Brief regering : Afschrift van de Nederlandse reactie op EU-consultaties digitaal onderwijs/digitale vaardigheden

Nr. 387 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET
ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2022

De Europese Commissie heeft op 1 augustus 2022 een consultatie geopend over twee voorstellen
voor Raadsaanbevelingen die eerder werden aangekondigd in het Actieplan digitaal onderwijs
2021–2027. Eén betreft de factoren die succesvol digitaal onderwijs ondersteunen1, de tweede verbetering van het aanbod van onderwijs en training in digitale vaardigheden2. Met deze brief informeren wij uw Kamer – in lijn met de gemaakte afspraken over
informatievoorziening over Europese besluitvorming – over de bijgesloten twee reacties.

De Europese Commissie heeft aangegeven in 2030 minimaal 20 miljoen ICT specialisten
in de EU te willen realiseren en tenminste 80% van de bevolking over digitale basisvaardigheden
te laten beschikken. De Raad heeft deze doelstellingen overgenomen. Daarnaast heeft
de Raad in 2021 ook een Europese doelstelling aangenomen in de Resolutie van de Raad
over de Europese Onderwijsruimte (2021–2030): in 2030 mag minder dan 15% van de leerlingen
in het tweede jaar van het voortgezet onderwijs ontoereikende beheersing van digitale
vaardigheden hebben3. Mede tegen deze achtergrond heeft de Commissie in 2022 het initiatief genomen tot
een bredere «Gestructureerde Dialoog» met de lidstaten over digitaal onderwijs en
vaardigheden4. Deze dialoog moet naast de bovengenoemde consultaties leiden tot inzichten die van
breder Europees belang zijn en de ontwikkeling van digitaal onderwijs in alle lidstaten
kunnen ondersteunen.

Door bijgaande reacties wil Nederland proactief een aantal Nederlandse aandachtspunten
bij de Commissie onder de aandacht brengen. Daarbij worden eerst een drietal criteria
genoemd waaraan beide, niet-bindende Raadsaanbevelingen voor Nederland dienen te voldoen.
Hierna is per Raadsaanbeveling een aantal mogelijke aanbevelingen genoemd die Nederland
graag behandeld zou zien of waarvan Nederland geen voorstander zou zijn. Hierbij zijn
de maatregelen behandeld die de Commissie heeft genoemd in de twee consultatiedocumenten.

De Nederlandse reactie is conform het staande kabinetsbeleid en is behalve tussen
de meest betrokken ministeries ook met verschillende actoren afgestemd die actief
zijn en ervaring hebben op het gebied van digitaal onderwijs en het voorzien in digitale
vaardigheden.

Naar verwachting zal de Commissie mede op basis van de op deze consultatie ontvangen
reacties begin 2023 haar voorstellen presenteren, die daarna onder het Zweedse resp.
Spaanse EU-voorzitterschap in de OJCS-Raad zullen worden behandeld. Over de voorstellen
zal uw Kamer zoals gebruikelijk worden geïnformeerd via een fiche beoordeling nieuwe
Commissievoorstellen (BNC-fiche).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma