Brief regering : Verslag van de Raad Algemene Zaken van 20 september 2022
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2524
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2022
Hierbij bied ik u aan het verslag van de Raad Algemene Zaken van 20 september 2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
VERSLAG VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 20 SEPTEMBER 2022
Inleiding
Op dinsdag 20 september jl. vond in Brussel een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats.
Op de agenda van de Raad stonden de volgende onderwerpen: prioriteiten van het Tsjechisch
voorzitterschap, het Wetgevend Programma van de Europese Commissie, inclusief het
Strategisch prognoseverslag en de toelichting op de Letter of Intent, de geannoteerde agenda van de Europese Raad (ER) van 20 en 21 oktober 2022, de jaarlijkse
rechtsstaatsdialoog, EU-VK relaties en de Conferentie over de Toekomst van Europa.
De Minister van Buitenlandse Zaken was verhinderd voor deze RAZ vanwege zijn deelname
aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. De Nederlandse Permanent
Vertegenwoordiger bij de EU vertegenwoordigde Nederland tijdens deze Raad.
1. Prioriteiten Tsjechisch voorzitterschap
Het Tsjechisch voorzitterschap heeft tijdens de RAZ kort bij haar prioriteiten onder
het motto rethink, rebuild, repower stilgestaan. De vijf hoofdprioriteiten van het Tsjechisch Voorzitterschap zijn het
beheersen van de vluchtelingencrisis en de wederopbouw van Oekraïne, energieveiligheid,
versterkingen van de Europese defensiecapaciteiten en cyberveiligheid, strategische
veerkracht van de Europese economie, en de veerkracht van democratische instellingen.
2. Wetgevend programma Europese Commissie
De Europese Commissie gaf toelichting op het strategisch prognoseverslag 20221 en de letter of intent2 van Commissievoorzitter Von der Leyen aan Voorzitter van het Europees Parlement Metsola
en voorzitter van de Raad Minister-President Fiala van Tsjechië. Deze brief bevat
een opsomming van wetgevende voorstellen voor 2023 en werd aansluitend aan het uitspreken
van de Staat van de Unie op 14 september jl. verstuurd. Tijdens de bespreking benoemden
de lidstaten wat voor hen belangrijke beleidsdoelen en wetgevingsinitiatieven zijn.
De voorstellen in het kader van de Green Deal en het digitale domein werden in dat
kader veelvuldig genoemd, net als de voorstellen gericht op meer strategische autonomie
en de voorstellen inzake de energiemarkt.
Het kabinet hecht aan het versterken van de weerbaarheid van de EU door het versnellen
van de groene en digitale transitie, het versterken van de interne markt en het verminderen
van risicovolle strategische afhankelijkheden. In dit kader moeten ook veiligheid
en migratie centraal staan. De Commissie kondigde aan dat 2023 het «European Year of Skills» wordt. Het voorzitterschap zal bovengenoemde bespreking van de wetgevende voorstellen
voor 2023 samenvatten in zijn brief aan de Commissie, die zal dienen als inbreng van
de Raad in het werkprogramma van de Commissie voor 2023.
3. Bespreking geannoteerde agenda3 Europese Raad van 20-21 oktober 2022
Oekraïne
De Raad heeft ter voorbereiding op de ER stilgestaan bij de Russische oorlog tegen
Oekraïne. Veel lidstaten benadrukten het belang van het versterken van de steun aan
Oekraïne, zowel macro-financiële steun, militaire steun en de mogelijkheden voor nieuwe
sancties. Daarnaast vroegen verschillende lidstaten aandacht voor een tijdige start
met het op gestructureerde wijze vormgeven van de wederopbouw van Oekraïne. Nederland
heeft de bestaande inzet uitgedragen die zich richt op enerzijds zo stevig mogelijke
maatregelen tegen Rusland en anderzijds op zoveel mogelijk steun aan Oekraïne.
Energie
Op het gebied van energie houdt de Commissie, in aanvulling van wat de lidstaten bij
de bespreking van de letter of intent naar voren brachten, vast aan twee elementen:
primair ligt het tijdens de State of the Union-toespraak voorgestelde crisismaatregelpakket
ter besluitvorming voor tijdens de Energieraad van 30 september. De appreciatie4 hiervan kwam uw Kamer reeds toe. Additionele voorstellen die zien op hervormingen
in de elektriciteitsmarkt volgen begin 2023.
Externe betrekkingen
De Raad besprak de EU-relaties met Azië, die in oktober op de agenda van de Europese
Raad staan. Op de agenda van de ER zal de voorbereiding van de eerste gezamenlijke
EU-ASEAN Top staan, op 14 december aanstaande. Het kabinet staat positief tegenover
deze gezamenlijke Top, die past bij de Europese ambitie om de samenwerking met strategische
partners, waaronder ASEAN, te versterken en verdiepen. Ook zal de ER spreken over
de EU-China relatie. Het kabinet verwelkomt een discussie tijdens de ER in oktober
en zal uw Kamer via de geannoteerde agenda informeren over de Nederlandse inzet.
4. Jaarlijkse rechtsstaatsdialoog: horizontale discussie
Voor de derde maal sprak de Raad tijdens zijn jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog
over de situatie van de rechtsstaat in de lidstaten en de Unie aan de hand van het
Commissierapport dat op 13 juli jl. gepubliceerd werd.5 In haar inleiding gaf de Commissie een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen
op de vier aandachtsgebieden van het rapport: het justitieel stelsel, het anti-corruptiekader,
mediapluriformiteit, en overige zaken die verband houden met checks and balances. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, verwelkomden het feit dat de Commissie
dit jaar voor het eerst concrete aanbevelingen voor verbetering van de rechtstaat
aan de lidstaten doet. De Commissie gaf tevens toelichting op haar voorstel van 18 september
jl. voor een uitvoeringsbesluit aan de Raad voor het opleggen van maatregelen aan
Hongarije onder de MFK-Rechtsstaatverordening. Uw Kamer ontvangt op korte termijn
een appreciatie van het Commissievoorstel.
De meeste lidstaten, waaronder Nederland, steunden het Commissierapport en verwelkomden
de aanbevelingen. Twee lidstaten waren kritisch over het rapport, onder andere over
de door de Commissie gehanteerde methodologie en verweten de Commissie partijdig te
handelen. Ook betoogde een lidstaat dat de aanbevelingen buiten de kaders van het
rechtsstaatrapport vielen. Nederland noemde als best practice het opstellen van een kabinetsappreciatie en verzending daarvan aan het parlement
ten behoeve van de rechtsstaatdialoog op nationaal niveau. Nederland verwelkomde het
voorstel voor een uitvoeringsbesluit aan de Raad voor het opleggen van maatregelen
aan Hongarije onder de MFK-Rechtsstaatverordening en pleitte voor een tijdige en inhoudelijk
bespreking van het voorstel in raadsverband.
5. Relaties EU-VK
De Raad besprak de relatie tussen de EU en het VK, en de implementatie van het Protocol
Ierland/Noord-Ierland door het VK (hierna: Protocol) sinds het aantreden van de nieuwe
Britse regering. Vanwege het recente overlijden van Queen Elisabeth II en de nationale
rouwperiode in het VK zijn er voor aanvang van de Raad nog geen politieke contacten
geweest tussen de nieuwe Britse regering en de Europese Commissie. Vice-President
Sefčovič benadrukte dat de Commissie bereid blijft om de gesprekken met het VK over
de implementatie van het Protocol voort te zetten en sprak daarbij de hoop uit dat
de nieuwe Britse regering hier bereidheid toe zal tonen, om zo ook de bredere relatie
tussen de EU en het VK te verbeteren. De Commissie onderstreepte dat de mogelijkheden
om gezamenlijke oplossingen te vinden binnen de kaders van het Protocol nog niet zijn
uitgeput, maar dat dit tevens maximale inspanning en politieke wil van de Britse regering
vergt.
Vice-President Sefčovič sprak de verwachting uit dat het momenteel niet aannemelijk
is dat de nieuwe Britse regering de parlementaire behandeling van de Northern Ireland Protocol Bill zal stopzetten. Daarom zal de Commissie de zeven lopende inbreukprocedures ook voortzetten.
Het VK heeft op 15 september jl. middels een korte procesmatige brief gereageerd op
drie inbreukprocedures waarvan de reactietermijn diezelfde dag afliep. De Commissie
bestudeert deze reactie momenteel nader. Sefčovič benadrukte dat de voorbereidingen
voor alle scenario’s worden voortgezet, in nauwe samenspraak met de Raad. De leden
van de Raad, inclusief Nederland, zijn eensgezind in hun steun voor de aanpak van
de Commissie.
6. Conferentie voor de Toekomst van Europa
Het Tsjechisch voorzitterschap lichtte twee documenten toe. Het eerste document betrof
een samenvatting van de antwoorden op de eerder verstuurde questionnaire. In dit synthese
rapport werden de posities van lidstaten opgesomd inzake verdragswijziging, het gebruik
van passarelleclausules – het overgaan van unanimiteitsbesluitvorming naar gekwalificeerde
meerderheidsbesluitvorming (QMV) zonder verdragswijziging – en burgerbetrokkenheid
naar aanleiding van de Conferentie.6 Het kabinet heeft op de questionnaire gereageerd conform de positie die eerder met
uw Kamer is gedeeld.7
Het Tsjechisch voorzitterschap blikte tevens terug op de uitkomsten van de Conferentie
over de Toekomst van Europa. Ter opvolging van de uitkomsten heeft het voorzitterschap
een tweede document opgesteld waarin een aantal aanbevelingen uiteengezet wordt die
de Raad autonoom door zou kunnen voeren.8 Onder de lidstaten was er brede steun voor de verdere bespreking van dit document
maar ook overeenstemming dat er meer tijd nodig is om het document nader te bestuderen.
De Europese Commissie verwees naar het belang van de opvolging van de uitkomsten van
de Conferentie. Net als het kabinet, verwelkomden de lidstaten de initiatieven van
de Europese Commissie als gevolg van de Conferentie.
Het krachtenveld omtrent de discussie over verdragswijziging verdeelde zich in drie
groepen lidstaten. Een deel van de lidstaten is geen voorstander van verdragswijziging.
Andere lidstaten sluiten een conventie niet uit maar twijfelen over de opportuniteit
gezien de geopolitieke ontwikkelingen op het Europese continent. Tenslotte bieden
andere lidstaten een opening voor een conventie. Nederland gaf zoals bekend aan open
te staan voor een verdragswijzigingen mits dit in het Nederlands en Europees belang
is.
Naast de verdeeldheid omtrent verdragswijziging, toonden lidstaten ook uiteenlopende
posities over het gebruik van de passerelleclausules en de toepassing van QMV op verschillende
beleidsterreinen. Lidstaten zijn daarentegen betrekkelijk eensgezind omtrent de wens
en noodzaak van het zorgvuldig en diepgaand bespreken van bovengenoemde problematiek,
inclusief de constatering dat de huidige verdragen nog ruimte bieden voor verbetering
van het functioneren van de Unie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken