Brief regering : Reactie op verzoek commissie om aanvulling op brief van 29 juni 2022 over persveiligheid ter aanvulling op het ‘Plan van aanpak persvrijheid en persveiligheid'
31 777 Persbeleid
Nr. 33
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2022
De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 15 juli jl. verzocht om
een aanvulling op de Kamerbrief over persvrijheid en persveiligheid. Die Kamerbrief
heb ik uw Kamer op 29 juni jl. (Kamerstuk 31 777, nr. 32) toe doen komen. Met deze brief geef ik, mede namens de Minister van Justitie en
Veiligheid, gehoor aan dit verzoek. In de bijlage bij de brief van 29 juni jl. zijn
wij ingegaan op het staande beleid van het kabinet, waaronder een groot deel van de
door de commissie gevraagde brief en die u derhalve hieronder opnieuw beschreven ziet.
Financiering PersVeilig
Zoals de Minister van Justitie en Veiligheid en ik in de brief van 29 juni jl. hebben
aangegeven, zetten wij onze financiële steun aan PersVeilig in ieder geval tot en
met 2024 voort en blijven wij PersVeilig ook daarna steunen. Bij het invullen van
die steun vanaf 2025 betrekken wij de gesprekken die PersVeilig met de sector voert
over hun bijdrage aan het project en ook de evaluatie van PersVeilig die is voorzien
voor 2023. Eenzelfde werkwijze geldt voor het Flexibel Beschermingspakket Freelancers,
dat eind 2023 afloopt.
Lokale en regionale media
Lokale en regionale media kunnen, net als landelijke media, aanspraak maken op de
ondersteuning van PersVeilig. Parallel werk ik aan de versterking en professionalisering
van de lokale publieke omroepen, ter uitwerking van het regeerakkoord. Met de meest
betrokken partijen is voor de zomer een start gemaakt om samen te werken aan vernieuwing
van het bestel. Tijdens het commissiedebat over mijn Hoofdlijnenbrief Media (Kamerstuk
32 827, nr. 246) op 6 juli jl. (Kamerstuk 32 827, nr. 250) heb ik de Kamer toegezegd een brief te sturen over mijn te voeren beleid rond lokale
omroepen. De Kamer ontvangt deze brief voor het wetgevingsoverleg over de mediabegroting.
Sneller en strenger straffen
Voor sneller en strenger straffen hebben de mediasector, politie en het Openbaar Ministerie
het Protocol PersVeilig ontwikkeld. Zoals in de brief van 29 juni 2022 staat omschreven,
zijn in dit protocol de afspraken omtrent opsporing en vervolging vastgelegd. Dit
protocol zorgt er voor dat aangiften over een strafbaar feit tegen journalisten met
prioriteit worden opgepakt door politie en het Openbaar Ministerie. De politie neemt
altijd de aangifte op wanneer journalisten betrokken zijn en stuurt het proces-verbaal
zo snel mogelijk naar het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie past zoveel
mogelijk lik-op-stukbeleid toe bij deze zaken en hanteert een verhoging van de strafeis
met 200 procent voor delicten die tegen een journalisten gepleegd zijn conform de
«Aanwijzing kader voor strafvordering» en de toepasselijke richtlijnen.
Taakstrafverbod
Voor wat betreft het taakstrafverbod wordt conform de motie van de leden Van Dam en
Van Wijngaarden1 de mogelijkheid onderzocht om ook bij geweld tegen journalisten in een taakstrafverbod
te voorzien. Deze onderzoeksvraag is onderdeel van het WODC-onderzoek naar de aard
en omvang van geweld tegen journalisten. De resultaten van dit onderzoek worden eind
dit jaar verwacht en worden door de Minister van Justitie en Veiligheid met uw Kamer
gedeeld.
Het wetsvoorstel taakstrafverbod bij geweld tegen functionarissen met een publieke
taak zal naar verwachting al op 4 oktober 2022 worden behandeld in de Eerste Kamer.
Doxing
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede
Kamer waarmee het gebruik van persoonsgegevens voor intimiderende doelen – ook wel
bekend als «doxing» – strafbaar wordt gesteld2. Op 2 september 2022 heeft de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid verslag
uitgebracht van haar bevindingen. De Minister van Justitie en Veiligheid zal de gestelde
vragen beantwoorden en ziet uit naar de verdere behandeling van het wetsvoorstel in
het parlement.
Afschermen persoonsgegevens in Handelsregister en Kadaster
In de brief van 29 juni jl. heb ik vooruitgewezen naar de Datavisie voor het Handelsregister.
Inmiddels heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat deze visie naar de Kamer
gestuurd.3 Woonadressen zijn niet langer openbaar toegankelijk. Wel kan het voorkomen dat een
woonadres ook als bezoekadres van de onderneming wordt gebruikt en nu dus nog openbaar
toegankelijk is. Er is regelgeving in voorbereiding om ook bezoekadressen af te schermen.
Voor journalisten, in de breedste zin van het woord, is een convenant voorbereid tussen
de Kamer van Koophandel en PersVeilig ter uitvoering van de wijziging. Vooruitlopend
op de wijzigingen in de regelgeving, worden de afspraken uit het convenant op dit
moment al uitgevoerd.
Eenmanszaken kunnen een verzoek tot afscherming indienen bij de Kamer van Koophandel
zonder daarvoor een beroep te hoeven doen op eventuele veiligheidsrisico’s. Dit heeft
de Minister van EZK ook toegelicht in de Datavisie voor het Handelsregister.
Afscherming van persoonsgegevens in het Kadaster is hiernaast sinds 1 juli 2019 mogelijk
voor mensen die een persoonlijk risico lopen of worden bedreigd. Dit ziet op een beperkte
categorie personen. Verdergaande afscherming van persoonsgegevens wordt door het kabinet
ook bij het Kadaster overwogen. Het belang van veiligheid tegen intimidatie en bedreiging
is hierbij van belang, net als het belang van een transparante en goed functionerende
vastgoedmarkt.
Het belang van vrije media opnemen in het curriculum
Scholen moeten aandacht besteden aan burgerschapsvorming. De eisen daaraan zijn vorig
jaar augustus aangescherpt. Daarbij staat centraal hoe een leerling in staat gesteld
wordt om te participeren in onze democratische rechtstaat. Persvrijheid hoort ook
bij onze rechtstaat.
Ik ben in gesprek met het Netwerk Mediawijsheid over een aanpak om bewustwording over
persvrijheid te vergroten, zoals ik aankondigde in mijn brief van 29 juni jl. De aanpak
zal beginnen in 2023, de planvorming is nu gaande en is in de afrondende fase.
Tot slot
Tot slot wil ik het belang van dit onderwerp onderstrepen. De acties, voortvloeiende
uit het Mondelinge Vragenuur van 10 mei jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 77, item 2) zijn terecht gekomen in de brief met het plan van aanpak van 29 juni 2022. In die
brief heb ik ook aangekondigd dat uw Kamer met de mediabegrotingsbrief wordt geïnformeerd
over de actuele stand van zaken met betrekking tot de uitvoering.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap