Brief regering : Stand van zaken van Basisregistratie Personen (BRP) in het algemeen en over de stand van zaken van de doorontwikkeling
27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)
Nr. 163
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2022
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van Basisregistratie
Personen (BRP) in het algemeen en over de stand van zaken van de doorontwikkeling.
1. Inleiding
Hoe belangrijk de BRP is voor de overheid om er voor mensen te kunnen zijn en hoe
belangrijk correcte inschrijving is voor mensen om zelf zaken te kunnen regelen, bleek
bij de komst naar Nederland van tienduizenden ontheemden uit Oekraïne. Met uw Kamer
sprak ik hierover tijdens het mondeling vragenuur van 29 maart 2022.1 Er zijn (peildatum 19 september 2022) inmiddels 77.920 Oekraïense ontheemden geregistreerd
als inwoner van Nederland in de BRP. Er zijn ook weer mensen vertrokken uit Nederland,
9.260 Oekraïners zijn weer uitgeschreven2. Naast ontheemden met de Oekraïense nationaliteit zijn er 9.260 ontheemden (die onder
de bescherming van de richtlijn vallen) met een andere nationaliteit geregistreerd
als inwoner van Nederland. 270 waren ingeschreven, maar zijn inmiddels weer uitgeschreven.
De BRP functioneert, maar verbetering en vernieuwing is wel nodig. Mijn voorganger
stuurde uw Kamer in september 20203 daarvoor een eerste versie van de Ontwikkelagenda BRP (verder: Ontwikkelagenda).
In de bijlage bij deze brief vindt u de actuele versie met een toelichting per onderwerp
op de stand van zaken.
In deze brief ga ik in op wat ik belangrijk vind met betrekking tot de BRP, ook in
relatie tot de hoofdlijnenbrief digitalisering, en kom ik enkele toezeggingen na die
mijn ambtsvoorganger of ik aan uw Kamer hebben gedaan. Ik ga achtereenvolgens in op:
– mijn uitgangspunt en pijlers bij het doorontwikkelen van de BRP voor burger en maatschappij
(paragraaf 2);
– de stapsgewijze aanpak van de Ontwikkelagenda en de samenhang van de Ontwikkelagenda
met hoofdlijnenbrief digitalisering4 (paragraaf 3);
– Ontwikkelingen wet- en regelgeving (paragraaf 4).
2. Uitgangspunt: een BRP voor burger en maatschappij
De BRP bevat persoonsgegevens van inwoners van Nederland en anderen die een relatie
hebben met de Nederlandse overheid. Burgers hebben rechten en plichten ten aanzien
van de registratie en het gebruik van persoonsgegevens door de overheid. Zo ben je
verplicht om een verhuizing door te geven en heb je recht op inzage in de eigen gegevens
die geregistreerd zijn. Daarnaast is het van belang dat niet alleen de overheid, maar
ook de burger zelf gebruik kan maken van geregistreerde gegevens. Ik vind het belangrijk
dat we werken aan verbeteringen en vernieuwingen in de BRP waarbij de menselijke maat
centraal staat. Ik onderscheid daarin twee pijlers met onderwerpen waar met prioriteit
aan wordt gewerkt. De eerste pijler gaat over meer regie op gegevens voor burgers.
We werken hiervoor onder andere aan oplossingen waarmee de burger de over hem/haar
geregistreerde gegevens gemakkelijker kan inzien, corrigeren en gebruiken. De tweede
pijler is dat iedereen mee moet kunnen doen. Registratie van persoonsgegevens in de
BRP of aanpassingen daarin mogen niet leiden tot situaties waarbij burgers in de knel
komen. Beide pijlers licht ik in het onderstaande nader toe.
Pijler 1. Regie op gegevens
De eerste stappen voor meer regie over de eigen gegevens heb ik al gezet. Wat betreft
inzage kunnen burgers sinds maart 2022 via MijnOverheid inzien welke organisaties
hun BRP-gegevens automatisch ontvangen als er een gegeven van die burger wijzigt (bijvoorbeeld
het adres bij verhuizing). Naar aanleiding van het gewijzigde amendement van het lid
Rajkowski c.s.5, kunnen burgers vanaf 2023 ook inzien hoeveel personen er staan ingeschreven op zijn
of haar woonadres en ontvangen ze melding als iemand zich op het adres inschrijft6.
Ik ga daarnaast het bij de gemeente op te vragen protocolleringsoverzicht van verstrekkingen
uit de BRP digitaal beschikbaar maken. Op zo’n overzicht kun je zien welke organisatie
wanneer gegevens uit de BRP heeft gekregen of opgevraagd.
Met betrekking tot het bieden van inzage zoek ik naar een balans waarbij de burger
op een overzichtelijke en begrijpelijke wijze kennis kan krijgen van de verwerking
van zijn of haar gegevens, zonder dat dat leidt tot informatiestress (overdaad aan
informatie) of onevenredige uitvoeringslasten (kosten voor de maatschappij als geheel).
Digitale identiteit wallet
Naast mijn inspanningen op het gebied van verbeterde mogelijkheden voor inzage, wijziging
en correctie van gegevens, ga ik mij ervoor inzetten dat burgers meer regie krijgen
in hun digitale leven. Dat doe ik door de introductie2 van een breed bruikbare digitale identiteit wallet. Dit is ook als een belangrijke prioriteit verwoord in de hoofdlijnenbrief Digitalisering.7 Bij de ontwikkeling van deze wallet bestaat een sterke relatie met reeds bestaande
registraties zoals de BRP. Het ligt daarbij voor de hand dat de BRP de bron zal zijn
voor de gegevens in de wallet. Hierbij merk ik graag op dat dit enkel zal gebeuren
op een vrijwillig verzoek van de burger die er dus zelf voor kiest gegevens vanuit
de BRP in de wallet te plaatsen.
Dataminimalisatie
Om volgens het AVG-beginsel van dataminimalisatie onnodige gegevensverwerkingen te
voorkomen, wordt geëxperimenteerd met nieuwe werkwijzen. Voor de BRP ga ik het mogelijk
maken dat met informatievragen en -antwoorden kan worden gewerkt, in plaats van het
verstrekken van een set aan gegevens. Een gebruiker van de BRP kan dan door de BRP
te bevragen bijvoorbeeld antwoord krijgen op de vraag of iemand ouder is dan 18 jaar
in plaats van het opvragen en verstrekken van de geboortedatum om daarvan af te leiden
of iemand meerderjarig is.
Pijler 2. Iedereen kan meedoen
Juiste registratie in de BRP is de toegangspoort om volwaardig mee te kunnen doen
in deze maatschappij. De Ombudsman, het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten (o.l.v.
de heer Roemer) en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving hebben de afgelopen
jaren gewezen op het belang van een juiste BRP-inschrijving voor de burger. Het is
een voorwaarde om te kunnen stemmen in je gemeente, om aanspraak te maken op tal van
overheidsvoorzieningen en om de zorg te krijgen waar je recht op hebt met zo weinig
mogelijk administratieve lasten.
Dak- en thuislozen
Om ervoor te zorgen dat niemand buiten de boot valt, zijn verschillende maatregelen
genomen. Zo is per 1 januari de Wet BRP gewijzigd: voor personen die geen woonadres
hebben, wordt, indien ze zelf geen briefadresgever kunnen aandragen, verplicht een
briefadres geregistreerd bij de gemeente.
Ik heb uw Kamer per brief8 d.d. 4 maart 2022 geïnformeerd over activiteiten rondom deze aanpassing van de wet.
Met gemeenten is en wordt gesproken over de wetswijziging en over moeilijke casussen.
Informatiemateriaal voor burgers over hun rechten met betrekking tot registratie op
een briefadres heb ik beschikbaar gesteld aan onder meer bibliotheken.9
Arbeidsmigranten
Daarnaast werk ik samen met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de
verbetering van de registratie van arbeidsmigranten in de BRP.
Doel is beter zicht op verblijf van arbeidsmigranten en betere contactmogelijkheden,
zodat ze beter beschermd kunnen worden en (gemakkelijker, met minder administratieve
lasten) aanspraak kunnen maken op voorzieningen.
Sinds begin 2021 worden op basis van toestemming contactgegevens van niet-ingezetenen
(waaronder arbeidsmigranten) geregistreerd. RNI-loketgemeenten starten in oktober
van dit jaar met de registratie van het tijdelijk verblijfadres en contactgegevens
van niet-ingezetenen die zich komen inschrijven.
Tijdelijk in het buitenland verblijvenden
In reactie op Kamervragen van het toenmalige lid Van Raak (SP) over Nederlandse militairen
die als migrant geregistreerd staan, heeft mijn ambtsvoorganger op 3 juni 2021 toegezegd
om in de eerstvolgende voortgangsbrief over de BRP te rapporteren over de stand van
zaken van verbeteringen voor wat betreft de registratie van mensen die tijdelijk (voor
hun werk) in het buitenland verblijven.10
Bij dezen zal ik daarop ingaan. De vragen hadden betrekking op het gebruik van de
term «immigratie» in de BRP-systemen voor zowel vestiging vanuit het buitenland als
emigratie en hervestiging. In de beantwoording werd aangegeven dat onderzocht zou
worden in hoeverre er op MijnOverheid zichtbaar onderscheid gemaakt kan worden tussen
«immigratie» en «hervestiging.» Inmiddels is dit onderscheid inderdaad gerealiseerd.
Mensen die in Nederland geboren zijn, en na tijdelijk verblijf in het buitenland weer
terugkeren naar Nederland, zien nu op MijnOverheid de term «hervestiging» staan. Daarnaast
is deze casus meegenomen in de uitwerking van het Ontwikkelagendapunt meerdere adressen registreren.
Hierbij zijn diverse knelpunten met betrekking tot het adresgegeven in de BRP besproken
en zal worden onderzocht of en in hoeverre het registreren van meerdere adressen in
de BRP hiervoor een oplossing zou zijn.
Ontheemden
Ook voor de vluchtelingen uit Oekraïne geldt dat zij geholpen zijn met inschrijving
in de BRP, zodat de overheid hen weet te vinden en de juiste ondersteuning kan bieden.
Met uw Kamer sprak ik hierover tijdens het mondeling vragenuur van 29 maart 2022.11
Ambtenaren burgerzaken van gemeenten hebben grote inspanning verricht om deze mensen
in te schrijven als ingezetenen in de BRP; ik ben hen daarvoor zeer erkentelijk. Dit
was een procedure die afweek van het gebruikelijke, met veel complicaties zoals benodigde
vertalingen en ontbrekende documentatie12. Voor de registratie werd door de Rijkdienst voor Identiteitsgegevens in samenwerking
met het Ministerie van Justitie en Veiligheid met spoed een nieuwe verblijfstitelcode
in de BRP geïmplementeerd.
In het mondeling vragenuur zegde ik toe per brief terug te komen op de vraag van het
lid Koekkoek (Volt) over samenwerking van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
en mijzelf met betrekking tot in de JBZ-raad toegezegde middelen, en in het bijzonder
of die middelen terecht komen bij gemeenten die het nodig hebben. Voor informatie
over kosten en dekking van kosten als gevolg van de opvang van ontheemden uit Oekraïne
verwijs ik uw Kamer naar de brieven van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid13. Die geven het complete beeld en dat wordt ook steeds geactualiseerd. Met betrekking
tot de kosten die gemeenten maken in verband met de registratie in de BRP kan ik melden
dat (net als voor de andere kosten die gemeenten maken) die kosten door het rijk worden
vergoed via de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne.
3. Aanpak ontwikkelagenda: stapsgewijs doorontwikkelen, samenhangende inzet op de
lange termijn
Zoals beschreven in de brief van 20 september 202014, is de Ontwikkelagenda een werkdocument dat samen- en vastgesteld is door de ambtelijke
werkgroep Toekomst BRP en de interbestuurlijke Programmaraad, waarin belanghebbende
partijen zoals de VNG en uitvoeringsorganisaties (gebruikers van de BRP) vertegenwoordigd
zijn. Op deze agenda staan de onderwerpen die binnen het programma worden uitgewerkt.
Met deze Ontwikkelagenda is de doorontwikkeling van de BRP flexibel; de prioritering
kan worden aangepast of onderwerpen kunnen worden toegevoegd al naar gelang politieke
en maatschappelijke ontwikkelingen.
Er is bewust voor gekozen om niet te wachten tot er een totaalbeeld voor de toekomst
van de BRP is ontwikkeld, maar stapsgewijs verbeteringen en vernieuwingen te realiseren
en parallel daaraan te werken aan een samenhangende inzet en doelstelling voor de
lange termijn.15 Deze aanpak, die in 2020 is ingezet, zorgt er namelijk voor dat belangrijke verbeteringen
die niet kunnen wachten, met prioriteit kunnen worden gerealiseerd en dat de doorontwikkeling
van de BRP flexibel is, waardoor beter kan worden ingespeeld op vragen en wensen vanuit
de maatschappij. Kadernotities met uitgangspunten ten aanzien van principiële keuzes
over bijvoorbeeld privacy, de rol van de burger en de gegevens in de BRP bieden daarbij
houvast en richting.
Voor de stapsgewijze aanpak worden de punten die op de Ontwikkelagenda staan, uitgewerkt
in het programma Toekomst BRP dat hiervoor bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
(RvIG) is ingericht.
In plaats van slechts één keer per jaar, worden er vier vaste implementatiemomenten
per jaar ingesteld, zodat wijzigingen frequenter kunnen worden doorgevoerd in de centrale
voorzieningen. Per implementatiemoment kan steeds worden meegenomen wat klaar is voor
implementatie. Op deze manier worden momenteel verbeteringen gerealiseerd, zoals in
het kader van de registratie van arbeidsmigranten en regie op BRP-gegevens voor burgers.
Doelarchitectuur
Tegelijkertijd wordt er momenteel voor de langere termijn gewerkt aan een zogeheten
doelarchitectuur voor het stelsel van de BRP. Dit is een beschrijving van de gewenste
richting en vormgeving (op hoofdlijnen) van het stelsel van de BRP. Deze architectuur
beschrijft die gewenste situatie in termen van bedrijfsvoering, informatievoorziening
en waar mogelijk ook technische infrastructuur. Hiermee wordt gezorgd voor een moderne,
flexibele en toekomstbestendige BRP. Bij de totstandkoming van deze doelarchitectuur
zijn zowel architecten van RvIG als van gebruikers van de BRP, zoals gemeenten, de
Belastingdienst en DUO, betrokken. Ik streef ernaar om deze doelarchitectuur dit jaar
nog op te leveren, zodat in de komende jaren de benodigde stappen gezet kunnen worden
om te komen tot het beoogde stelsel.
Bij deze ontwikkelingen worden ook adviezen uit het eerder dit jaar opgeleverde CIO-oordeel
over het programma Toekomst BRP betrokken. Zo loopt er een onderzoek naar de kwaliteit
van en eventuele risico’s in de huidige systemen en zullen ook de mogelijke risico’s
in de huidige (stelsel)architectuur worden onderzocht. Dit is ook in lijn met de doorlopende
aandacht die er, naast het programma Toekomst BRP, is voor de continuïteit, veiligheid
en kwaliteit van de BRP.
Samenhang ontwikkelagenda met hoofdlijnenbrief digitalisering
Graag sta ik nog stil bij de relatie tussen de ontwikkelagenda, de hoofdlijnen van
de ambities van het kabinet voor de digitale transitie van onze samenleving en de
daaruit volgende werkagenda Digitalisering.
In de brief16 van 8 maart jl. (verder: hoofdlijnenbrief) is toegelicht dat het kabinet aan de digitale
transitie zal werken langs vier thema’s: «het digitale fundament», «de digitale overheid»,
«de digitale samenleving» en «de digitale economie». In het najaar ontvangt u de kabinetsbrede
werkagenda Digitalisering waarin de verdere invulling van deze thema’s wordt uitgewerkt.
De ontwikkelagenda draagt met de hiervoor beschreven inzet voor regie op gegevens,
dataminimalisatie en de digitale identiteit wallet, bij aan de realisering van randvoorwaarden
binnen het thema «het digitale fundament» om de digitale overheid, samenleving en
economie vorm te geven: «de online identiteit», «regie over de eigen gegevens» en
«privacy».
In de hoofdlijnenbrief is tevens vermeld dat op basis van de werkagenda een integrale
strategie voor digitalisering in Caribisch Nederland wordt gemaakt.
In dat verband is relevant dat ik het burgerservicenummer zo spoedig mogelijk in Caribisch
Nederland wil invoeren. Hier zullen ook wijzigingen in de BRP- regelgeving en in de
centrale voorzieningen van het BSN- en BRP-stelsel voor nodig zijn.
4. Ontwikkelingen wet- en regelgeving
Vanuit burger, maatschappij, belanghebbenden en gebruikers bestaat een wens om meer
flexibiliteit te creëren in het BRP-stelsel. We maken het BRP-stelsel daarom, waar
mogelijk, juridisch, technisch en organisatorisch flexibeler om beter in te kunnen
spelen op maatschappelijke vragen. De inzet is om daarbij, wederom waar mogelijk,
meer ruimte te geven aan de menselijke maat en het vertrouwen in de burger. Hierbij
blijft van groot belang dat de gegevens in de BRP betrouwbaar en bruikbaar blijven.
Experimentbesluiten (AmvB’s met voorhangprocedure)
De Wet BRP bevat sinds januari 2022 een grondslag voor het houden van experimenten
in het kader van de doorontwikkeling van de BRP. Met deze experimenten kan worden
beoordeeld of een bepaalde wijziging van het stelsel doelmatig en doeltreffend is.
Ik heb vier experimenten in voorbereiding, namelijk:
(1) Experiment nieuwe adresregistraties: op verzoek van uw Kamer wordt een experiment
uitgevoerd met het verzenden van meldingen over nieuwe registraties op een woonadres.
Colleges van B&W worden verplicht om brieven te verzenden als er een nieuwe inschrijving
is op een woonadres. Daarnaast ga ik op MijnOverheid tonen wat het actuele aantal
ingeschrevenen is op een woonadres.
Het doel is om te bezien of dit leidt tot een betere informatiepositie voor de burger
en een accuratere adresregistratie in de BRP. (In voorhang bij uw Kamer)
(2) Experiment met de bijhouding van tijdelijke verblijfsadressen van niet-ingezetenen:
een aantal gemeenten wordt bevoegd om tijdelijke verblijfsadressen van niet-ingezetenen
door te geven aan de RNI. Het doel is om te bezien of deze gemeenten een bijdrage
kunnen leveren aan een zo betrouwbaar mogelijke registratie van tijdelijke verblijfsadressen.
(In voorhang bij uw Kamer)
(3) Experiment regie op gegevens (met de Stichting interkerkelijke ledenadministratie,
verder: de SILA). Het doel is om te bezien of en hoe burgers gebruik kunnen maken
van een mogelijkheid tot regie op gegevens via verlenen en intrekken van toestemming
voor verstrekking van BRP-gegevens, voordat dit breder wordt ingevoerd. De Autoriteit
Persoonsgegevens heeft in reactie op het ontwerpexperimentbesluit geadviseerd om gegevens
uit de BRP enkel aan de SILA te verstrekken met toestemming van de burger[1]. Ik zal uw kamer nader informeren hoe ik voornemens ben opvolging te geven aan dit
advies.
(4) Experiment met dataminimalisatie: in plaats van een set gegevens, wordt een antwoord
op een bepaalde informatievraag verstrekt. Bijvoorbeeld de aanschrijfwijze in plaats
van een set van tien gegevens.
Het doel is om te bezien of gebruikers van de BRP kunnen werken met informatie in
plaats van losse gegevens, en wat daarvoor nodig is. (consultatieversie in voorbereiding)
Non-binaire geslachtsvermelding
Zowel maatschappelijk als in de uitvoeringspraktijk bij gemeenten is gebleken dat
er behoefte is, onder meer bij non-binaire personen, om zonder tussenkomst van een
rechter de geslachtsvermelding op officiële documenten in een non-binaire optie (zoals
«X») te wijzigen. Het gaat hierbij niet alleen om de vermelding op de geboorteakte
maar in alle officiële registraties, zoals in het paspoort en de BRP. Het kabinet
staat hier in principe welwillend tegenover en is momenteel in afwachting van het
door Kamerlid Van Ginneken aangekondigde initiatiefwetsvoorstel.
Vooruitlopend op deze initiatiefwet wordt interdepartementaal gewerkt aan de ambtelijke
verkenning van de (uitvoerings-)gevolgen van de maatregel en een inventarisatie van
de kosten van het regelen introduceren van een neutrale geslachtsvermelding in de
overheidsadministratie, t.w. «X».
Dubbele achternaam
Voorts meld ik dat de dubbele achternaam op de ontwikkelagenda is opgenomen naar aanleiding
van het wetsvoorstel17 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de introductie van de
gecombineerde geslachtsnaam.18 Gecombineerde geslachtsnamen die op basis van dit wetsvoorstel tot stand komen, kunnen
volgens de bestaande praktijk in de Basisregistratie personen (BRP) verwerkt worden.
Het kan echter in de toekomst meerwaarde hebben om reeds bestaande dubbele achternamen
die in het kader van de nieuwe regeling als één naam gezien worden, na inwerkingtreding
van het wetsvoorstel te kunnen onderscheiden van gecombineerde achternamen die op
basis van de nieuwe regeling tot stand komen. In het kader van de ontwikkelagenda
zal onderzocht worden of het wenselijk is om de registratie van de onderscheiden namen
c.q. naamdelen als zodanig in de BRP mogelijk te maken.
Tot slot
De BRP is een belangrijk fundament in een stelsel waarin overheidsbreed wordt samengewerkt
om noodzakelijke persoonsgegevens te registreren en actueel te houden ten behoeve
van de burger, maatschappij en overheidsdienstverlening.
Met de ontwikkelagenda van de BRP werken we structureel aan verbeteringen.
Hiermee zorgen we ervoor dat dat de BRP als een stevig fundament blijft functioneren
en ook toekomstige ontwikkelingen op het gebied van de digitale identiteit en de prioriteiten
van mijn werkagenda Digitalisering kan ondersteunen. Hier ga ik de komende jaren met
alle betrokkenen in het stelsel mee aan de slag. Ik zal uw Kamer rond de zomer van
2023 opnieuw informeren over de stand van zaken.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties