Brief regering : Opzet Periodieke Rapportage artikel 13 van de SZW-begroting Integratie en Maatschappelijke Samenhang
30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nr. 66
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 september 2022
Conform de uitwerking (Kamerstuk 34 000, nr. 52) van de motie van het lid Harbers (Kamerstuk 34 000, nr. 36) informeer ik u via deze brief over de opzet van de periodieke rapportage (voorheen:
beleidsdoorlichting) van het thema Integratie en maatschappelijke samenhang (artikel 13
van de begroting van SZW) die in 2023 aan uw Kamer zal worden aangeboden.
In de bijlage vindt u een nadere toelichting op de opzet van deze periodieke rapportage.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Bijlage 1: Periodieke rapportage Integratie en Maatschappelijke samenhang (artikel
13 van de SZW-begroting).
SZW wil bijdragen aan een inclusieve en sociaal stabiele samenleving waarin mensen
in alle verscheidenheid met elkaar samenleven en zonder belemmeringen kunnen participeren
in de maatschappij. Het beleid van Integratie en maatschappelijke samenhang richt
zich op het bevorderen van gelijkwaardige kansen en posities op de arbeidsmarkt, een
snelle en goede inburgering van nieuwkomers, het stimuleren van samenleven in verscheidenheid,
het weerbaar maken tegen ongewenste beïnvloeding en het versterken van de sociale
stabiliteit.
Dit sluit aan bij de algemene doelstelling van artikel 13 van de SZW-begroting, namelijk:
− De overheid bevordert de maatschappelijke samenhang en sociale stabiliteit door participatie
en inburgering van iedereen met een migratieachtergrond en het doen accepteren van
culturele diversiteit in de samenleving.
In het integratiebeleid ligt de nadruk op het creëren van sociale stabiliteit in een
samenleving die in cultureel opzicht steeds meer divers wordt. Een sociaal stabiele
samenleving houdt in dat:
• mensen zelfredzaam zijn en zonder belemmeringen kunnen meedoen;
• zij in al hun verscheidenheid met elkaar samenleven;
• iedereen zich thuis voelt ongeacht herkomst, religie of levensovertuiging.
− Dit wordt gerealiseerd door:
• het bevorderen van samenhang en het voorkomen van maatschappelijke spanningen;
• het werken aan een evenredige positie en participatie in de Nederlandse samenleving
en aan een evenredig bereik en effectiviteit van voorzieningen voor alle burgers in
Nederland;
• het ervoor zorgen dat nieuwkomers snel de Nederlandse taal machtig zijn en kennis
hebben van de Nederlandse samenleving.
Integratie en Maatschappelijke samenhang bevat een drietal operationele doelstellingen:
a) de inburgering van nieuwkomers, b) de integratie van groepen met een migratieachtergrond
en c) het bevorderen van sociale samenhang en voorkomen sociale spanningen.
Deze doelstellingen zijn in outcome-termen geformuleerd, vormen de legitimatie voor het beleid, en worden als vertrekpunt
genomen voor de periodieke rapportage. Daarbij is wel een nadere afbakening relevant.
Afhankelijk van de fase waarin het beleid zich bevindt, is de doorlichting van de
verschillende beleidsonderdelen meer of minder opportuun. Deze afbakening wordt hieronder
uitgewerkt.
De evaluatieperiode betreft de periode 2014 t/m 2021, en sluit daarmee aan op de periode
waarop de meest recente beleidsdoorlichting uit 2016 betrekking had.
Opdracht Inburgering
− De inburgering is als specifiek instrument aan te merken. Het doel van de inburgering
is om nieuwkomers met taal en kennis van de Nederlandse samenleving toe te rusten
voor hun participatie in de Nederlandse samenleving.
− De opdracht inburgering is in principe goed evalueerbaar en dat is in de Beleidsdoorlichting
van artikel 13 Integratie en Maatschappelijke Samenhang in 2016 dan ook uitgebreid
gebeurd. Onder meer naar aanleiding van de inzichten die de doorlichting destijds
opleverde, is een nieuw inburgeringsstelsel ontwikkeld. Dit stelsel is per 1 januari
2022 ingegaan en het is op dit moment nog te vroeg om dit beleidsinstrument al te
evalueren: de eerste resultaten kunnen op zijn vroegst in 2025 zichtbaar worden, als
de initiële inburgeringstermijn van 3 jaar is verstreken. Een evaluatie van de Wet
Inburgering 2013 is evenmin opportuun. Dit instrument is al eerder geëvalueerd op
doeltreffendheid in de beleidsdoorlichting uit 2016 (Kamerstuk 29 082, nr. 31) en in de wetsevaluatie die in 2018 door Significant1 is uitgevoerd. Naar aanleiding van deze evaluaties is dit instrument afgeschaft en
vervangen door het nieuwe stelsel. Wel zal het proces van de evidence based beleidsontwikkeling
van het per 1 januari 2022 ingegane stelsel worden geëvalueerd. Daarin zal de beleidstheoretische
onderbouwing van het beleid worden beoordeeld en zal worden onderzocht in welke mate
het stelsel aan de voorwaarden voor een doeltreffend en doelmatig instrument voldoet.
Opdracht Integratie
− Het doel van het integratiebeleid is in outcome-termen geformuleerd, namelijk: een evenredige positie en participatie in de Nederlandse
samenleving van groepen met een migratieachtergrond en een evenredig bereik en evenredige
effectiviteit van voorzieningen;
− Omdat de instrumentering van dit beleid vooral via generieke instrumenten plaatsvindt,
is een toetsing op doeltreffendheid en doelmatigheid een methodisch lastige en complexe
exercitie. Immers, een onderzoeksopzet waarbij de positie en ontwikkeling van de doelgroep
met een controlegroep wordt vergeleken, behoort bij generieke instrumenten niet tot
de mogelijkheden; dit beleid is op iedereen van toepassing. Deze situatie is niet
fundamenteel anders dan bij de beleidsdoorlichting uit 2016 en voor de komende periodieke
rapportage zal een vergelijkbare aanpak worden gehanteerd als destijds is gevolgd.
Via een zogeheten realistic evaluation zal worden onderzocht of er sprake is van doeltreffend beleid. Bij een dergelijke
aanpak wordt, wanneer de werkzame mechanismen die in de beleidstheorie worden verondersteld
aantoonbaar effectief zijn, geconcludeerd dat het gevoerde beleid effectief is. Verder
zullen bij groepen met een migratieachtergrond per generatie evenredigheidsanalyses worden uitgevoerd. Daarbij geldt dat, wanneer er over de generaties heen sprake is
van een meer evenredige participatie van groepen met een migratieachtergrond ten opzichte
van de totale bevolking in Nederland (en dus een afnemend belang van de factor «herkomst»),
er sprake is van een ontwikkeling naar doelbereik, waarbij aan dit soort multi-variate
analyses ook indicaties omtrent doeltreffendheid kunnen worden ontleend.
Opdracht Inclusief Samenleven
− Het bevorderen van maatschappelijk samenhang en werken aan een inclusieve samenleving
en het voorkomen van spanningen kan worden samengenomen onder de titel «samenleven».
Hieronder ressorteert een aantal uiteenlopende beleidsactiviteiten, die als gemeenschappelijke
deler hebben dat ze het samenleven van de bevolking in een superdiverse samenleving faciliteren. Daarbij kan zowel gedacht worden aan het bestrijden van
discriminatie, het vergroten van de weerbaarheid en veerkracht van (specifieke) groepen,
als aan het voorbereiden en ontwikkelen van beleid dat de Nederlandse samenleving
voorbereidt op de effecten van demografische ontwikkelingen voor de middellange termijn
(het midden van deze eeuw).
− Ook op dit thema is de beleidsevaluatie niet eenvoudig: het toerekenen van maatschappelijk
verschijnselen die niet zijn opgetreden – zoals maatschappelijke spanningen – als resultaat van het gevoerd
beleid is immers niet mogelijk. En ook bij discriminatie is de doeltreffendheid van
het beleid moeilijk kwantificeerbaar, aangezien de contextuele invloeden, zowel nationaal
als internationaal, van grote invloed zijn. Het samenlevenbeleid in enge betekenis
is tenslotte dermate recent2 dat het zich nog in een de eerste fase van beleidsontwikkeling bevindt en nog geen
meetbare resultaten kan opleveren.
In de periodieke rapportage zullen de inzichten voor wat betreft dit onderdeel worden
ontleend aan de basisbeleidsinformatie die is verzameld over de relevante thema’s
(zoals de onderzoeken naar ervaren discriminatie die het SCP op verzoek van SenI heeft
uitgevoerd) en aan instrument- en programmaevaluaties die in de evaluatieperiode zijn
uitgevoerd.
Centrale onderzoeksvragen periodieke rapportage Integratie en maatschappelijke samenhang
De onderzoeksvraag bij de periodieke rapportage is of er bij het onder artikel 13
ressorterende beleid sprake is van doelbereik en – voor zover het op dit moment al
mogelijk is om vast te stellen – doeltreffendheid en doelmatigheid.
Daartoe zal een beschrijving worden gegeven van de vigerende beleidstheorie en zal
de analyse van doelbereik, doeltreffendheid en doelmatigheid van beleidsmaatregelen
worden uitgevoerd door een analyse van de monitoringgegevens en evaluatieonderzoeken
die over de evaluatieperiode beschikbaar zijn. Daarbij zal tevens een relatie worden
gelegd met de beleidstheoretische vertrekpunten en inzichten.
De periodieke rapportage zal tenslotte ook ingaan op de vraag welke maatregelen genomen
kunnen worden om de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid verder te verhogen.
Organisatorische opzet
− Bij de periodieke rapportage zal nauw worden aangesloten bij de vorm die in 2016 bij
de beleidsdoorlichting artikel 13 Integratie en Maatschappelijke Samenhang is gehanteerd
en die destijds is uitgevoerd conform het format van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek.
− Er zal in opdracht van SZW/SenI door een onafhankelijke externe partij een brede synthesestudie
worden uitgevoerd naar het in de periode 2016–2021 onder artikel 13 ressorterende
beleid;
− Er zal een begeleidingscommissie worden samengesteld met externe deskundigen teneinde
te waarborgen dat het onderzoeksrapport voldoet aan de kwaliteitseisen (zoals onafhankelijkheid)
die aan een periodieke rapportage worden gesteld.
Bouwstenen voor de synthesestudie/periodieke rapportage
Bij de synthesestudie voor de periodieke rapportage zal in ieder geval gebruik worden
gemaakt van:
− SIM2020
In 2020/2021 is een nieuwe editie van het Survey Integratie Migranten uitgevoerd.
Dit periodieke grootschalige onderzoek vormt een belangrijke hoeksteen van de beleidsinformatie
voor integratie- en samenlevenbeleid;
− LOCS
Het Longitudinaal onderzoek Cohort Statushouders (LOCS) is in 2016 gestart om de participatie
en integratie te volgen van statushouders die sinds 1 januari 2014 een verblijfstitel
asiel hebben gekregen;
− CBS-gegevens
Verder zijn de CBS-Jaarrapporten Integratie 2016, 2018, 2020 en 2022 beschikbaar,
alsmede de geactualiseerde Kernindicatoren Integratie (tot en met de editie 2022)
die het CBS jaarlijks oplevert. De volgende editie van het Jaarrapport Integratie
verschijnt ultimo 2024 en dat is te laat om nog een rol te kunnen spelen bij de periodieke
rapportage;
− Het onderzoeksrapport Ontwikkelingen in evenredigheid dat in 2022 – onder andere op basis van het SIM2020 – wordt uitgevoerd en begin 2023
wordt opgeleverd;
− De rapportages van de experimentele pilots die in het kader van de evidence based beleidsontwikkeling van het beleidsprogramma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt
(VIA) zijn uitgevoerd;
− De rapportages van de experimentele pilots die in het kader van de evidence based beleidsontwikkeling van de Veranderopgave Inburgering (VOI) in het kader van de ontwikkeling
van het nieuwe inburgeringsstelsel zijn uitgevoerd;
− De SCP-studie «Met beleid van start» en de SCP-policybrief «In Uitvoering, Een analyse
van het op statushouders gerichte beleid en wat nodig is om dit beleid te verbeteren»
uit 2021;
− De onderzoeken die op het thema discriminatie zijn uitgevoerd, zoals de SCP-studie
Ervaren Discriminatie uit 2020, de virtuele praktijktest arbeidsmarktdiscriminatie (Panteia 2019) en verschillende
onderzoeken naar triggerfactoren van discriminatie (antisemitisme, Verwey-Jonker,
2015; moslimdiscriminatie, Verwey-Jonker, 2016; anti-zwart racisme, Risbo 2021);
− De inzichten die de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft opgeleverd
in het kader van het adviestraject van de nieuwe migratiediversiteit heeft opgeleverd;
− De inzichten die in het kader van de Verkenning Bevolking 2050 door Nidi en CBS zijn
opgeleverd;
− Evaluaties van beleidsinstrumenten die door de Expertise-unit Sociale Stabiliteit
(ESS) zijn uitgevoerd.
Planning
− Met uitzondering van het onderzoek naar ontwikkelingen in evenredigheid zijn alle
bouwstenen reeds beschikbaar. De evenredigheidsstudie wordt in het eerste kwartaal
van 2023 opgeleverd;
− De synthesestudie die als periodieke rapportage wordt uitgevoerd, zal in de herfst
van 2022 worden aanbesteed en in de zomer van 2023 worden opgeleverd;
− Deze synthesestudie vormt de periodieke rapportage en zal eind 2023 aan uw Kamer worden
aangeboden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid