Brief regering : Homogene Groep Internationale samenwerking 2023 (HGIS-nota 2023)
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveAanbiedingsbriefLeeswijzerInleiding: Nederland en de wereld in 2023HGIS 2023 naar beleidsthema'sBeleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleidBeleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerkingBeleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaatBeleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven Bijlagen Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2022Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begrotingBijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begrotingBijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthemaBijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthemaBijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2023Bijlage 6: Berekening ODA-plafond 2022-2027, realisatie ODA-prestatie 2021 en raming ODA-prestatie 2022-2027Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2023Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2023
36 201 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2023 (HGIS-nota 2023)
Nr. 1 HGIS NOTA 2023
Ontvangen 20 september 2022
Vergaderjaar 2022–2023
INHOUDSOPGAVE
Blz.AanbiedingsbriefBrief van de Minister van Buitenlandse Zaken Geachte voorzitter,Graag bied ik u de HGIS-nota 2023 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. De Minister van Buitenlandse ZakenW.B.Hoekstra
Leeswijzer
Inleiding: Nederland en de wereld in 2023
HGIS 2023 naar beleidsthema's
Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit
Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking
Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling
Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
Bijlagen
Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2022
Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2023
Bijlage 6: Berekening ODA-plafond 2022-2027, realisatie ODA-prestatie 2021 en raming ODA-prestatie 2022-2027
Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2023
Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2023
Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken
Geachte voorzitter,
Graag bied ik u de HGIS-nota 2023 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.
De Minister van Buitenlandse ZakenW.B.Hoekstra
LEESWIJZER
Wat is de HGIS?
De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. Binnen de HGIS worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) expliciet zichtbaar gemaakt.
De minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.
Twee keer per jaar wordt het parlement geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota aangeboden en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over ‘Nederland’ of ‘Nederlands’ wordt daarmee bedoeld: ‘(van) het Koninkrijk der Nederlanden’, tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.
Opzet HGIS-nota 2023
HGIS-Beleidskader
De HGIS-nota 2023 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2023. De HGIS is ingericht langs negen beleidsthema’s. Deze indeling is gebaseerd op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de internationale paragrafen van overige begrotingen. De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2023 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht.
Meer uitgebreide toelichtingen worden in de begrotingen van de betrokken departementen weergegeven.
In de nota wordt eerst een aantal kaders geschetst ten aanzien van het buitenlandbeleid. Vervolgens wordt per beleidsthema de algemene beleidsdoelstelling gememoreerd en wordt op hoofdlijnen verder ingegaan op de geplande beleidsinzet in 2023 voor dit specifieke thema. Deze inzet is ontleend uit de beleidsagenda’s van de departementale begrotingen zoals deze tijdens Prinsjesdag 2022 zijn gepresenteerd. Een drietal onderwerpen wordt specifiek toegelicht, namelijk de oorlog in Oekraïne, voedselzekerheid en sancties. Omdat de beleidsinzet meestal gepaard gaat met een financiële inspanning, wordt dit in een tabel weergegeven waarbij de ODA-component specifiek wordt benoemd. Deze tabel geeft inzicht in de realisatiecijfers van 2021 en de ramingen voor 2022 en 2023. Ten slotte volgt een toelichting op de instrumenten zoals weergegeven in de tabel.
Bijlagen
Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:
Bijlage 1
Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2022 en HGIS nota 2023.
Bijlagen 2a en 2b
Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement.
Bijlage 3
Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema.
Bijlagen 4 en 5
Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per regio.
Bijlage 6
Geeft een berekening van het ODA-plafond voor de periode 2022-2027.
Bijlage 7
Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2023 gepresenteerd.
Bijlage 8
Betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2023 op het terrein van migratie.
Landen-bijlage (bijlage 5): De HGIS-nota toont de allocatie van het gedelegeerde budget naar landen. Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHOS-begroting. De landen zijn ingedeeld in de prioritaire focusregio’s en overige regio’s. De focusregio’s zijn West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Het centrale budget is ter illustratie per regio toegevoegd.
INLEIDING: NEDERLAND EN DE WERELD IN 2023
Nederland en de wereld in 2023
Op 24 februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Het was het begin van een grootschalig conventioneel conflict waarin een militaire grootmacht met bruut geweld probeert een ander land in Europa zijn wil op te leggen. De oorlog in Oekraïne vergroot de toch al grote instabiliteit in de ring rondom Europa. De ontwikkelingen in Oekraïne kunnen zich in spanningen op de Westelijke Balkan vertalen. In delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten is de situatie fragiel en dreigen voedseltekorten. Klimaatverandering draagt verder bij aan instabiliteit en migratie, met name in Sub-Sahara Afrika waar negen van de tien meest kwetsbare landen voor klimaatverandering liggen. In de Hoorn en de Sahel dreigt de situatie zich verder te destabiliseren. China en Rusland maken gebruik van die instabiliteit door hun invloed in die landen verder uit te breiden. Ondanks diverse beloften, perken in Afghanistan de Taliban de mensenrechten, met name van vrouwen en meisjes, steeds verder in en zijn duurzame oplossingen voor de conflicten in Libië, Syrië en Jemen nog niet in beeld.
Tegelijkertijd voelt de internationale gemeenschap nog de naweeën van een pandemie die fundamentele economische schade toebracht en mondiale spanningen vergrootte, tegen de achtergrond van een verschuivende machtsbalans waar het Westen zich toe heeft te verhouden. Westerse normen en waarden staan al langer onder druk.
Deze uitdagingen kunnen alleen het hoofd geboden worden via nauwe samenwerking met partners en bondgenoten en Europese samenwerking. Er rust een steeds grotere verantwoordelijkheid op Europese schouders om bij te dragen aan de veiligheid van onze burgers. Daarom heeft het kabinet zich ten volste ingezet voor daadkrachtige maatregelen van de EU in reactie op de Russische agressie, variërend van de gezamenlijke financiering van wapenleveranties, tot verregaande economische sancties. Deze maatregelen illustreren het potentieel van het Europees handelingsvermogen en sluiten aan bij de ambitie van het kabinet om een voortrekkersrol te spelen binnen de Europese Unie. Trans-Atlantische eenheid en samenwerking is en blijft cruciaal voor de veiligheid op het Europese continent. EU-NAVO samenwerking is essentieel gebleken in deze oorlog, waarin beide organisaties aan dezelfde dreigingen worden blootgesteld.
Het is in het belang van Nederland dat de EU zich verder ontwikkelt tot een geopolitieke speler die in de wereld zijn belangen kan behartigen. Zoals ook omschreven in de beleidsbrief van 8 maart jl. ziet het kabinet de EU als primair handelingspodium voor het buitenlandbeleid. Om sterker uit deze crisis te komen zullen de Unie en de lidstaten meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor de Europese veiligheid. Nederland levert daar zijn bijdrage aan door de defensie-uitgaven voor 2023 te verhogen tot uiteindelijk de 2 procent NAVO-norm voor 2024 en 2025. Naast investeringen is het ook nodig de synergie tussen de krijgsmachten van de lidstaten te vergroten, alsook werk te maken van samenwerking tussen de EU en de NAVO.
Een geopolitieke rol van betekenis vraagt ook dat de EU haar weerbaarheid over de gehele breedte van de beleidsdossiers versterkt. Op die manier kan invulling worden gegeven aan het streven naar meer open strategische autonomie. Dat doen we door risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen en het groei- en investeringsmodel te versterken, uitgaande van de eigen sterktes van de Unie. Het is nodig de Unie slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken. Daarbij is een leidende rol van Nederland niet alleen passend, maar ook nodig.
Hulp en handel
In de BHOS-nota ‘Doen waar Nederland goed in is’, brengt het kabinet meer focus aan in het BHOS-beleid op het gebied van de synergie tussen hulp en handel. Concreet betekent dit dat het kabinet 14 landen heeft gekozen waarin een combinatie van Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, handel en investeringen grote kansen biedt.
In verschillende lage- en middeninkomenslanden liggen kansen op het snijvlak van handel, investeringen en ontwikkelingssamenwerking om in samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven mondiale uitdagingen aan te pakken. De focus van Nederland komt hierbij te liggen op veertien - vooral - opkomende markten: acht in Afrika (Egypte, Marokko, Senegal, Ivoorkust, Ghana, Nigeria, Zuid-Afrika en Kenia) en zes daarbuiten (Vietnam, Bangladesh, India, Indonesië en Colombia, Oekraïne). In deze landen wordt publiek-private samenwerking met het Nederlandse en lokale bedrijfsleven geïntensiveerd.
De samenwerking richt zich op de verbetering van het ondernemingsklimaat in de meest kansrijke sectoren waar duidelijk is dat het Nederlandse bedrijfsleven ook actief wil en kan zijn.
Het kabinet richt zich daarbij op de twee transities van verduurzaming en digitalisering. Bij de verduurzamingstransitie wordt onder andere ingezet op hernieuwbare energie, schoon transport, vergroenen van de agri-foodsector, stimuleren van de circulaire economie, verduurzamen van handelsketens en versnellen van klimaatadaptatie. Voor digitalisering wordt onder andere ingezet op handelsmissies gericht op kansen voor Nederlandse en lokale bedrijven in tech sectoren als fintech, agritech, smart logistics, cyber/e-commerce, digitale gezondheidszorg en het bevorderen van banen in de digitale economie.
Klimaat, energie en digitalisering
We zijn het aan volgende generaties verplicht om een klimaatneutraal, fossielvrij en circulair Nederland over te dragen. Dit is ook de basis van de kabinetsinzet t.a.v. de Europese Green Deal. Het kabinet zet in op spoedige afronding van onderhandelingen met het Europees Parlement over het wetgevende Fit-for-55 pakket, met behoud van ambitie, zodat 2023 in het teken kan staan van start van de implementatie. De oorlog in Oekraïne maakt glashelder dat de EU zo snel mogelijk onafhankelijk moet worden van Russische fossiele brandstoffen én vaart moet maken met ambitieus klimaat- en energiebeleid. Dit vraagt om verdere intensivering om het aandeel hernieuwbare energie en energie-efficiëntie te verbeteren, en tevens om de Europese interne energiemarkt verder te versterken. De voorstellen uit het Fit-for-55 en REPowerEU pakket vormen de basis van deze hervormingen.
De Commissie voert een ambitieuze beleidsagenda om de digitale transitie verder vorm te geven met veel impactvolle wetgevingsvoorstellen, zoals de AI act, Data Act, Digital Market Act en Digital Services Act en de EU Chips Act. Het kabinet wil een voortrekkersrol te nemen in de vormgeving van de Europese digitale agenda en zet in op digitaal en technologisch leiderschap van de EU.
HGIS 2023 NAAR BELEIDSTHEMA'S
De HGIS is ingedeeld langs een 9-tal beleidsthema’s (incl. een categorie apparaatskosten en overige uitgaven, waarbij ook de kosten voor het postennet zijn opgenomen). Het totale HGIS-budget voor 2023 komt uit op omstreeks EUR 7,8 miljard. Hiervan kwalificeert ongeveer EUR 6,1 miljard als Official Development Assistance (ODA). In onderstaande overzichten zijn de totale uitgaven per beleidsthema schematisch weergegeven voor de totale HGIS, voor de ODA uitgaven specifiek en tenslotte voor de non-ODA uitgaven.
Figuur 1 HGIS totaal per thema
Figuur 2 HGIS ODA per thema
Figuur 3 HGIS non-ODA per thema
Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de beleidsinzet voor 2023, de budgettaire gevolgen en een korte toelichting op de tabellen. Per onderdeel is expliciet het ODA-aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. In bijlage 2 van deze nota is een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en inkomsten ODA en non-ODA betreft.
Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
Algemeen
Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.
Een sterke internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak, naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet- en regelgeving en voortdurende inzet tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen en het voorkomen van deze schendingen. Omdat de mensenrechten het best worden gewaarborgd in goed functionerende democratieën, zet Nederland zich in om het krimpen van de democratische ruimte wereldwijd tegen te gaan De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.
Beleidsinzet toegelicht
Mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie
Mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie zijn nauw aan elkaar verbonden en vormen een belangrijk fundament van stabiele en welvarende samenlevingen. Het bevorderen hiervan is niet alleen een moreel imperatief, maar leidt ook tot een voor Nederland meer voorspelbare en veilige internationale omgeving. De bevordering van mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie in een geïntegreerde benadering vormt daarom de basis van de Nederlandse inzet.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 1 Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BZ
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
51.060
17.316
54.942
16.889
49.305
16.889
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten
62.853
36.202
69.902
37.555
67.402
37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties
12.486
0
15.665
0
14.138
0
Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis
0
0
0
0
0
0
JenV
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI
802
0
821
0
821
0
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname
5
5
200
200
200
200
91.01.02 WIPO
231
0
386
0
386
0
91.01.02 Europol en Eurojust
14.027
0
23.237
0
23.237
0
Financiën
02.00.44 Financiële markten; opdrachten
0
0
850
0
0
0
IenW
17.01 Luchtvaart (ICAO)
1.454
0
1.311
0
1.311
0
18.01 Scheepvaart en havens (CCR)
1.079
0
1.081
0
1.081
0
SZW
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS
7
0
9
0
9
0
VWS
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
2.166
0
657
0
0
0
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten
0
0
0
0
0
0
Totaal
146.170
53.523
169.061
54.644
157.890
54.644
Financiële instrumenten
BZ
– Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan het Restmechanisme voor Internationale Strafhoven (MICT) zijn inbegrepen.
– Bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof (ICC).
– Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage.
– Bijdragen voor diverse initiatieven op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere kleinschalige initiatieven gericht op de strijd tegen straffeloosheid en ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.
– Mensenrechtenfonds: inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender, intersekse en queer personen (LHBTIQ+) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid. Er is een verdeling tussen de financiële instrumenten subsidies en bijdragen aan (inter)nationale organisaties. Subsidies zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds binnen Europa en bijdragen aan (inter)nationale organisaties zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds buiten Europa.
– Mensenrechten multilateraal: bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij tevens specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités en prioriteiten van het Nederlands mensenrechtenbeleid.
– Bijdrage aan huisvesting van Internationale Organisaties (IO’s) zoals het Speciaal Tribunaal voor Libanon, Het Internationaal Strafhof, het Internationaal Gerechtshof en het Permanente Hof van Arbitrage.
– Bijdragen aan campagnes en lobbyactiviteiten bij acquisitie van IO’s.
– Bijdragen aan bijeenkomsten van in Nederland gevestigde IO’s en aan bezoeken van hoge functionarissen, voor zover die de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s bevorderen.
– Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
– Bijdrage aan de renovatie van het Vredespaleis.
JenV
– Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).
– Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
– Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.
– Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.
IenW
– Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:
– Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).
– Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).
– Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).
– Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)
– Bijdrage aan de Donaucommissie
– Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.
SZW
– Bijdrage aan het Administratief Centrum voor de Sociale Zekerheid voor de Rijnvarenden (CASS).
VWS
– Bijdrage aan het aCBG voor het bij de komst van de EMA afgesloten Memorandum of Understanding & de EU grondstoffendatabase voor geneesmiddelen, het zogenaamde European Substance Registration System (EU-SRS).
Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit
Algemeen
Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.
Beleidsinzet toegelicht
GBVS
De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid lag tot dusver besloten in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) die in het voorjaar van 2018 aan de Tweede en Eerste Kamer is aangeboden en in 2020 is geactualiseerd. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe rijksbrede veiligheidsstrategie. De GBVS-aanpak beschrijft drie pijlers: onveiligheid voorkomen waar mogelijk, verdedigen tegen urgente dreigingen waar noodzakelijk en het versterken van ons veiligheidsfundament. Om de daarbij benoemde 13 doelen te behalen is de samenhangende inzet nodig van defensie, diplomatie, economie, ontwikkelingssamenwerking, politie, inlichtingendiensten, en justitie. Dit onderwerp strekt zich dus uit naar andere beleidsterreinen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat. Onze veiligheidsbelangen vergen een wereldwijde inzet voor de veiligheid van Nederlanders, Nederland en het Koninkrijk.
Cyberdiplomatie als prioriteit
Het belang van cyberdiplomatie is naar aanleiding van de COVID-19 pandemie en door de toegenomen geopolitieke strijd alleen maar toegenomen. De dreigingen voor burgers, bedrijven en staten nemen toe. Na de zomer van 2022 zal het kabinet een nieuwe Internationale Cyberstrategie presenteren. Deze heeft als doel de geopolitieke cyberdreigingen te verminderen door onder meer te komen tot een normatief kader voor verantwoord statelijk gedrag in het cyberdomein, afspraken te maken over maatregelen die ingezet kunnen worden tegen landen die deze normen overtreden en kwetsbare derde landen te ondersteunen in de opbouw van hun cyberweerbaarheid. Aandacht voor mensenrechten en rechtsstaat staat hierbij centraal.
OekraïneOekraïne strijdt voor eigen vrijheid en onze waarden. Nederland blijft Oekraïne steunen met wapens, militaire en humanitaire hulp zolang als dat nodig is. Nederland zet zich daarnaast in voor waarheidsvinding en gerechtigheid, dit is belangrijk voor de toekomst van Oekraïne maar is ook een signaal aan anderen dat straffeloosheid niet bestaat. Ook zal Nederland Oekraïne steunen bij wederopbouw; de EU en internationale financiële instellingen nemen het voortouw. Op basis van een behoefte beoordeling bekijkt Nederland hoe bij te dragen aan de wederopbouw van Oekraïne.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Vrede, veiligheid en stabiliteit (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BZ
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
13.504
0
15.810
0
15.455
0
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme
12.135
0
15.250
0
15.400
0
02.03 Wapenbeheersing
9.199
2.869
18.471
3.252
11.022
3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
164.903
72.643
188.644
70.463
211.797
70.167
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
26.437
10.575
30.054
11.929
29.822
11.929
BHOS
04.01 Humanitaire hulp
431.360
427.918
512.279
511.262
554.017
553.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
174.060
174.060
219.000
219.000
304.000
304.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling
179.102
179.097
220.635
220.635
215.695
215.695
JenV
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties
7.501
7.501
8.600
8.600
8.600
8.600
33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie
0
0
0
0
0
0
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding
0
0
423
0
423
0
Defensie
01.01.23 Internationale inzet (BIV)
149.442
3.000
275.610
0
202.751
0
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020
10.726
0
31.140
0
300
0
Totaal
1.178.369
877.663
1.535.916
1.045.141
1.569.282
1.166.643
Financiële instrumenten
BZ
– Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
– Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum en het Institute for Security Studies ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven West Europese Unie (WEU).
– Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
– Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.
– Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
– Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden.
– Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.
– Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.
– Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.
– Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.
– Organisatie van een tweedaagse ministeriële conferentie over verantwoordelijke militaire toepassing van Artificial Intelligence, ter uitvoering van motie Koopmans c.s. uit april 2019 (motie 33694, nr. 43).
– Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
– Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds spitst zich toe op een select aantal thema’s en landen en kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op het gebied van preventie van gewelddadig extremisme, ontmijning en early warning, early action. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals het uitzenden van experts via de civiele missiepool (CMV), training voor Afrikaanse peacekeepers (GPOI), en bijdragen aan de VN op specifieke thema’s.
– Het Makandra-programma is naar aanleiding van het amendement van het lid Sjoerdsma c.s., het amendement van het lid Van Helvert c.s. en een hoogambtelijke interdepartementale missie gestart (zoals geïntroduceerd in Kamerstuk 20 361, nr. 194 ). Dit programma is gericht op technische assistentie aan Suriname met als doel het versterken van de rechtsstaat, het verbeteren van goed bestuur en het ondersteunen van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen bij het opstellen van de juiste kaders en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling en economische groei.
– Er is structureel EUR 25 miljoen beschikbaar voor de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden met een hoog-risicoprofiel. Deze taken worden grotendeels uitgevoerd door Defensie. Daarom worden deze middelen jaarlijks overgeheveld naar de Defensie-begroting.
– Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.
– Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten.
BHOS
– Ongeoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp.
– Ongeoormerkte bijdragen aan UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP, eveneens ten behoeve van snelle beschikbaarheid en flexibiliteit.
– Crisisspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en subsidies aan Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA).
– Bijdragen ten behoeve van versterking van de responscapaciteit van lokale actoren en innovatie van het humanitaire systeem.
– Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals -geestelijke gezondheid en psychosociale steun en onderwijs.
– Bijdragen ten behoeve van de hervorming van het systeem voor internationale humanitaire hulpverlening.
– Bijdragen aan van programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.
– Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.
– Nederland subsidieert activiteiten gericht op migratiesamenwerking.
– Bijdragen aan een partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landen specifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen. De bijdrage wordt in 2023 vernieuwd.
– Nederland werkt met ngo’s gericht op opvang en bescherming in de regio.
JenV
– In opdracht van het kabinet voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking en de uitzending van politiefunctionarissen naar internationale (civiele) missies en operaties. Die activiteiten zijn voor een groot deel gebaseerd op de visie internationale politiesamenwerking en de bijbehorende strategische agenda. De politie zet hiervoor verschillende instrumenten in.
Defensie
– Voor een overzicht van de missies en operaties wordt verwezen naar de begroting van het ministerie van Defensie.
Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking
Algemeen
De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie, want Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een proactieve en constructieve voortrekkersrol van Nederland, waarbij we samenwerken met andere lidstaten en internationale partners, is hierbij nodig. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.
Beleidsinzet toegelicht
Europese samenwerking
Een assertieve opstelling van de EU is nodig om mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering het hoofd te bieden en om impact te bereiken in landen buiten Europa. Om belangrijke maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en weerbaar te zijn tegen de verschuivingen in het internationale speelveld zet het kabinet in op het versterken en eerlijker maken van de interne markt en het versnellen van de groene en digitale transities. De basis om deze uitdagingen het hoofd te bieden is: weerbare lidstaten die zich blijven versterken door middel van het doorvoeren van structurele hervormingen en voldoende investeringen van hoge kwaliteit met houdbare publieke overheidsfinanciën. Nederland staat constructief tegenover de modernisering van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) wanneer deze is gericht op de houdbaarheid van de schulden en gezamenlijke economische groei. Effectieve handhaving is hierbij een vereiste. De interne markt is de grootste afzetmarkt van de wereld. Een sterke interne markt is de basis van de economische groei en concurrentievermogen van de EU Met de interne markt als grootste afzetmarkt van de wereld is het de motor van de economische groei en concurrentievermogen van de EU. Om een sterk vestigingsklimaat voor internationale bedrijven, start-ups en scale-ups te behouden zet Nederland zich er voor in dat de EU een aantrekkelijke markt blijft voor (innovatieve) technologieën, producten en diensten. Deze opwaartse sociale en economische convergentie is van belang zodat lidstaten buffers opbouwen om ook in tijden van crisis te kunnen blijven investeren in zaken die bijdragen aan de welvaart van de EU, zoals de dubbele transitie of nieuwe uitdagingen op veiligheidsgebied. De economische weerbaarheid van de Unie staat opnieuw voor een grote uitdaging als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Het kabinet wil een voortrekkersrol nemen in de EU waarbij we samenwerken met andere lidstaten en internationale partners om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie.
Sancties
Nederland is voorstander van de versterking van het Europese sanctie-instrumentarium en draagt daaraan bij door de versterking van de sanctiecapaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zowel voor het ontwikkelen van nieuwe restrictieve maatregelen als voor de implementatie en naleving ervan in Nederland en de EU. Deze extra capaciteit biedt Nederland de mogelijkheid meer invloed uit te oefenen op een effectiever gebruik van het EU sanctie-instrumentarium als belangrijke pijler van het Europese buitenlandbeleid. Ook onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om EU-sancties meer extraterritoriaal in te zetten en om secundaire sancties aan te nemen. Tot slot blijft het kabinet zich onverminderd inzetten voor frequenter gebruik van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) binnen het GBVB op onder andere het terrein van sancties.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 3 Effectieve Europese samenwerking (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BZ
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening)
0
0
938.733
863.000
938.733
863.000
03.02 Europees ontwikkelingsfonds
179.482
179.482
131.506
131.506
100.313
100.313
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap
10.899
4.360
11.000
4.400
11.000
4.400
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie
4.511
0
4.993
0
4.788
0
03.05 Europese vredesfaciliteit
12.694
0
30.429
0
32.403
0
Toerekeningen
EU-begroting
421.305
357.212
0
0
0
0
Totaal
628.891
541.054
1.116.661
998.906
1.087.237
967.713
Financiële instrumenten
Toerekening EU afdrachten aan HGIS
– De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven «Nederlandse aandeel» van de begroting van de Europese Commissie. Hiervan worden diverse programma’s van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Een deel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria.
BZ
– Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de landen in Afrika, het Carïbisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO) uitvoert, tot 2021. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden. Voor de financiering van programma’s in LGO is met ingang van 2021 een apart budget voorzien onder de EU-begroting. De aflopende bijdragen aan het EOF in 2022 en de jaren daarna betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF.
– Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
– Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandpolitiek terrein.
– Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.
– Bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EVF) voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties, EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen. De faciliteit dient ter versterking van het EU extern optreden en, conform de Nederlandse inzet, een bijdrage te leveren aan een meer geïntegreerde benadering van conflicten en crises binnen het EU-buitenlandbeleid.
Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Algemeen
Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is het kabinet verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.
Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.
Beleidsinzet toegelicht
Consulaire dienstverlening
Crisissituaties zoals Afghanistan, Oekraïne en de COVID-19 pandemie, hebben de noodzaak van goede en moderne consulaire dienstverlening onderstreept. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijft daarom werken aan het verbeteren van de consulaire dienstverlening aan Nederlandse reizigers en vakantiegangers, Nederlanders in nood en Nederlanders die buiten Nederland (gaan) wonen.
Nederlanders in het buitenland worden geconfronteerd met nieuwe veiligheidsrisico’s en regels rondom het internationale reisverkeer zijn aan veranderingen onderhevig. Dat zorgt voor een forse stijging van burgervragen en een veranderende informatiebehoefte. Ook in 2023 zullen de effecten hiervan nog steeds zichtbaar zijn. Ook al wordt er weer meer gereisd worden, sommige landen zullen reisrestricties blijven opleggen zolang de COVID-19 pandemie niet overal ter wereld onder controle is. In de reisadviezen wordt verwezen naar de overheidswebsite van het land zelf voor de meest actuele informatie. Samen met andere EU-lidstaten wordt gewerkt aan meer eenheid in de reisadviezen. Daarnaast zal het Ministerie van Buitenlandse zaken, gezien de grote impact van de pandemie en meerdere crises, de kwaliteit, helderheid en vindbaarheid van de reisadviezen verbeteren.
In 2023 worden de crisisprotocollen, de -infrastructuur en het evacuatiebeleid aangescherpt op basis van inzichten vanuit intern en extern uitgevoerde evaluaties. Zo werkt het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar een crisisorganisatie zodat Nederlanders snel en efficiënt de hulp en informatie krijgen die ze nodig hebben. In 2023 wordt een kernteam opgeleid en zijn mensen getraind voor het geval een nieuwe crisis uitbreekt. Ook op dit vlak wordt ingezet op samenwerking met andere EU-lidstaten.
Cultuur
Kunst en cultuur geven betekenis aan onze internationale relaties; ze zorgen voor onderlinge verbondenheid en kweken goodwill. Met het vierjarig kader internationaal cultuurbeleid wordt dit gezocht in de (samenwerkings)relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland prioritaire landen in de rest van de wereld. Hiermee worden onder meer de (economische) belangen van de kunstensector en de creatieve industrie in het buitenland behartigd. Daarnaast speelt de internationale culturele samenwerking een rol ter bevordering van de SDG’s, versteviging van bilaterale relaties (mede in het kader van het restitutiebeleid ten aanzien van collecties met een koloniale context), alsmede andere prioriteiten van buitenlandbeleid.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BZ
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland
17.974
0
14.792
0
9.223
0
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren
19.762
0
26.392
0
18.170
0
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
6.496
0
6.975
0
7.475
0
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
21.884
1.943
22.885
136
20.110
136
OCW
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
480
0
480
0
480
0
14.71/76 Cultuur; subsidies
5.934
0
6.017
0
5.523
0
Totaal
72.530
1.943
77.541
136
60.981
136
Financiële instrumenten
BZ
– Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen.
– (Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden en het adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie.
– Verstrekken van reisadviezen en het bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties.
– Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen.
– Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen.
– Loket buitenland: opzetten van een one-stop shop voor overheid gerelateerde zaken voor Nederlanders die in het buitenland verblijven.
– Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein waaronder de inname van aanvragen voor MVV’s en het afnemen van inburgeringsexamens.
– Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken.
– Op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door J&V mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd.
– Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties over o.a. wederzijdse visumvertegenwoordiging.
– Voor het beschermen van de mensenrechten van migranten, het voorkomen van irreguliere migratie, het tegengaan van mensensmokkel en -handel en het bevorderen van terugkeer en herintegratie is Nederland actief in onder meer de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
– Subsidieverlening via de posten aan Nederlandse cultuurmakers en -instellingen.
– Via publieksdiplomatie verstevigt Buitenlandse Zaken het netwerk van beleidsbeinvloeders die de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden.
– De strategische inzet van Publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ versterkt de reputatie van Nederland bij een buitenlands publiek en daarmee de politieke- en economische positie. Zo waarborgen we de Nederlandse belangen en kunnen we ons waardenstelsel uitdragen.
– Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael voor trilateraal onderzoeksprogramma met Defensie en JenV. Daarnaast ook een opdracht ter ondersteuning van het China Kennisnetwerk en het Oost-Europa/Rusland Kennisplatform.
– Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Dat kunnen ook activiteiten zijn voor COVID-19 ondersteuning.
– Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.
– Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2 miljoen geraamd.
– Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.
OCW
– Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van OCW en Buitenlandse Zaken. In de periode 2021-2024 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen:
1. een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;
2. het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;
3. het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de BHOS-agenda in de focusregio’s.
– Voor de verwezenlijking van bovenstaande doelen wordt gekozen voor een meerjarige strategische inzet op 23 landen. Per land worden nadere afspraken gemaakt tussen betrokken spelers (o.a. diplomatieke posten, fondsen en Dutch Culture) over samenwerking en uitvoering. Door maatwerk per land worden cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden.
Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Algemeen
Versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland, nu en in de toekomst, verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van duurzame inclusieve groei wereldwijd, waarbij wordt ingespeeld op mondiale transities. Nederland werkt aan een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem, gebaseerd op hoge standaarden, Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), vergroening van het handelsinstrumentarium, bevordering van de economische weerbaarheid en versterking van de private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.
Beleidsinzet toegelicht
Investeren in een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem
De nasleep van de COVID-pandemie en de invasie van Rusland in Oekraïne leiden tot negatieve economische gevolgen en zetten wereldwijd leveringsketens onder druk. Daarnaast blijft de EU en dus Nederland zich gesteld zien voor langetermijn-uitdagingen op handelspolitiek terrein. Nederland zal zich bilateraal, in EU-verband, plurilateraal en multilateraal blijven inzetten voor versterking van het op regels gebaseerde internationale handelssysteem, onder meer via hervorming van de WTO. In onze handelspolitieke inzet in 2023 hebben we aandacht voor het gelijke speelveld, open markten en open strategische autonomie. Daarbij hebben we ook oog voor twee transities (digitalisering en vergroening) die de potentie hebben om de wereldhandel de komende jaren stevig te veranderen.
Verdienvermogen en kracht van NL: verdienkansen nu en in de toekomst
Onze economische diplomatie en ons open handelsbeleid zorgen voor een krachtige economie, waarin een derde van ons BBP wordt verdiend aan de uitvoer van goederen en diensten. Om zo effectief mogelijk te zijn met onze publieke inzet leggen we de focus op 25 prioritaire markten met het meeste potentieel voor internationale handel. Daarbinnen hebben we extra aandacht voor kansen voor het midden en kleinbedrijf (MKB), startups/scale-ups en vrouwelijke ondernemers. Duurzaamheid en digitalisering zijn leidende thema’s in onze economische diplomatie en handelsinstrumentarium. Beide transities hebben de potentie om de wereldhandel en de concurrentiepositie van Nederland in de komende jaren stevig te beïnvloeden. Door met name hierop in te spelen kunnen we internationaal kansen ontwikkelen voor het Nederlandse verdienvermogen van overmorgen. De Nederlandse handelsinzet wordt duurzamer en toekomstgerichter. Zo worden exportkredieten voor fossiele energieprojecten in internationaal verband uitgefaseerd en wordt het handelsinstrumentarium vergroend. Innovatie, digitalisering en verduurzaming zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen een integraal onderdeel van de handelsinzet van BHOS, in nauwe samenwerking met EZK, LNV en IenW. In de uitvoering zijn de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor handelsbevordering (RVO), Invest International en Atradius Dutch State Business voor internationale financiering en verzekering belangrijke partners voor het internationale bedrijfsleven. Bij de ontwikkeling en uitvoering van ons beleid werken we samen met partners uit het bedrijfsleven, binnen een geoptimaliseerd systeem van Publiek-Private Samenwerking op basis van een recent uitgevoerde evaluatie van het publiek-private landschap.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BHOS
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO
28.939
20.968
31.669
21.425
35.089
23.175
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
105.214
0
93.567
0
86.665
0
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
415.502
413.504
430.509
428.229
517.910
515.630
EZK
1.55 Opdrachten
12
0
167
0
167
0
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
2.481
0
2.848
0
2.835
0
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen
0
0
0
0
0
0
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
1.900
0
2.657
0
1.426
0
Totaal
554.048
434.472
561.417
449.654
644.092
538.805
Financiële instrumenten
BHOS
– Contributies aan internationale organisaties zoals OESO en WTO.
– Programma's ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
– Bijdragen aan beleidsondersteuning en –onderzoek en -evaluatie, alsmede incidentele projecten.
– Via verschillende kanalen wordt bijgedragen aan de bestrijding van kinderarbeid.
– Uitgaven ten behoeve van de bestrijding kinderarbeid vallen onder MVO en beleidsondersteuning ODA. Er wordt ingezet op drie terreinen: Een bijdrage aan de International Labour Organisation; subsidies via het door RVO uitgevoerde Fonds Bestrijding Kinderarbeid en een subsidie aan de Alliantie Stop Kinderarbeid.
– De regeling Starters International Business (SIB) bestaat uit individuele coaching-, missie- en kennisvouchers voor startende mkb-ondernemingen die de stap willen maken naar buitenlandse markten.
– Het Programma Strategische Beurzen voor steun aan collectieve promotionele activiteiten voor een succesvolle positionering van Nederlandse topsectoren en clusters in buitenlandse markten.
– Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.
– Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) biedt financiering voor investeringen en export van MKB en grote bedrijven, indien banken en andere financiële instellingen deze financiering niet bieden en er voldaan wordt aan de criteria die gelden voor publieke interventie.
– Het structurele budget voor projectontwikkeling van Invest International wordt gebruikt voor een subsidie aan Invest International. Via Invest International wordt DRIVE en haar voorganger ORIO ondersteund.
– Inzet op het terrein van (jeugd)werkgelegenheid met als hoofddoel het
creëren van toekomstperspectief, middels fatsoenlijk werk en inkomen,
voor 200.000 jongeren in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, West-
Afrika/Sahel en de Hoorn van Afrika. In lijn hiermee is het subsidieprogramma LEAD (Local Employment in Africa for Development) verlengd.
– Bijdrage aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) welke een revolverend fonds is, dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties.
EZK
– Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Universal Postal Union (UPU), de International Telecommunications Union (ITU) en de internationale organisaties Metrologie. Deze internationale organisaties hebben betrekking op postovergangen, radiofrequenties en metrologie.
– Bijdrage aan het permanente ondersteunende bureau van European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT).
– Een jaarlijkse donatie aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is een uitvloeisel van het VN-top World Summit on Information Society in 2005.
– Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de World Intellectual Property Organization (WIPO).
Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Algemeen
Verminderen armoede, duurzame ontwikkeling en het nakomen van de klimaatafspraken door: Toegenomen landbouwproductie en voedselzekerheid; Verbeterd waterbeheer, toegang tot veilig drinkwater en sanitatie; Ondersteunen klimaatacties ontwikkelingslanden: groene doorstart, energietransitie; verbeterde toegang tot energie en voorkomen ontbossing; Klimaatdiplomatie: verhogen mondiale ambities en versnellen acties; Verbeteren duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen
Beleidsinzet toegelicht
Internationale klimaatactie
Klimaatverandering vergt een mondiale aanpak. Daarom heeft Nederland een internationale klimaatstrategie als actieplan om de uitvoering van het Akkoord van Parijs te versnellen. De nadruk ligt op terreinen waar Nederland relatief het grootste verschil kan maken, zoals klimaatweerbaarheid in Afrika, de energietransitie in Afrika en Azië en bosbehoud in de tropen.
De klimaatcrisis raakt ontwikkelingslanden het hardst. Extra investeringen in klimaatbestendige en koolstofarme ontwikkeling zijn dan ook noodzakelijk. Daarom zet Nederland internationaal in op het mobiliseren van private klimaatfinanciering, op vergroening van het beleid van multilaterale banken en op meer financiering voor klimaatadaptatie. Nederland financiert klimaatprojecten in de armste en meest kwetsbare landen, bijv. via het Groene Klimaatfonds (GCF) en het nationale klimaatfonds (DFCD). Versterking van weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, het tegengaan van ontbossing en verbetering van toegang tot hernieuwbare energie zijn prioritair.
Voedselzekerheid en landbouw
Door klimaatverandering, conflict en COVID-19 zijn de doelen van SDG 2 (Zero Hunger) steeds verder uit zicht geraakt. Stijgende prijzen van voedsel, brandstof en kunstmest versterkten vanaf 2020 die trend. De oorlog in Oekraïne leidt tot verdere prijsstijgingen. Opvolging van de VN-voedseltop, met nadruk op een transitie naar meer duurzame voedselsystemen, is daarmee urgenter dan ooit.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BHOS
02.01 Voedselzekerheid
328.812
328.812
328.672
328.672
403.554
403.554
02.02 Water
189.997
189.997
187.619
187.619
201.367
201.367
02.03 Klimaat
238.681
237.402
290.269
288.439
308.589
306.994
IenW
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal)
11.575
0
24.447
0
18.697
0
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid
954
0
100
0
0
0
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal
6.371
0
3.469
0
3.602
0
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF)
5.251
35
3.992
35
4.090
35
EZK
4.55 Opdrachten
156
0
840
0
297
0
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
1.484
0
1.925
0
1.681
0
LNV
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)
10.850
4.333
11.686
7.544
11.486
7.544
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
1.740
0
1.934
0
1.774
0
23.75 Wageningen Research
0
0
3.704
0
3.304
0
Totaal
795.871
760.579
858.657
812.309
958.441
919.494
Financiële instrumenten
BHOS
– Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van de voedselproductie.
– Belangrijke activiteiten zijn het SNV-programma Climate Resilient Agriculture For Tomorrow, CRAFT (subsidie), het Pro-ARIDES Programma in West-Afrika (subsidie) en twee regionale programma’s van resp. IFAD en Wereldbank
– Via diverse internationale NGO’s worden programma’s gesteund die werken aan landbouwontwikkeling in meerdere landen, zoals het 2-Scale programma dat geleid wordt door het International Fertilizer Development Center (IFDC).
– Er wordt geïnvesteerd in samenwerkingsverbanden die kennis en kunde van de Nederlandse private sector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties koppelen aan capaciteitsversterking in lage inkomenslanden, zoals via het kennisprogramma van het Netherlands Food Partnership en het door RVO uitgevoerde Land@scale programma.
– Met de bijdrage aan de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd.
– Via delegated cooperation worden EU-middelen (Desira) gecombineerd met Nederlandse middelen verstrekt aan WUR en World Vegetable Center voor onderzoek naar verbeterde groententeelt.
– Via de bilaterale programma’s in de focuslanden wordt door ambassades met subsidies en bijdragen aan publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in vergroting van toegang tot gezond en nutriëntenrijk voedsel. Zo worden bijvoorbeeld in Benin en Burundi schoolkinderen dagelijks van gezonde maaltijden voorzien die geleverd worden door lokale boer(inn)en.
– Met de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) en CARE (subsidies) wordt in Benin, Nigeria, Uganda, Kenia, Ethiopië en Mozambique ingezet op het substantieel vergroten van het aantal kwetsbare consumenten dat het gehele jaar door gezonde diëten kan consumeren.
– Met UNICEF (bijdrage) wordt in Niger, Burkina Faso, Sudan en Burundi gewerkt aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders.
– Samenwerking met andere donoren en versterken van lokaal beleid wordt gestimuleerd door een Nederlandse bijdrage aan de Scaling Up Nutrition (SUN) movement.
– Met het nieuwe programma Reversing the Flow is een instrument ontwikkeld om de waterveiligheid van gemeenschappen in kwetsbare situaties te versterken. Activiteiten die door deze gemeenschappen zelf worden ontwikkeld, zullen in 2022 zijn gericht op het vergroten van weerbaarheid, incl. ‘bouwen met de natuur’.
– Het Wereldbank Global Water and Sanitation Partnership blijft in de huidige COVID-19 crisis een belangrijke speler bij het mobiliseren van kennis om de water- en sanitatie respons binnen de WB emergency respons (USD 14 miljard) en de daarop volgende recovery (USD 160 miljard) vorm te geven en lopende programma’s te herstructureren. Dit programma is binnen de WB ook van groot belang bij het adresseren van de water- en sanitatie- problematiek in de post-COVID-19 crisis.
– Binnen de Nederlandse inzet om klimaatverandering tegen te gaan staan adaptatie en weerbaarheid voorop. Hiervoor worden onder andere bijdrages gedaan aan programma's op het gebied van water, voedselzekerheid en ontbossing.
– Het blijft ook nodig kennis te ontwikkelen over de relatie tussen klimaatverandering, ontwikkelingssamenwerking en armoede. Daartoe wordt onder andere samengewerkt met WRI, PBL en de Commissie MER.
– Het nationale klimaatfonds Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) versterkt de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering en draagt bij aan emissiereductie.
– Om klimaatdiplomatie te ondersteunen doet Nederland een bijdrage aan de Global Environment Facility, het Groene Klimaatfonds en de Climate Investment Funds. Nederland draagt voorts bij aan UN Environment (UNEP).
– Nederland benadrukt het belang van de transitie naar een circulaire economie voor het behalen van de klimaatdoelen.
– Nederland zet in op internationale multi-stakeholder partnerschappen om verantwoorde grondstoffenwinning in ontwikkelingslanden te vergroten en de klimaat-impact ervan te verkleinen.
IenW
– Uitvoering van Partners voor Water ten behoeve van het vergroten van waterveiligheid en waterzekerheid in de wereld met accent op negen deltalanden.
– Uitvoering Blue Deal, een internationaal programma van 21 waterschappen. Het doel van het programma Blue Deal heeft als doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water. De focus ligt op het bieden van hulp, maar ook op het creëren van kansen voor het bedrijfsleven en leren van andere landen om het eigen werk in Nederland te blijven verbeteren.
– In het kader van de transities Circulaire Economie, Slimme en Duurzame Mobiliteit en Klimaatadaptatie draagt IenW op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties, zoals aan UNEP, UNECE, het International Resource Panel (IRP) en het International Transport Forum (ITF). Tevens zijn er middelen gereserveerd voor de Nederlandse bijdrage in de gebruiksvergoeding van het Estec / Galileo Reference Center (GRC).
– Op grond van wet- en regelgeving en internationale afspraken betaalt Nederland contributiegelden aan de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF). Deze intergouvernementele organisaties zijn van groot belang voor internationale samenwerking op het gebied van weer, klimaat, modelontwikkeling en data.
EZK
– Opdrachten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP).
– Bijdragen en contributies aan internationale organisaties waardoor Nederland een actieve participatie heeft in diverse internationale energie- en klimaatgerelateerde organisaties en netwerken.
LNV
– Er zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de jaarlijkse contributies voor internationale organisaties. De grootste contributie die hieruit bekostigd wordt, is die aan de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO). Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor kleinere contributies aan verschillende internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Program (UNEP).
Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
Algemeen
Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door: het bijdragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toe te roepen aan de verspreiding van hiv/aids; het versterken van primaire gezondheidssystemen voor betere toegang tot essentiële dienstverlening en weerbaarheid tegen pandemieën; het verbeteren van betaalbaarheid en toegankelijkheid van primaire gezondheidszorg; het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid; versterking van het maatschappelijk middenveld en bevordering en bescherming van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties; versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen; versterken van het onderwijs en daarmee bijdragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren; een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van beroeps en hoger onderwijs en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek.
Beleidsinzet toegelicht
Mondiale Gezondheid en SRGR
Het kabinet zet op het terrein van mondiale gezondheid extra in op Seksuele & Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR), het verbeteren van betaalbaarheid en toegankelijkheid van primaire gezondheidszorg. Dit wordt nader uitgewerkt in een Nederlandse Global Health Strategie. Vooruitgang, internationale verworvenheden en financiering op het terrein van SRGR inclusief hiv/aids, staan onder grote druk. Nederland blijft een donor met durf en zet nog sterker in op thema’s en doelgroepen die cruciaal zijn maar voor anderen vaak (te) gevoelig liggen, zoals veilige abortus, seksuele voorlichting en risicogroepen zoals LHBTIQ+-personen. Dit doen we door het financieren van (internationale) ngo’s en VN-organisaties als UNFPA en UNAIDS, die zich wereldwijd inzetten voor keuzevrijheid en via SRGR-partnerschappen (2021-2025). Er wordt naar mogelijkheden gekeken om impactvolle SRGR programma’s die in focuslanden en -regio’s worden uitgevoerd op te schalen.
Het kabinet combineert de extra financiële inzet met diplomatieke en politieke actie in EU, VN en op landenniveau. Voor versterking van veerkrachtige primaire gezondheidssystemen onderzoeken we hoe Nederland meer kan samenwerken met het bedrijfsleven, en investeren in innovatieve oplossingen. Het kabinet intensiveert in dat kader de samenwerking met de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child (GFF) Ook zal het kabinet extra bijdragen aan versterking van de WHO, opdat die haar coördinerende rol binnen de mondiale gezondheidsarchitectuur beter kan vervullen. Middels inzet op versterking van gezondheidssystemen, draagt het kabinet ook bij aan pandemieparaatheid en -respons.
Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes
Het Nederlands buitenlands beleid kiest met het feministisch buitenlandbeleid voor gendergelijkheid gericht op 4 R’en: rechten (het beschermen van vrouwenrechten), resources (fondsen moeten ook vrouwen ten goede komen), representation (vrouwen moeten actief betrokken worden bij beleidsvorming en -uitvoering) en reality check (er zijn geen onverhoopte negatieve gevolgen voor vrouwen). Vrouwenrechten zijn mensenrechten. Daarom zorgen we ook voor een genderlens in programma’s die niet specifiek gericht zijn op vrouwen (gendermainstreaming). Daarnaast wordt ingezet op het bevorderen van kansen voor LHBTIQ+ groepen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Sociale vooruitgang (incl. onderwijs) (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BHOS
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
533.472
532.047
579.119
577.508
530.578
528.967
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
52.077
52.077
51.643
51.643
51.667
51.667
03.03 Maatschappelijk middenveld
165.842
165.842
205.144
205.144
197.242
197.242
03.04 Onderwijs
74.042
74.042
69.550
69.550
69.550
69.550
OCW
06.70 Hoger beroepsonderwijs
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs
55.289
47.953
55.737
49.570
54.837
49.570
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies
235
0
342
0
342
0
08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige
0
0
0
0
0
0
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW
454
454
454
454
454
454
VWS
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking
3.868
0
3.868
0
3.868
0
Totaal
888.152
875.288
968.730
956.742
911.411
900.323
Financiële instrumenten
BHOS
– Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNFPA, UNAIDS, GFATM, UNICEF, GAVI, GFF/WB).
– Onder subsidies wordt via het SRGR-partnerschappen programma gedurende de periode 2021-2025 zeven partnerschappen ondersteund, bestaande uit het Nederlands en zuidelijk maatschappelijk middenveld. Deze partnerschappen zijn gericht op capaciteitsversterking, waarbij de nadruk ligt op pleitbezorging voor het vergroten van kennis en toegang tot SRGR voor jongeren alsmede op meer respect voor SRGR van mensen aan wie deze nog wordt onthouden.
– Nederland blijft in ieder geval op korte termijn bijdragen aan het indammen van de COVID-19 pandemie via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en draagt bij aan het verbeteren van pandemieparaatheid en preventie.
– In 2021 zijn onder het SDG5 fonds (2021 ‒ 2025) drie nieuwe programma’s van start gegaan die zich specifiek richten op vrouwenrechten en gendergelijkheid: Leading from the South (LFS) II, Power of Women (POW) en Women, Peace and Security (WPS).
– Het POW programma is de opvolging van Funding Leadership Opportunities for Women (FLOW) II en wordt uitgevoerd door zes consortia van vrouwenrechtenorganisaties.
– Via het Accountability fonds worden lokale partners direct gesteund. Het Voice-fonds, geeft de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen een stem in tien geselecteerde landen en ondersteunt leeftijd-gediscrimineerde groepen.
– Het WPS programma is de opvolger van het Nationaal Actieplan 1325 (NAP)-programma en wordt uitgevoerd door consortia van NGO’s in het kader van het vierde Nationaal Actieplan 1325 (2021 ‒ 2025).
– De Nederlandse onderwijsinzet krijgt een verscherpte focus op beroeps- en hoger onderwijs. In 2023 wordt een nieuw, meerjarig beroeps- en hoger onderwijsprogramma gestart, gericht op de groei van een ondernemende, jonge en weerbare generatie met meer perspectief op de arbeidsmarkt en in de samenleving.
– Via het Global Partnership for Education (GPE) steunt Nederland onderwijsbeleid en structurele veranderingen in ontwikkelingslanden.
– Het Orange Knowledge Programme (OKP) wordt in 2023 afgerond.
– De Nederlandse bijdrage aan het Global Partnership for Education (GPE) wordt na afloop van het lopende contract (in 2025) beëindigd.
OCW
– Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen en organisaties ten behoeve van internationaal wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.
– Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC); Deze middelen zijn bij de start van het kabinet Rutte III overgeheveld vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
VWS
– In 2019 is door VWS een meerjarig partnerschap programma met de
WHO gestart met als doel om samenwerking op de vraagstukken van
antimicrobiële resistentie, grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen,
niet-overdraagbare ziekten (NCDs), veiligheid van geneesmiddelen
en medische hulpmiddelen en effectieve gezondheidssystemen
te bevorderen.
Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling
Algemeen
Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland. Tevens zetten we in op het bevorderen van migratiesamenwerking, het verbeteren van de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen (met focus op bescherming, onderwijs en werk) en het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd, via internationale en nationale partners.
Beleidsinzet toegelicht
Internationale Financiële Instellingen
Nederland draagt via algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen bij aan ontwikkelingssamenwerking.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Versterkte kaders voor ontwikkeling (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BHOS
05.01 Multilaterale samenwerking
178.163
178.163
155.090
155.090
214.972
214.972
05.02 Overig armoedebeleid
93.067
87.495
135.470
124.696
98.100
94.447
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
0
0
43.972
43.972
72.917
72.917
Financiën
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)
0
0
22.287
22.287
22.022
22.022
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)
0
0
19.917
19.917
19.679
19.679
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)
44.200
44.200
219.550
219.550
266.480
266.480
04.52.01 Technische assistentie
1.133
0
1.881
0
1.881
0
Eerstejaarsopvang asielzoekers
Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening)
0
0
0
0
0
0
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers)
302.637
302.637
699.570
699.570
590.320
590.320
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers)
31.773
31.773
29.781
29.781
28.213
28.213
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers)
10.297
10.297
9.592
9.592
9.087
9.087
Totaal
661.270
654.565
1.337.110
1.324.455
1.323.671
1.318.137
Financiële instrumenten
BHOS
– Bijdragen aan VN-instellingen, zoals UNDP, UNICEF en UNIDO.
– Bijdragen aan de begrotingen van Internationale Financiële Instellingen (IFI's), waaronder regionale ontwikkelingsbanken zoals de African Development Bank (AfDB) en fondsen via middelenaanvullingen en kapitaalverhogingen.
– Bijdragen aan specifieke programma's, assistent deskundigenprogramma's en trustfondsen.
– Compensatie van de Wereldbank (IDA) en de regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte om een sterker eigen armoedebeleid te voeren.
– Middelen die, in het licht van het AIV-advies (Sociale Bescherming in Afrika), zijn bedoeld voor het opzetten van een duurzaam programma omtrent cash transfers.
– Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het BNI. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld.
Financiën
– Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.
– Nederland ondersteunt een aantal multilaterale systeemorganisaties die, behalve dat zij direct werkzaam zijn op het terrein van armoedebestrijding, ook van groot belang zijn voor het effectief functioneren van het multilaterale kanaal en het versterken van armoedebeleid in ontwikkelingslanden. Het betreft de Wereldbank, UNDP en UNICEF.
– Daarnaast verleent het Ministerie van Financiën technische assistentie aan haar counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).
Eerstejaarsopvang asielzoekers
– Dit betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Met ingang van 2021 is de toerekening zichtbaar bij JenV en OCW.
Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
Algemeen
Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij het merendeel van de uitgaven bestemd is voor het postennet en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.
Beleidsinzet toegelicht
Postennet
Om in de komende kabinetsperiode de belangen van Nederland, Nederlandse burgers en ondernemers wereldwijd nog beter te bevorderen, is een veilig en sterk postennet noodzakelijk. Wij kijken daarbij naar de hele internationale keten: van posten tot aan de ankerpunten en ondersteuning bij Buitenlandse Zaken en rijksbreed. Dit vertaalt zich in prioritaire thema’s waarop personele versterking vanuit de coalitiemiddelen nodig is, binnen de posten in de EU-landen, in de ring rondom Europa, op de samenwerking met de VS maar ook in relatie tot China.
Het kabinet zet in op uitbreiding van de capaciteit op de posten en in het Ministerie van Buitenlandse Zaken langs de lijn van de belangrijke thema’s uit het coalitieakkoord: mensenrechten, veiligheid (cybersecurity, economische veiligheid), consulaire dienstverlening, economische diplomatie (internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen; IMVO en duurzaam internationaal verdienvermogen) en een focus op migratie, klimaat en Global Health. De extra capaciteit creëren we binnen het postennet maar ook bij directies. Bij de invulling wordt nadrukkelijk ook de behoefte, expertise en beschikbaarheid van de andere departementen op deze prioriteiten betrokken. Verder is besloten om het ambassadekantoor in Chisinau, Moldavië op te waarderen naar een ambassade.
Nederland heeft de afgelopen jaren internationaal voor grote uitdagingen gestaan. Dat vraagt om een permanente crisisstructuur, extra capaciteit die flexibel ingezet kan worden in het geval van een internationale crisis en versterking van de capaciteit voor de consulaire dienstverlening. De inrichting van een adequaat bemenst Departementaal Crisis Centrum, dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken op dit moment niet heeft, zorgt samen met een flexibele schil van medewerkers voor hogere gereedheid en paraatheid bij crises.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken versterkt bestaande posten door investeringen in informatiebeveiliging en cybersecurity, extra fysieke beveiligingsmaatregelen, meer capaciteit voor het ICT netwerk, ook bij uitval van reguliere verbindingen, meer aandacht voor informatiemanagement en meer beheer- en uitvoeringscapaciteit op de posten. Een sterker postennet is onlosmakelijk verbonden met de (beleids)ondersteuning vanuit Den Haag en heeft hier een sterk anker nodig. Dat betekent capaciteitsversterking voor een aantal directies voor een sterkere diplomatieke gereedstelling en bedrijfsvoeringsdirecties die ondersteunende diensten verlenen aan de posten.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven (bedragen x EUR 1 000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
BZ
05.01 Geheim
0
0
0
0
0
0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling)
0
0
13.668
0
60.465
0
07.01 Apparaat (personeel en materieel)
822.922
298.286
1.034.782
314.908
921.949
314.908
JenV
91.01.01 Eigen personeel/attachés
2.165
0
2.095
0
2.095
0
BZK
02.01 Nationale veiligheid
314
0
433
0
541
0
11.01 Centraal apparaat (attachés)
209
0
216
0
216
0
OCW
95.01 Eigen personeel/attachés
589
0
2.405
0
3.305
0
FIN
01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés)
1.152
0
1.192
0
1.192
0
01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés)
371
0
384
0
384
0
21.01.01 Centraal apparaat (attachés)
1.167
0
1.208
0
1.208
0
DEF
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés
18.009
0
22.347
0
23.139
0
10 Centraal apparaat
0
0
0
0
0
0
11 Geheim
4.459
0
5.000
0
5.000
0
IenW
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel)
2.515
0
3.502
0
2.972
0
EZK
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie)
7.057
0
10.617
0
9.808
0
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA)
13.004
0
13.967
0
13.176
0
LNV
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés)
0
0
0
0
0
0
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés)
12.842
0
20.310
0
19.232
0
50 Apparaat (attachés)
5.652
0
2.237
0
2.237
0
SZW
96.20 Apparaatsuitgaven
543
0
809
0
809
0
VWS
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés)
1.367
0
1.520
0
1.720
0
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven
1
0
250
0
1.000
0
Totaal
895.398
298.286
1.136.942
314.908
1.070.448
314.908
Financiële instrumenten
BZ
– Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.
– De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.
Diverse ministeries
– Uitgaven ten behoeve van attachés van verschillende ministeries. Het attaché-netwerk biedt Nederland permanente aanwezigheid in de wereld waarin attachés kansen identificeren en creëren, voorzien in informatie en kennis, relaties onderhouden en bouwen met verschillende partners, en de belangen van Nederland behartigen. Diverse ministeries zijn via vak-attachés vertegenwoordigd in het buitenland.
– Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZK en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.
BIJLAGEN
Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2022
Tabel 10 De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2022 (bedragen in miljoenen euro's)
2022
2023
2024
2025
2026
2027
HGIS-uitgaven
Stand Miljoenennota 2022
6.286,8
6.607,6
6.792,4
7.052,8
7.285,0
0,0
Macrobijstellingen (BNI/BBP-mutaties)
268,7
489,5
568,7
675,1
726,8
787,2
Eindejaarsmarge
169,5
30,7
15,0
0,0
0,0
0,0
Overboekingen van/naar HGIS
855,9
782,5
795,8
1.191,6
1.190,7
8.464,41
Intertemporele kasschuiven
178,9
‒ 128,0
‒ 82,0
0,0
31,1
0,0
Desalderingen
2,3
1,1
94,1
3,1
‒ 3,7
‒ 3,7
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2023 (1)
7.762,0
7.783,5
8.184,1
8.922,6
9.229,9
9.247,9
HGIS-ontvangsten
Stand Miljoenennota 2022
152,1
129,1
151,4
152,9
149,5
0,0
Desalderingen en overboekingen
2,2
1,0
94,1
3,1
36,2
141,71
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2023 (2)
154,3
130,1
245,4
156,0
185,8
141,8
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten (1-2)
7.607,7
7.653,3
7.938,6
8.766,6
9.044,1
9.106,1
X Noot
1
Inclusief extrapolatie van het voorgaande jaar.
Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Tabel 11 De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
Totaal
wv. ODA
V Buitenlandse Zaken
01 Versterkte internationale rechtsorde
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
51.060
17.316
54.942
16.889
49.305
16.889
49.265
16.889
49.345
16.889
49.345
16.889
49.345
16.889
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten
62.853
36.202
69.902
37.555
67.402
37.555
67.402
37.555
67.402
37.555
67.402
37.555
67.402
37.555
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties
12.486
15.665
14.138
11.354
10.225
10.225
10.225
02 Veiligheid en stabiliteit
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
13.504
15.810
15.455
15.455
15.230
15.140
15.140
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme
12.135
15.250
15.400
14.755
13.950
13.251
13.451
02.03 Wapenbeheersing
9.199
2.869
18.471
3.252
11.022
3.252
10.982
3.252
10.794
3.252
10.794
3.252
10.794
3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
164.903
72.643
188.644
70.463
211.797
70.167
211.804
70.167
215.007
73.500
215.571
73.624
215.699
73.644
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
26.437
10.575
30.054
11.929
29.822
11.929
29.822
11.929
29.822
11.929
29.822
11.929
29.822
11.929
03 Effectieve Europese samenwerking
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening)
938.733
863.000
938.733
863.000
938.733
863.000
938.733
863.000
938.733
863.000
938.733
863.000
03.02 Europees ontwikkelingsfonds
179.482
179.482
131.506
131.506
100.313
100.313
85.983
85.983
43.421
43.421
75.000
75.000
41.000
41.000
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap
10.899
4.360
11.000
4.400
11.000
4.400
11.000
4.400
11.000
4.400
11.000
4.400
11.000
4.400
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie
4.511
4.993
4.788
5.168
4.598
4.598
4.598
03.05 Europese vredesfaciliteit
12.694
30.429
32.403
40.496
44.059
44.959
48.742
04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland
17.974
14.792
9.223
12.723
12.823
12.823
12.823
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren
19.762
26.392
18.170
16.034
15.262
15.262
15.934
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
6.496
6.975
7.475
7.500
8.794
8.794
8.794
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
21.884
1.943
22.885
136
20.110
136
19.660
136
17.910
136
17.910
136
17.802
136
05.01 Geheim
0
0
0
0
0
0
0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling)
0
13.668
60.465
59.964
86.246
101.947
127.228
07.01 Apparaat (personeel en materieel)
822.922
298.286
1.034.782
314.908
921.949
314.908
971.540
314.908
949.409
310.408
945.051
310.408
944.288
310.408
Totaal
1.449.201
623.676
2.644.893
1.454.038
2.538.970
1.422.549
2.579.640
1.408.219
2.544.030
1.364.490
2.587.627
1.396.193
2.582.820
1.362.213
VI Justitie en Veiligheid
31 Nationale politie
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties
7.501
7.501
8.600
8.600
8.600
8.600
8.600
8.600
8.600
8.600
8.600
8.600
8.600
8.600
33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI
802
821
821
821
821
821
821
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname
5
5
200
200
200
200
200
200
200
200
200
200
200
200
36 Contraterrorisme en Nationaal veiligheidsbeleid
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding
0
423
423
37 Migratie
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers)
302.637
302.637
699.570
699.570
590.320
590.320
595.802
595.802
595.040
595.040
600.443
600.443
608.518
608.518
91 Apparaatsuitgaven kerndepartement
91.01.02 Europol en Eurojust
14.027
23.237
23.237
23.237
23.237
23.237
23.237
91.01.02 WIPO
231
386
386
386
386
386
386
91.01.01 Eigen personeel/attachés
2.165
2.095
2.095
2.095
2.095
2.095
2.095
Totaal
327.368
310.143
735.332
708.370
626.082
599.120
631.141
604.602
630.379
603.840
635.782
609.243
643.857
617.318
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
02.01 Nationale veiligheid
314
433
541
11.01 Centraal apparaat (attachés)
209
216
216
216
216
216
216
Totaal
523
0
649
0
757
0
216
0
216
0
216
0
216
0
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
01 Primair onderwijs
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers)
31.773
31.773
29.781
29.781
28.213
28.213
27.429
27.429
27.429
27.429
27.429
27.429
27.429
27.429
03 Voortgezet onderwijs
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers)
10.297
10.297
9.592
9.592
9.087
9.087
8.835
8.835
8.835
8.835
8.835
8.835
8.835
8.835
06 Hoger Beroepsonderwijs
06.70 Hoger beroepsonderwijs
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
2.873
07 Wetenschappelijk Onderwijs
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs
55.289
47.953
55.737
49.570
54.837
49.570
53.918
49.570
53.918
49.570
53.918
49.570
53.918
49.570
08 Internationaal onderwijsbeleid
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies
235
342
342
342
342
342
342
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
480
480
480
480
480
480
480
14.71/76 Cultuur; subsidies
5.934
6.017
5.523
6.511
4.617
4.617
4.617
16 Onderzoek en wetenschappen
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW
454
454
454
454
454
454
454
454
454
454
454
454
454
454
95 Apparaatskosten
95.01 Eigen personeel/attachés
589
2.405
3.305
3.957
3.957
3.957
3.957
Totaal
107.924
93.350
107.681
92.270
105.114
90.197
104.799
89.161
102.905
89.161
102.905
89.161
102.905
89.161
IXB Financiën
01 Belastingen
01.03.03 Belastingdienst; eigen personeel (attachés)
1.152
1.192
1.192
1.192
1.192
1.192
1.192
01.04.04 Belastingdienst; ICT materieel (attachés)
371
384
384
384
384
384
384
02 Financiële markten
02.00.44 Financiële markten; opdrachten
850
04 Internationale financiële betrekkingen
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)
0
0
22.287
22.287
22.022
22.022
0
0
0
0
0
0
0
0
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)
0
0
19.917
19.917
19.679
19.679
19.080
19.080
0
0
0
0
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)
44.200
44.200
219.550
219.550
266.480
266.480
315.290
315.290
361.080
361.080
359.438
359.438
270.894
270.894
04.52.01 Technische assistentie
1.133
1.881
1.881
1.881
1.881
1.881
1.881
21.01.01 Centraal apparaat (attachés)
1.167
1.208
1.208
1.208
1.208
1.208
1.208
Totaal
48.023
44.200
267.269
261.754
312.846
308.181
339.035
334.370
365.745
361.080
364.103
359.438
275.559
270.894
X Defensie
01 Opdracht inzet
01.01.23 Internationale inzet (BIV)
149.442
3.000
275.610
202.751
209.163
413.412
443.857
189.488
08 Defensie Ondersteuningscommando
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés
18.009
22.347
23.139
21.482
21.506
21.448
21.448
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020
10.726
31.140
300
300
300
300
300
11 Geheim
4.459
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
Totaal
182.636
3.000
334.097
0
231.190
0
235.945
0
440.218
0
470.605
0
216.236
0
XII Infrastructuur en Waterstaat
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal)
11.575
24.447
18.697
14.452
13.452
13.252
13.252
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid
954
100
17.01 Luchtvaart (ICAO)
1.454
1.311
1.311
1.311
1.311
1.311
1.311
18.01 Scheepvaart en havens (CCR)
1.079
1.081
1.081
1.081
1.081
1.081
1.081
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal
6.371
3.469
3.602
4.344
4.344
4.344
4.344
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF)
5.251
35
3.992
35
4.090
35
4.087
35
4.087
35
3.387
35
3.387
35
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel)
2.515
3.502
2.972
2.264
2.264
2.264
2.264
Totaal
29.199
35
37.902
35
31.753
35
27.539
35
26.539
35
25.639
35
25.639
35
XIII Economische Zaken en Klimaat
1 Goed functionerende economie en markten
1.55 Opdrachten
12
167
167
167
167
167
167
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
2.481
2.848
2.835
2.835
2.849
2.849
2.849
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie)
7.057
10.617
9.808
9.340
9.235
9.235
9.235
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA)
13.004
13.967
13.176
11.700
11.380
11.380
11.380
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
1.900
2.657
1.426
1.426
1.426
1.426
1.426
4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening
4.55 Opdrachten
156
840
297
347
347
347
347
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
1.484
1.925
1.681
1.681
1.681
1.681
1.681
40 Apparaat (attachés)
1.060
Totaal
27.154
0
33.021
0
29.390
0
27.496
0
27.085
0
27.085
0
27.085
0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
21 Land- en tuinbouw
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés)
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)
10.850
4.333
11.686
7.544
11.486
7.544
11.486
7.544
11.486
7.544
11.486
7.544
11.486
7.544
22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
1.740
1.934
1.774
1.774
1.774
1.774
1.774
23 Kennis en Innovatie
23.75 Wageningen Research
3.704
3.304
3.704
3.704
3.704
3.704
24 Uitvoering en toezicht
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés)
12.842
20.310
19.232
19.232
19.263
19.324
19.324
50 Apparaat (attachés)
5.652
2.237
2.237
2.237
2.237
2.237
2.237
Totaal
31.084
4.333
39.871
7.544
38.033
7.544
38.433
7.544
38.464
7.544
38.525
7.544
38.525
7.544
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS
7
9
9
9
9
9
9
96.20 Apparaatsuitgaven
543
809
809
809
556
556
556
Totaal
550
0
818
0
818
0
818
0
565
0
565
0
565
0
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
2.166
657
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking
3.868
3.868
3.868
3.868
3.868
3.868
3.868
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés)
1.367
1.520
1.720
1.720
1.320
1.320
1.320
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven
1
250
1.000
Totaal
7.402
0
6.295
0
6.588
0
5.588
0
5.188
0
5.188
0
5.188
0
XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking
01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO
28.939
20.968
31.669
21.425
35.089
23.175
34.874
23.175
32.904
23.175
33.139
23.175
33.356
23.175
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
105.214
93.567
86.665
86.165
86.165
86.165
86.165
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
415.502
413.504
430.509
428.229
517.910
515.630
482.357
480.077
504.850
502.570
561.350
559.070
571.350
569.070
02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
02.01 Voedselzekerheid
328.812
328.812
328.672
328.672
403.554
403.554
404.688
404.688
439.295
439.295
439.295
439.295
439.295
439.295
02.02 Water
189.997
189.997
187.619
187.619
201.367
201.367
207.026
207.026
223.014
223.014
233.714
233.714
233.714
233.714
02.03 Klimaat
238.681
237.402
290.269
288.439
308.589
306.994
338.755
336.755
459.088
457.318
483.873
482.318
470.873
469.318
03 Sociale vooruitgang
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
533.472
532.047
579.119
577.508
530.578
528.967
536.899
535.288
561.784
560.173
551.784
550.173
556.784
555.173
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
52.077
52.077
51.643
51.643
51.667
51.667
51.743
51.743
52.439
52.439
52.439
52.439
52.439
52.439
03.03 Maatschappelijk middenveld
165.842
165.842
205.144
205.144
197.242
197.242
197.434
197.434
199.206
199.206
219.206
219.206
219.206
219.206
03.04 Onderwijs
74.042
74.042
69.550
69.550
69.550
69.550
69.550
69.550
69.550
69.550
69.550
69.550
69.550
69.550
04 Vrede, veiligheid, en duurzame ontwikkeling
04.01 Humanitaire hulp
431.360
427.918
512.279
511.262
554.017
553.000
520.017
519.000
520.017
519.000
520.017
519.000
520.017
519.000
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
174.060
174.060
219.000
219.000
304.000
304.000
304.000
304.000
354.000
354.000
357.000
357.000
357.000
357.000
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling
179.102
179.097
220.635
220.635
215.695
215.695
218.295
218.295
240.443
240.443
235.243
235.243
235.243
235.243
05 Multilaterale samenwerking en overige inzet
05.01 Multilaterale samenwerking
178.163
178.163
155.090
155.090
214.972
214.972
223.585
223.585
234.751
234.751
234.751
234.751
234.751
234.751
05.02 Overig armoedebeleid
93.067
87.495
135.470
124.696
98.100
94.447
114.329
108.693
114.545
107.664
113.001
107.635
112.972
107.606
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
0
0
43.972
43.972
72.917
72.917
350.683
350.683
649.169
649.169
781.118
781.118
1.136.543
1.136.543
Totaal
3.188.330
3.061.424
3.554.207
3.432.884
3.861.912
3.753.177
4.140.400
4.029.992
4.741.220
4.631.767
4.971.645
4.863.687
5.329.258
5.221.083
LXXXVI Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis
53.000
55.02 Reservering kasschuif IDA
Totaal
53.000
Toerekeningen
EU-begroting
421.305
357.212
Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening)
Totaal
421.305
357.212
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
TOTAAL UITGAVEN
5.820.699
4.497.373
7.762.035
5.956.895
7.783.453
6.180.803
8.184.050
6.473.923
8.922.554
7.057.917
9.229.885
7.325.301
9.247.853
7.568.248
Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Tabel 12 De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per ministerie en per begrotingsartikel
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
V Buitenlandse Zaken
2 Veiligheid en stabiliteit
10 Doorberekening Defensie diversen
242
242
242
40 Restituties contributies
0
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
3 Europese samenwerking
30 Restitutie Raad van Europa
196
250
250
250
250
250
250
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders
13.975
9.200
9.200
21.000
21.000
21.000
21.000
20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
13.768
37.500
34.300
45.600
51.500
51.500
51.500
40 Doorberekening Defensie diversen
74
74
74
874
874
874
874
41 Ontvangsten verkeersnotificaties
265
200
200
200
200
200
200
5 Geheim
10 Geheim
7 Apparaat
10 Diverse ontvangsten
56.147
49.471
31.671
124.671
33.671
28.571
28.571
11 Koersverschillen
Totaal
84.425
97.695
76.695
193.595
108.737
103.637
103.637
IXB Financiën
04.50.03 Ontvangsten IFI's
2.387
1.998
1.954
1.876
1.719
1.639
1.639
Totaal
2.387
1.998
1.954
1.876
1.719
1.639
1.639
X Defensie
01.01.01 Internationale inzet/BIV
5.476
1.407
1.407
1.407
1.407
54.407
1.408
Totaal
5.476
1.407
1.407
1.407
1.407
54.407
1.408
XIII Economische Zaken en Klimaat
01 goed functionerende markten/04 Een doelmatige energievoorziening
39
Totaal
39
0
0
0
0
0
0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
11 Voedselzekerheid
1
Totaal
1
0
0
0
0
0
0
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en ontwikkeling
1.10 ontvangsten internationaal ondernemen
10.176
3.264
3.264
3.264
3.264
3.264
3.264
1.30/40 ontvangsten DGGF
9.054
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
5 Multilaterale samenwerking en overige inzet
5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen
25.019
24.134
20.960
16.174
15.002
11.712
7.658
5.21 Ontvangsten OS
16.028
21.176
21.176
24.426
21.176
21.176
21.176
5.22 koersverschillen
5,23 Diverse ontvangsten non-ODA
1.723
1.730
1.730
1.730
1.730
Totaal
62.000
53.304
50.130
48.594
44.172
39.152
35.098
TOTAAL ONTVANGSTEN
154.328
154.404
130.186
245.472
156.035
198.835
141.782
Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema
Tabel 13 De non-ODA uitgaven naar beleidsthema
Begroting
Omschrijving
2021
2022
2023
Artikel
1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
33.744
38.053
32.416
V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten
26.651
32.347
29.847
V-01.02
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties
12.486
15.665
14.138
V-01.03
Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis
0
0
0
LXXXVI-55.02
JenV
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI
802
821
821
VI-33.03.10
91.01.02 WIPO
231
231
386
VI-91.01.09
91.01.02 Europol en Eurojust
14.027
23.237
23.237
VI-91.01.07
Financiën
02.00.44 Financiële markten; opdrachten
0
850
0
IX-02.00.44
IenW
17.01 Luchtvaart (ICAO)
1.454
1.311
1.311
XII-17.01
18.01 Scheepvaart en havens (CCR)
1.079
1.081
1.081
XII-18.01
SZW
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS
7
9
9
XV-02.24
VWS
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
2.166
657
0
XVI-02.11
04.40 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten
0
0
0
XVI-04.40
Subtotaal
92.647
114.262
103.246
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
13.504
15.810
15.455
V-02.01
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme
12.135
15.250
15.400
V-02.02
02.03 Wapenbeheersing
6.330
15.219
7.770
V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
92.260
118.181
141.630
V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
15.862
18.125
17.893
V-02.05
BHOS
04.01 Humanitaire hulp
3.442
1.017
1.017
XVII-04.01
JenV
33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie
0
0
0
VI-31.02.21
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding
0
423
423
VI-36.02.58
Defensie
01.01.23 Internationale inzet (BIV)
146.442
275.610
202.751
X-01.01.01
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020
10.726
31.140
300
X-09.01
Subtotaal
300.701
490.775
402.639
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening)
0
75.733
75.733
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap
6.539
6.600
6.600
V-03.03
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie
4.511
4.993
4.788
V-03.04
03.05 Europese vredesfaciliteit
12.694
30.429
32.403
V-03.05
Toerek.
EU-begroting
64.093
0
0
Toerekening
Subtotaal
87.837
117.755
119.524
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland
17.974
14.792
9.223
V-04.01
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren
19.762
26.392
18.170
V-04.02
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
6.496
6.975
7.475
V-04.03
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
19.941
22.749
19.974
V-04.04
OCW
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
480
480
480
XIII-08.77
14.71/76 Cultuur; subsidies
5.934
6.017
5.523
XIII-14.71
Subtotaal
70.587
77.405
60.845
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO
7.971
10.244
11.914
XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
105.214
93.567
86.665
XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
1.998
2.280
2.280
XVII-01.03
EZK
1.55 Opdrachten
12
167
167
XIII-11.55
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
2.481
2.848
2.835
XIII-11.95
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
1.900
2.657
1.426
XIII-13.95
Subtotaal
119.576
111.763
105.287
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS
02.03 Klimaat
1.279
1.830
1.595
XVII-02.03
IenW
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal)
11.575
24.447
18.697
XII-11.01
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal
6.371
3.469
3.602
XII-19.02
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF)
5.216
3.957
4.055
XII-23.01
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid
954
100
0
EZK
4.55 Opdrachten
156
840
297
XIII-04.55
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
1.484
1.925
1.681
XIII-04.95
LNV
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)
6.517
4.142
3.942
XIV-21.95
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties
1.740
1.934
1.774
XIV-22.95
23.75 Wageningen Research
0
3.704
3.304
XIV-23.75
Subtotaal
35.292
46.348
38.947
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
1.425
1.611
1.611
XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
0
0
0
03.04 Onderwijs
0
0
0
XVII-03.04
OCW
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs
7.336
6.167
5.267
VIII-07.70/76
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies
235
342
342
VIII-08.71
VWS
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking
3.868
3.868
3.868
XVI-09.12.10
Subtotaal
12.864
11.988
11.088
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS
05.02 Overig armoedebeleid
5.572
10.774
3.653
XVII-05.02
Financiën
04.52.01 Technische assistentie
1.133
1.881
1.881
IX-04.52.01
Subtotaal
6.705
12.655
5.534
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ
05 Geheim
0
0
0
V-05.01
06 Nominaal en onvoorzien
0
13.668
60.465
V-06.01
07 Apparaat
524.636
719.874
607.041
V-07.01
Div. dept.
Attachés
72.476
88.492
88.034
Div. Begrotingen
Subtotaal
597.112
822.034
755.540
Totaal non-ODA
1.323.321
1.804.985
1.602.650
Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema
Tabel 14 De ODA-uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)
Begroting
Omschrijving
2021
2022
2023
Artikel
1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
17.316
16.889
16.889
V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten
36.202
37.555
37.555
V-01.02
JenV
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname
5
200
200
VI-33.03.39
Subtotaal
53.523
54.644
54.644
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
0
0
0
V-02-01
02.03 Wapenbeheersing
2.869
3.252
3.252
V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
72.643
70.463
70.167
V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
10.575
11.929
11.929
V-02.05
BHOS
04.01 Humanitaire hulp
427.918
511.262
553.000
XVII-04.01
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking
174.060
219.000
304.000
XVII-04.02
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling
179.097
220.635
215.695
XVII-04.03
04.04 Noodhulpfonds
0
0
0
XVII-04.04
JenV
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties
7.501
8.600
8.600
VI-31.03.21
Defensie
01.01.23 Internationale inzet (BIV)
3.000
0
0
X-01.01.23
Subtotaal
877.663
1.045.141
1.166.643
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening)
0
863.000
863.000
V-03.01
03.02 Europees ontwikkelingsfonds
179.482
131.506
100.313
V-03.02
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap
4.360
4.400
4.400
V-03.03
Toerek.
EU-begroting
357.212
0
0
Toerekening
Subtotaal
541.054
998.906
967.713
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen
1.943
136
136
V-04.04
Subtotaal
1.943
136
136
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHOS
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO
20.968
21.425
23.175
XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie
0
0
0
XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden
413.504
428.229
515.630
XVII-01.03
Subtotaal
434.472
449.654
538.805
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHOS
02.01 Voedselzekerheid
328.812
328.672
403.554
XVII-02.01
02.02 Water
189.997
187.619
201.367
XVII-02.02
02.03 Klimaat
237.402
288.439
306.994
XVII-02.03
IenW
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF)
35
35
35
XII-23.01
LNV
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)
4.333
7.544
7.544
XIV-21.95
Subtotaal
760.579
812.309
919.494
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHOS
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
532.047
577.508
528.967
XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
52.077
51.643
51.667
XVII-03.02
03.03 Maatschappelijk middenveld
165.842
205.144
197.242
XVII-03.03
03.04 Onderwijs
74.042
69.550
69.550
XVII-03.04
OCW
06.70 Hoger beroepsonderwijs
2.873
2.873
2.873
VIII-06.70
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs
47.953
49.570
49.570
VIII-07.70/76
16.70 Onderzoek en wetenschappen; NOW
454
454
454
VIII-16.70
Subtotaal
875.288
956.742
900.323
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHOS
05.01 Multilaterale samenwerking
178.163
155.090
214.972
XVII-05.01
05.02 Overig armoedebeleid
87.495
124.696
94.447
XVII-05.02
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
0
43.972
72.917
XVII-05.04
Financiën
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)
0
22.287
22.022
IXB-04.50.07
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)
0
19.917
19.679
IXB-04.50.08
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)
44.200
219.550
266.480
IXB-04.50.09
Toerek.
Eerstejaarsopvang asielzoekers (toerekening)
0
0
0
Toerekening
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers)
302.637
699.570
590.320
VI-37.02.20
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers)
31.773
29.781
28.213
VIII-01.70/75
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers)
10.297
9.592
9.087
VIII-03.70
Subtotaal
654.565
1.324.455
1.318.137
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ
07.01 Apparaat (personeel en materieel)
298.286
314.908
314.908
V-07.01
Subtotaal
298.286
314.908
314.908
Totaal ODA binnen HGIS
4.497.373
5.956.895
6.180.803
ODA buiten HGIS
TOTAAL ODA
4.497.373
5.956.895
6.180.803
Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2023
Zoals aangekondigd in de BHOS-beleidsnota 2022 ‘Doen waar Nederland goed in is’, blijft het kabinet zich de komende periode richten op de drie focusregio’s: Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Binnen deze regio’s gaat bijzondere aandacht uit naar de meest fragiele en arme landen. Deze HGIS-bijlage geeft jaarlijks een overzicht van de thematische gedelegeerde budgetten per land en van de toegerekende verwachte centrale bestedingen per regio, uitgesplitst naar de beleidsthema’s van de BHOS-begroting.
De tabel toont bij elke regio eerst de landen waar sprake is van een naar de ambassade te delegeren thematisch landenbudget (en soms ook een gedelegeerd regionaal budget). Vervolgens worden voor de hele regio per thema de verwachte centrale bestedingen aangegeven. Naast uitgaven in de focusregio’s, zijn de gedelegeerde middelen en de verwachte centrale bestedingen opgenomen voor «Overig Afrika», «Overig Azië» en «Overige landen». Aangevuld met de categorie «Wereldwijd/niet gespecificeerd» omvat de tabel het totaal van de ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting.
De in de tabel opgenomen inzet van centrale middelen in de regio’s moet gezien worden als een indicatie. Deze beperking heeft te maken met de aard van de bestedingen. Centrale thematische programma’s zijn doorgaans niet op één land of regio gericht (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en hebben meestal een meerjarig karakter. Veel programma’s werken met een landenlijst waarbij vooraf niet vast staat in welke landen van de lijst deze middelen zullen worden benut.
De toerekening aan regio’s van centrale bestedingen is op basis van de samenstelling van het huidige portfolio van projecten en programma’s. Er is geen rekening gehouden met eventuele nieuwe initiatieven naar aanleiding van bijvoorbeeld de BHOS-beleidsnota 2022 in de focusregio’s die in de loop van 2022 en in 2023 worden gestart. Om in deze situatie toch een realistische inschatting te maken, is voor elke lopende activiteit van meer dan EUR 1 miljoen de huidige geografische verdeling nagegaan1, rekening houdend met zowel gerealiseerde en lopende uitgaven als verwachte uitgaven in de pijplijn. Deze indicatieve verdeling over landen en regio’s van de huidige portefeuille is vervolgens toegepast op de betreffende centrale thematische budgetten voor 2023.
Een belangrijk deel van de centrale middelen wordt ingezet voor programma’s en organisaties waarbij de geografische focus vanwege de aard van het werk niet (vooraf) is vastgesteld. Deze thematische inzet is in de tabel opgenomen onder de categorie Wereldwijd/niet gespecificeerd. Binnen deze categorie vormt humanitaire hulp de grootste post; besteding hiervan is flexibel en gebeurt in principe waar dit in de loop van het jaar het hardst nodig blijkt te zijn. Andere voorbeelden van bestedingen in deze categorie zijn de bijdragen aan het vaccinatiefonds GAVI, het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, de multilaterale klimaatfondsen en bijdragen aan multilaterale organisaties
Bij de berekening is geen rekening gehouden met nieuwe initiatieven in de focusregio’s die nog in de loop van 2021 en in 2022 worden ontwikkeld. Daardoor is een zekere onderschatting van de verschuiving naar de focusregio’s mogelijk; deze beweging is nog in volle gang en krijgt met name bij nieuwe programma’s en nieuwe fases van bestaande programma’s z’n beslag.
Tabel 15 De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2022 (x 1.000 EUR)
HGIS regio
HGIS indeling
Thema
ODA kasbudget
Focusregio Sahel
Burkina Faso
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
5.800
2.1 Voedselzekerheid
6.500
2.2 Water
5.000
3.1 SRGR en HIV/aids
6.900
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
7.500
Totaal
31.700
Mali
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
4.500
2.1 Voedselzekerheid
5.500
2.2 Water
8.000
3.1 SRGR en HIV/aids
17.700
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
16.000
Totaal
51.700
Niger
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
5.000
2.1 Voedselzekerheid
11.000
2.2 Water
5.000
3.1 SRGR en HIV/aids
8.900
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
4.950
Totaal
34.850
Nigeria
2.1 Voedselzekerheid
4.700
Totaal
4.700
Senegal
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
1.000
Totaal
1.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem
2.203
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
12.663
2.1 Voedselzekerheid
32.128
2.2 Water
14.885
2.3 Klimaat
21.532
3.1 SRGR en HIV/aids
22.350
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
753
3.3 Maatschappelijk middenveld
19.165
3.4 Onderwijs
5.638
4.2 Opvang en bescherming in de regio
8.429
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
2.734
Totaal
142.479
Regio totaal
266.429
Focusregio Hoorn van Afrika
Ethiopië
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
5.500
2.1 Voedselzekerheid
40.000
2.2 Water
16.600
3.1 SRGR en HIV/aids
21.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
1.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
3.500
Totaal
88.100
Kenia
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
1.000
2.1 Voedselzekerheid
1.850
2.2 Water
2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
1.250
Totaal
6.100
Oeganda
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
1.000
2.1 Voedselzekerheid
18.000
3.1 SRGR en HIV/aids
10.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
10.000
Totaal
39.000
Regionaal Hoorn van Afrika
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
2.000
Totaal
2.000
Soedan
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
2.000
2.1 Voedselzekerheid
7.750
Totaal
9.750
Somalië
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
12.500
Totaal
14.500
Zuid-Soedan
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
2.000
2.1 Voedselzekerheid
9.000
2.2 Water
9.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
7.500
Totaal
28.000
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem
1.535
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
21.717
2.1 Voedselzekerheid
41.374
2.2 Water
15.297
2.3 Klimaat
11.274
3.1 SRGR en HIV/aids
51.062
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
7.374
3.3 Maatschappelijk middenveld
36.887
3.4 Onderwijs
11.475
4.2 Opvang en bescherming in de regio
76.334
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
4.927
Totaal
279.255
Regio totaal
466.705
Focusregio's Midden-Oosten & Noord-Afrika
Egypte
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
600
2.1 Voedselzekerheid
4.000
2.2 Water
4.000
3.1 SRGR en HIV/aids
1.900
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
1.500
Totaal
12.000
Jemen
2.2 Water
3.800
3.1 SRGR en HIV/aids
10.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
5.000
Totaal
19.800
Jordanië
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
5.000
2.1 Voedselzekerheid
1.500
2.2 Water
1.500
Totaal
8.000
Libanon
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
5.500
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
1.000
Totaal
6.500
Palestijnse Gebieden
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
2.000
2.2 Water
10.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
6.475
Totaal
18.975
Tunesië
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
4.730
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
7.500
Totaal
12.230
Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem
1.370
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
9.820
2.1 Voedselzekerheid
6.403
2.2 Water
4.215
2.3 Klimaat
9.838
3.1 SRGR en HIV/aids
21.890
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
6.723
3.3 Maatschappelijk middenveld
15.450
3.4 Onderwijs
3.366
4.2 Opvang en bescherming in de regio
155.225
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
6.025
Totaal
240.326
Regio totaal
317.831
Overig Afrika
Benin
2.1 Voedselzekerheid
12.000
3.1 SRGR en HIV/aids
8.000
Totaal
20.000
Burundi
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
1.200
2.1 Voedselzekerheid
18.100
3.1 SRGR en HIV/aids
5.400
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
3.000
Totaal
27.700
Democratische Republiek Congo
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
800
Totaal
800
Ghana
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
2.000
Totaal
2.000
Mozambique
2.1 Voedselzekerheid
6.500
2.2 Water
10.100
Totaal
16.600
Regionaal Afrika
3.1 SRGR en HIV/aids
10.000
Totaal
10.000
Regionaal Grote Meren
2.1 Voedselzekerheid
10.500
2.2 Water
5.500
2.3 Klimaat
3.500
3.1 SRGR en HIV/aids
4.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
8.200
Totaal
32.200
Rwanda
2.1 Voedselzekerheid
850
2.2 Water
500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
425
Totaal
1.775
Inzet vanuit centrale budgetten
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem
2.204
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
37.525
2.1 Voedselzekerheid
23.892
2.2 Water
20.082
2.3 Klimaat
14.271
3.1 SRGR en HIV/aids
61.309
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
5.141
3.3 Maatschappelijk middenveld
24.732
3.4 Onderwijs
15.767
4.2 Opvang en bescherming in de regio
981
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
961
5.1 Multilaterale samenwerking
2.896
Totaal
209.760
Regio totaal
320.835
Overig Azië
Afghanistan
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
30.000
Totaal
30.000
Bangladesh
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
3.000
2.1 Voedselzekerheid
650
2.2 Water
16.177
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
2.500
Totaal
22.327
Indonesië
2.3 Klimaat
1.390
3.4 Onderwijs
165
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
500
Totaal
2.055
Inzet vanuit centrale budgetten
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem
1.349
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
25.671
2.1 Voedselzekerheid
6.623
2.2 Water
12.097
2.3 Klimaat
6.880
3.1 SRGR en HIV/aids
22.001
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
9.139
3.3 Maatschappelijk middenveld
30.175
3.4 Onderwijs
11.806
4.2 Opvang en bescherming in de regio
3.258
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
1.936
5.1 Multilaterale samenwerking
384
Totaal
131.319
Regio totaal
185.701
Overige landen
Suriname
3.3 Maatschappelijk middenveld
700
5.2 Overig armoedebeleid
435
Totaal
1.135
Inzet vanuit centrale budgetten
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem
110
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
13.802
2.1 Voedselzekerheid
307
2.2 Water
1.632
2.3 Klimaat
5.396
3.1 SRGR en HIV/aids
7.561
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
3.940
3.3 Maatschappelijk middenveld
11.264
3.4 Onderwijs
3.190
4.2 Opvang en bescherming in de regio
18.475
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
108
Totaal
65.787
Regio totaal
66.922
Niet gespecificeerd Wereldwijd
Inzet vanuit centrale budgetten
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem
14.404
1.3 Private sector en arbeidsmarkt
290.602
2.1 Voedselzekerheid
109.428
2.2 Water
34.982
2.3 Klimaat
232.912
3.1 SRGR en HIV/aids
238.494
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
10.296
3.3 Maatschappelijk middenveld
58.868
3.4 Onderwijs
18.143
4.1 Humanitaire Hulp
519.000
4.2 Opvang en bescherming in de regio
41.298
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling
72.704
5.1 Multilaterale samenwerking
211.693
5.2 Overig armoedebeleid
94.012
5.4 Nog te verdelen BNI en/of toerekeningen
8.989
Totaal
1.955.825
Regio totaal
1.955.825
Totaal generaal
3.580.249
Bijlage 6: Berekening ODA-plafond 2022-2027, realisatie ODA-prestatie 2021 en raming ODA-prestatie 2022-2027
Tabel 16 Berekening ODA-plafond 2022-2027 (bedragen in miljoenen EUR)
Berekening ODA-plafond 2022-2027 (bedragen in miljoenen EUR)
2022
2023
2024
2025
2026
2027
Raming BNI
928.184
988.520
1.033.808
1.077.901
1.116.110
1.155.673
OESO-richtlijn: 0,7% BNI
6.497
6.920
7.237
7.545
7.813
8.090
A: Maatregelen vorige kabinetten
‒ 1.502
‒ 1.434
‒ 1.457
‒ 1.434
‒ 1.434
‒ 1.434
B: geraamde aflossingen op ODA-leningen en ontvangsten OS
46
46
46
45
45
45
C: Intensivering ODA Rutte IV
300
300
300
500
500
500
D: Actualisatie EU-toerekening Rutte IV
470
427
426
401
401
367
E: Kasschuif t.b.v. Oekraïne
150
‒ 75
‒ 75
F: Voorjaarsbesluitvorming
‒ 4
‒ 2
‒ 2
G: ODA-plafond 2022-2027
5.957
6.181
6.474
7.058
7.325
7.568
Realisatie netto ODA prestatie 2021 en Raming netto ODA-prestatie 2022-2027 (bedragen in miljoenen EUR)
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
Bruto ODA-totaal
4.497
5.957
6.181
6.474
7.058
7.325
7.568
Af: geraamde ontvangsten OS
‒ 26
‒ 26
‒ 26
‒ 26
‒ 26
‒ 26
‒ 26
Netto ODA / ODA Grand Equivalent (in miljoenen euro)
4.472
5.931
6.155
6.448
7.032
7.299
7.542
Raming BNI (in miljarden euro)
853,8
928,2
988,5
1.033,8
1.077,9
1.116,1
1.155,7
Netto ODA in % van het BNI
0,52
0,64
0,62
0,62
0,65
0,65
0,65
In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA-prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen, waarbij wordt gerekend vanuit de OESO-richtlijn:
A. Som van incidentele en structurele maatregelen van voorgaande kabinetten op het ODA-plafond.
B. Aflossingen op ODA-leningen en overige ontvangsten worden aan het ODA-plafond toegevoegd. Deze worden jaarlijks bijgesteld. Het gaat daarbij om structureel ca. EUR 46 miljoen per jaar.
C. Het kabinet Rutte IV heeft structureel middelen aan het ODA-plafond toegevoegd, oplopend tot EUR 500 miljoen per jaar.
D. Het kabinet Rutte IV heeft de ODA toerekening van de EU-afdrachten geactualiseerd, wat resulteert in een hoger ODA-plafond. Aangezien dit een toerekening van bestaande uitgaven betreft, zijn deze middelen niet vrij te besteden.
E. ODA draagt in 2022 eenmalig EUR 150 miljoen bij om de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne te bekostigen. Dit wordt gefinancierd middels een kasschuif, waarmee middelen uit 2023 en 2024 naar voren worden gehaald.
F. Vanwege de effecten van de voorjaarsbesluitvorming wordt het ODA-plafond licht verlaagd.
G. Bovenstaande resulteert in de raming van het ODA-plafond 2022 ‒ 2027.
Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2023
Internationale klimaatfinanciering richt zich op het helpen van ontwikkelingslanden met de transitie naar koolstofarme, klimaatweerbare ontwikkelingspaden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen vergroting van de weerbaarheid van mensen en gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie) en het tegengaan van klimaatverandering en voorkomen van emissies (klimaatmitigatie).
In 2009 hebben de ontwikkelde landen in Kopenhagen toegezegd om vanaf 2020 USD 100 miljard per jaar te mobiliseren uit publieke en private bronnen om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij klimaatadaptatie en klimaatmitigatie. Deze afspraak werd bij de Klimaattop in Parijs in 2015 herbevestigd en is belangrijk voor de wereldwijde commitment aan de klimaatdoelen van het Parijsakkoord. Daarbij is afgesproken dat de ontwikkelde landen geleidelijk naar dit bedrag zouden toewerken en dat vanaf 2025 een nader te bepalen, hoger doel zal gelden.
Op basis van deze afspraken heeft Nederland sinds 2010 gewerkt aan een stijging van zijn publieke en private klimaatfinanciering. In 2021 bedroeg de Nederlandse klimaatfinanciering in totaal EUR 1.258 miljoen.
Tijdens de VN-klimaattop in Glasgow in november 2021 werd (op basis van 2019 cijfers) duidelijk dat het 100 miljard doel in 2020 hoogstwaarschijnlijk niet gehaald is en hebben ontwikkelde landen een plan gepubliceerd hoe het doel alsnog zo snel mogelijk te halen2. Ook werd afgesproken dat ontwikkelde landen financiering voor klimaatadaptatie collectief gaan verdubbelen per 2025 ten opzichte van 20193. In Glasgow werd tevens een begin gemaakt met de besprekingen over een nieuw lange termijn klimaatfinancieringsdoel per 2025.
Mede in het licht van deze laatste ontwikkelingen heeft de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in haar beleid (de beleidsnotitie «Doen waar Nederland goed in is») de inzet op vergroening en klimaatfinanciering een extra impuls gegeven. Nederland wil hiermee een betekenisvolle bijdrage leveren aan het klimaatfinancieringsdoel én concrete ontwikkelingsresultaten bereiken in ontwikkelingslanden, die ook ten goede komen van de armste en meest kwetsbare landen, in lijn met motie van der Lee4. De beleidsnotitie beschrijft de doorvertaling van deze ambitie in het brede BHOS beleid.
Het streven is om in 2025 ten minste EUR 1.800 miljoen klimaatfinanciering te genereren aan publieke klimaatfinanciering en met publieke middelen gemobiliseerde private klimaatfinanciering. Voor dit streven worden de klimaatrelevante budgetten binnen ontwikkelingssamenwerking verhoogd en de integratie van klimaat binnen ontwikkelingssamenwerking verder versterkt. Hierbij wordt door Nederland samengewerkt met het bedrijfsleven, ngo’s, kennisinstellingen, FMO, multilaterale klimaatfondsen en multilaterale ontwikkelingsbanken. Wanneer in door Nederland gefinancierde projecten met publieke middelen private financiering wordt gemobiliseerd, mogen deze private investeringen worden meegeteld als Nederlandse klimaatfinanciering. Een sterkere inzet op deze mobilisatie moet ook bijdragen aan het nagestreefde totaalbedrag aan klimaatfinanciering. Om de omvang van die gemobiliseerde financiering te berekenen past Nederland een in OESO-verband ontwikkelde methode toe5.
De verwachting is dat Nederland in 2023 EUR 750 miljoen aan publieke klimaatfinanciering zal realiseren. Deze verwachting ligt ruim EUR 100 miljoen boven de laatste realisatie ad EUR 638 miljoen in 2021 en is daarmee een eerste stap naar het streven voor 2025. Daarnaast zal naar schatting EUR 640 miljoen aan private klimaatfinanciering worden gemobiliseerd met een deel van de publieke inzet. Deze inschatting is hoger dan de laatste realisatie ad EUR 620 miljoen in 2021. De totale Nederlandse klimaatfinanciering in 2023 zou hiermee op EUR 1.390 miljoen komen, afgerond EUR 130 miljoen meer dan wat in 2021 werd gerealiseerd.
Binnen artikel 1 duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen levert een deel van het bedrijfsleveninstrumentarium een bijdrage aan de vermindering van broeikasgasemissies en aan de versterking van weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing, het aanbieden van verzekeringen tegen de risico’s van klimaatverandering en de bevordering van innovatie. Conform motie Van der Lee6 wordt actief ingezet op verdere vergroening van de programma’s binnen dit begrotingsartikel. Dit gebeurt op diverse manieren, waaronder:
• Programma’s die zich richten op financiële inclusie, gaan intensiever inzetten op klimaatadaptatie en/of -mitigatie, onder meer door te sturen op het vergroten van de financiële weerbaarheid van het micro-, midden- en kleinbedrijf tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarbij is onder andere aandacht voor de weerbaarheid van kleinschalige boeren en bedrijven in rurale gebieden: deze kan bijvoorbeeld worden vergroot door het aanbieden van klimaatverzekeringen.
• De bilaterale infrastructuurprogramma’s DRIVE en D2B gaan verder vergroenen door onder meer in de ontwerpfase explicieter duurzame, groene varianten te laten onderzoeken en door aanvullende financieringsopties te bieden om bij te dragen aan de eventuele meerkosten van de meest duurzame alternatieven. Building with nature zal hier nadrukkelijker een rol bij gaan spelen.
• Programma’s die gericht zijn op duurzame economische ontwikkeling, zoals het Challenge Fund for Youth Employment, zullen doelgerichter gaan sturen op het creëren van ‘groene banen’ en het ondersteunen van een rechtvaardige energietransitie in de allerarmste landen.
Voor een deel van de programma’s binnen artikel 1 vertaalt een verdere vergroening zich vanwege de systematiek van de berekening van de klimaatfinanciering met klimaatmarkers overigens niet of niet direct in een toegenomen percentage klimaatrelevantie7.
Artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat bestaat uit 3 sub-artikelen. Vanuit sub-artikel 2.3 (klimaat) zet Nederland in op ondersteuning van internationale klimaatfondsen zoals het Green Climate Fund (GCF), bevordering van toegang tot hernieuwbare energie, tegengaan van ontbossing en landdegradatie, en versterken van kennis, capaciteit en beleidsontwikkeling over de relatie tussen klimaat en ontwikkeling. Ook worden publieke middelen ter beschikking gesteld aan fondsen zoals bijvoorbeeld het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) om private investeringen te bevorderen. De intensivering van dit sub-artikel loopt op tot EUR 290 miljoen in 2027 en zijn beschreven in de bijlage van de beleidsnotitie8.
Binnen het thema Voedselzekerheid (sub-artikel 2.1) zet Nederland in op duurzame productiviteitsverhoging en versterking van weerbaarheid en adaptatie. Aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering staat ook centraal binnen het thema Water (sub-artikel 2.2) met aandacht voor verhoogde waterproductiviteit in de landbouw, verbeterd stroomgebiedbeheer en veilige delta’s, en klimaatbestendige toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen.
Enkele van de vanuit artikel 3 gefinancierde Strategische Partnerschappen met het maatschappelijk middenveld dragen bij aan klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie, met name door te lobbyen voor beter beleid en betere beleidsuitvoering, waarbij de belangen van de meest kwetsbare mensen voorop staan.
Daarnaast zijn ook bijdragen aan organisaties die zich op humanitaire hulp richten en sommige door Nederland gefinancierde projecten voor opvang van vluchtelingen in de regio klimaatrelevant (artikel 4).
VN-instellingen als UNDP, UN Environment, WFP en UNICEF ontplooien in hun programma’s klimaatrelevante activiteiten die Nederland vanuit artikel 5 met ongeoormerkte financiële bijdragen ondersteunt. Het kabinet blijft zich ook inzetten voor verhoging van de klimaatrelevantie van deze bijdragen en van de bijdragen van het ministerie van Financiën en het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan multilaterale ontwikkelingsbanken. Zo heeft mede dankzij druk van Nederland de Wereldbankgroep haar klimaatdoel verhoogd tot 35% over de periode 2021-2025, waarvan minimaal de helft voor klimaatadaptatie en heeft het IMF de Resilience and Sustainability Trust (RST) ingericht, onder andere voor het doorlenen van Special Drawing Rights aan kwetsbare lage-middeninkomenslanden die hun economieën beter bestand maken tegen de gevolgen van klimaatverandering.
In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de publieke en met publieke middelen gemobiliseerde private klimaatfinanciering die in 2023 zal worden gerealiseerd.
Voor de publieke klimaatfinanciering wordt per beleidsartikel van de BHOS-begroting aangegeven welk deel van de totale middelen naar verwachting publieke klimaatfinanciering betreft. Berekend volgens de systematiek van de drie thematische klimaatmarkers (mitigatie, adaptatie, cross-cutting) zal naar verwachting circa 50 procent van de publieke klimaatfinanciering worden uitgegeven aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie) en ongeveer 22 procent aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie) en de overige uitgaven, voornamelijk klimaatfinanciering via multilaterale instellingen, worden door hun klimaatmarker cross-cutting niet gespecificeerd naar deze doelstellingen. Circa een-derde van de publieke klimaatfinanciering zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als hoofddoelstelling hebben. De overige financiering zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als nevendoelstelling hebben.
Tabel 17 Verwachte klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2023 (bedragen x EUR mln.)
Prognose publieke klimaatfinanciering
Begroting
Begrotingsartikel
Indicatie klimaatuitgaven 2023
Indicatie klimaatrelevantie van begrotingsartikel (percentage)
BHOS
1.Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
80
13%
2.1 Voedselzekerheid
140
35%
2.2 Water
90
45%
2.3 Klimaat1
280
91%
3. Sociale vooruitgang
50
6%
4. Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
50
5%
5. Multilaterale samenwerking en overige inzet
25
8%
Totaal voor BHOS
715
19%
Financiën
IDA en IBRD
35
Totale publieke klimaatfinanciering
750
Prognose gemobiliseerde private financiering
Indicatie private financiering 2023
Nederlandse klimaatfondsen en programma’s
80
Multilaterale ontwikkelingsbanken
320
FMO-A
130
Overige instrumenten en multidonorprogramma’s
110
Totale gemobiliseerde private financiering
640
X Noot
1
Dit begrotingsartikel omvat tevens duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.
In het HGIS-jaarverslag over 2023 zal in een bijlage worden gerapporteerd over de werkelijk gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden. Daarbij zullen zich ongetwijfeld verschillen voordoen ten opzichte van de hierboven genoemde geschatte bedragen, zeker bij gemobiliseerde private klimaatfinanciering. De schommelingen en onzekerheid bij gemobiliseerde private investeringen zijn veel groter dan bij publieke klimaatfinanciering, zeker uitgedrukt in jaarschijven. Dit komt onder andere door de sterke invloed van wijzigende marktomstandigheden en doordat de tijdsduur van het sluiten van transacties met commerciële partijen bij elke deal anders is en de hoogte van de private investeringen vooraf niet bekend is. Vanwege de aanmerkelijke jaarlijkse schommelingen wordt een gemiddelde over de laatste 4 jaar voor de inschatting van de gemobiliseerde private klimaatfinanciering voor 2023 gebruikt.
Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2023
In deze bijlage worden de HGIS-uitgaven in 2023 op het gebied van (het tegengaan van irreguliere) migratie, asielopvang en humanitaire hulp toegelicht. Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op de eerste twee onderwerpen. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of het tegengaan van irreguliere migratie gerelateerd zijn.
1. Begrotingsartikelen die volledig gericht zijn op eerstejaaropvang van asielzoekers uit DAC-landen, (irreguliere) migratie en opvang in de regio
Artikel
Budget
2023
Totaal
Wv. ODA
6.37.02
JenV begroting: toerekening eerstejaars-opvangkosten asiel
590
590
08.03.01
OCW toerekening: eerstejaarsopvangkosten asiel (primair en secundair onderwijs)
37
37
17.04.02
Migratiesamenwerking en ontwikkeling
34
34
Opvang in de regio
270
270
Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland.
De eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland wordt conform richtlijnen van de OESO Development Assistance Committee (DAC) deels uit ODA-middelen gefinancierd. Deze uitgaven op de JenV- en de OCW-begroting worden aan ODA toegerekend. Wijzigingen van de hoogte van de toerekening lopen via het verdeelartikel op begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Het betreft uitgaven voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO-DAC gelden als ontwikkelingslanden (de zogenaamde DAC-landen). De asieltoerekening is gesplitst in een JenV-deel en een OCW-deel.
• JenV-begroting: In de begroting van Justitie en Veiligheid staan de uitgaven voor opvang van asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Stichting Nidos. Daarnaast worden ook kosten voor tolken bij de IND, voorlichting van Vluchtelingenwerk Nederland en rechtsbijstandskosten deels toegerekend. In de JenV-begroting is aangegeven welk deel wordt toegerekend aan ODA. Voor 2023 houdt het kabinet rekening met een totale instroom in het COA van 38,600 (afkomstig uit DAC-landen en niet-DAC-landen), resulterend in een aan ODA toe te rekenen gemiddelde bezetting van 23,500 (uit DAC-landen) bij het COA. De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijzen van het COA en Nidos, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte verblijfsduur. In 2024 zal een nacalculatie plaatshebben op basis van de in 2022 in werkelijkheid gerealiseerde cijfers.
• OCW-begroting: De geschatte uitgaven voor (primair en voortgezet) onderwijs zijn gebaseerd op in Nederland leerplichtige asielzoekers afkomstig uit DAC-landen tijdens de eerstejaarsopvang.
Opvang en bescherming in de regio
Wereldwijd blijf het aantal vluchtelingen en intern ontheemden stijgen, inmiddels gaat het om meer dan 100 miljoen mensen. Het kabinet heeft speciale aandacht voor het duurzaam opvangen van mensen die langdurig van huis zijn. Extra middelen worden vrijgemaakt voor versterkte inzet op sociaaleconomische integratie van ontheemden en steun aan kwetsbare gastgemeenschappen ter bevordering van hun perspectieven en zelfredzaamheid. Onderdak en basisvoorzieningen vormen waar nodig ook onderdeel van de hulp. Dat gebeurt in de Syrië-regio en de Hoorn van Afrika o.a. via het Prospects partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, en de Wereldbank. Mede op basis van de tussentijdse evaluatie in 2022 worden in 2023 waar nodig aanpassingen in programmering gemaakt en zal een vervolg op dit partnerschap worden vormgegeven.
Nederland zal in 2023 actief bijdragen aan het tweede Global Refugee Forum dat beoogt om de implementatie van het VN Global Compact on Refugees (2018) kracht bij te zetten en onder meer beloftes voor steun aan vluchtelingen en opvanglanden te monitoren. Nederland zal ervaringen en resultaten van het Prospects Partnerschap delen en aandacht vragen voor de aanbevelingen van de door Nederland in 2019 georganiseerde conferentie over Geestelijke Gezondheid en Psychosociale Steun in crisis situaties (Mental Health and Psychosocial Support (MHPSS)).
Migratiesamenwerking
Het kabinet zet zich extra in voor versterken van migratiesamenwerking met landen van herkomst en transit. Doel is om mensenhandel en –smokkel tegen te gaan en terugkeer en herintegratie te bevorderen. Hiertoe worden meer bilaterale middelen vrijgemaakt en de bilaterale samenwerking met relevante landen geïntensiveerd. Daarnaast zal meer aansluiting worden gezocht bij beleid, initiatieven en programma’s van de EU, in het bijzonder bij de versterkte samenwerking binnen de EU-brede migratiepartnerschappen zoals geformuleerd in het EU Migratie Pact. Dit alles met het oog op vergroting van slagkracht en verbetering van coördinatie en coherentie waarbij het bereiken van resultaten centraal staat.
Daarnaast werkt het kabinet de inzet op legale en circulaire migratie uit, conform het coalitieakkoord. Dit is ook een wens van de belangrijkste landen van herkomst en transit en dient te worden gezien in het kader van het opzetten van brede – bilaterale en Europese - migratiepartnerschappen.
Uit de middelen voor opvang in de regio en migratiesamenwerking worden zowel inspanningen binnen als buiten Nederland gefinancierd:
– Nederland financiert het Prospects Partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR. In dit strategisch samenwerkingskader worden landspecifieke programma’s uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk, en waar nodig onderdak en basisvoorzieningen, voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen.
– Nederland steunt via subsidies (internationale en lokale) NGO’s die tevens gericht zijn op een ontwikkelingsgerichte aanpak van langdurige ontheemding in de beide focusregio’s.
– Bijdragen aan programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden. Aanscherping van de ODA regels hebben ertoe geleid dat activiteiten ten behoeve aan vertrek en re-integratie buiten de EU (alleen DAC-landen) niet meer als ODA worden geclassificeerd.
– Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensensmokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.
– Bevorderen van dataverzameling
– Analyse inzake migratiestromen.
2. Begrotingsartikelen die deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn
Naast bovengenoemde middelen kan humanitaire hulp ingezet worden ten behoeve van vluchtelingen die besluiten hun land te verlaten wegens conflict of onveiligheid. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet. Daarom wordt in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen de begrotingsstand van het artikel genoemd.
Artikel
Budget
2023
Totaal
Wv. ODA
17.04.01
Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNWRA en WFP
520
519
Noodhulp en humanitaire diplomatie
Het aantal crises en de omvang van humanitaire noden neemt toe, de kosten van noodhulp stijgen en de omgeving waarin humanitaire hulp wordt geboden, wordt complexer. Mensen wereldwijd ondervinden de gevolgen van de stijgende kosten voor onder meer voedsel, energie en kunstmest, met grote gevolgen voor mensen in nood, in een wereld die ook getekend wordt door (de gevolgen van) de COVID-19 pandemie en klimaatverandering. Daarom zal het kabinet extra middelen beschikbaar maken voor humanitaire hulp. Net als voorheen spant Nederland zich er daarbij internationaal voor in dat de effectiviteit en efficiëntie van hulp wordt versterkt, met aandacht voor preventie en paraatheid, en dat getroffen mensen en gemeenschappen veerkracht behouden en daardoor mogelijkheden aan kunnen grijpen om een zelfstandig leven te hervatten (o.m. door integratie van psychosociale steun te faciliteren).
Helaas is er ook een trend waarbij staten en niet-statelijke actoren het internationaal humanitair oorlogsrecht en de humanitaire principes steeds vaker schenden. De Nederlandse diplomatieke inspanningen blijven daarom gericht op eerbiediging van het internationale humanitaire recht rond humanitaire crises, de bescherming van burgers en ongehinderde toegang voor hulpverlening. Tevens besteedt Nederland bijzondere aandacht aan lokalisering, integratie van MHPSS in crisisrespons en het tegengaan van seksuele exploitatie, misbruik en gender-based violence.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.