Brief regering : Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap van 6 oktober 2022
36 230 Europese Politieke Gemeenschap
Nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan van
de bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap van 6 oktober 2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE POLITIEKE GEMEENSCHAP VAN 6 OKTOBER 2022
Op 6 oktober 2022 zal in Praag de eerste bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap
(EPG) plaatsvinden. De Minister-President is voornemens om deel te nemen aan deze
bijeenkomst. Er zijn geen besluiten voorzien en naar verwachting zal er geen gemeenschappelijke
verklaring worden aangenomen.
De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat er een noodzaak is voor meer samenwerking
om de weerbaarheid van het Europese continent te bevorderen. Het door de Franse president
Macron gelanceerde idee voor een Europese Politieke Gemeenschap (EPG) werd in juni
besproken door de Europese Raad. Het idee van Macron om een platform voor politieke
coördinatie op te zetten voor samenwerking met alle Europese landen waar de EU nauwe
banden mee heeft, werd door Nederland en de rest van de Europese Raad omarmd. Het
sluit goed aan bij de Nederlandse beleidsprioriteiten en het nader invullen van de
Europese politieke familie. De EPG zal voornamelijk een forum zijn voor politieke
dialoog en samenwerking tussen Europese landen ten aanzien van onderwerpen van gemeenschappelijk
belang zoals veiligheid, energie, economie en klimaat. De EPG is derhalve geen alternatief
voor het uitbreidingsproces.
De landen die een uitnodiging voor de EPG zullen ontvangen zijn de zevenentwintig
EU-lidstaten, Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië-Herzegovina, Georgië, IJsland,
Kosovo, Liechtenstein, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen, Oekraïne,
Servië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. Het is op het moment van
schrijven nog niet duidelijk welke landen op de uitnodiging in zullen gaan.
Er zullen ronde tafels plaatsvinden gecentreerd rondom het thema veiligheid en stabiliteit
en het thema energie, klimaat en economie. De Minister-President zal deel nemen aan
één van deze ronde tafels, maar het is op het moment van schrijven nog onduidelijk
welke.
Thema I – Veiligheid en stabiliteit
Staatshoofden en regeringsleiders zullen tijdens de EPG spreken over veiligheid en
stabiliteit in Europa. De discussie is des te relevanter omdat deze plaatsvindt op
een moment dat er een gewapend conflict woedt op het Europees continent. In het licht
van de aanhoudende Russische agressie tegen Oekraïne zullen staatshoofden en regeringsleiders
bespreken op welke manier collectief de veiligheid en stabiliteit op het Europees
continent versterkt kan worden. Het kabinet ziet het als prioriteit om gezamenlijk
met internationale partners aan een duurzame oplossing voor het conflict in Oekraïne
te werken. De staatshoofden en regeringsleiders zullen spreken over gezamenlijke versterking
van veiligheid en stabiliteit op het Europese continent en manieren om samenwerking
te intensiveren om Oekraïne te ondersteunen en het conflict te beëindigen.
De agressie van Rusland gericht op de soevereine staat Oekraïne, ondermijnt de basisprincipes
van Europese veiligheid. Nederland blijft Rusland oproepen om deze oorlog te stoppen.
Tegelijkertijd blijft Nederland Oekraïne militair steunen en waar mogelijk deze steun
intensiveren. Het kabinet acht het belangrijk dat zowel de EU, de NAVO, als andere
partners de steun aan Oekraïne voortzetten en werken aan de effectieve naleving van
sancties. Tenslotte zal gesproken worden over betere coördinatie in multilaterale
fora ter versterking van gemeenschappelijke waarden en internationale rechtsorde.
De EPG biedt een kans om met een breed spectrum aan Europese leiders ideeën uit te
wisselen over manieren waarop de westerse inzet en het narratief ook in de rest van
de wereld gedragen kan blijven worden.
Thema II – Energie, klimaat en economie
Staatshoofden en regeringsleiders zullen tijdens deze sessie stilstaan bij de verstoring
in de energiemarkten als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne en de impact daarvan
op de wereldeconomie. De discussie zal onder andere gericht zijn op de vraag hoe deze
uitdagingen op een duurzame manier het hoofd geboden kunnen worden. Er is een ideeënuitwisseling
voorzien over welke maatregelen op de korte termijn bijdragen aan leveringszekerheid
van (betaalbare) energie. Daarnaast wordt besproken welke projecten en investeringen
op de lange termijn bijdragen aan een koolstofarme energiemix, zonder daarbij in te
leveren op leveringszekerheid. Op de korte termijn zet het kabinet zich primair in
op energiebesparing, die in het licht van geopolitieke ontwikkelingen belangrijker
dan ooit is. Deze besparingen helpen om de klimaatdoelen te bereiken, de energiezekerheid
te vergroten en de prijzen te verlagen. Voor de langere termijn ziet het kabinet onder
andere op waterstof- en windenergiegebied kansen en samenwerkingsmogelijkheden met
alle EPG-landen.
Verder kunnen leiders van gedachten wisselen over hoe de inflatie, en vooral stijgende
kosten van het levensonderhoud, tegen kan worden gegaan. Het kabinet vindt het belangrijk
dat landen nationaal maatregelen nemen om de socio-economische impact van hogere energieprijzen
te mitigeren om de meest kwetsbaren groepen te beschermen. Ook is het van belang dat
begrotingsmaatregelen niet contraproductief werken. De combinatie van lagere economische
groei en begrotingsmaatregelen leidt mogelijk tot een verdere verslechtering van de
vooruitzichten voor de begrotingssaldo’s. Voor het kabinet blijft het van belang dat
landen terugkeren naar begrotingsdiscipline om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën
te waarborgen, zodra de situatie het toelaat. Mogelijk wordt er tevens gesproken over
hoe de EPG-landen hun waardeketens kunnen versterken. Het kabinet zet daarbij in op
diversificatie van aanleveringsketens en de bescherming van cruciale infrastructuur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken