecht, dit jaar is hij uitgebreid naar Leiden. In Leiden was ik op 16 september
jongstleden aanwezig bij de aftrap van de campagne in een prachtige pop-upwinkel op
de Lammermarkt. Het was een mooi evenement waar wethouders, winkeleigenaren en influencers die dit initiatief steunen, samenkwamen. Ik ben blij dat de campagne dit jaar uitgebreid
is en hoop dat er veel mensen kennis kunnen maken met mooie tweedehands items. Dit
jaar wordt voor de campagne ook een evaluatie en effectmeting uitgevoerd, waarover
ik uw Kamer in de voortgangsrapportage textiel in het voorjaar van 2023 zal informeren.
Invoering van het besluit UPV textiel per 2023
Per 1 januari 2023 wordt de UPV voor textiel ingevoerd. Het wetgevend kader hiervoor
is een algemene maatregel van bestuur (AMvB). De AMvB is afgelopen zomer genotificeerd
bij de Europese Commissie (standstill) en dit heeft niet geleid tot een reactie van de Europese Commissie. De AMvB ligt
op dit moment voor advies bij de Raad van State. De volgende en laatste stap tot publicatie
is de nahang in de Tweede en Eerste Kamer eind dit jaar.
De brancheverenigingen werken samen met de sector hard aan de oprichting van de producentenorganisatie.
Via het netwerkoverleg blijf ik hierover in gesprek met de betrokken partijen. Daarnaast
heeft het ministerie een gesprek georganiseerd met een aantal MKB-bedrijven en wordt
er in onze opdracht een bedrijfseffectentoets uitgevoerd die inzicht geeft in de kwalitatieve
en kwantitatieve lasten van de UPV voor kleine- middelgrote en grote producenten.
Uitkomsten verkenning voor maatregelen e-commerce
Het vorige kabinet heeft toegezegd dat dit kabinet vervolgstappen formuleert om de
negatieve effecten van online winkelen tegen te gaan.2 In overleg met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn verschillende
beleidsopties verkend – van communicatie richting consumenten tot verdergaande opties
zoals eerder door Reductify onderzocht. Op dit moment is er onvoldoende aanleiding
om te kijken naar aanpassing van regelgeving. Het meest kansrijk voor de korte termijn
is de inzet op gedragsverandering. Het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE)
dat eind dit jaar verschijnt bevat een gedragsstrategie. Deze strategie is een mooie
eerste stap om te verkennen hoe via gedragsbeïnvloeding de impact van de kledingsector
kan worden verkleind. Hierin worden doelgedragingen rondom kleding bekeken, zoals
gescheiden inleveren, minder vaak wassen en minder nieuwe kleding kopen. Daarnaast
zet ik me er bij de Europese onderhandelingen over de Ecodesign voor duurzame producten
(ESPR) voor in om het vernietigen van ongebruikt textiel (waaronder retourgoederen)
te verbieden, in plaats van enkel een rapportageverplichting in te voeren.
Nieuwe Massabalans geeft inzicht in cijfers over bedrijfsmatig textiel
Uw Kamer is in 2020 geïnformeerd over de Massabalans textiel uit huishoudens. Die
massabalans ging over het textiel dat, op basis van cijfers uit 2018, door Nederlandse
huishoudens wordt afgedankt en wat daar na afdanking mee gedaan wordt. Ook bedrijven
en overheden kopen en gebruiken textiel en danken dat vervolgens af. Denk daarbij
aan werkkleding, veiligheidsschoeisel, uniformen of handdoeken en lakens in hotels
of ziekenhuizen. Voor het programma Meer en beter recyclen heeft Rijkswaterstaat nu
een massabalans laten maken voor textiel dat bedrijfsmatig wordt afgedankt, deze vindt
u als bijlage bij deze brief.
In onderstaand figuur staan de resultaten van de massabalans.
Bij gescheiden textiel afkomstig van huishoudens vindt meer hergebruik dan recycling
plaats. Voor bedrijfsmatig ingezameld textiel is dit juist andersom. Een mogelijke
verklaring hiervoor is dat bedrijfsmatig textiel veelal langdurig wordt gedragen en
optimaal wordt verzorgd, onder meer door textielverzorgingsbedrijven. Aan het einde
van de levensduur is hergebruik dan geen optie meer en is alleen recycling mogelijk.
Aandacht vraagt het gedeelte bedrijfsmatig textiel dat nog niet gescheiden wordt ingezameld
en daardoor mogelijk na gebruik verbrand wordt omdat dit in restafval van bedrijven
of huishoudens terechtkomt. Sinds 2021 zijn bedrijven die wekelijks textiel afdanken,
of eenmalig ten minste 1 m3 afdanken, verplicht om dit te scheiden. Voor de verwerking van gescheiden textiel
is de minimumstandaard recycling.
Het programma VANG Buitenshuis wijst bedrijven, die textiel gebruiken en afdanken
en inzamelaars van bedrijfsafval, op de verplichting om textiel te scheiden.
Positieve resultaten uit monitor Denim Deal 2021
Op 29 oktober 2020 hebben diverse partijen uit de textielketen de Green Deal Circulaire
Denim (Denim Deal) ondertekend. Het doel van deze afspraak is om het gebruik van post-consumer
gerecycled (PCR) katoen in de productie van nieuwe denim kledingstukken verder te
stimuleren. Het monitorrapport over 2021 laat een positief beeld zien van het eerste
jaar van de Denim Deal. Het aandeel denimkledingstukken van de aangesloten merken
met minimaal 5 procent PCR katoen is op de Nederlandse markt gestegen van 8 naar 26 procent.
Ook het aandeel jeans op de Nederlandse markt met 20 procent PCR katoen is gestegen
van 8 naar 36 procent. Het doel van de productie van 3 miljoen jeans met 20 procent
PCR katoen door de aangesloten merken is voor de internationale markt al gehaald.
Voor de Nederlandse markt blijft het lastig dit doel te halen. Daarvoor zouden meer
in Nederland actieve jeansmerken zich bij de Denim Deal moeten aansluiten. De stuurgroep
heeft dit als een van de vraagstukken geselecteerd om de komende tijd aan te werken.
Naast een kwantitatief beeld is er dit jaar ook een kwalitatieve monitor uitgevoerd.
Uitkomsten laten zien dat de Denim Deal de deelnemers met elkaar verbindt; ze doen
nieuwe contacten op, bespreken dilemma’s en gaan in een enkel geval nieuwe samenwerkingen
aan. Er worden ook stoffen met 15 tot 20 procent PCR geleverd aan grote partijen buiten
de Denim Deal. Partijen benadrukken wel dat schaalvergroting, innovatie en investeringen
nodig zijn. Ook blijkt dat meer samenwerking tussen aangesloten partijen nodig is
om deze uitdagingen aan te pakken. Op basis van de monitor heeft de stuurgroep drie
vraagstukken geselecteerd om komende tijd gezamenlijk op te pakken: voldoende aanbod
van gesorteerd katoen voor productie van hoogwaardig PCR katoen op industriële schaal,
verbeteren van kwaliteitsstandaarden van PCR katoen, en het behalen van het doel om
te komen tot 3 miljoen jeans met 20% PCR op de Nederlandse markt voor eind 2023.
De resultaten van de Denim Deal laten zien dat er door samenwerking in de keten goede
stappen worden gezet om PCR in textiel de standaard te maken. Ook geven de ervaringen
uit de Denim Deal een duidelijk beeld van de uitdagingen die er nog liggen en wat
ervoor nodig is om die aan te gaan. De Denim Deal is een succesvol voorbeeld van een
aanpak die leidt tot een omslag naar een circulaire en duurzame textielketen. Die
kennis neem ik onder andere mee in mijn inzet voor vooruitstrevende producteisen voor
textiel onder de Europese Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten.
Beleidsprogramma leidt tot afname klimaatimpact van textiel
CE Delft heeft op verzoek van het ministerie een milieukundige analyse uitgevoerd
voor de doelstellingen van het textielbeleid en de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
Het onderzoek geeft inzicht in de uitstoot van CO2, en land- en watergebruik in de textielsector. Er is gewerkt met verschillende scenario’s,
omdat het nodig was om aannames te maken over de manier waarop de beleidsdoelstellingen
worden ingevuld. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de doelstelling voor duurzaam materiaal
met verschillende materialen en samenstellingen in te vullen. De verschillende fasen
van de textielketen zijn meegenomen, met uitzondering van transport tijdens de productfase
en het wassen tijdens de gebruiksfase.
De resultaten laten zien dat het behalen van de beleidsdoelen zorgt voor een afname
van CO2, impact, land- en watergebruik voor 2030. Het behalen van de beleidsdoelen zorgt
voor een afname van de klimaatimpact van tussen de 14% en 34%. Voor landgebruik levert
het een afname op van tussen de 33% en 43% en voor waterverbruik een afname van tussen
de 29% en de 42%. Productie van het doek draagt voor het overgrote deel bij aan de
klimaatimpact en watergebruik van textiel. Daarnaast levert hergebruik een grotere
reductie voor klimaatimpact op dan recycling, omdat naast vezelproductie ook doekproductie
wordt vermeden. Een verschuiving van synthetische vezels naar katoen, en van katoen
naar meer biologisch katoen, levert hoger landgebruik op. En andere biobased vezels,
zoals hennep, hebben een lager landgebruik dan katoen.
Concluderend wordt geadviseerd om in te zetten op meer hergebruik en recycling. Daarom
werken we onder andere aan de invoering van de UPV textiel. Om tot nul impact te komen,
is echter ook nodig om in te zetten op verduurzaming van het productieproces en vermindering
van consumptie. Zoals aangegeven bevat het NPCE een gedragsstrategie waarin ook gedragsbeïnvloeding
voor minder nieuwe kleding kopen wordt verkend. Daarnaast heb ik er bij de herziening
van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen voor gepleit dat preventieve maatregelen zich zowel
moeten richten op het verminderen van textielafval als op bewuste consumptie.
Tot slot
De resultaten en ontwikkelingen laten zien wat we al bereikt hebben. We weten ook
waar de kansen en uitdagingen liggen om te komen tot een circulaire en duurzame textielketen.
Om die aan te gaan, hebben we iedereen nodig, van producent tot consument. Daarom
werken we ook de komende tijd gezamenlijk verder aan de verduurzaming van de textielketen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat