Brief regering : Antwoorden op vragen commissie over het verslag van de rapporteur over het jaarverslag Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2021 (Kamerstuk 36100-XIII-1) en over het Jaarverslag Nationaal Groeifonds 2021 (Kamerstuk 36100-XIX-1)
36 100 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2021
Nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 augustus 2022
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat de antwoorden op de vragen van de vaste commissie
voor Economische Zaken en Klimaat over het verslag van de rapporteur voor het Jaarverslag
Economische Zaken en Klimaat 2021 (Kamerstukken 36 100 XIII en 36 100 XIX, nr. 10).
Daarnaast zend ik u de antwoorden op de vragen van de fracties VVD, D66, SP, en GroenLinks
van een Schriftelijk Overleg bij het Jaarverslag EZK (Kamerstuk 36 100 XIII, nr. 1) en NGF (Kamerstuk 36 100 XIX, nr. 1). De vragen heb ik om praktische redenen genummerd.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Vragen over de uitdagingen in de uitvoering
1
Kunt u aangeven hoe u bij crisisbeleid u voortgang/impact heeft georganiseerd (monitoring)?
Welke lessen heeft u geleerd en/of bent u voornemens toe te passen?
Antwoord
Een belangrijke opmerking vooraf: in vraag 1–3 hanteer ik de regeling Tegemoetkoming
Vaste Lasten en de uitvoering daarvan door de RVO als casus, omdat deze regeling veruit
de grootste recente crisismaatregel is en de situatie als representatief wordt beschouwd
voor uitdagingen in de uitvoering rond crisisbeleid.
Het datagedreven werken is één van de basisbeginselen binnen de uitvoering van crisisbeleid
door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), zoals de uitvoering van de regeling
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Dit leidt er toe dat er dashboards zijn ingericht
die een continue monitoring van de voortgang op essentiële Kritieke Prestatie-Indicatoren
(KPI’s_ bewerkstelligen. Door dit inzicht kunnen diverse operationele en strategische
keuzes met data worden onderbouwd, waardoor snel en adequaat gehandeld kan worden.
De uitvoering van de TVL heeft enkele waardevolle lessen opgeleverd. Deze lessen zijn
onder te verdelen in drie onderdelen.
1. Samenwerking EZK – RVO: de samenwerking is intensief geweest gedurende de vormgeving
en de uitvoering van de TVL. Van belang is dat RVO vanaf de start van de vormgeving
van de TVL nauw betrokken is geweest. Daardoor is bij de vormgeving van de TVL optimaal
rekening gehouden met wat er in de uitvoering en automatisering mogelijk is. Van belang
is ook dat door de nauwe contacten tijdens de uitvoering signalen over de uitwerking
van de regeling snel bij EZK terecht kwamen, zodat EZK waar nodig zo vroeg mogelijk
in het traject kon besluiten om aanpassingen door te voeren. Denk aan signalen vanuit
klantcontact, de ervaringen van zittingen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven
(CBb), de bezwaarzaken die worden ontvangen en uitkomsten van het aanvraagproces.
De nauwe contacten tijdens de uitvoering zijn ook belangrijk geweest om de randvoorwaarden
voor de uitvoerbaarheid samen te blijven bewaken.
2. Automatisering: duidelijk is dat de snelheid in combinatie met deze aantallen niet
mogelijk zou zijn geweest zonder geautomatiseerde besluitvorming (streven 80% geautomatiseerd
en 20% handmatig). Hiervoor is vereist dat de regeling goed aansluit bij de processen
en heldere definities en doelgroepafbakening bevat.
3. Communicatie: In de communicatie is RVO meer proactief gaan communiceren met klanten,
maar bijvoorbeeld ook met brancheorganisaties, door middel van «houd me op de hoogte-mails»,
algemene informatie via nieuwsberichten en social media, persoonlijke berichten met
statusinformatie en waar nodig persoonlijk contact om extra uitleg te geven. Dit alles
zodat de klant weet waar hij aan toe is en perspectief heeft richting de toekomst.
Met klantreizen (aanvraagformulieren), klantpanels, dagelijkse omgevingsrapportages
en signalen vanuit de contacten met de klant is continu klantinformatie opgehaald.
Die informatie is gebruikt voor verduidelijking en verbetering van de communicatie
en waar mogelijk de processen, zodat onnodige fouten of vertraging geminimaliseerd
konden worden. Zo kon, en kan, RVO zich continu verbeteren om de ondernemer beter
te kunnen helpen.
2
Zijn er naar uw mening lessen te leren tussen de aanpak van diverse crises, bijvoorbeeld
tussen Corona en Groningen met betrekking tot de handelingssnelheid en de monitoring
van de verstrekte subsidies?
Antwoord
Ik interpreteer deze vraag in relatie tot vraag 1 waar drie lessen uit de uitvoering
van de TVL zijn opgenomen. In hoeverre die te vertalen zijn naar de schadeafhandeling
en versterkingsoperatie in Groningen verschilt.
1. Samenwerking:
− Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is een zbo. De taak van het IMG is vastgelegd
in de Tijdelijke wet Groningen. Binnen dit wettelijk kader bepaalt het IMG onafhankelijk
de werkwijze voor de afhandeling van schade. Er is bewust gekozen het IMG onafhankelijk
te laten opereren binnen de kaders van de Tijdelijke Wet Groningen. EZK en IMG hebben
een onderlinge samenwerking die er onder andere op gericht is om signalen van de uitvoering
vroegtijdig te signaleren, te bespreken en waar nodig op te interveniëren. Hiervoor
zijn afspraken zoals vaste overlegstructuren het delen van informatie.
− De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) is een publieke uitvoeringsorganisatie onder
de politieke verantwoordelijkheid van EZK. De NCG voert de versterkingsoperatie uit
en heeft als taak ervoor te zorgen dat circa 27.000 adressen in het aardbevingsgebied
worden opgenomen, beoordeeld en zo nodig worden versterkt wanneer deze adressen niet
aan de veiligheidsnorm voldoen. EZK en de gemeenten zijn de opdrachtgever van de NCG
en stellen de kaders waartegen deze opdracht wordt uitgevoerd vast.
2. Automatisering: voor zowel de afhandeling van schade als de uitvoering van de versterkingsoperatie
worden huizen in veel gevallen individueel beoordeeld. Waar het mogelijk is wordt
gewerkt met een vaste vergoeding (in het geval van schade) of met een typologie aanpak
(voor versterken). Hierbij worden automatische (besluitvormings)processen ingezet
waar het mogelijk is, zonder dat de dienstverlening eronder leidt. Vanwege de wens
tot een zoveel mogelijk bewonersgerichte aanpak, complexiteit van de operatie en de
onderlinge verschillen tussen bewoners is volledige automatisering niet aan de orde.
3. Communicatie: uit signalen van bewoners en onder andere de jaarrapportage van de Onafhankelijk
Raadsman blijkt dat de communicatie met bewoners beter kan in zowel de schadeafdeling
en de versterkingsopgave. Het verbeteren van de communicatie met bewoners is daarom
één van de mijn prioriteiten. De Staatssecretaris is vanaf de start van zijn functie
al actief in gesprek met bewoners. Hij wilt hiermee er onder andere voor zorgen dat
signalen vanuit de bewoners actief kunnen worden opgepakt in de uitvoering.
3
Op welke manier organiseert u snelheid bij een crisisaanpak en voorkomt u tegelijkertijd
hoge uitvoeringskosten?
Antwoord
RVO kent voor het afhandelen van incidenten, calamiteiten en crises een uniforme incident-
en crisisstructuur, die is ingericht volgens het rijksbrede model van de Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en die aansluit op de crisisstructuur
van de Ministeries van EZK en LNV. De Incident- en Crisisorganisatie RVO (ICR) is
flexibel. Dat wil zeggen dat de samenstelling van de benodigde teams is afgestemd
op het incident, de calamiteit of de crisis. Ook gedurende de afhandeling van een
calamiteit/crisis kan de samenstelling naar behoefte worden aangepast. Het cluster
ICR heeft tot taak er voor te zorgen dat RVO in staat is (potentiële) incidenten,
calamiteiten en crises zo adequaat mogelijk af te handelen waardoor de impact van
verstoringen op de bedrijfsvoering en maatschappij zo beperkt mogelijk blijft.
Meer specifiek voor de coronacrisisaanpak geldt dat de regeling Tegemoetkoming Vaste
Lasten is ontworpen om zoveel mogelijk van de aanvragen geautomatiseerd af te handelen
om, binnen de voorwaarden van de regeling, zoveel mogelijk ondernemers zo snel mogelijk
van liquiditeit te voorzien. Hierbij maakt RVO gebruik van data van de Belastingdienst
en de Kamer van Koophandel. Voor bijzondere gevallen bleef maatwerk mogelijk. Feit
is wel dat de TVL in lijn met de maatschappelijke ontwikkelingen en aangenomen moties
van de Tweede Kamer vaak is aangepast. Deze stapeling van aanpassingen leidde tot
toenemende complexiteit, wat vervolgens leidde tot enige afname van de snelheid en
hogere uitvoeringskosten.
Vragen over balanceren tussen crisis en lange termijn
1
Kunt u aangeven wat de impact van diverse crises op de voortgang (uitvoering) van
regulier beleid gericht op de grote transities op het gebied van klimaat en digitalisering
is?
Antwoord
In zijn algemeenheid heeft de coronacrisis en de samenloop van deze crisis met de
formatie en alle (voorbereidende) werkzaamheden die daarmee gepaard gaan een zware
wissel getrokken op het departement. De coronacrisis op zichzelf heeft beperkte impact
gehad op de beleidsterreinen van klimaat en digitalisering, omdat de personele inzet
voor de coronacrisis vooral beslag legde op de personele capaciteit die beschikbaar
is voor het bedrijfslevenbeleid en stafdirecties.
De huidige uitdagingen op het terrein van de energievoorziening en de koopkracht zullen
bredere impact hebben op de beleidsterreinen van EZK. Zo kunnen ongunstige economische
ontwikkelingen als gevolg van de huidige situatie het bedrijfsleven minder ruimte
laten voor hun digitalisering en meer druk zetten op het subsidie-instrumentarium
van EZK. Daarnaast staat het snel willen bestendigen van de leveringszekerheid van
gas en elektriciteit op gespannen voet met de klimaatdoelstellingen. De voortgang
van de transities kan tot slot bemoeilijkt worden doordat capaciteit die besteed moet
worden aan genoemde uitdagingen niet kan worden ingezet voor het transitiebeleid.
Echter heeft het kabinet middelen beschikbaar gesteld voor het intensiveren van het
klimaatbeleid en het digitale veiligheidsbeleid, waarmee ook de capaciteit kan worden
uitgebreid.
2
Hoe bent u voornemens de benodigde inzet en capaciteit te organiseren rondom de door
de Algemene Rekenkamer gesignaleerde toegenomen toezichttaken van Agentschap Telecom?
Antwoord
In de bij de Voorjaarsnota 2022 gepubliceerde 1e suppletoire EZK-begroting (Kamerstuk
35 850 XIII, nr. 1) is reeds extra budget voor de jaren 2022 en 2023 vrijgemaakt voor de toezichtstaken
van Agentschap Telecom. Met dit extra budget kan het agentschap zich op korte termijn
versterken om de geschetste uitdagingen het hoofd te bieden. Omdat, zoals ook geconstateerd
door de Algemene Rekenkamer, er vanuit verschillende ontwikkelingen op Europees en
nationaal terrein nieuwe taken op Agentschap Telecom afkomen zullen het departement
en het agentschap de toekomstige behoefte van Agentschap Telecom nader bespreken en
uitwerken in driehoeksverband (opdrachtgever-opdrachtnemer en eigenaar).
Vragen over zicht op prestaties en effecten
1
Wat is de reden dat in het jaarverslag voor artikel 5 een tabel met kernindicatoren
over de voortgang in Groningen ontbreekt (zoals dat bij andere artikelen wel is)?
Antwoord
Het Ministerie van EZK geeft inzage in informatie over de voortgang van de versterkingsoperatie
en de afhandeling van schades op www.dashboardgroningen.nl. Op deze site wordt maandelijks over de voortgang gerapporteerd. IMG presenteert
op haar website www.schadedoormijnbouw.nl/dashboard veel informatie over de afhandeling van de verschillende vormen van schade en de
stand van zaken daarvan.
Deze indicatoren geven een beeld van de voortgang in Groningen per maand. Omdat er
sprake is van een doorgaande operatie zijn kernindicatoren in het jaarverslag waarschijnlijk
al weer achterhaald op het moment dat het jaarverslag wordt gepubliceerd. Dit is de
gedachte achter de verwijzing naar het dashboard. Vanaf dit jaar vallen zowel de schadeafhandeling
als de uitvoering van de versterkingsoperatie onder het Ministerie van EZK. Beide
onderwerpen zullen met ingang van dit jaar op artikel 5 van de EZK-begroting worden
verantwoord. Om die reden zal verkend worden welke informatie nuttig en geschikt is
om eventueel toe te voegen aan dit beleidsartikel. Dit kan worden betrokken bij de
ambtelijke dialoog over de informatie in de EZK-begroting, die tussen de ondersteuning
van uw Kamer en mijn Ministerie wordt gevoerd.
2
Kunt u aangeven wat uw plannen zijn ten aanzien van een dashboard met kerninformatie
over digitalisering/digitale economie, gegeven dat het vorige dashboard niet meer toegankelijk is?
Antwoord
De monitor Nederland Digitaal is momenteel offline. Richting de vorming van de nieuwe
strategie voor de digitale economie wordt gekeken naar een gepaste vorm voor de presentatie
van de monitoring voor de digitale economie. Ik verwacht hierop eind dit jaar meer
zicht te hebben. Op de website Bedrijvenbeleid in Beeld worden overigens nog wel relevante
indicatoren over de digitale economie weergegeven.
3
Bent u bereid bij de Minister van Financiën de mogelijkheden te verkennen voor een
verbeterde, centrale digitale ontsluiting van relevante gegevens bij het jaarverslag?
Antwoord
Ja. De Minister van Financiën heeft vorig jaar de website rijksfinancien.nl gelanceerd
waarop alle rijksbegrotingsstukken te vinden zijn. Daarnaast wordt met de website
de mogelijkheid geboden om gerelateerde informatie toe te voegen aan de reguliere
begrotingsinformatie. Dat zijn bijvoorbeeld beleidsevaluaties, visualisaties van financiële
tabellen, bijbehorende officiële stukken, en links naar aanvullende beleidsinformatie.
4
Bent u bereid de ambtelijke dialoog voort te zetten en de ambities en inzet in een
gezamenlijk werkprogramma vast te laten leggen?
Antwoord
Ja. De ingezette ambtelijke dialoog is een prettige manier om laagdrempelig maar kritisch,
met de blik van de gebruiker, potentiële verbeterpunten voor de EZK-begroting te bezien.
Het vastleggen van een gezamenlijk werkprogramma kan bijdragen aan de effectiviteit
en de continuïteit van de dialoog.
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat