Brief regering : Verslag van de G20 bijeenkomst van Ministers van Financiën en Presidenten van Centrale Banken in juli 2022
32 429 G-20
Nr. 23
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 september 2022
Op 15 en 16 juli vond de G20-vergadering van Ministers van Financiën en Presidenten
van Centrale Banken (FMCBG) plaats op Bali in Indonesië. Nederland is dit jaar als
gastland uitgenodigd bij de G20 en is voor deze bijeenkomst op ministerieel niveau
afgereisd naar Bali. Na de FMCBG heeft voorzitter Indonesië een «Verklaring van de
Voorzitter» uitgegeven, die als bijlage bij deze brief is gevoegd.
De G20 kon deze keer geen consensus bereiken over een gezamenlijk communiqué vanwege
een onoverbrugbaar verschil van inzicht over de oorzaken van de verslechtering van
de mondiale economie. Veel van de punten die zijn opgenomen in de Verklaring van de
Voorzitter vloeien echter wel voort uit onderhandelingen tussen de deelnemende landen.
De G20-vergadering bestond uit meerdere inhoudelijke themasessies. Daarnaast werden
er verschillende evenementen georganiseerd en marge van de vergadering. Nederland
nam deel aan side events over voedselzekerheid en over het klimaat. Middels deze brief
informeer ik uw Kamer graag over de belangrijkste onderwerpen die zijn besproken.
Mondiale economie en voedselzekerheid
Net zoals Nederland, waren veel landen het erover eens dat het mondiale, post-pandemische,
economische herstel een klap heeft gekregen door de oorlog van Rusland in Oekraïne.
Eén van de belangrijkste uitdagingen is de stijgende inflatie. Centrale banken van
G20-landen hebben toegezegd de impact van oplopende de inflatie en de monetaire verkrappingsmaatregelen
te monitoren. Onbelemmerde handel speelt eveneens een belangrijke rol bij het tegengaan
van verdere inflatie. De G20 benadrukte het belang van internationale coördinatie
en effectief multilateralisme, onder andere via de G20.
Kwetsbare groepen worden het hardst getroffen door de stijgende prijzen en niet alle
landen hebben de benodigde beleidsruimte om deze mensen te helpen. International financiële
instellingen (IFIs) en andere multilaterale initiatieven spelen daarom een belangrijke
rol bij het tijdelijk ondersteunen van deze landen.
Op het gebied van voedselzekerheid, roept de G20 IFIs op om het IFIs Action Plan to Address Food Security te implementeren. Naast gerichte, humanitaire steun is er ook de noodzaak om op korte
termijn kunstmest beschikbaar te stellen aan landen met een tekort, ten behoeve van
de mondiale voedselveiligheid in de nabije toekomst.
Schuldenproblematiek
Door stijgende kosten van energie en voedsel is het voor een groeiend aantal voedsel-
en grondstof importerende landen lastiger om aan hun financiële verplichtingen te
voldoen. Hierdoor ontstaat een verhoogd risico voor schuldhoudbaarheid, juist in een
tijd waarin de mondiale financieringscondities verkrappen. Landen met schuldhoudbaarheidsproblemen
zijn gebaat bij een snelle afhandeling van eventuele verzoeken tot schuldverlichting.
G20-landen hebben steun uitgesproken voor effectieve implementatie van het Common Framework for Debt Treatment. Dit raamwerk biedt een structurele oplossing voor lage-inkomens landen met onhoudbare
schuld.
Echter, ook een aantal midden-inkomenslanden worstelen met de hogere prijzen en met
de houdbaarheid van hun schuld. In de Verklaring van de Voorzitter wordt multilaterale
coördinatie en schuldverlichting op vergelijkbare voorwaarden door officiële en private
crediteuren verwelkomt.
De G20 roept private crediteuren op om data te delen via de daarvoor opgezette Data Repository Portal van het Institute of International Finance en de OESO. Nederland zet zich in voor schuldentransparantie voor het ordelijke herstructureren
van schuld en voor verantwoorde schuldfinanciering.
Het versterken van Internationale Financiële Instellingen (IFIs)
IFI’s spelen een cruciale rol bij het ondersteunen van kwetsbare landen. Deze landen
zijn hard geraakt door de pandemie en zijn kwetsbaar voor toekomstige schokken, bijvoorbeeld
als gevolg van klimaatverandering. Veel G20-landen hebben daarom besloten om speciale
IMF trekkingsrechten (Special Drawing Rights of SDR’s) door te lenen. In 2021 heeft het IMF een extra allocatie van trekkingsrechten
aan alle lidstaten uitgekeerd. Deze SDR’s kunnen worden doorgeleend aan de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT) ten behoeve van lage-inkomenslanden of aan de recent opgerichte Resilience and Sustainability Trust (RST) voor investeringen in klimaat en pandemische paraatheid.1
In lijn met andere ontwikkelde economieën, heeft Nederland tijdens deze G20-bijeenkomst
aangekondigd om 20% van de in augustus 2021 uitgekeerde SDR’s door te lenen, onder
voorbehoud van parlementaire goedkeuring waarover u separaat wordt geraadpleegd. Deze
20% bestaat uit een bijdrage van SDR 1,2 mld. (ongeveer EUR 1,5 mld) aan de RST en
0,5 mld. (ongeveer EUR 600 mln) aan de PRGT.
Veel van de deelnemende landen, waaronder Nederland, willen graag dat er ook gekeken
wordt naar extra investeringsruimte bij multilaterale ontwikkelingsbanken (MDBs).
Het rapport «Independent Review of Multilateral Development Banks' Capital Adequacy Frameworks»2 doet een aantal concrete aanbevelingen om de investeringscapaciteit van MDBs te vergroten
en zal verder in G20-verband besproken worden. Het is uiteindelijk aan de aandeelhouders
van de MDBs om over de implementatie van de aanbevelingen te beslissen.
Pandemische paraatheid
De G20 verwelkomt het Financial Intermediary Fund (FIF) voor de preventie, paraatheid en respons bij pandemieën, welke in juni is opgericht
binnen het raamwerk van de Wereldbank. Een aantal G20-landen3 heeft inmiddels vrijwillige bijdragen aangekondigd ter waarde van ruim USD 1 mld.
De donoren hebben het FIF deze zomer vormgegeven met het voornemen om dit fonds in
september 2022 operationeel te maken.
Klimaat
Klimaatverandering is een prominent onderdeel van de G20 agenda. Om koolstofneutraliteit
te bereiken is een mix van beleid nodig, waaronder fiscaal beleid en regulering. Fossiele
brandstoffen moet worden uit gefaseerd. Als één van de sprekers in het speciale klimaatsymposium
is het Nederlandse duurzame financieringsbeleid, het belang van internationale koolstofbeprijzing
en de rol van de Coalitie van Ministers van Financiën voor Klimaatactie naar voren
gebracht.
Op het gebied van verduurzaming van de financiële sector was al in 2021 de sustainable finance roadmap aangenomen door de G20. De G20 roept landen, internationale organisaties en de private
sector op om deze routekaart te implementeren en vooruitgang vrijwillig te rapporteren
op een daarvoor opgezet online platform. Nederland zal hier op korte termijn gehoor
aan geven.
Om effectief klimaat-gerelateerde financiële risico’s aan te pakken is consistente
data nodig, waarvoor de Financial Stability Board op dit moment een routekaart ontwikkelt gesteund door de G20.
Internationale belastingen
In het Inclusive Framework (IF) georganiseerd door de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is de afgelopen jaren gesproken over een herziening
van het internationale belastingsysteem. Vorig jaar is een akkoord bereikt om de herziening
te bewerkstelligen (IF-akkoord).4 Het IF-akkoord wordt door 137 ondersteund en is ook door de G20 onderschreven. Het
IF-akkoord steunt op twee pijlers. Pijler 2 van het akkoord bevat afspraken over een
wereldwijd minimumniveau van belastingheffing van ten minste effectief 15%. Pijler 1
van het akkoord regelt een andere verdeling van belastbare winsten en heffingsrechten
tussen landen voor de grootste en meest winstgevende multinationals, waaronder grote
digitale bedrijven. Hierdoor kunnen landen waar een multinational klanten of gebruikers
heeft (zogeheten «marktlanden») meer winstbelasting heffen, ook indien de multinational
in dat land fysiek niet aanwezig is.
In het IF-akkoord is afgesproken dat deze pijlers in 2023 in werking zouden treden.
Pijler 1 en Pijler 2 volgen een verschillend tijdpad, waarbij Pijler 2 in een verder
gevorderd stadium is. Er wordt in het IF aan de technische uitwerking van Pijler 1
gewerkt. Over belangrijke onderdelen zijn de onderhandelingen nog gaande. Het doel
van inwerkingtreding per 2023 is daarom voor Pijler 1 niet haalbaar gebleken. Het
IF heeft daarom op 11 juli5 bekend gemaakt dat er belangrijke stappen zijn gezet, maar tegelijkertijd dat Pijler 1
op zijn vroegst in 2024 in werking zal treden. De ondertekening van het multilateraal
verdrag staat nu gepland voor uiterlijk mid-2023. Tijdens de G20-bijeenkomst werd
de balans opgemaakt over de geboekte voortuitgang bij de implementatie van het IF-akkoord
en het nieuwe tijdschema ten aanzien van Pijler 1. De G20 herhaalde de inzet voor
een snelle implementatie van het IF-akkoord en riep op tot de afronding van diverse
onderdelen van het akkoord. Ook Nederland heeft opgeroepen tot voortvarende implementatie.
Het IF zal in oktober bijeenkomen om de verdere voortgang van beide pijlers te bespreken.
Na deze vergadering ontvangt u een Kamerbrief waarin nader wordt ingegaan op de voortgang
van het IF-akkoord.
Nederland steunde daarnaast de oproep vanuit de G20 om aandacht te blijven hebben
voor de steun aan ontwikkelingslanden t.a.v. de implementatie van het IF akkoord o.a.
door technische assistentie. Het voorzitterschap stelde reeds eerder voor om onderzoek
te doen naar de invloed van zogenaamde «tax incentives» op investeringen, met name
voor ontwikkelingslanden.6 Nederland heeft aangegeven een onderzoek naar de werking van deze «tax incentives»
in beginsel te steunen. Wel gaf Nederland aan dat het doel van het minimumtarief uit
Pijler 2 is om concurrentie op het effectieve tarief te voorkomen. Verder werd door
de G20 steun uitgesproken over de vervolgstappen ten aanzien van fiscale transparantie
en verwelkomde de G20 de voortgang m.b.t. de automatisch informatie-uitwisseling en
transparantie over crypto-valuta op OESO-niveau en roept op tot een snelle afronding
van het raamwerk hiervoor.
Financiële sector
De G20 heeft de Financial Stability Board (FSB), sinds december 2021 voorgezeten door Klaas Knot, gevraagd om het monitoren
van het mondiale financiële systeem. In november presenteert de FSB het rapport over
exit strategieën en blijvende economische schade (scarring effects) van COVID-19 op de financiële sector aan de G20 top van regeringsleiders. In oktober
verwachten we ook het FSB rapport met beleidsvoorstellen om systeem-risico’s van niet-bancaire
financiële intermediairs te bestrijden.
De G20 verwelkomt het werk van de FSB inzake de regulering van crypto-activa. Het
uitgangspunt daarbij is «zelfde activiteit, zelfde risico, zelfde regulering» (dan
traditionele valuta), ook om een gelijk speelveld te creëren.
De pandemie heeft de financiële kwetsbaarheid van vrouwen, jongeren en MKBers vergroot.
De G20 steunt het werk van de Global Partnership for Financial Inclusion en kijkt uit naar het G20 Financial Inclusion Framework on Harnessing the Benefit of Digitalization.
Tot slot, erkent de G20 de noodzaak om witwassen, financiering van terrorisme en proliferatiefinanciering7 tegen te gaan. De G20 steunt de Financial Action Task Force en roept op tot effectieve
implementatie van de FATF standaarden.
Volgende ministeriele G20 overleg
De volgende bijeenkomst van FMCBGs zal half oktober plaatsvinden in Washington DC
in dezelfde week als de jaarvergaderingen van het IMF en de Wereldbank.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën