Brief regering : Ontwikkelingen Nord Stream 1 (NS1) pijpleiding
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 337 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE
ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juli 2022
Op 11 juli is de Nord Stream 1 (NS1) pijpleiding vanwege gepland onderhoud uit gebruik
genomen. Daardoor is de toevoer van gas via NS1 vanaf 11 juli geheel gestopt. Dit
onderhoud was van tevoren aangekondigd en voorzien. Op 21 juli zou het geplande onderhoud
zijn afgerond. Gebleken is dat Rusland de gastoevoer naar Europa via de NS1 pijpleiding
gedeeltelijk heeft hervat. Na contacten met netbeheerders in Duitsland heeft Gasunie
Transport Services (GTS) mij vanochtend laten weten dat vooralsnog opnieuw 40% van
de capaciteit wordt benut. Het is en blijft de komende tijd zeer onzeker of en in
welke mate de gasleveringen uit Rusland aan Europa doorgaan. Dit heeft ook een effect
op de gasprijs. Zoals gisteren ook aangegeven door de Europese Commissie (EC) lijkt
het erop dat Rusland het al dan niet leveren van gas inzet als economisch wapen tegen
Europa. NS1 is onder normale omstandigheden goed voor 15% van de het Europese gasverbruik.
Wij hebben ons in Europees verband voorbereid om de leveringszekerheid van gas in
de Europese Unie (EU) verder te ondersteunen. De EC is daarom met een aanvullend winterpakket
gekomen.
Op 20 juni jl. (Kamerstuk 29 023, nr. 312) heb ik uw Kamer bericht over de op dat moment al significant verminderde toevoer
van gas via de NS1 pijpleiding naar Europa. Dit was, samen met het geheel van ontwikkelingen
op de gasmarkt, aanleiding om in Nederland het crisisniveau van vroegtijdige waarschuwing
af te kondigen zoals vastgelegd in de Europese verordening gasleveringszekerheid.
Op dit moment leidt het wegvallen van een gedeelte van de aanvoer door NS1 niet tot
een zodanige verstoring van de gastoevoer naar Nederland, dat die het noodzaakt om
het crisisniveau te verhogen. Daartoe zou aanleiding zijn als er sprake zou zijn van
een daadwerkelijke verstoring van de gaslevering in Nederland. Dat is nu niet het
geval. Het crisisniveau in Nederland blijft daarom op het huidige niveau «vroegtijdige
waarschuwing».
Dit beeld wordt ook bevestigd door een studie van GTS waaruit naar voren komt dat,
als aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan er geen tekort hoeft te ontstaan
deze winter als er geen Russisch gas naar Noordwest Europa komt.1
Economische gevolgen
Alhoewel de Nederlandse leveringszekerheid de komende tijd niet in gevaar komt, zijn
ook in Nederland de gevolgen te merken. Deze gevolgen vertalen zich vooral in fors
hogere gasprijzen. De maand-vooruit prijs lag begin juni rond de 80 euro per MWh en
is inmiddels gestegen circa 150 euro per MWh (peildatum 21 juli).
Deze hogere prijs zal niet altijd gelijk voelbaar zijn voor iedereen, maar zal over
een periode van weken of zelfs maanden doorwerken in de prijs die eenieder betaalt
voor zijn energie. Deze hogere prijzen zullen vervolgens ook hun weerslag hebben op
de economie. Alhoewel recente ramingen vooralsnog uitgaan van economische groei dit
jaar en volgend jaar, is het bij een verslechtering van de situatie ook goed mogelijk
dat Nederland in een (kortstondige) recessie belandt, zoals scenarioschetsen tonen.2
Een recente studie van DNB3 geeft aan dat specifieke sectoren en bedrijven kwetsbaar kunnen zijn voor prijsstijgingen
van energie. De impact op hen hangt ervan af in welke mate zij de prijzen kunnen doorberekenen
en in welke mate zij op korte termijn door verduurzaming zich kunnen aanpassen. Tot
dusver hebben we ook gezien dat Nederland de afgelopen maanden al fors energie heeft
bespaard. Tegelijkertijd geeft DNB aan dat de gevolgen van de energieprijsstijgingen
op macroniveau voor het gehele bedrijfsleven beperkt lijken. Het aandeel verlieslatende
bedrijven stijgt niet significant bij vergaande energieprijsstijgingen. In aanvulling
daarop geeft een recente studie van het CPB4 aan dat op macroniveau de exportsector als geheel vooralsnog in staat is om de stijgende
importprijzen (van energie en grondstoffen) door te berekenen aan buitenlandse afnemers.
Het CPB concludeert daarom dat de collectieve verarming als gevolg van de stijgende
energieprijzen tot dusver beperkt lijkt te zijn. De verdeling van lasten en baten
is echter scheef. Huishoudens hebben te maken met hogere energielasten. Veel Nederlandse
huishoudens hebben hierdoor verminderde koopkracht en dat aantal kan de komende tijd
verder toenemen. Het kabinet heeft eerder koopkrachtmaatregelen genomen, in aanvulling
op het pakket van het vorige kabinet. In totaal is hiermee 6 miljard euro ingezet
om de effecten van de hoge energieprijzen op de koopkracht te dempen. Daarnaast heeft
het kabinet recent extra budget (550 miljoen euro) toegekend aan gemeenten voor de
ophoging van de energietoeslag en de extra uitvoeringkosten. In augustus zal het kabinet
wegen welke maatregelen nodig zijn om huishoudens in Nederland verder te ondersteunen.
Het kabinet blijft de economische situatie proactief monitoren in nauw contact met
onder andere het CPB, DNB, het bedrijfsleven, brancheorganisaties, energieleveranciers,
woningcorporaties, het Nibud en decentrale overheden.
Randvoorwaarden leveringszekerheid winter 2022
In haar studie verwacht GTS op basis van haar eigen berekeningen dat Nederland een
winter zonder Russisch gas aankan, mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan.
Het kabinet kan de aannames die GTS doet volgen, maar wil ook de onzekerheden waarmee
deze gepaard gaan benadrukken. Het advies van GTS maakt duidelijk dat de leveringszekerheid
van gas in Nederland, net als in de rest van de EU, geen vanzelfsprekendheid is en
afhangt van meerdere, niet allemaal beïnvloedbare factoren. Bij een koude winter of
minder LNG-aanbod kan de praktijk straks sterk afwijken van de cijfers waarmee is
gerekend. Daarom blijft het zaak dat we ons blijven inzetten om zoveel mogelijk energie
te besparen en voorbereid te zijn op slechtere scenario’s. Ook moeten we niet alleen
de komende winter doorkomen, maar ook de gasopslagen voor de winter van 2023 weer
weten te vullen. Het kabinet spant zich maximaal in om aan deze randvoorwaarden, voor
zover het daar invloed op heeft, te voldoen.
De belangrijkste randvoorwaarde hebben we allemaal in de hand: het besparen van energie.
Nederland heeft de afgelopen maanden al fors minder energie verbruikt. De besparing
in de eerste vijf maanden van 2022 ten opzichte van dezelfde periode in 2020 en 2021
is gemiddeld 25–33%. Nederland behoort hiermee tot de Europese koplopers. Dat is goed
nieuws, want energiebesparing speelt gas vrij voor het vullen van de opslagen en verlicht
de druk op de gasmarkt. Daarom roept het kabinet nogmaals een ieder op om de knop
om te zetten en bijvoorbeeld de airconditioning deze zomer niet aan te zetten wanneer
dat niet nodig is.
Verder heeft het kabinet in juni al besloten de productiebeperking voor kolencentrales
op te heffen zodat deze voor meer dan 35% van hun capaciteit kunnen worden ingezet
om elektriciteit op te wekken. Het wetsvoorstel voor intrekking ligt nu bij de Raad
van State. De hoge gasprijs leidt er in combinatie met deze maatregel toe dat gasgestookte
centrales minder snel aan bod komen en daarmee wordt gas bespaard.
De Nederlandse gasmarkt is onderdeel van een geïntegreerde Noordwest Europese energiemarkt.
Het is daarom van belang verder te kijken dan onze landsgrenzen. Nederland levert
laagcalorisch gas aan Duitsland, België en Frankrijk, conform eerdere afspraken. Daarnaast
wordt er ook hoogcalorisch gas aan de buurlanden geleverd. De Gate terminal in Rotterdam
en de toekomstige terminal in Eemshaven spelen daar een belangrijke rol in. GTS geeft
daarbij aan dat de doorvoer naar Duitsland van hoogcalorisch en laagcalorisch gas
bij elkaar maximaal 35 miljard m3is. Hiermee levert Nederland een belangrijke bijdrage aan solidariteit in Europa.
Ook is het kabinet continu bezig met het verder operationaliseren en verfijnen van
het Bescherm- en Herstelplan Gas (BHG). Zoals eerder toegezegd zal ik de Kamer aan
het einde van de zomer hierover informeren. Het uitwerken van de besparingstender
zoals aangekondigd in mijn brief van 20 juni jl. over het afkondigen van de vroegtijdige
waarschuwing is hier onderdeel van. Ik streef er naar besluitvorming hierover in augustus
af te ronden en u uiterlijk voor de start van het gasjaar op 1 oktober 2022 te informeren
over de uitkomsten. In de bijlage is een nadere toelichting op het BHG opgenomen conform
de toezegging van de Staatssecretaris tijdens het CD Mijnbouw Groningen op 30 juni
jl.
Ook werkt het kabinet aan maatregelen die het mogelijk maken om de bergingen verder
te vullen dan reeds gepland was. Dit mede naar aanleiding van de moties van het lid
Kops en van de leden Erkens en Kröger (Kamerstuk 29 023, nrs. 313 en 317) om de gasbergingen zo ver mogelijk te vullen, verder dan op dit moment verplicht
wordt door de Europese gasopslagverordening.
Ten slotte is de toevoer van voldoende LNG ook essentieel, zo blijkt ook uit het scenario
van GTS. Gasunie heeft op 7 juli bericht dat zij als gevolg van de veiling van de
LNG terminal in Eemshaven met twee partijen contracten heeft gesloten die gezamenlijk
meer dan 7 miljard m3 per jaar (van de beschikbare 8 miljard m3) aan importcapaciteit hebben gecontracteerd.5 Deze partijen kunnen deze importcapaciteit gebruiken om vanaf medio september LNG
in te voeren.
Op 20 juli heeft de Europese Commissie (EC) een aanvullend winterpakket «Save gas
for a safe winter» gepresenteerd om de leveringszekerheid van gas te vergroten. Want
alhoewel het wegvallen van Russisch gas niet direct tot een fysiek probleem in Nederland
leidt, heeft het wel degelijk een effect op de leveringszekerheid in de EU. De maatregelen
die de EC wil nemen sluiten aan bij hetgeen Nederland ook doet. Zo wijst de EC op
de noodzaak van extra energiebesparing, het verminderen van het gasverbruik voor verwarming
en koeling, de mogelijkheden van brandstofomschakeling en marktgebaseerde maatregelen
om het gasverbruik door de industrie te verminderen. Alle EU-landen moeten tot komend
voorjaar 15% procent minder gas gebruiken ten opzichte van het gemiddelde verbruik
van de afgelopen vijf jaar.
In het vervolg van deze brief zal ik op alle genoemde onderwerpen nader ingaan. Over
de appreciatie van het winterpakket van de EC wordt u op zo kort mogelijke termijn
apart geïnformeerd.
Toelichting per onderwerp
Nord Stream 1
Via NS1 wordt in zo’n 15% van de gasbehoefte van de EU voorzien. De laatste jaren
was NS1 daarmee de belangrijkste aanvoerroute van Russisch gas naar de Unie, zeker
nadat Gazprom in de afgelopen periode de aanvoer via Oekraïne en de Yamal-pijpleiding
sterk heeft verminderd en tot praktisch nul heeft teruggebracht. De levering via EU
stream gaat nog wel door en ook komt er LNG uit Rusland.
In 2022 ging vanaf 14 juni de aanvoer via NS1 omlaag naar 60% van de capaciteit (van
7 miljoen m3/uur naar 4,2 miljoen m3/uur) met als door Rusland genoemde reden het niet leveren van onderdelen voor een
compressor door het Duitse bedrijf Siemens als gevolg van de sancties. Op 16 juni
ging de aanvoer verder omlaag naar 40% van de capaciteit (een verdere afname naar
2,8 miljoen m3/uur) met als reden de buitenwerkingstelling van een compressor vanwege onderhoud.
Ook hierbij werd verwezen naar de sancties en meer in het bijzonder naar het niet
retourneren door Canada van een daar in onderhoud staande compressor.
Vervolgens kwam de aanvoer door NS1 op 11 juli volledig tot stilstand als gevolg van
gepland jaarlijks grootschalig onderhoud. Net als in andere jaren werd daarbij ruim
van te voren aangegeven dat dit onderhoud tien dagen zou duren en de aanvoer dus per
21 juli weer zou worden hervat.
Vandaag moet worden geconstateerd dat de aanvoer door NS1 slechts voor 40%is hervat
en nog onduidelijk is of dit de komende dagen opwaarts zal worden bijgesteld. Mocht
dit niet gebeuren dan zal de EU een substantieel deel van zijn gasaanvoer kwijtraken.
De gevolgen hiervan zullen eerst en vooral in Duitsland zijn te merken, maar zullen
ook hun effect hebben in landen als Oostenrijk, Polen en Tsjechië.
Het vooralsnog beperkt hervatten van de gaslevering door Rusland via NS1 leidt niet
tot acute problemen in het Nederlandse gassysteem en het is onwaarschijnlijk dat dat
in de komende tijd alsnog gebeurt. In de brief van 20 juni is toegelicht hoe een situatie
van acute systeemonbalans, indien die zich alsnog voordoet, zal worden ondervangen
door GTS.
GTS studie één jaar zonder Russisch gas
Gasunie Transport Services (GTS) heeft de gevolgen voor Nederland onderzocht van een
mogelijk volledig wegvallen van Russisch gas in Europa gedurende een jaar. GTS verkeerd
in de unieke positie dat het als netbeheerder goed zicht heeft op alle fysieke stromen
gas die Nederland in- en uitgaan. Uit de berekeningen van GTS blijkt dat er komende
winter in Nederland geen gastekort hoeft op te treden, mits voldaan wordt aan een
aantal randvoorwaarden. GTS verwacht op basis van dit scenario dat verplichte afschakeling
van gebruikers in de komende winter niet nodig is.
GTS noemt hiervoor een aantal cruciale voorwaarden en maatregelen waaraan voldaan
moet worden:
• De lagere marktvraag (circa 20%) vanwege de hoge gasprijzen houdt aan.
• Er is geen capaciteitsbegrenzing op de Nederlandse kolencentrales.
• De L-gas markt in omringende landen (Duitsland, België en Frankrijk), die afhankelijk
is van aanbod uit Nederland, kan worden bediend.
• De import van aardgas door Duitsland vanuit Nederland kent een maximum van 35 miljard m3 door beperkingen in het Duitse transportnet.
• De Nederlandse gasopslagen worden voor minstens 80% gevuld. De verwachting is dat
ook indien de huidige onderbreking van Nord Stream 1 langer duurt, de gasopslagen
voldoende gevuld kunnen worden om het doel van 80% te halen.
• De Nederlandse LNG-capaciteit wordt verdubbeld.
• De LNG-terminals in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk blijven, zoals nu,
volledig benut, leidend tot een maximaal aanbod van LNG.
Energiebesparing
Energiebesparing is belangrijk. Energie die we niet gebruiken, hoeven we ook niet
te produceren, te transporteren, te betalen of te importeren. Energiebesparing heeft
positieve effecten op de energiekosten en het klimaat en maakt Nederland minder afhankelijk
van fossiele brandstoffen. Bedrijven, instellingen en huishoudens kunnen hier een
belangrijke bijdrage aan leveren. Dit voorjaar heb ik daarom de energiebesparingscampagne
«Zet ook de knop om» gelanceerd die huishoudens en bedrijven praktische adviezen biedt
om meteen en eenvoudig energie te besparen. In het voorjaar stonden in de campagne
tips als «zet de thermostaat maximaal op 19 graden» en «douch maximaal 5 minuten»
centraal.
Inmiddels is de campagne geüpdatet met nieuwe tips die specifiek zijn toegesneden
op de zomermaanden. Voor huishoudens gaat dit om tips als «gebruik een ventilator
in plaats van airconditioning» en «droog was aan de waslijn». Naast deze korte termijn
maatregelen, roep ik huishoudens opnieuw op om ook structurele energiebesparende maatregelen,
zoals isolatie, te treffen om goed voorbereid de komende winter in te gaan. Gebruik
hiervoor ook de bestaande subsidie-instrumenten.
Voor bedrijven richt de campagne zich op tips als «Pas de ruimtetemperatuur voor koeling
in je gebouw aan». Ook bedrijven wil ik opnieuw oproepen om naast deze kortetermijnmaatregelen
zich voor te bereiden op de komende winter door het uitvoeren van structurele energiebesparende
maatregelen, zoals isolatie. Zij kunnen hiervoor ook subsidie- en financieringsinstrumenten
en daarnaast de bestaande lijsten met Erkende Maatregelen gebruiken.
Na de zomer intensiveer ik de campagne, onder andere met spots op tv, radio en online.
Daarbij zal ik de interactieve adviestool onder de aandacht brengen die mijn ministerie
heeft ontwikkeld en waarmee MKB-ondernemers in kaart kunnen brengen welke mogelijkheden
en verplichtingen er zijn om energie te besparen. Voor bedrijven die onder de energiebesparingsplicht
vallen, zal ik dit najaar in de communicatiecampagne sterker de verbinding leggen
met de Erkende Maatregelen en de aanscherping van de energiebesparingsplicht in 2023.
Over deze aanscherping heb ik uw Kamer op 4 juli jl. geïnformeerd (Kamerstukken 30 196 en 29 826, nr. 793).
Verder bekijk ik het mogelijk is om een extra impuls te geven aan gasbesparing door
bedrijven en burgers, onder meer door verduurzaming aantrekkelijker te maken. Er wordt
op dit moment onderzocht welke vorm daar het beste bij past. Er zijn al veel subsidie-instrumenten
en fiscale regelingen, daarom wordt nadrukkelijk gekeken of dit kan worden ingepast
binnen het bestaande instrumentarium. Over de uitkomsten hiervan informeer ik u gelijktijdig
met de brief over de voortgang van de uitwerking van het BHG.
Bovendien zal ik in overleg treden met de andere departementen en de mede-overheden
over de vraag hoe wij als overheden nog beter en sneller het goede voorbeeld kunnen
geven in het halen en vasthouden van de Europees voorgestelde energiebesparingsdoelen.
Extra vulling gasopslagen Bergermeer en Norg
Vanaf 8 juli 2022 deelt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat iedere week
een update over de stand van zaken van het gasverbruik en -opslagen in Nederland.
Het vullen van de gasopslagen verloopt voorspoedig. Zoals aan uw Kamer is toegezegd
is de actuele vulgraad nu ook te volgen op de website van de rijksoverheid.
In de brieven van 20 juni en 5 juli (Kamerstuk 29 023, nr. 312 en Kamerstuk 33 529, nr. 1056) heb ik aangegeven dat ik mij er op richt om de gasopslagen te vullen boven de Europese
streefdoelen. De moties van het lid Kops en van de leden Erkens en Kröger (Kamerstuk
29 023, nrs. 313 en 317) roepen mij daartoe ook op.
Wat betreft de gasopslag Bergermeer heb ik u in de brief van 5 juli jl. bericht wat
de mogelijkheden zijn en ben ik in gesprek met EBN om meer dan het eerder aangegeven
maximum van 11 TWh te laten vullen.
Voor de gasopslag Norg, een berging voor laagcalorisch gas, geldt dat deze opslag
deze zomer voor tenminste 4,8 miljard Nm3, 80% van de opslagcapaciteit, zal worden gevuld. In de brief van 5 juli heb ik aangegeven
dat de winning uit het Groningenveld niet zal worden verhoogd om de gasopslag Norg
met meer te vullen dan genoemde 4,8 miljard m3. Op 13 juli heeft de Staatssecretaris dat vastgelegd in zijn besluit tot wijziging
van de operationele strategie voor het lopende gasjaar (Stcrt. 2022, nr. 18714).
Ik onderzoek in de komende weken welke mogelijkheden er zijn om de gasopslag Norg
verder te vullen met geconverteerd hoogcalorisch gas. Ik realiseer me dat er bij omwonenden
al langere tijd vragen leven ten aanzien van de bodembeweging door het gebruik van
de gasopslag. Hier is aandacht voor in het lopende omgevingstraject voor de gasopslagen
Norg en Grijpskerk.
Er is op dit moment nog budget beschikbaar dat is vrijgemaakt voor het vullen van
Bergermeer, dat eerder dan beoogd wordt ingezet voor het verder vullen van de opslagen
Bergermeer en Norg, hetgeen ook technisch mogelijk is.
Om de daarmee gemoeide kosten te dekken wordt zoals eerder aangekondigd een heffing
voor het gebruik van het gastransportnet in de jaren 2024–2027 voorbereid.
LNG
Zoals met uw Kamer is gedeeld, wordt ingezet op een verdubbeling van de LNG-importcapaciteit
(tot maximaal 24 miljard m3) nog dit jaar ten behoeve van Nederland en omringende Europese lidstaten door uitbreiding
van de GATE terminal in Rotterdam en door de realisatie van de nieuwe drijvende LNG-terminal
in de Eemshaven. In de Kamerbrief van 20 juni jl. is gemeld dat Gasunie capaciteitsveilingen
heeft gehouden voor de beschikbare capaciteit van de LNG-terminal in de Eemshaven.
Gasunie heeft op 7 juli bericht dat zij als gevolg van deze veiling met twee partijen
contracten heeft gesloten die gezamenlijk meer dan 7 miljard m3 per jaar (van de beschikbare 8 miljard m3) aan capaciteit hebben gecontacteerd.6 De resterende capaciteit (0,936 miljard m3) wordt door Gasunie nog deze zomer opnieuw aangeboden aan geïnteresseerde marktpartijen.7 Gasunie verwacht dat ook deze resterende capaciteit in de komende maanden zal worden
verkocht. Gezien de gecontracteerde capaciteit kan de door het kabinet toegezegde
garantie die nodig was om de terminal te realiseren en die nog ter goedkeuring aan
uw Kamer wordt voorgelegd ook vroegtijdig worden beëindigd.8 Gasunie heeft laten weten voornemens te zijn om de garantieovereenkomst na ondertekening
op te zeggen.
In de brief van 20 juni jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de benodigde vergunningen
voor de LNG-terminal in de Eemshaven waarvoor met Gasunie en de betrokken overheden
en instanties goed wordt samengewerkt. Daarnaast heeft EemsEnergy Terminal B.V. (EET),
de dochtervennootschap van Gasunie die de LNG-terminal exploiteert, verzocht om een
ontheffing van enkele bepalingen uit de Gaswet die zien op de (jaarlijkse) regulering
van de gehanteerde tarieven. Deze ontheffing is een noodzakelijke voorwaarde voor
de realisatie van de LNG-terminal omdat die EET in staat stelt om vooraf voor de volledige
periode van vijf jaar waarvoor de LNG-terminal is voorzien tarieven af te spreken
met gebruikers van de terminal. Dit geeft alle betrokkenen de voor het project benodigde
zekerheid om contracten te kunnen sluiten. Ik heb de Autoriteit Consument en Markt
(ACM) verzocht om over het ontheffingsverzoek advies uit te brengen. ACM heeft een
positief advies gegeven.9 Vervolgens heb ik op 30 juni positief op het ontheffingsverzoek beslist (Stcrt. 2022, nr. 18454). Conform de Gaswet is direct daarna de EC in kennis gesteld van het ontheffingsbesluit,
samen met alle relevante gegevens. Binnen twee maanden na ontvangst van het ontheffingsbesluit
kan de EC een besluit nemen waarbij zij verzoekt het ontheffingsbesluit te wijzigen
of in te trekken. Indien die termijn van twee maanden verstrijkt zonder dat de EC
zo’n besluit neemt, treedt het ontheffingsbesluit in werking. Wanneer de EC wél zo’n
besluit neemt, treedt het ontheffingsbesluit na de eventuele aanpassing aan het besluit
van de EC in werking.
Extra winterpakket EU
De EC heeft op 20 juli haar communicatie «Save gas for a safe winter» uitgebracht.
Met deze communicatie wil de EC bereiken dat de lidstaten de maatregelen die zij in
aanloop naar de komende winter nemen om de gasvoorziening zo onverstoord mogelijk
te laten doorgaan versneld uitvoeren en ook beter onderling afstemmen. Daarbij wijst
de EC ook op de noodzaak van extra energiebesparing, het verminderen van het gasverbruik
voor verwarming en verkoeling, de mogelijkheden van brandstofomschakeling en marktgebaseerde
maatregelen om het gasverbruik door de industrie te verminderen. Voor dit laatste
presenteert de EC haar European Gas Demand Reduction Plan, In dit plan wordt ingegaan
op de mogelijkheden van besparingstenders en afschakelbare contracten. Daarnaast geeft
het plan niet-bindende richtsnoeren aan lidstaten voor het prioriteren van gasverbruik
door niet beschermde afnemers. De EC noemt daarbij de volgende criteria:
• Maatschappelijk belang van sectoren, zoals zorg, veiligheid, defensie en voeding;
• Grensoverschrijdende ketenafhankelijkheid. Dit betreft onder meer de dominantie rol
van één of enkele bedrijven in voor de maatschappij en de economie belangrijke waardeketens.
• Mogelijkheden van substitutie en reductie. In dit verband noemt de EC onder meer brandstofomschakeling,
het uitstellen of herinrichten van productie en het verplaatsen van productie naar
gebieden waar gas beter beschikbaar is.
• Mogelijke schade aan installaties. Hierbij wijst de EC onder meer het belang van volcontinu
processen.
Voor de verdere implementatie hiervan heeft de EC, als onderdeel van haar communicatie,
een verordening voorgesteld met daarin een vrijwillig gasbesparingsdoel van 15% voor
alle lidstaten. De EC vraagt daarbij tevens om de bevoegdheid om, indien de situatie
daar aanleiding toe geeft, een Unie-Alert af te kondigen waarmee het vrijwillige besparingsdoel
wordt omgezet in een verplicht besparingsdoel.
Het kabinet bestudeert nu de communicatie van de EC en de daarin opgenomen voorstellen
en zal de Tweede Kamer op zo kort mogelijke termijn de appreciatie van het kabinet
doen toekomen. Overleg met Duitsland over grensoverschrijdende ketenafhankelijkheid
van de industrie is reeds gestart.
Op 26 juli vindt een extra Energieraad plaats, waarover met uw Kamer een Schriftelijk
Overleg wordt gevoerd. Ik zal bij deze Raad aanwezig zijn. Op 15 juli jl. heeft uw
Kamer de Geannoteerde Agenda ontvangen. Daarin is aangegeven dat de gasleveringszekerheid
en maatregelen voor komende winter, inclusief de voorstellen van de Commissie, besproken
zullen worden.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief
Bijlage Bescherm- en Herstelplan Gas
• Voor een eventuele crisis in de gasvoorziening is het Bescherm en Herstelplan Gas
(BH-G) opgesteld en in oktober 2019 aan de Tweede Kamer gestuurd.
• Het BH-G dient ter uitvoering van de Europese verordening gasleveringszekerheid (verordening
(EU) nr. 2017/1938) die er ervoor moet zorgen dat alle noodzakelijke maatregelen worden
genomen om een ononderbroken gaslevering in de gehele Europese Unie te verzekeren,
met name voor huishoudens, als er zich een gasleveringscrisis voordoet.
• De verordening kent drie (in ernst oplopende) niveaus van gascrisis en bevat criteria
voor het afkondigen van deze niveaus (artikel 11, eerste lid, van de verordening)
Crisisniveau
Criteria voor afkondigen crisisniveau
I.
Vroegtijdige waarschuwing
1)
Uit concrete, ernstige en betrouwbare informatie;
2)
blijkt dat er zich een gebeurtenis kan voordoen;
3)
die de gasleveringssituatie aanzienlijk kan doen verslechteren; en
4)
die kan leiden tot het ontstaan van een alarm- of een noodsituatieniveau.
II.
Alarmsituatie
1)
Er doet zich:
a)
een verstoring van de gaslevering voor, of
b)
een uitzonderlijk hoge gasvraag voor;
2)
die de gasleveringssituatie aanzienlijk doet verslechteren;
3)
maar de markt nog in staat is deze verstoring of vraag op te vangen zonder gebruik
te moeten maken van niet-marktgebaseerde maatregelen.
III.
Noodsituatie
1)
Er doet zich:
a)
een uitzonderlijk hoge gasvraag voor,
b)
een aanzienlijke verstoring van de gaslevering voor, of
c)
een andere aanzienlijke verslechtering van de gasleveringssituatie voor;
2)
alle relevante marktgebaseerde maatregelen zijn toegepast;
3)
maar de gaslevering volstaat niet om aan de resterende gasvraag te voldoen, en
4)
er moeten dus bijkomend ook niet-marktgebaseerde maatregelen worden genomen met name om gasleveringen aan beschermde afnemers veilig te stellen.
• Het Bescherm- en Herstelplan Gas (BH-G), dat is vastgesteld ter uitvoering van de
verordening, voorziet voor iedere fase van gascrisis in maatregelen ter bestrijding
daarvan.
Fase I en II (vroegtijdige waarschuwing en alarm): Markt aan zet
• In de eerste twee fases van gascrisis («vroegtijdige waarschuwing» en «alarmsituatie»)
wordt het bestrijden van de crisis overgelaten aan de markt, wel wordt additioneel
informatie ingezameld bij marktpartijen.
• GTS beschikt voor deze fase over bevoegdheden (o.a. op grond van de Gaswet) om in
het geval van een alarmsituatie aanwijzingen te geven.
• EZK monitort in deze fase de ontwikkelingen, onderhoudt contacten met de Europese
Commissie en andere betrokken lidstaten en bereidt zich voor op het treffen van maatregelen
voor de fase van een noodsituatie.
Niveau alarm
Deze maatregelen zijn niet in volgorde van prioriteit benoemd.
II.1
Inzet eigen gecontracteerde middelen van GTS
II.2
Vrijblijvend verzoek GTS aan Neighbouring Network Operators (NNO’s) om vrijwillig
extra gas te leveren of minder gas uit Nederland af te nemen
II.3
Vrijblijvend verzoek GTS aan programmaverantwoordelijken om vrijwillig meer gas in
te voeden
II.4
Instructies GTS betreffende installaties voor de opslag van gas of LNG en op binnenlandse
entrypunten van het landelijk gastransportnet
Bevoegdheden GTS in alarmsituatie
• Op grond van de Transportcode Gas – LNB kan GTS een noodsituatie uitroepen (een alarmsituatie
als bedoeld in de verordening) indien er een zodanige situatie van onbalans in het
transportnetwerk is die niet via de within-day-market (WDM-transactie) kan worden
opgelost.
• Bij het afkondigen van een dergelijke situatie kan GTS besluiten om één of meer van
de volgende maatregelen te treffen:
– inzet van gecontracteerde middelen voor noodsituaties;
– instructies betreffende installaties voor de opslag van gas of LNG en op entrypunten
van het landelijk transportnet;
– instructies op exitpunten van het landelijk transportnet;
– Erkende programmaverantwoordelijken zijn verplicht de instructie(s) van GTS op te
volgen.
• Op grond van de Transportcode Gas – LNB kan GTS een aanwijzing aan GasTerra om meer
gas in te voeden uit het Groningenveld. In de Kamerbrief van 20 juni jl. over de afkondiging
van een vroegtijdige waarschuwing door de situatie op Europese gasmarkten (Kamerstuk
29 023, nr. 312) is dit nader toegelicht.
• geldt als een aanwijzing op een entrypunt.
– Dit kan leiden tot (tijdelijke) inzet van het Groningenveld indien de inzet van andere
middelen en in het vulseizoen het stilleggen van het vullen van gasopslagen ontoereikend
zijn.
– Een dergelijke inzet van het Groningenveld valt binnen het huidige vaststellingsbesluit
(incidentele verhoging van de productie uit het Groningenveld) en vindt plaats zonder
tussenkomst van de Staatssecretaris Mijnbouw.
– De aanwijzing geldt in principe tot de balans in het transportnetwerk is hersteld
en is gemaximeerd tot 1,5 miljard Nm3 gas.
Fase 3 noodsituatie: Overheid aan zet
• Als er sprake is van een noodsituatie kan er door de overheid worden ingegrepen met
behulp van niet-marktgebaseerde maatregelen. In deze fase is de Minister voor Klimaat
en Energie in de Gaswet aangewezen als bevoegde instantie voor het nemen van maatregelen.
• De maatregelen voor een noodsituatie zijn in het BH-G opgenomen in een maatregelenladder,
die ook de volgorde dicteert waarin de maatregelen moeten worden overwogen.
Niveau noodsituatie
De maatregelenladder dicteert de volgorde waarin de maatregelen overwogen worden,
geordend van de lichtste (2.3.1) naar de zwaarste (2.3.11) maatregel.
III.1
Oproepen tot vermindering aardgasverbruik
III.2
a. Vrijwillig verzoek minder gasafname aan buurlanden (overheid tot overheid).
b. Europese Commissie verzoeken om regionale noodsituatie uit te roepen
III.3
Inroepen van een besparingstender ‘minder afname’
III.4
Opleggen van een extra heffing voor aardgas
III.5
Gedwongen brandstofomschakeling van industrieën
III.6
Gedwongen brandstofomschakeling bij de productie van elektriciteit
III.7
Niet-beschermde gebruikers afschakelen (administratief en/of technisch)
III.8
Niet door solidariteit beschermde afnemers afschakelen (administratief en/of technisch)
III.9
Inroepen van onderlinge solidariteit tussen EU-lidstaten
III.10
Door solidariteit beschermde afnemers administratief afschakelen
III.11
Een deel van het hoofdnet gas inclusief export technisch afsluiten
Indieners
-
Indiener
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Medeindiener
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.