Brief regering : Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 316
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, VAN SOCIALE
ZAKEN EN WERKGELEGENHEID, VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID, VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
EN VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT EN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2022
Met deze brief sturen wij u het Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme.
Het Nationaal programma is opgesteld onder coördinatie van de Nationaal Coördinator
tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). Hij heeft het programma gemaakt in nauwe samenwerking
met de departementen en de samenleving. De NCDR heeft het programma voorzien van een
eigen oplegbrief, waarin hij aandacht vraagt voor enkele specifieke onderwerpen en
maatregelen1. De brief is bijgevoegd bij het Nationaal Programma.
Het Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme is onderdeel van de ingezette
versterking van de aanpak om discriminatie en racisme in Nederland gerichter te bestrijden.
Het doel van het Nationaal Programma is om meer focus en samenhang aan te brengen
in de aanpak. Een aanpak die nodig is; nog te veel mensen ervaren discriminatie of
uitsluiting. Dit wil het kabinet aanpakken, omdat mensen zichzelf moeten kunnen zijn
en niemand uitgesloten mag worden op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke
gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, zoals artikel 1 van de Grondwet
beschrijft.
Opdracht Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme
In 2020 werden 2 moties2 ingediend waarin de regering werd verzocht om de instelling van een Nationaal Coördinator
tegen Discriminatie en Racisme. Het vorige kabinet heeft, ter uitvoering van de moties,
onderzoek laten doen door ABD Topconsult. Op basis van dit onderzoek heeft het kabinet
een profiel opgesteld, met daarin een opdracht voor een Nationaal Coördinator tegen
Discriminatie en Racisme, die gericht is op het opstellen van een nationaal programma3. Op 15 oktober 2021 is de NCDR gestart4. De NCDR ziet voor zichzelf, binnen de kaders van de opdracht en de moties, drie
rollen: verbinder, aanjager en waakhond. In aanloop naar de totstandkoming van het
eerste Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme heeft de NCDR diverse partijen
bijeengebracht in zogeheten townhallsessies rond verschillende thema’s5.
De opzet van het Nationaal Programma
Het programma volgt in haar opbouw de situaties waarin een persoon in de samenleving
in contact kan komen met discriminatie en racisme. Allereerst wordt stil gestaan bij
de inzet op erkennen en voorkomen gevolgd door de inzet op herkennen en melden. Tot
slot komen het bijstaan en handhaving aan de orde. Bij elk van deze situaties wordt
ingezoomd op de maatregelen die hiervoor in de domeinen onderwijs, arbeidsmarkt, wonen
en zorg worden getroffen met aanvullend de specifieke maatregelen voor de verschillende
discriminatiegronden (antizwart racisme, antisemitisme, moslimdiscriminatie, lhbtiq+
discriminatie, genderidentiteit). Zo zijn voor moslimdiscriminatie bij erkennen en
voorkomen specifieke maatregelen opgenomen, zoals de handreiking moslimdiscriminatie
en vergroting van handelingsperspectief op intersectionaliteit; bij herkennen en melden
maatregelen zoals de registratie van moslimdiscriminatie, nationaal onderzoek naar
moslimdiscriminatie en de evaluatie van de wet gelaatsbedekkende kleding. In de brief
van 22 maart 20226 heeft de Minister van BZK uw Kamer bericht dat de aanpak van moslimdiscriminatie
een integraal onderdeel dient te zijn van een samenhangend plan tegen discriminatie
en racisme. Met het Nationaal Programma, met een combinatie van generiek beleid en
specifieke maatregelen per situatie tegen moslimdiscriminatie, wordt invulling gegeven
aan de in de brief genoemde moties.
Voor een volledig overzicht van het Emancipatiebeleid zal de Minister van OCW binnenkort
de Emancipatienota naar uw Kamer verzenden. Hierin zal het kabinetsbeleid over de
bevordering van gender- en lhbtiq+ gelijkheid uiteen gezet worden.
Nationaal Programma in ontwikkeling
Het vorige kabinet heeft in 2021 een versterking aangekondigd van de aanpak van discriminatie.
Het Nationaal Programma geeft hier mede invulling aan. Het is een programma, bestaande
uit reeds ingezette versterkingen en uit nieuwe versterkingen. Het programma is een
startschot en het kabinet verwacht dat het Nationaal Programma de komende jaren zal
uitgroeien tot een programma waar steeds meer organisaties en partijen mede uitvoering
aan zullen geven. Het groeimodel is ook terug te zien in de verscheidenheid aan maatregelen.
Sommige maatregelen zijn bestaande maatregelen, sommige maatregelen zijn concrete
veranderingen en soms worden maatregelen genomen ter voorbereiding op verdere beleidsontwikkeling.
In dit eerste Nationaal Programma staat het bijeenbrengen van maatregelen voorop.
Het formuleren van concrete doelstellingen of streefcijfers, zoals door uw Kamer verzocht,
zal door het kabinet samen met de NCDR later uitgewerkt moeten worden. In het verlengde
daarvan zal het kabinet ook nader kijken naar de mogelijkheden om de motie van het
lid van Baarle c.s7. uit te voeren, waarin verzocht is om een voorstel te doen aan de Kamer om de beoordeling
van de effectiviteit van het antidiscriminatiebeleid te verbeteren.
Financieel overzicht
Waar het kabinet ook naar wil kijken is de samenloop van dit Nationaal Programma met
het begrotingsproces. Het kabinet wil met de NCDR bekijken hoe dat het beste vorm
gegeven kan worden, zodat aan de voorkant nieuwe beleidsvoornemens die onderdeel zullen
worden van het Nationaal Programma, mee kunnen in de financiële besluitvormingsprocessen.
Dit ligt in het verlengde van het verzoek uit de motie van de leden van Baarle en
Simons8. In deze motie is de regering verzocht om te bezien hoe de financiële verantwoording
van de uitgaven die de regering doet in het kader van discriminatiebestrijding verbeterd
kan worden, teneinde het overzicht van uitgaven aan discriminatiebestrijding te verhelderen,
en in de voortgangsbrieven over discriminatiebestrijding voortaan een financieel totaaloverzicht
op te nemen. Ter uitvoering van deze motie is een apart financieel overzicht opgesteld.
Een vergelijkbaar overzicht is in 2021 voor het eerst gegeven in reactie op Kamervragen
van de leden van Baarle en Azarkan over de stand van discriminatie en racisme9, waaruit ook blijkt dat de aanpak van discriminatie soms verweven zit in de financiën
van andere beleidsterreinen. De aanpak van discriminatie is bij die andere beleidsterreinen
niet de primaire beleidsdoelstelling, maar draagt wel aan bij aan de aanpak van discriminatie.
Om die reden is het lastig om een totaaloverzicht te geven van de financiën.
Tot slot
De aanpak van discriminatie en racisme is een aanpak van de lange adem; dat is al
vaak gezegd en geschreven. Discriminatie, in al haar vormen, zal helaas niet zomaar
verdwijnen. Daarom vindt het kabinet het belangrijk dat we moeten blijven streven
naar gelijke behandeling. Het Nationaal Programma van de NCDR vormt een belangrijk
instrument in die aanpak. Het kabinet wil de NCDR bedanken voor het startschot dat
hij gegeven heeft met dit eerste Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme.
De NCDR zal de komende tijd blijven aanjagen en zo nu en dan ook een waakhond zijn,
maar hij zal ons vooral blijven verbinden aan de aanpak van discriminatie en racisme,
die een gezamenlijk opdracht is van niet alleen de overheid, maar van ons allemaal.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
BIJLAGE: FINANCIËLE VERANTWOORDING 2021, CONFORM MOTIE MET KAMERSTUK 35 925 VII, NR. 35
In het najaar van 2021 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarin de regering
verzocht is om te bezien hoe de financiële verantwoording van de uitgaven die de regering
doet in het kader van discriminatiebestrijding verbeterd kan worden, teneinde het
overzicht van uitgaven aan discriminatiebestrijding te verhelderen, en in de voortgangsbrieven
over discriminatiebestrijding voortaan een financieel totaaloverzicht op te nemen.
(Motie van de leden van Baarle en Simons, Kamerstuk 35 925 VII, nr. 35)
Het kabinet hanteert een brede aanpak van discriminatie en racisme die verschillende
gronden en terreinen beziet en zich daarmee uitstrekt over verschillende departementen.
Naast generieke maatregelen zoals wetgeving en het faciliteren van het melden van
discriminatie of racisme, zet het kabinet ook in op de aanpak van discriminatie en
racisme binnen bepaalde domeinen of op specifieke gronden. Veel maatregelen zijn niet
expliciet gelabeld als «aanpak van discriminatie» en dat daarom een precieze weergave
van de uitgaven voor discriminatiebestrijding lastig kan zijn. Zo heeft de politie
een taak bij de opsporing van discriminatie en het verwerken van aangiften en meldingen.
Maar dit valt onder de reguliere taken van de politie – en daarmee onder het algemene
budget. Ook maatregelen als het bevorderen van de interreligieuze dialoog of het bevorderen
van de arbeidsmarktparticipatie door mensen met een niet-westerse migratieachtergrond,
zijn niet slechts maatregelen die discriminatie aanpakken, maar dienen ook andere
doelen (bevorderen van de integratie en participatie bijvoorbeeld).
Ter uitvoering van de motie van de leden van Baarle en Simons over het verbeteren
van de verantwoording van uitgaven voor discriminatiebestrijding hebben de verantwoordelijke
bewindspersonen een verantwoording opgenomen van de middelen die wel gelabeld zijn
voor de bestrijding van discriminatie.
1. Brede aanpak discriminatie en lokaal beleid
• Het Ministerie van BZK heeft een aantal structurele uitgaven ten behoeve van de brede
aanpak van discriminatie:
• Gemeentefonds en BES-fonds
○ de jaarlijkse bijdrage van € 13 miljoen aan het Gemeentefonds en het BES-fonds voor
de uitvoering van de Wga-taken (wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen)
• NCDR:
○ financiering van de instelling van de NCDR (vorig jaar was hiervoor € 2 miljoen beschikbaar;
de uitgaven lagen lager omdat de NCDR in oktober gestart is). In het coalitieakkoord
zijn extra middelen beschikbaar gesteld aan de NCDR.
• College voor de Rechten van de Mens
○ Bijdrage aan het College voor de Rechten van de Mens, via JenV, (er is structureel
€ 1 miljoen beschikbaar gesteld naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport
«Ongekend onrecht»)
• Beleidsontwikkelingen10
○ waaronder financiering van de jaarlijkse cijferrapportages en onderzoek: € 0.5 miljoen
• Overige uitgaven
○ in 2021 zijn er beperkte kosten gemaakt ter voorbereiding op de komst van de Staatscommissie
tegen Discriminatie en racisme en in het kader van het in 2022 ingestelde programma
Rijk voor Iedereen.
2. Justitie en veiligheid
De middelen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid die aan discriminatiebestrijding
worden besteed, zijn niet altijd gelabeld op het onderwerp discriminatie. Om die reden
kunnen de middelen die het betreffende ministerie aan discriminatie besteedt niet
exact worden weergegeven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de gelden die naar het
College voor de Rechten van de Mens gaan. Het is onduidelijk welk deel daarvan exact
naar discriminatiebestrijding gaat.
• College voor de Rechten van de Mens en meldpunt internetdiscriminatie (MiND)
○ MiND ontving in 2021 een subsidie van € 208.717
○ Het College voor de Rechten van de Mens ontving in 2021 een bedrag van € 8.151.000
van het Ministerie van JenV. In het coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar
gesteld voor het College voor de Rechten van de Mens.
• Antisemitisme
○ In het Coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is het budget van de NCAB structureel met € 0,5 miljoen verhoogd. De NCAB ontvangt
jaarlijks een bedrag van € 0,5 miljoen om zijn taken uit te voeren en zijn aanstelling
te continueren.
○ Voor de jaren 2019 tot en met 2021 is door de Tweede Kamer een bedrag van 1 miljoen
euro per jaar aan de begroting van de Minister van Justitie en Veiligheid toegevoegd
voor de aanpak van antisemitisme. De projecten die voortkomen uit deze gelden richten
zich breder dan de aanpak van antisemitisme en werken door in de gehele aanpak van
discriminatie en racisme.
• Politie
○ Er is in 2021 een pilot gestart, waarbij wordt onderzocht welke meerwaarde specialisatie
kan hebben bij het verbeteren van de aanpak van discriminatie waaronder het herkennen
van commune delicten met een discriminatieaspect. Dit als gevolg van de motie van
het lid Paternotte c.s. om de mogelijkheden van inzet van gespecialiseerde rechercheurs
bij discriminatie te onderzoeken (Kamerstuk 35 164, nr. 9). Hiervoor wordt cumulatief € 7 miljoen euro voor ingezet in het kader van «Politie
voor Iedereen». In 2021 is € 1.5 miljoen uitgegeven. Het ging met name om voorbereidende
werkzaamheden.
3. Onderwijs
○ Het bestrijden van discriminatie en racisme in het onderwijs is een belangrijke en
brede opgave voor het onderwijsveld en het kabinet. Het is verweven met talrijke onderwerpen
en om de problemen effectief aan te pakken is een integrale benadering noodzakelijk.
○ Zo is het een belangrijk thema bij onderwerpen als stages, sociale veiligheid en burgerschap,
maar ook bij bredere vraagstukken als de curriculumherziening en het vormgeven van
de lerarenopleidingen is specifiek oog voor het probleem van discriminatie en racisme.
Het is om die reden niet te zeggen hoeveel middelen er specifiek aan het thema worden
besteed.
4. Discriminatie naar sekse, genderidentiteit, genderexpressie en seksuele gerichtheid
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zet zich in voor het bevorderen
van gender- en lhbtiq+ gelijkheid en het voorkomen van discriminatie van en geweld
tegen deze groepen. In 2021 zijn uitgaven gedaan die hiertoe bijdragen:
• Financiering van verscheidende programma’s en projecten van maatschappelijke instellingen
gericht op het vergroten van bewustwording, het ontsluiten van kennis en expertise
en gerichte interventies.
• Bieden van financiële ondersteuning aan maatschappelijke instellingen voor gender-
en lhbtiq+ gelijkheid en financiering van het monitoren van ontwikkelingen van gender-
en lhbtiq+ gelijkheid in de samenleving.
• De aanpak van gender- en lhbtiq+ discriminatie is integraal verweven in al het emancipatiebeleid
en is een belangrijk onderdeel van alle beleidsdomeinen. Vanwege deze integrale benadering
is er, ten aanzien van anti-discriminatiebeleid, geen specifieke post op de begroting
van OCW. De totale uitgaven in het kader van emancipatie betroffen voor 2021 € 14.057.00011. Deze uitgaves omvatten meer dan enkel anti-discriminatiebeleid.
5. Discriminatie naar herkomst, religie, huidskleur
• Het Ministerie van SZW zet (naast de aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie) ook in
op de preventieve aanpak van discriminatie op basis (vermeende) etniciteit, religie
en huidskleur (waaronder moslimdiscriminatie, anti-zwart racisme, antisemitisme en
antiziganisme) met als uiteindelijk doel: het voorkomen dat discriminatie en/of racisme
in de samenleving plaatsvindt.
• De maatregelen zijn vooral gericht op het versterken van de kennisbasis over welke
mechanismen ten grondslag liggen aan deze vormen van discriminatoir gedrag en wat
werkt in de preventieve aanpak ervan, het vergroten van inzicht in effectieve interventies
en het faciliteren van de inzet van derden.
• Voorbeelden van projecten op dit terrein in 2021 waren:
○ Proeftuin om de meldingsbereidheid van moslimdiscriminatie te verhogen;
○ Kennistafels ter verkenning van de intersectionele benadering van discriminatie en
racisme;
○ Handreikingen voor gemeenten (moslimdiscriminatie, antiziganisme, antisemitisme, anti-zwart
racisme);
○ Decentralisatie uitkering ten behoeve van stimuleren lokaal initiatief samenleven
en aanpak discriminatie;
○ Onderzoek naar oorzaken en triggers van anti-zwart racisme;
○ De inzet op bewustwording en gedragsverandering ten aanzien van racisme in het voetbal,
via de educatieve Fair Play workshops en het Spreekkorenproject,
• Vanuit het integratiebudget is geen geoormerkt budget beschikbaar voor de preventie
van discriminatie naar herkomst, religie en huidskleur. Op basis van onderzoeken,
voorstellen en prioriteiten kunnen en worden middelen vrijgemaakt.
• In het jaar 2021 bedroeg het totale bedrag € 592.780.
6. Woningmarkt
• In 2020 en 2021 is onderzoek gedaan met behulp van praktijktesten en mysterycalls
om te bezien in hoeverre makelaars, verhuurbemiddelaars en verhuurders (bereid zijn
te) discrimineren bij het toewijzen van huurwoningen.
• Daarmee was in totaal een bedrag gemoeid van (afgerond) € 130.000,–. Van dit totale
bedrag is in 2021 € 38.667,84 voldaan. Dit onderzoek zal de komende jaren jaarlijks
worden herhaald tegen vergelijkbare kosten.
7. Arbeidsmarkt
De inzet op het gebied van arbeidsmarktdiscriminatie is de afgelopen jaren geïntensiveerd
en betrof, naast personele capaciteit, onderzoeksbudget, middelen voor communicatie/bewustwording
en middelen voor de Nederlandse Arbeidsinspectie (hierna NLA) gericht op arbeidsmarktdiscriminatie.
• In 2021 was voor toezicht en handhaving een budget van € 1,5 miljoen euro gealloceerd
om duurzaam en stevig invulling te kunnen gaan geven aan een nieuwe rol van de Nederlandse
Arbeidsinspectie op het gebied van werving en selectie.
• Ter versteviging van deze rol is er ook ingezet op kennisvergaring en het ontwikkelen
van instrumenten voor het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie. Zo is in 2021 de
NLA gestart met de ontwikkeling van een vacaturescanner voor beter toezicht op discriminatie.
Daarnaast is een grootschalig veldexperiment gedaan naar de effectiviteit van anoniem
solliciteren. Ook is door het CBS onderzoek uitgevoerd ter verbetering van het onderzoek
naar beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen. Uitgevoerd. In totaal is aan onderzoek
ongeveer € 323.000 uitgegeven in 2021.
• Een ander belangrijk onderdeel van de aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie is de inzet
op communicatie en informatievoorziening. Bijvoorbeeld ten aanzien van de aanpak van
zwangerschapsdiscriminatie, waar is ingezet op het vergroten van de kennis onder (zwangere)
werknemers via diverse samenwerkingen. In 2021 is hier ongeveer 105.000 euro aan besteed.
• Ter bestrijding van arbeidsmarktdiscriminatie en bevordering van diversiteit en inclusie
lopen er enkele subsidierelaties, bijvoorbeeld met SER Diversiteit in Bedrijf en met
Women Inc. in totaal is voor een bedrag aan ongeveer € 624.000 subsidie verstrekt
in 2021.
• Tot slot is de afgelopen kabinetsperiode het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt
(VIA) gestart.
• In acht pilots is onderzocht wat werkt om de arbeidsmarktpositie van mensen met een
migratie achtergrond te verbeteren. Deze pilots zijn gericht op de loopbaanmomenten
waarop zij achterstand oplopen op de arbeidsmarkt. Een deel van deze pilots raakt
ook aan thema’s rondom het voorkomen van arbeidsmarktdiscriminatie, zoals de pilot
«Overgang MBO-arbeidsmarkt», pilot «Nudging in werving en selectie», pilot «Behoud
en Doorstroom» en de pilot «Barometer Culturele Diversiteit».
• In 2021 is circa € 570.000 uitgegeven aan de VIA pilots (en het zorgen dat zoveel
mogelijk werkgevers deze inzichten gaan toepassen) die raken aan het voorkomen van
arbeidsmarktdiscriminatie.
• In de huidige kabinetsperiode is tot en met 2024, € 1,25 miljoen euro per jaar gereserveerd
binnen de begroting van SZW voor het programma VIA. Deze middelen worden ingezet voor
het verspreiden en toepassen van de lessen uit de VIA pilots. Naar verwachting wordt
in 2022 ongeveer hetzelfde bedrag als in 2021 ingezet voor activiteiten die raken
aan het voorkomen van arbeidsmarktdiscriminatie. Hierbij gaat het o.a. om het openstellen
van een helpdesk voor werkgevers, het ondersteunen van dialoogsessies van werkgevers,
het tegengaan van stagediscriminatie en het ontwikkelen van menukaarten en kennismaterialen.
8. Zorg, welzijn en sport
Discriminatie raakt alle beleidsterreinen van VWS. Binnen het departement is er veel
aandacht voor dit belangrijke thema met gerichte antidiscriminatie-maatregelen maar
ook initiatieven die participatie en meedoen mogelijk maken.
• Een voorbeeld hiervan is het programma om discriminatie in het voetbal tegen te gaan(«ons
voetbal is van iedereen», belegd bij de directie Sport). Het programma loopt van 2020
t/m 2022, in 2021 is in totaal € 3,1 mln uitgegeven.
• Op het gebied van tegengaan van discriminatie van zorgmedewerkers, is in 2021 in samenwerking
met PGGM&Co een grootschalig vragenlijstonderzoek uitgevoerd. Dit ging over de prevalentie
van verschillende vormen van agressie en ongewenst gedrag, waaronder ook discriminatie,
op de werkvloer in zorg en welzijn. Daarnaast was er aandacht voor de ondersteuningsbehoefte
die medewerkers hebben op dit vlak. Hier is totaal € 12.892,55 aan besteed.
• Een ander voorbeeld is het programma «Onbeperkt Meedoen!» In dit programma werken
meerdere partijen samen om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking dezelfde
kansen krijgen als ieder ander en minder drempels in de samenleving ervaren. VWS coördineert
met dit programma de implementatie van het VN-verdrag handicap.12 In 2021 is vanuit VWS aan de coördinatie van de aanpak op dit VN-verdrag € 3.928.386
besteed. Dit budget is onder meer besteed aan de projecten van samenwerkingspartners
zoals de Alliantie13, de VNG en VNO-NCW. Via deze projecten is in 2021 een impuls gegeven aan de inzet
van ervaringsdeskundigheid en de inzet van gemeenten en bedrijfssectoren op toegankelijkheid
en inclusie.
• Om er tenslotte overkoepelend voor te zorgen dat discriminatie in álle domeinen van
het departement wordt aangepakt, is in 2022 een VWS-brede aanpak tegen discriminatie
en ter bevordering van gelijke kansen gestart. In 2021 was voor de voorbereiding en
aftrap van deze aanpak € 77.600 beschikbaar. Deze middelen zijn besteed aan het opzetten
van de aanpak.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Mede ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.