Brief regering : Kabinetsappreciatie Verordening tijdelijke erkenning Oekraïense rijbewijzen
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
36 045
Situatie in de Oekraïne
Nr. 3464
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2022
Op 20 juni jl. heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een verordening gepresenteerd,
getiteld «Voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling
van specifieke en tijdelijke maatregelen, naar aanleiding van de Russische invasie
van Oekraïne, met betrekking tot door Oekraïne overeenkomstig zijn wetgeving afgegeven
bestuurdersdocumenten».1
Gegeven de urgentie van het Commissievoorstel, is het Tsjechisch voorzitterschap van
de Raad voornemens om via een versnelde procedure op korte termijn over te gaan tot
vaststelling van het standpunt van de Raad. Op 13 juli aanstaande zal in het Comité
van Permanente Vertegenwoordigers (COREPER) een vaststelling van het standpunt plaatsvinden.
Gelet op de zeer hoge snelheid van dit onderhandelingsproces en het belang dat het
kabinet hecht aan een tijdige informatievoorziening aan uw Kamer, is ervoor gekozen
u per brief een toelichting op en appreciatie van het voorstel te doen toekomen in
plaats van een BNC-fiche.
Inhoud van het voorstel
Het voorstel van de Commissie heeft als doel passend te voorzien in een geharmoniseerd
kader voor de erkenning van Oekraïense rijbewijzen op het grondgebied van de Europese
Unie (hierna: EU), zolang de periode van tijdelijke bescherming2 van Oekraïners duurt. De kern van het voorstel is dat Oekraïners (of andere inwoners
van Oekraïne die onder de beschermingsregeling vallen) die tijdelijke of passende
bescherming genieten (de vluchtelingenstatus waaronder de meeste Oekraïense vluchtelingen
momenteel in de EU verblijven) met een Oekraïens rijbewijs, inclusief beroepschauffeurs,
in de EU kunnen rijden. De tijdelijke bescherming waar Oekraïners momenteel onder
vallen geldt tot 4 maart 2023 en kan daarna met een half jaar tot een jaar verlengd
worden, tot maximaal 3 jaar. Daarnaast zet de Commissie in op een integere en fraudebestendige
implementatie van de erkenningen van Oekraïense rijbewijzen. Een ander belangrijk
punt dat de Commissie onderstreept, is dat Oekraïne grotendeels een gelijkaardig rijbewijssysteem
kent en de erkenning daarom relatief eenvoudig te implementeren is, zonder grote gevolgen
voor de verkeersveiligheid, omdat mensen voor een Oekraïens rijbewijs grotendeels
aan dezelfde eisen moeten voldoen als rijbewijshouders in de lidstaten van de EU.
De Commissie geeft aan dat het voorstel nodig is, omdat er vele miljoenen Oekraïners
naar de EU zijn gevlucht vanwege de oorlog naar aanleiding van de Russische inval.
Onder normale omstandigheden mogen Oekraïners, net als de meeste derdelanders, in
de meeste EU-landen maximaal een half jaar rijden met hun rijbewijs. Omdat de eerste
Oekraïense vluchtelingen onder tijdelijke bescherming vanaf eind februari jongstleden
in de EU aankwamen, komt deze termijn van een half jaar steeds dichterbij en acht
de Commissie het noodzakelijk om zo spoedig mogelijk uniforme regels voor de houders
van Oekraïense rijbewijzen te scheppen.
De Commissie geeft aan dat het belangrijk is dat deze groep vluchtelingen gebruik
kan maken van een Oekraïens rijbewijs in de EU, aangezien ze dit in staat stelt mobiel
te zijn. Daarnaast is een erkenning van Oekraïense rijbewijzen nodig omdat de druk
op exameninstanties en uitgevende instanties anders toeneemt gezien de vele Oekraïners
onder tijdelijke bescherming die een rijbewijs voor in de EU nodig hebben in het land
waar ze verblijven. Ook wil de Commissie graag beroepschauffeurs tegemoetkomen zodat
ze zo snel mogelijk kunnen deelnemen aan economische activiteiten, dit omdat ook op
dit vlak Oekraïne een rijbewijsstelsel heeft dat zeer lijkt op het EU-stelsel en de
eisen voor beroepschauffeurs in Oekraïne daarmee vergelijkbaar zijn als in de EU.
Concreet stelt de Commissie voor dat Oekraïense rijbewijzen die in het bezit zijn
van de groep die tijdelijke bescherming geniet, door lidstaten moeten worden erkend
en dat een internationaal rijbewijs niet nodig is om het rijbewijs in de EU te kunnen
gebruiken. Het internationale rijbewijs is een vertaling van het rijbewijs dat met
name door handhavers gebruikt wordt om bijvoorbeeld rijbewijzen in een ander schrift
te kunnen lezen. Ook kan Oekraïne eenzijdig de betreffende rijbewijzen administratief
verlengen en dus bijvoorbeeld aangeven dat verlopen rijbewijzen een jaar langer geldig
zijn, of eventueel nog langer. Oekraïne dient dit wel bekend te maken aan de lidstaten
en de Unie.
Daarnaast is het met deze verordening voor lidstaten mogelijk om voor de groep die
tijdelijke bescherming geniet waarvan het rijbewijs is verloren of gestolen een nieuw
rijbewijs met dezelfde categorie of categorieën af te geven. De lidstaten voeren hiertoe
een speciale tijdelijke Uniecode in die alleen geldig is voor de duur van de tijdelijke
bescherming (code 99.01). Om dit tijdelijke rijbewijs, geldig in de gehele EU, af
te kunnen geven, moet de betreffende afgevende instantie bij de Oekraïense autoriteiten
nagaan of iemand recht heeft op het rijbewijs en voor welke categorieën, bijvoorbeeld
auto, bus, vrachtwagen of snorfiets, het nieuw afgegeven rijbewijs geldig wordt. Als
verificatie in samenwerking met Oekraïne niet mogelijk is, krijgt de lidstaat de mogelijkheid
om een rijbewijs af te geven alleen voor nationaal grondgebied.
Het wordt voor lidstaten ook mogelijk om Oekraïense (beroeps-)chauffeurs onder tijdelijke bescherming, die in het bezit zijn van een Oekraïens rijbewijs
waarmee internationaal goederen- of personenvervoer mag worden verricht, na toetsing
te voorzien van een rijbewijs of kwalificatiekaart met een speciale uniecode 95.01
waarmee de chauffeurs professioneel goederen- of personenvervoer in de EU mogen verrichten.
Deze mogelijkheid is een uitzondering op de reguliere situatie waarin een chauffeur
met Oekraïens rijbewijs pas beroepsgoederenvervoer mag verrichten als hij of zij in
de EU bepaalde examens heeft gehaald om zo de zogenaamde beroepskwalificatie te krijgen.
Het onderhavige voorstel van de Commissie geeft de betreffende chauffeurs de mogelijkheid
om met een aangepast opleidingsschema van maximaal 60 uur waarvan ten minste 10 uur
praktijk rijles en vervolgens een schriftelijk of mondeling examen de beroepskwalificatie
te halen, om zo zeker te stellen dat de betreffende chauffeur dezelfde kennis heeft
als die nodig wordt geacht in de richtlijn betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding
en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over
de weg bestemde voertuigen3. Het aldus behaalde rijbewijs of de kwalificatiekaart mag niet langer geldig zijn
dan de tijdelijke bescherming van de desbetreffende chauffeur. Deze rijbewijzen of
kwalificatiebewijzen worden voorzien van een speciale code en dienen binnen de hele
EU erkend te worden.
Kabinetsappreciatie
Essentie Nederlands beleid
Het Nederlandse rijbewijzenbeleid is met name gebaseerd op Europese wet- en regelgeving.
Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) is in Nederland de bevoegde exameninstantie,
terwijl de Dienst Wegverkeer (RDW) zich bezighoudt met de documentafgifte van rijbewijzen.
Het huidige EU-rijbewijsbeleid is opgenomen in de derde rijbewijsrichtlijn4. Het kabinet is voorstander van een dergelijk gemeenschappelijk beleid en heeft dit
met name geïmplementeerd in de Wegenverkeerswet 1994. Op basis hiervan mogen onder
normale omstandigheden de meeste derdelanders, waaronder Oekraïners, in Nederland
maximaal een half jaar rijden met hun rijbewijs.
Bovendien leidt de integratie van het rijbewijzenbeleid tot vrij verkeer van personen
en goederen, waar het kabinet voorstander van is, omdat de standaarden van het rijbewijs
in de gehele Unie op deze manier gelijk zijn en alle rijbewijzen van lidstaten in
de EU moeten worden erkend.
Het kabinetsbeleid ten aanzien van Oekraïense vluchtelingen is dat wordt ingezet op
zo spoedig mogelijke integratie in de samenleving. Hierbij is de inzet van het kabinet
om Oekraïners de kans te geven aan het werk te gaan.5 Een geldig rijbewijs kan hieraan bijdragen, aangezien het van nut kan zijn om naar
werk te reizen, maar bijvoorbeeld ook om goederenvervoer te verrichten (bijvoorbeeld
hulpgoederen voor humanitaire hulp).
Inhoudelijke appreciatie
Het kabinet is positief over het Commissievoorstel, aangezien het goed aansluit bij
het kabinetsbeleid ten aanzien van Oekraïense vluchtelingen. Het past ook bij het
beleid op het gebied van rijbewijzen dat we in Nederland en vanuit de EU voeren. Het
kabinet is positief over het voorstel, omdat met de verordening wordt bijgedragen
aan de integratie van de Oekraïense vluchtelingen in de Nederlandse samenleving en
daarnaast het vrij verkeer van personen en goederen wordt bevorderd. Zo is het voor
beroepschauffeurs cruciaal dat ze vracht en personen kunnen vervoeren zonder landsgrenzen
als barrière. Dit is met name voor Nederland als handelsland van essentieel belang.
Het voorstel om Oekraïense rijbewijzen van personen die tijdelijke bescherming genieten
te erkennen, vindt het kabinet logisch. Het is met name van belang om dit besluit
te nemen omdat vluchtelingen op korte termijn al een half jaar in Nederland verblijven.
Na deze periode kunnen deze personen hun rijbewijs niet meer gebruiken, waarmee hun
mobiliteit sterk wordt ingeperkt. Het niet erkennen van deze rijbewijzen heeft tot
gevolg dat Oekraïners examen moeten doen bij het CBR om een rijbewijs te halen. Naast
administratieve lasten en druk op de capaciteit in Nederland, heeft dit ook gevolgen
voor Oekraïense vluchtelingen zelf vanwege de met een examen gemoeide kosten. Daarnaast
verwacht het kabinet dat de gevolgen voor de verkeersveiligheid van het voorstel klein
zijn, omdat het Oekraïense rijbewijsstelsel grotendeels gelijk is aan het Europese
en chauffeurs daarmee op eenzelfde manier zijn opgeleid als chauffeurs in de Europese
Unie en daarmee voldoen aan de eisen die Europees worden gesteld aan de rijopleiding
om veilig de weg op te kunnen.
Het kabinet ziet wel dat er (verstrekkende) uitvoeringsconsequenties kleven aan de
optionele bepalingen uit het voorliggende voorstel, omdat bijvoorbeeld de code 95.01
die wordt voorgesteld niet aansluit op bestaande structuren, bijvoorbeeld wat betreft
examinering. Het kabinet vindt het dan ook noodzakelijk de gevolgen voor de uitvoering
goed in beeld te krijgen en de Commissie wordt op dit punt om verduidelijking gevraagd.
Afhankelijk hiervan vraagt het kabinet mogelijk het voorstel op specifieke punten
aan te passen zodat het beter aansluit bij de huidige uitvoeringspraktijk, zodat het
CBR bijvoorbeeld voor code 95.01 niet een geheel nieuw examen moet inrichten. Hiermee
wordt het naar het oordeel van het kabinet eenvoudiger om gebruik te maken van de
optionele bepalingen.
Het voorstel van de Commissie tot vrijstelling voor Oekraïense vluchtelingen van de
plicht tot het hebben van een internationaal rijbewijs kan het kabinet tevens volgen,
omdat het momenteel voor deze groep niet mogelijk is om een dergelijk internationaal
rijbewijs te bemachtigen. In Nederland is dit momenteel al niet verplicht voor deze
groep, maar in sommige andere lidstaten nog wel. Dit impliceert dat handhavingsinstanties
zoals politie, Openbaar Ministerie (OM) en de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) op de hoogte dienen te zijn van de verschijningsvormen, echtheidskenmerken en
specificaties van de verschillende Oekraïense rijbewijzen die in omloop zijn. Het
kabinet verzoekt de Commissie en/of de Oekraïense autoriteiten dan ook meer helderheid
hierover te verschaffen, zodat handhavende instanties hiermee voldoende geïnformeerd
kunnen worden en waar nodig effectief kunnen opereren.
In lijn met de erkenning van rijbewijzen, acht het kabinet het tevens passend dat
Oekraïense autoriteiten eenzijdig rijbewijzen administratief kunnen verlengen voor
de duur van de tijdelijke bescherming. Dit omdat het momenteel vrijwel onmogelijk
is voor een Oekraïense vluchteling om terug te gaan naar Oekraïne om het rijbewijs
te verlengen. Het is voor het kabinet belangrijk dat lidstaten hierover tijdig worden
geïnformeerd.
De voorgestelde mogelijkheid om bij gestolen of verloren rijbewijzen een tijdelijk
Nederlands rijbewijs met speciale code te verkrijgen, is naar het oordeel van het
kabinet ook wenselijk, mede in het kader van het voornemen Oekraïense vluchtelingen
zo goed mogelijk te faciliteren. Met name door de verplichting om eerst bij de Oekraïense
autoriteiten (of op basis van een Oekraïens digitaal rijbewijs) na te gaan of iemand
echt recht heeft op een rijbewijs en voor welke categorieën, wordt de kans op fraude
beperkt.
Het kabinet meent wel dat de gevolgen voor de uitvoering van deze mogelijkheid tot
het verkrijgen van een tijdelijk Nederlands rijbewijs nog beter in beeld moeten worden
gebracht door de Commissie, voordat deze optie definitief uitvoerbaar kan worden geacht.
Het kabinet verzoekt de Commissie dan ook om nadere toelichting op dit punt. Daarnaast
wil het kabinet graag weten hoe toegankelijk het Oekraïense systeem om rijbewijsgegevens
te raadplegen inmiddels is voor lidstaten en wat de verwachtingen hieromtrent zijn
in de nabije toekomst.
Ook wordt in het voorliggende voorstel niet duidelijk wat de medische vereisten zijn
voor de betreffende Oekraïense chauffeurs aan wie Nederland een rijbewijs wil verstrekken.
Het kabinet wil daarnaast graag weten of dezelfde Europese eisen voor medische keuringen
gelden voor deze groep, zoals bijvoorbeeld een verplichte keuring bij het verlengen
van een rijbewijs voor vrachtwagenchauffeurs, of voor chauffeurs met medische problemen
die de rijgeschiktheid beïnvloeden en hierover verduidelijking vragen tijdens de onderhandelingen.
Indien nodig wordt door het kabinet ingezet op een mogelijkheid om rijbewijzen waarvoor
een medische keuring verplicht is niet te verstrekken totdat door de aanvrager van
het rijbewijs aan de medische eisen wordt voldaan.
Een andere vraag die het kabinet over dit deel van het voorstel heeft, is of er geen
andere mogelijkheid is om een rijbewijs met de speciale code 99.01 te verstrekken,
zodat het rijbewijs langer geldig is dan de einddatum van de tijdelijke bescherming.
Het huidige Commissievoorstel zorgt er namelijk voor dat bij elke verlenging van de
vluchtelingenstatus tevens een nieuw rijbewijs moet worden aangevraagd met de bijbehorende
kosten voor de Oekraïense vluchteling en de uitvoering van dien. Het kabinet vraagt
de Commissie dan ook naar mogelijke alternatieven.
Ook geeft de Commissie de optie om een tijdelijk rijbewijs voor alleen nationaal grondgebied
af te geven als er geen informatie achterhaald kan worden. Het kabinet vindt het onverstandig
om dit voor Nederland in te voeren, omdat bij afwezigheid van dergelijke informatie,
er onvoldoende waarborgen zijn voor de verkeersveiligheid.
Het kabinet ondersteunt het voornemen van de Commissie om een optionele speciale uniecode 95.01
in te voeren voor beroepschauffeurs die reeds een Oekraïens «certificate of professional
competence» (CPC)6 bezitten. De door de commissie voorgestelde nieuwe code 95.01 geeft gelijke rechten
als de Europese code 95. Het kabinet ondersteunt dit voornemen, omdat het Oekraïense
rijbewijsstelsel relatief vergelijkbaar is met het Europese en de gevolgen voor de
verkeersveiligheid daarmee naar verwachting klein zijn. Daarnaast wordt deze groep
chauffeurs hiermee geholpen om beroeps- of personenvervoer te kunnen verrichten en
daarmee hun beroep uit te oefenen.
Het kabinet vindt echter de vorm van de code 95.01 zoals nu is voorgesteld moeilijk
uitvoerbaar, aangezien er op korte termijn voor een waarschijnlijk relatief kleine
groep nieuwe opleidings- en exameneisen moeten worden geformuleerd, ontwikkeld en
uitgevoerd. Dit lijkt een kostbare aangelegenheid en daarnaast lijkt het ingewikkeld
te implementeren in de systemen van het CBR en de RDW. Ook moeten betreffende chauffeurs
relatief veel kosten maken (60 uur rijles waarvan tenminste 10 uur praktijkles en
een examen) voor een rijbewijs dat alleen geldig is zolang hun tijdelijke bescherming
geldt. Dit lijkt naar het oordeel van het kabinet op het eerste gezicht niet in verhouding.
Het kabinet zet er dan ook op in aan te sluiten bij structuren zoals deze nu al zijn
ingericht voor de nascholing van code 95 en als dit niet lukt overwegen deze optionele
bepaling niet in te voeren. Een voorstel kan zijn om Oekraïense chauffeurs die code 95.01
willen halen, in plaats van de procedure die wordt voorgesteld, een certificaat van
nascholing te laten halen, zoals dat nu al gebruikelijk is voor beroepschauffeurs
om hun beroepskwalificatie te behouden.7 Dit is waarschijnlijk goedkoper, uitvoerbaarder en gebruiksvriendelijker voor de
betreffende chauffeurs. Naast de mogelijkheid die door de Commissie wordt voorgesteld,
bestaat ook nog de gebruikelijke route voor chauffeurs om code 95 te behalen. Hierbij
dienen ook rijlessen te worden gevolgd en examens te worden gedaan bij het CBR. Het
voordeel van deze optie is dat het rijbewijs met code 95 daarmee direct 5 jaar geldig
is en niet zo lang als de tijdelijke bescherming geldt. Beide alternatieven worden
door het kabinet tijdens de onderhandelingen onder de aandacht gebracht van de Commissie.
Eerste inschatting van krachtenveld
Het merendeel van de lidstaten heeft zich positief uitgelaten over het voorstel. De
steun aan Oekraïners onder tijdelijke bescherming is in de EU breed gedragen en de
urgentie van dit voorstel wordt onderschreven. Bij het merendeel van de lidstaten
leeft nog vragen omtrent de precieze invulling van de optionele bepalingen. Daarnaast
zijn er, in lijn met de vragen van het kabinet, naar meer lidstaten met vragen ten
aanzien van de uitvoering van het voorstel. Landen waarin zich meer Oekraïense (beroeps)chauffeurs
met een vluchtelingenstatus bevinden en die bijvoorbeeld aan Oekraïne grenzen, zullen
waarschijnlijk genegen zijn om de optionele bepalingen zoals die voor code 95.01 en/of
code 99.01 te implementeren, omdat de doelgroep voor deze bepalingen in die landen
het grootst is. Het voorzitterschap heeft bovengenoemde zorgen grotendeels overgenomen
en inmiddels het Raadsmandaat vastgesteld. Europarlementariër Marinescu (EPP) is aangesteld
als rapporteur en het Europees parlement (EP) heeft zich tevens positief uitgelaten
over het voorstel en met name de urgentie hiervan benadrukt. Het EP heeft dan ook
besloten om het voorstel via een versnelde procedure te behandelen en inmiddels is
het voorstel door het EP in de plenaire stemming aangenomen.
Oordeel ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen
Bevoegdheid
Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De Commissie
stelt artikel 91, eerste lid, VWEU voor als rechtsgrondslag voor dit voorstel. Dit
artikel geeft de EU de bevoegdheid tot het vaststellen van EU-wetgeving met betrekking
tot onder meer gemeenschappelijke regels voor internationaal vervoer vanuit of naar
het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van één of meer lidstaten
(artikel 91, lid 1, onder a), VWEU), de voorwaarden waaronder vervoerondernemers worden
toegelaten tot nationaal vervoer in een lidstaat waarin zij niet woonachtig zijn (artikel 91,
lid 1, onder b), VWEU), maatregelen die de veiligheid van het vervoer kunnen verbeteren
(artikel 91, lid 1, onder c, VWEU) en alle overige dienstige bepalingen (artikel 91,
lid 1, onder d, VWEU). Het kabinet acht dit de juiste rechtsgrondslag en daarmee is
de Unie bevoegd om dit voorstel te doen. Op het terrein van vervoer is sprake van
een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 1 onder g VWEU).
Subsidiariteit
Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit als positief. De voorgestelde verordening
heeft tot doel Oekraïners met een Oekraïens rijbewijs die tijdelijke of passende bescherming
genieten de mogelijk te geven in de EU te kunnen rijden. Gezien de transportsector
als ook personenvervoer een grensoverschrijdend karakter hebben en meerdere lidstaten
worden geraakt, is het onwaarschijnlijk dat de tekortkomingen van de regels worden
verholpen wanneer lidstaten individueel regels stellen over de toegang tot het beroep
van wegvervoerondernemer en de toegang tot de markt van het internationaal goederenvervoer
over de weg. De doelstelling kan dan ook onvoldoende door de lidstaten op centraal,
regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt. Door een gecoördineerde EU-aanpak
kan optimaal worden samengewerkt tussen de lidstaten, en hun vervoerders, om het vrij
verkeer van personen en goederen in stand te houden, alsook de Oekraïense vluchtelingen
in dit kader te ondersteunen. Om die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
Proportionaliteit
Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit als positief. De voorgestelde verordening
heeft tot doel Oekraïners met een Oekraïens rijbewijs die tijdelijke of passende bescherming
genieten de mogelijk te geven in de EU te kunnen rijden. Het voorgestelde optreden
is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat de tijdelijke erkenning van Oekraïense
rijbewijzen, het eenzijdig verlengen van rijbewijzen door Oekraïense autoriteiten,
als ook de optie om bij gestolen of verloren rijbewijzen een tijdelijk Nederlands
rijbewijs met speciale code te verkrijgen, alle ervoor zorgen dat vluchtelingen ook
na een half jaar verblijf de mogelijkheid behouden in de EU te rijden. Bovendien gaat
het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat het ruimte laat aan
lidstaten om optionele bepalingen, bijvoorbeeld met betrekking tot het tijdelijk afgeven
van rijbewijzen aan Oekraïense vluchtelingen die hun rijbewijs kwijt zijn of het invoeren
van code 95.01 voor beroepschauffeurs, afhankelijk van hun nationale wet- en regelgeving,
al dan niet te implementeren. Daarnaast hebben de voorgestelde maatregelen ter erkenning
van Oekraïense rijbewijzen een tijdelijk karakter.
Financiële gevolgen
Het voorliggende voorstel heeft geen consequenties voor de EU-begroting. Het kabinet
is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in
de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten
passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
Er zijn weinig financiële consequenties met dit voorstel gemoeid, de kosten zitten
met name in de uitvoering van het voorstel (zie de uitvoeringsparagraaf hieronder).
Zowel door het kabinet, als ook door de uitvoeringsinstanties RDW en CBR moet namelijk
gewerkt worden aan de praktische implementatie van de verordening, om de kosten hiervan
goed in beeld te krijgen moet eerst een uitvoeringstoets worden gedaan. Het kabinet
heeft bij de nadere uitwerking van de verordening dan ook oog voor de gevolgen voor
de uitvoering en mogelijke kosten die hieraan verbonden zullen zijn. Eventuele budgettaire
gevolgen worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement,
conform de regels van de budgetdiscipline
Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
In beginsel heeft het voorliggende voorstel geen financiële consequenties of gevolgen
voor regeldruk, bedrijfsleven en burger. Mogelijk moeten Oekraïense chauffeurs die
onder de tijdelijke bescherming vallen, als zij een rijbewijs met code 99.01 willen
aanvragen, de kosten voor het rijbewijs dragen. Belangrijk (financieel) voordeel voor
burgers is dat ze geen examens hoeven doen of een rijbewijs aan te vragen als ze momenteel
met hun Oekraïense rijbewijs hier verblijven.
Chauffeurs die een code 95.01 willen halen, moeten, zoals het nu in het voorstel is
opgenomen, 60 uur rijonderricht volgen, waarvan 10 uur daadwerkelijk in een voertuig
volgen. Dit laatste is kostbaar, aangezien praktijkrijles in een vrachtwagen gemiddeld
72 euro per uur kost in Nederland. Daarnaast moet er voor een examen betaald worden.
De kosten hiervan kunnen verder in beeld worden gebracht met een uitvoeringstoets
door het CBR. Ook zullen er kosten zijn verbonden aan de overige 50 lesuren. Tot slot
zijn er kosten voor het daadwerkelijk verkrijgen van een rijbewijs met de code 95.01.
Deze kosten dienen alle te worden gedragen door de Oekraïense chauffeurs.
Implicaties juridisch
In het voorstel wordt bepaald dat de verordening in werking treedt op de twintigste
dag na bekendmaking in het Publicatieblad van de EU. Het kabinet acht deze termijn
haalbaar en merkt op dat gelet op de huidige situatie spoed is vereist.
In het voorstel wordt in artikel 8, lid 2 aangegeven dat de verordening niet langer
van toepassing is als de periode van tijdelijke bescherming van ontheemden uit Oekraïne
is verstreken (één jaar met mogelijke verlenging van telkens zes maanden tot maximaal
één jaar, artikel 4 Richtlijn 2011/55/EG). Het kabinet acht het tijdelijke karakter
van dit voorstel wenselijk, gezien momenteel nog onduidelijkheid bestaat over het
voortduren van de huidige situatie in Oekraïne.
Implicaties voor uitvoering en handhaving
De gevolgen voor handhaving en uitvoering spelen op meerdere vlakken. Verschillende
organisaties zijn betrokken bij het rijbewijs: de RDW is de producent van het rijbewijs
en uitvoerder van onderliggende systemen als het rijbewijzenregister. Het CBR is de
exameninstantie voor rijbewijzen. Gemeenten geven het rijbewijs uit in de meeste gevallen.
Handhavende instanties als de ILT, de politie en de marechaussee controleren het rijbewijs
als identiteitsmiddel of bewijs van rijbevoegdheid. Vanwege de crisissituatie in Oekraïne
en de behoefte van de Commissie om zo spoedig mogelijk rijbewijzen te erkennen van
de groep Oekraïense chauffeurs die onder de tijdelijke bescherming vallen is dit voorstel
op relatief korte termijn tot stand gekomen. De volledige gevolgen, met name van de
optionele bepalingen, zullen naar het oordeel van het kabinet verder moeten worden
uitgewerkt in bijvoorbeeld uitvoeringstoetsen bij de RDW en het CBR.
De bepaling tot erkenning van rijbewijzen uitgegeven door Oekraïne voor de betreffende
groep en de mogelijkheid tot administratieve verlenging door de Oekraïense autoriteiten
hebben met name gevolgen voor de handhavende instanties in Nederland. Zij moeten op
de hoogte zijn van de specificaties van Oekraïense rijbewijzen, hoe ze het rijbewijs
moeten lezen en wat de geldigheid op dat moment is. Het is belangrijk dat lidstaten
hier goed over worden geïnformeerd door de Oekraïense autoriteiten en de Commissie.
Het kabinet verzoekt de Commissie en/of de Oekraïense autoriteiten dan ook hier meer
helderheid over te verschaffen.
De optionele bepaling om tijdelijke rijbewijzen af te geven voor Oekraïners met een
vluchtelingenstatus die aangeven hun rijbewijs kwijt te zijn, lijkt met name gevolgen
te hebben voor de RDW. De RDW moet namelijk op nog nader te bepalen wijze contact
opnemen met de Oekraïense autoriteiten en andere lidstaten om na te gaan of een rijbewijs
mag en kan worden afgegeven. De RDW moet hierbij onder andere nagaan of niet al een
ander rijbewijs is afgegeven in een andere lidstaat en of het rijbewijs niet ongeldig
is verklaard. Met de Oekraïense instantie moet worden vastgesteld of iemand daadwerkelijk
een Oekraïens rijbewijs in bezit had en daarnaast welke categorieën mogen worden uitgegeven.
Vervolgens moet ook nog een nieuw, tijdelijk rijbewijs worden geproduceerd en dit
moet – zoals het nu in het voorstel staat – geldig zijn zolang de tijdelijke bescherming
van toepassing is. Dit kan ervoor zorgen dat de betreffende groep het rijbewijs meerdere
malen moet verlengen, hetgeen mogelijk vraagt om aanvullende inzet bij gemeenten,
gemeenten moeten ook op de hoogte zijn van de regels voor deze groep aanvragers en
onder welke voorwaarden een rijbewijs eventueel kan worden afgegeven. Handhavingsinstanties
moeten op de hoogte zijn van deze vorm van rijbewijzen, hoe deze moeten worden gelezen
en van de geldigheid. In het licht van bovenstaande is, in het geval wordt gekozen
voor toepassing en implementatie van deze bepaling, een uitvoeringstoets door de RDW
nodig om de gevolgen voor de RDW precies in kaart te brengen.
De gevolgen voor het CBR van de optionele bepaling om een code 95.01 in te stellen
lijken verstrekkend. Deze veronderstelling is gebaseerd op drie verschillende aspecten
die voortvloeien uit het feit dat een dergelijke opleiding en examinering nu nog niet
bestaan en dus voor deze specifieke doelgroep moeten worden ingericht. Ten eerste
moeten opleiders en uitgevers van lesmateriaal in samenwerking met het CBR een opleiding
zoals voorgesteld ontwerpen en uitvoeren. Ten tweede moet het CBR een examen inrichten
voor deze groep, dit lijkt redelijk duur in verhouding tot een rijbewijs met beroepskwalificatie
dat slechts geldig is zolang de tijdelijke bescherming geldt en voor een in vergelijking
met de Nederlandse markt kleine doelgroep. Ten derde moeten systemen worden aangepast
om deze specifieke examens door te voeren en moet de examinering worden georganiseerd.
Daarnaast lijkt deze oplossing ook gevolgen voor de RDW te hebben, omdat ze dergelijke
rijbewijzen met code 95 moet uitgeven. Handhavende instanties moeten deze specifieke
rijbewijzen met code 95.01 – ook uitgegeven door andere landen – herkennen en weten
hoe ze deze moeten controleren en hoe lang ze geldig zijn. Het kabinet vraagt bij
de Commissie aandacht voor deze gevolgen voor de uitvoering en mogelijke alternatieven
die aansluiten bij structuren zoals deze nu al zijn ingericht voor code 95 onder de
aandacht brengen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat