Brief regering : Instelling en benoeming adviescommissie versterken weerbaarheid democratische rechtsorde
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 735
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, VAN SOCIALE
ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juli 2022
Aanleiding
Op 19 januari jl. is de motie van het lid Segers c.s. (Kamerstuk 35 788, nr. 136) door uw Kamer aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 39, item 7). De motie verzoekt de regering tot het instellen van een breed samengestelde commissie
die onderzoekt hoe de ontwikkeling van radicalisering en politieke polarisatie verloopt
en op basis van wetenschappelijke inzichten analyseert wat de effecten hiervan op
het democratisch proces zijn. Voorts wordt de commissie gevraagd aanbevelingen te
doen over hoe onze democratie beter te weren tegen extremisme, radicalisering en polarisatie
en wat in deze tijd bijdraagt aan de versterking van de democratische rechtsorde.
Achtergrond
Het kabinet maakt zich zorgen over de berichtgeving omtrent de afname van vertrouwen,
de toename van polarisatie en het afhaken van sommige bevolkingsgroepen van democratische
processen. Daarop vindt het kabinet de radicalisering van protesten en de toename
van bedreigingen van publieke ambtsdragers als een bijzonder zorgelijke ontwikkeling.
Het AIVD jaarverslag 20211 constateerde onder andere «...toenemende verdeeldheid en verharding in de samenleving»
en «een deel van het anti-overheidsprotest radicaliseert tot gewelddadig extremisme».
Daarnaast schetst de «Atlas van afgehaakt Nederland»2 treffend welke maatschappelijke scheidslijnen er in Nederland zijn en waarom mensen
«afhaken» van politiek en overheid. Tot slot is vorige week de monitor integriteit
en veiligheid 20223 gepubliceerd waar een zorgwekkend beeld in naar voren komt over de toename van agressie
tegen politieke ambtsdragers en ambtenaren.
Kern
Het kabinet deelt het belang van de indieners van de motie om nader onderzoek te doen
naar bovengenoemde ontwikkelingen met oog op het versterken van de weerbaarheid van
de democratische rechtsorde. Daarom heeft het kabinet besloten deze motie uit te voeren
door een eenmalige adviescommissie «versterken weerbaarheid democratische rechtsorde» op te richten. Als bijlage bij deze brief treft u hiervoor de instellingsregeling.
Daarnaast heeft het kabinet ingestemd met de benoeming van de voorzitter, dhr. Ahmed
Marcouch. Graag ga ik mede namens de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en de Minister van Justitie en Veiligheid in deze brief nader in op de taakopdracht,
de looptijd en de samenstelling van deze adviescommissie.
De motie is ingediend naar aanleiding van het debat over de regeringsverklaring (Handelingen
II 2021/22, nr. 38, item 5 en Handelingen II 2021/22, nr. 39, items 3 en 6). De motie wijst op de afname van vertrouwen en het rapport «De atlas van afgehaakt
Nederland» en stelt het belang aan de orde om beter te begrijpen wat er nodig is om
extremisme, radicalisering en (politieke) polarisatie langs nieuwe maatschappelijke
scheidslijnen te temperen. Deze onderwerpen raken aan taken van meerdere departementen.
Daarom zijn de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid hierbij betrokken. Daarnaast zal de adviescommissie
op bijstand kunnen rekenen gedurende de looptijd van de adviescommissie van de onafhankelijke
adviescolleges van het kabinet zoals de WRR, ROB en SCP voor een solide kennisbasis.
Taakopdracht
In de bijlage treft u de instellingsregeling die tevens in de Staatscourant wordt
gepubliceerd. In de instellingsregeling treft u de taakopdracht van de adviescommissie.
Op hoofdlijnen richt de taakopdracht zich op het volgende:
− Tegenstellingen tussen burgers en een kritische houding richting overheid en politiek
horen bij een gezonde democratische rechtsorde. Problematisch wordt het wanneer uitingen
het vrije publieke debat onder druk zetten of democratische processen en instituties
de-legitimeren en verstoren. Denk aan extremisme en onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden
of publieke ambtsdragers, met in het ergste geval dehumanisering, intimidatie, bedreiging
en zelfs geweld.
− Waar is sprake van dergelijke problematische uitingen, vooral in de relatie overheid-burgers?
Wat is de rol van radicale bewegingen in het creëren van een «permissieve context»
voor gedrag dat de democratische rechtsorde ondermijnt? Welke rol spelen internet
en sociale media hierbij?
− Welke rol hebben politiek en overheid zelf bij het ontstaan van wantrouwen en polarisatie?
Wat is het handelingsperspectief? Zowel om grieven beter te kanaliseren als om escalatie
te voorkomen.
− Wat zijn de randvoorwaarden die nodig zijn voor mensen om meer gevoel van vertrouwen
en verbinding te ervaren? Wat kunnen overheid en politiek hierin doen?
De adviescommissie kan gedurende haar werkzaamheden advies inwinnen bij de betrokken
partners. Daarnaast wordt expliciet opgeroepen ook de samenleving te raadplegen bij
dit vraagstuk daar waar het zich juist in de samenleving afspeelt. De taakopdracht
is richtinggevend, maar de adviescommissie is vrij om gedurende haar werkzaamheden
zelf te bepalen hoe zij invulling geeft aan de taakopdracht. Indien zij dit bijvoorbeeld
nodig acht, kan de commissie er voor kiezen om de focus te leggen op een of meer van
de verschillende fenomenen die de motie aanhaalt.
Organisatie en samenstelling
De motie vraagt expliciet om een breed samengestelde commissie. Dit gaat over vertegenwoordiging
van brede deskundigheid – op het terrein van vertrouwen en extremisme, polarisatie
en nieuwe vormen van radicalisering. Maar het gaat ook om leden in de adviescommissie
met brede ervaring in de praktijk, ook buiten gebruikelijke institutionele kaders,
die een brug kunnen slaan naar bevolkingsgroepen waarvan blijkt dat zij een lagere
mate van vertrouwen in de overheid hebben en/of niet meer deelnemen aan de democratie.
Hierbij wordt formeel lidmaatschap van de adviescommissie wenselijk geacht. Daarom
is gekozen voor een nieuw op te richten eenmalige adviescommissie.
Om daar een goede invulling aan te geven zijn er door de betrokken partijen profielschetsen
gemaakt om aan de gevraagde brede samenstelling te voldoen. Hierbij is gekeken naar
wetenschappelijke expertise, praktijkkennis en persoonlijke kenmerken. Dhr. Ahmed
Marcouch, burgemeester van de gemeente Arnhem, wordt voorzitter van de adviescommissie.
De benoeming van de leden van de commissie volgt per koninklijk besluit na de zomer.
De adviescommissie wordt via budget en ondersteuning in staat gesteld om haar werkzaamheden
uit te voeren. Dit wordt gedaan door een secretariaat aan te stellen met organisatorische-
en schrijfvaardige competenties en dat bekend is met de materie waarop de commissie
adviseert.
Planning en uitvoering
De adviescommissie start in september 2022 waarna het gedurende dertien maanden haar
werkzaamheden verricht. De adviescommissie wordt gevraagd om voor 1 oktober 2023 haar
eindrapportage aan te bieden aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie en Veiligheid. Halverwege de looptijd
van de adviescommissie wordt uw Kamer geïnformeerd over de voortgang.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid