Brief regering : Model protocol binnengemeentelijke gegevensdeling bij aanpak ondermijning
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 361
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2022
Om voor gemeenten inzichtelijk te maken wat de wettelijke mogelijkheden zijn voor
gegevensdeling bij de aanpak van ondermijning is in 2020 een modelinformatieprotocol
opgesteld. Het beschrijft aan de hand van een stappenplan welke mogelijkheden gemeenten
hebben om dat op een rechtmatige manier te doen, waarbij rekening wordt gehouden met
de grenzen van bestaande wetgeving om informatie binnengemeentelijk te kunnen delen.
Bij brief van 20 februari 2020 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer het modelinformatieprotocol
toegezonden.1
Het modelinformatieprotocol bevat een checklist ten behoeve van signaalanalyse. Aan
de hand van deze checklist wordt stapsgewijs beoordeeld of een signaal betrekking
heeft op ondermijning. Voor de beoordeling van een signaal is van belang wat het signaal
inhoudt en of het betrekking heeft op ondermijning. Dat betreft de eerste weging.
Een signaal wordt bij intake beoordeeld op grond van een aantal kenmerken en indicatoren.
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om thema’s als «fraude in de vastgoedsector» en daarbinnen
om bijvoorbeeld «verhuurders». Daarnaast kunnen personen die een rol spelen bij een
regionaal thema of een handhavingsknelpunt een relevant onderdeel zijn van een signaal.2 Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat op basis van het modelinformatieprotocol
individuele burgers worden geregistreerd, het geeft daartoe geen aanleiding of grondslag.
Er zijn mij geen signalen bekend dat het gebruik van het modelinformatieprotocol heeft
geleid tot een werkwijze van gemeente waarbij individuele burgers zijn opgenomen in
een registratie.
In recente mediaberichtgeving is aandacht geweest voor de checklist en het feit dat
daarop woonwagenbewoners (en huurders en eigenaren van woonwagens) worden genoemd
als personen die een relevant onderdeel kunnen zijn van een signaal van ondermijning.
De checklist is overgenomen uit het privacy protocol van de gemeente Rotterdam, dat
als voorbeeld heeft gediend voor het modelinformatieprotocol. De reden waarom de gemeente
Rotterdam deze specifieke groep heeft opgenomen in hun checklist, is omdat destijds
woonwagencentra in Rotterdam golden als een handhavingsknelpunt. Het mag duidelijk
zijn dat het verkeerd is dat de focus op een specifieke groep personen wordt gelegd.
Het is onjuist en draagt bij aan stigmatisering. Ik ben dan ook voornemens om het
modelinformatieprotocol aan te laten passen. Met de aanpassing zal de focus worden
gelegd op gebieden die kwetsbaar zijn voor criminele activiteiten in plaats van op
personen die tot een bepaalde groep horen.
Bij het aanpassen van het modelinformatieprotocol zal ook het mensenrechtelijk toetsingskader
van het College voor de rechten van de Mens (het College) worden betrokken.3 In dit toetsingskader staan de juridische maatstaven om te bepalen wanneer risicoprofielen
leiden tot (directe of indirecte) discriminatie op grond van de ras (waaronder etniciteit
valt) of nationaliteit. Het College hanteert in dit toetsingskader een ruime definitie
van het begrip «ras». Zo vallen woonwagenbewoners die zich «van generatie op generatie
als zodanig manifesteren en die zich beschouwen als een bevolkingsgroep met een van
andere bevolkingsgroepen te onderscheiden cultuur» volgens het College ook onder het
begrip «ras».
Daar waar risicoprofielen in de praktijk noodzakelijk worden geacht zullen overheidsorganisaties
moeten toetsen of in dat specifieke geval wordt voldaan aan de juridische maatstaven
zoals weergegeven in dit toetsingskader van het College. De mogelijke gevolgen voor
burgers van risicoprofilering zijn groot en daarom kunnen afkomstgerelateerde criteria
niet of alleen in uitzonderlijke gevallen en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
worden toegepast.
Om deze redenen zal het mensenrechtelijk toetsingskader van het College worden betrokken
bij het aanpassen van het modelinformatieprotocol. Dit zal ik doen in samenspraak
met het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO)4 – de opdrachtgever van het modelinformatieprotocol – en gemeenten. Ik verwacht dat
dit tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het SBO in september 2022 afgerond kan
worden. Na afronding zal ik uw Kamer hierover informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid