Brief regering : Reactie op verzoek commissie over UNESCO-advies Waddenzee
29 684 Waddenzeebeleid
Nr. 229
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juli 2022
Op 22 juni jl. heeft u mij verzocht een reactie te geven op «Reactie briefing van
de Waddenvereniging met betrekking tot UNESCO-advies Waddenzee». De kern van de briefing
is als volgt verwoord: «Een debat voor de zomer is zeer gewenst met de Minister van
Natuur & Stikstof over het UNESCO-advies, gaswinning en zeker ook het nieuwe beleidskader
natuurbescherming Waddenzee. Cruciaal daarbij is dat het kabinet inzicht geeft in
concrete beleidsmaatregelen die nodig zijn onder meer naar aanleiding van het UNESCO-advies».
Hierbij kort de stand van zaken ten aanzien van de in de briefing genoemde punten.
In lijn met eerder beantwoorde vragen aan de Tweede Kamer die ik u op 28 juni jl.
(Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3304) heb gestuurd, kan ik u hierover het volgende melden. Het oordeel van UNESCO en IUCN
bevestigt de grote waarde van de Waddenzee als uniek natuurgebied en de daartoe vereiste
juiste bescherming. Ik zie de reactie van UNESCO als ondersteunend in de noodzaak
tot het opstellen van een Beleidskader Natuur Waddenzee (Beleidskader).
De Waddenvereniging vraagt om inzicht in de concrete beleidsmaatregelen als onderdeel
van dit Beleidskader. Het streven was om de Tweede Kamer voor de zomer te informeren
over de hoofdlijnen van het Beleidskader. Ik ben momenteel hierover nog in gesprek
met de partijen in het Waddengebied. Ik verwacht u in het najaar over de hoofdlijnen
te kunnen informeren. Voor concretisering van beleid is meer tijd nodig, dit vergt
zorgvuldigheid gelet op de vele belangen in het gebied.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Indieners
-
Indiener
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.