Brief regering : Derde rapportage uitreizigers
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 652
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2022
Hierbij ontvangt u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van
Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de derde rapportage
uitreizigers. Conform de motie van de leden Michon-Derkzen (VVD) en Bikker (CU) informeert
deze rapportage u integraal over het thema uitreizigers en wordt u overzicht geboden
over de ontwikkelingen rond uitreizigers in het afgelopen halfjaar. Tevens wordt in
deze brief voldaan aan het verzoek van het lid Michon-Derkzen (VVD) om in te gaan
op het aantal toekomstige vrijlatingen van veroordeelden van een terroristisch misdrijf.
Uitreizigers in Syrië en Irak hebben zich aangesloten bij een strijd die erop gericht
is alles te vernietigen waar wij voor staan. Voor de terroristische misdrijven waarvan
zij worden verdacht moeten zij te allen tijde voor een rechter verantwoording afleggen.
Dit doet het meest recht aan de slachtoffers. Het ter berechting naar Nederland overbrengen
van uitreizigers is geen vanzelfsprekendheid. Het kabinet maakt hierin een brede afweging
waar verschillende belangen bij worden betrokken en waarin behalve het belang van
het voorkomen van straffeloosheid ook de veiligheid in het gebied en de gevolgen voor
de internationale betrekkingen worden meegewogen. Daarbij is er altijd oog voor het
belang van de nationale veiligheid en de overige feiten en omstandigheden van het
specifieke geval.
Stand van zaken wetgeving
Deze rapportage wordt benut om uw Kamer een overzicht te geven van de voortgang van
de wetgeving op het gebied van het bestrijden van terrorisme en het veilig houden
van Nederland. Hierin is een aantal belangrijke stappen gezet:
• Op 28 februari 2022 trad de wijziging van artikel 14, vierde lid, Rijkswet op het
Nederlanderschap in werking. Daardoor is de bevoegdheid tot intrekking van het Nederlanderschap
van personen die zich in het buitenland bevinden en zich hebben aangesloten bij een
terroristische organisatie verlengd met 5 jaar;
• Op 26 februari 2022 is de wet tot verlenging van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen
terrorismebestrijding in werking getreden. De werkingsduur van deze wet is met 5 jaar
verlengd. Op grond van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
kunnen, in het belang van de nationale veiligheid, vrijheidsbeperkende maatregelen
worden opgelegd aan personen die op grond van hun gedragingen in verband kunnen worden
gebracht met terroristische activiteiten of de ondersteuning daarvan
• In het Coalitieakkoord is opgenomen dat de Wet langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding
en vrijheidsbeperking wordt aangevuld met bepalingen over terroristische misdrijven.
Een daartoe strekkende wetswijziging is opgenomen in de inmiddels aangenomen Verzamelwet
Justitie en Veiligheid 2022 en zal op 1 januari 2023 in werking treden;
• In het Coalitieakkoord heeft het kabinet aangekondigd het strafmaximum voor deelname
aan een terroristische organisatie (artikel 140a van het Wetboek van Strafrecht) te
verhogen van 15 jaar naar 20 jaar. Dit wetsvoorstel is in voorbereiding. Ik verwacht
een hiertoe strekkend voorstel binnenkort voor consultatie aan te kunnen bieden.
Een uitgebreide toelichting op geïmplementeerde en nog aanhangige wetgeving is aan
het einde van deze rapportage opgenomen.
Detentie
Verdachten van en veroordeelden voor een terroristisch delict worden in principe op
één van de drie terroristenafdelingen (TA) in detentie geplaatst. Dit geldt ook voor
uitreizigers die bij aankomst in Nederland direct worden aangehouden en gedetineerd.
Met de plaatsing op een TA-afdeling wordt onder meer zicht gehouden op deze specifieke
groep en wordt de verspreiding van radicaal gedachtengoed en/of rekrutering in reguliere
detentie voorkomen. In 2020 is in de Penitentiaire Inrichting Zwolle een TA specifiek
voor vrouwen gecreëerd. Gezien de eerdere en mogelijk aanstaande overbrenging van
vrouwelijke verdachten vanuit Syrië naar Nederland wordt de capaciteit van de TA Zwolle
in elk geval tot en met 2024 uitgebreid van tien naar twintig plaatsen. Afhankelijk
van de te verwachten in-, door- en uitstroom zal moeten worden bezien hoe lang deze
extra plaatsen nodig worden geacht.
Ondanks alle inspanningen die tijdens detentie worden gedaan, zijn er terrorismeveroordeelden
van wie aan het einde van hun straf nog altijd een mogelijk gevaar uitgaat voor de
samenleving. Daarom is het belangrijk dat op hen langer toezicht kan worden gehouden.
De Wet langdurig toezicht (Wlt) biedt daartoe mogelijkheden: tenuitvoerlegging van
een bij de veroordeling opgelegde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
(GVM) en (meermaals) verlenging van de proeftijd bij de voorwaardelijke invrijheidstelling
(v.i.). De praktijk laat zien dat de GVM inmiddels in terrorismezaken wordt opgelegd,
ook nadat meer bekendheid aan de reikwijdte van deze maatregel is gegeven.1 Zoals reeds hierboven is vermeld, is vanwege onduidelijkheden over het toepassingsbereik,
in de Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2022 (Kamerstuk 36 003) een wetswijziging opgenomen waarmee wordt verduidelijkt dat de GVM en de mogelijkheid
om de v.i.-proeftijd te verlengen ook toegepast kunnen worden bij terroristische misdrijven
en misdrijven ter voorbereiding en vergemakkelijking van terroristische misdrijven.2 Daaronder vallen ook misdrijven die in voorkomende gevallen in strafzaken tegen uitreizigers
ten laste worden gelegd, zoals deelname aan een terroristische organisatie, training
voor terrorisme en (andere) voorbereidingshandelingen met betrekking tot terroristische
misdrijven. Zo wordt geborgd dat de mogelijkheden die deze maatregelen uit de Wlt
bieden ten volle kunnen worden benut. Met deze verduidelijking van de wet wordt deze
ambitie uit het Coalitieakkoord gerealiseerd.
Cijfers toekomstige vrijlatingen uit detentie
Op 16 juni 2022 is na een vraag van lid Michon-Derkzen toegezegd om in de Rapportage
integrale aanpak terrorisme terug te komen op het aantal toekomstige vrijlatingen
van veroordeelden van een terroristisch misdrijf. Ten tijde van de publicatie van
deze rapportage3 was deze informatie nog niet beschikbaar. Daarom informeer ik uw Kamer hierover in
deze brief.
Van circa 10 terrorismeveroordeelden is de einddatum van de strafrechtelijke titel
voorzien tussen 1 september 2022 en 1 september 2023 (peildatum 1 september 2022).
Het aantal ziet op gedetineerden die op een terroristenafdeling hebben gezeten, dit
zijn niet enkel uitreizigers. Het precieze aantal invrijheidstellingen van deze groep
is lastig te noemen, omdat dit onder meer afhankelijk is van ontwikkelingen in de
individuele strafprocessen en het voldoen aan voorwaarden.
Strafzaken
Uw kamer is op 29 juni jl. geïnformeerd over de opvolging van de tussenbeslissing
van de rechtbank Rotterdam van 11 mei 2022 naar aanleiding van verzoekschriften tot
beëindiging strafzaak die bij de rechtbank zijn ingediend door twaalf van terroristische
misdrijven verdachte Nederlandse vrouwelijke uitreizigers.4 De rechtbank heeft bepaald dat zij verwacht dat de betreffende verdachten over vier
maanden naar Nederland zijn gerepatrieerd, dan wel dat een concrete toezegging is
gedaan dat wordt gestreefd naar repatriëring. De overbrenging naar Nederland is niet
mogelijk gebleken binnen de door de rechtbank gestelde termijn.
Het Openbaar Ministerie is geïnformeerd dat het kabinet niettemin het voornemen heeft
de vrouwen ter berechting naar Nederland over te brengen en het onderzoek naar de
mogelijkheden hiertoe voortzet.
Berechting in de regio
Het kabinet blijft, conform de moties van de leden Kuik (CDA) en Kuzu (DENK), onverminderd
inzetten op het voorkomen van straffeloosheid van ISIS-strijders.5 Om hier verdere stappen in te zetten reisde de Minister van Justitie en Veiligheid
op 17 en 18 mei 2022 naar Irak. Over de bevindingen naar aanleiding van dit bezoek
werd u op 14 juni 2022 geïnformeerd.6 Het kabinet concludeert dat berechting van Nederlandse personen die zich hebben aangesloten
bij terroristische organisaties in Syrië of Irak in Irak vooralsnog geen optie is.
Het kabinet bekijkt samen met Europese partners of er mogelijkheden zijn om bij te
dragen aan accountability van ISIS-strijders in Irak. Momenteel wordt bezien hoe justitiële samenwerking met
het United Nations Investigative Team to Promote Accountability for Crimes Committed
by Da’esh/ISIL (UNITAD) mogelijk kan worden gemaakt, omdat dit bewijsvergaringsmechanisme
een belangrijke rol speelt in het verzamelen van bewijsmateriaal van misdrijven gepleegd
door ISIS-strijders in Irak. Bij een volgend bezoek van de Minister van Justitie en
Veiligheid aan Irak zal de voortgang rond berechting in de regio opnieuw op de agenda
staan. Ook in Europees verband blijft dit voor Nederland een prioriteit.
Intrekken Nederlanderschap op grond van artikel 14, vierde lid, Rijkswet op het Nederlanderschap
(RWN)
In de brief van 29 augustus jl. bent u geïnformeerd over een uitspraak van de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 juni 2022 waarmee het besluit tot
oplegging van een ongewenstverklaring aan een uitreizigster en het aan de ongewenstverklaring
gekoppelde besluit tot intrekking van het Nederlanderschap werd vernietigd.7 Zoals in die brief uiteen is gezet betekent deze uitspraak dat in andere zaken waarin
het Nederlanderschap op grond van artikel 14, vierde lid, RWN is ingetrokken, de rechter
ook feiten en omstandigheden moet betrekken die zich ná het nemen van het besluit
hebben voorgedaan.
Sinds de inwerkingtreding van de bevoegdheid tot intrekken Nederlanderschap op grond
van artikel 14, vierde lid, RWN is in 24 zaken besloten tot het intrekken van het
Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid. Het betreft hier personen
die zich in het buitenland hebben aangesloten bij een terroristische organisatie.
Drie van deze besluiten tot intrekking zijn vernietigd door de rechter. Drie intrekkingszaken
lopen nog in hoger beroep bij de Raad van State. Vijf besluiten zijn door de IND ingetrokken,
omdat deze juridisch niet haalbaar bleken.8 Dertien intrekkingen zijn inmiddels definitief.
Minderjarigen
Uw kamer is op 25 juni 2021 geïnformeerd over de maatregelen om kinderen van uitreizigers
die terug zijn in Nederland de noodzakelijke zorg en begeleiding te bieden. Sinds
deze datum is deze inzet niet gewijzigd.
Overzicht aantallen uitreizigers9
De cijfers weerspiegelen de stand van zaken op 1 september 2022. Per «categorie» worden
de cijfers afgerond, omdat de exacte cijfers zicht kunnen geven op de informatiepositie
van de AIVD.
Aantallen uitreizigers
Onderkende uitreizigers
300
Teruggekeerd naar Nederland
70
Teruggekeerd naar ander land
20
Overleden
105
Volwassen uitreizigers in de regio
In kampen of in detentie
35
Bij jihadistische groeperingen in NW Syrië
25
Mogelijk elders in Syrië
30
In Turkije
15
Kinderen met een Nederlandse link
In Syrisch-Koerdische vluchtelingen kampen of detentie
60
Bij jihadistische groeperingen in NW Syrië
70
Mogelijk elders in Syrië
30
In Turkije
25
Teruggekeerd naar Nederland
40
Teruggekeerd naar een ander land
45
Overleden
25
Wetgeving
Zoals eerder in de brief gemeld zijn afgelopen jaar belangrijke stappen gezet op het
gebied van wetgeving. Aanvullend op de reeds genoemde wetgeving wil ik hier uitgebreider
ingaan op een aantal andere aangenomen en lopende wetsvoorstellen.
Het kabinet neemt overeenkomstig het coalitieakoord maatregelen om ongewenste beïnvloeding
tegen te gaan. Zo wil het kabinet geldstromen naar maatschappelijke organisaties zichtbaar
maken, door middel van de Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo).
Daarnaast wordt gewerkt aan een nota van wijziging, waarmee het openbaar ministerie
meer mogelijkheden krijgt om in te grijpen bij maatschappelijke organisaties die de
Nederlandse democratische rechtsstaat ondermijnen. Streven is om deze nota van wijziging
voor het einde van het jaar bij de Tweede Kamer in te dienen.
Uw Kamer heeft in 2020 het wetsvoorstel Strafbaarstelling verblijf in een door een
terroristische organisatie gecontroleerd gebied aangenomen (Kamerstukken 35125; hierna:
de gebiedsstrafbaarstelling). Dit wetsvoorstel ligt nu ter behandeling in de Eerste
Kamer. In 2021 is aangekondigd dat een strafuitsluitingsgrond voor journalisten en
hulpverleners zal worden geïntroduceerd in een nieuw wetvoorstel, als aanvulling op
het wetsvoorstel waarin de gebiedsstrafbaarstelling is opgenomen. Dat laatste wetsvoorstel
wordt in afwachting van de aanvulling aangehouden door de Eerste Kamer.
De Uitvoeringswet TOI-verordening (Terroristische Online-Inhoud) (Kamerstuk 36 138) is inmiddels door uw Kamer in behandeling genomen. EU-landen dienen ter voorkoming
van verspreiding van terroristische online-inhoud een bevoegde autoriteit aan te wijzen.
De Nota naar aanleiding van het Verslag is reeds aan uw Kamer verzonden.
Ook in voorgaande jaren is het wettelijk instrumentarium voor terrorismebestrijding
uitgebreid om ervoor te zorgen dat dat instrumentarium opgewassen blijft tegen nieuwe
dreigingen en ontwikkelingen in de samenleving. Zo is eind 2018 de Wet versterking
strafrechtelijke aanpak terrorisme in werking getreden. De strafrechtelijke aanpak
van terrorisme is met deze wet verder versterkt onder andere door de mogelijkheden
om voorlopige hechtenis toe te passen zonder dat sprake hoeft te zijn van ernstige
bezwaren bij verdenking van terroristische misdrijven te verruimen en door de aangifteplicht
uit te breiden tot alle terroristische misdrijven. Medio 2019 is de Wet op het gebruik
van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven
(Wet PNR) in werking getreden. Door deze wet is een effectievere informatie-uitwisseling
mogelijk tussen de EU-lidstaten.
Tot slot wijs ik u nog op de wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming
van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen. Deze aanpassing heeft geleid
tot een uitbreiding van de mogelijkheden voor het Openbaar Ministerie om via de rechter
radicale organisaties te verbieden die tot doel hebben om onze democratische rechtsstaat
omver te werpen of af te schaffen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid