Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Handel en de Wereldhandelsorganisatie Ministeriële Conferentie van 12 tot 16 juni 2022
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2512
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2022
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Handel en de Wereldhandelsorganisatie
Ministeriële Conferentie 12 van 12 tot 16 juni 2022.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL EN WTO MC12 VAN 12-17 JUNI 2022
Introductie
De 12eMinisteriële Conferentie (MC12) van de WTO vond plaats van 12 tot en met 17 juni jl.
in Genève, Zwitserland. Nederland werd vertegenwoordigd door een delegatie onder leiding
van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zij nam ook
deel aan de Raad Buitenlandse Zaken Handel voorafgaand aan MC12 die plaatsvond op
12 juni. Tot de delegatie behoorden ook Minister Cijntje van Economische Ontwikkeling
van Curaçao, de Tweede Kamerleden Klink en Koekkoek, de gevolmachtigd ministers van
Curaçao en Sint Maarten, een vertegenwoordiger van VNO-NCW, een vertegenwoordiger
van Both Ends namens het maatschappelijk middenveld en ambtelijke ondersteuning. Na
het vertrek van de Minister nam de Directeur-Generaal voor Buitenlandse Economische
Betrekkingen voor haar waar, waaronder bij de afsluitende Raad Buitenlandse Zaken
Handel die plaatsvond op 16 juni.
Tegen de verwachtingen in heeft de Conferentie tot een breed pakket aan uitkomsten
geleid – het meest omvangrijke pakket sinds MC9 in 2013. Het pakket omvat een multilateraal
outcome document met o.a. passages over WTO-hervorming, milieu en gender; een (deel)akkoord ter beperking
van schadelijke visserijsubsidies; een verklaring over voedselzekerheid en een besluit
om World Food Program-inkopen uit te zonderen van exportrestricties; een brede Trade
& Health-verklaring en een besluit over intellectuele eigendomsrechten en vaccins;
en verlenging van het moratorium op e-commerce-tarieven. Deze uitkomsten mogen gelden
als een belangrijk resultaat voor de WTO en voor Nederland als open economie en handelsland.
Dit pakket komt voor een groot deel overeen met de Nederlandse inzet voor MC12, zoals
aan uw Kamer geschetst in de Geannoteerde Agenda voor de RBZ/Handel van 3 en 12 juni1. Het kabinet is dan ook zeer tevreden over het resultaat. Het is nu van belang om
door te pakken en werk te maken van bredere WTO-hervorming.
Raad Buitenlandse Zaken Handel en WTO MC12
WTO-hervormingen
De WTO-leden hebben zich in het unaniem aanvaarde outcome document gecommitteerd aan voortgang op WTO-hervorming in aanloop naar MC13. Ook hebben zij
zich uitgesproken om het WTO-geschillenbeslechtingssysteem te herstellen en eventueel
te hervormen per 2024. Daarnaast erkent het outcome document het belang van het adresseren van milieu en klimaatverandering in de WTO. Helaas
ontbreekt in het document een referentie naar het versterken van afspraken ter bevordering
van een gelijk speelveld; er is geen overeenstemming binnen de WTO over dit onderwerp.
Nederland heeft in de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 12 juni jl. gesteld dat de
EU leiderschap moet tonen bij het hervormen van het multilaterale handelssysteem.
Ook heeft Nederland aandacht gevraagd voor nieuwe regels voor een gelijk speelveld
en voor een grotere rol voor duurzaamheid en milieu in de WTO. Nederland sprak zich
verder uit voor meer gebruik van plurilaterale samenwerking als multilaterale samenwerking
in de WTO niets oplevert. Veel andere EU lidstaten riepen ook op tot WTO-hervorming,
veelal echter zonder in detail te treden.
Visserij
Tijdens MC12 bereikten de WTO-leden een (deel)akkoord ter beperking van schadelijke
visserijsubsidies. Het akkoord bevat belangrijke afspraken waaronder een absoluut
verbod op subsidies voor illegale, ongerapporteerde en ongereguleerde (IUU)-visserij
en op subsidies voor visserij op ongereguleerde volle zee evenals substantiële beperkingen
op subsidies die bijdragen aan overbevissing. Het is hiermee de eerste WTO overeenkomst
die primair als doelstelling heeft onze leefomgeving te beschermen. Met dit akkoord
wordt bijgedragen aan het bereiken van SDG 14.6. Er kon tijdens de conferentie niet
over alle punten waarover onderhandeld werd overeenstemming worden bereikt. Het betreft
daarom een deelakkoord waarbij is afgesproken dat verder onderhandeld wordt over uitstaande
punten, waaronder verdere inperking van subsidies die bijdragen aan overbevissing
en overcapaciteit. De EU heeft aangegeven zich in te zetten voor spoedige afronding
van deze onderhandelingen. Ondertussen kan het nu bereikte deelakkoord na ratificatie
in werking treden.
Nederland heeft in de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 12 juni het essentiële belang
van een akkoord op visserijsubsidies onderstreept. Hierover was brede overeenstemming
in de Raad, waarbij een aantal lidstaten het belang van coherentie met het EU-visserijbeleid
benadrukte.
Voedselzekerheid en door Nederland georganiseerd voedselzekerheid event
Het WTO-lidmaatschap heeft een multilaterale verklaring aangenomen over voedselzekerheid,
waarin de WTO-leden zich onder andere uitspreken over het voorkomen van handelsbeperkingen
op voedselproducten die niet in lijn zijn met de WTO-regels. Ook hebben de leden een
ministerieel besluit aangenomen om World Food Program-aankopen voor voedselhulp uit
te zonderen van exportrestricties.
Nederland heeft zich in de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 12 juni jl. uitgesproken
voor een verklaring voor voedselzekerheid en tegen ongerechtvaardigde exportrestricties,
samen met een groot aantal andere EU lidstaten.
Nederland heeft voorts een evenement georganiseerd over voedselzekerheid, waar op
ministerieel niveau van gedachten werd gewisseld met Bangladesh, Botswana en Curaçao.
Dit evenement werd gemodereerd door Gerda Verburg, adjunct secretaris-generaal van
de VN en coördinator van Scaling Up Nutrition (SUN). Ook hier heeft Nederland het grote belang van voedselzekerheid en het voorkomen
van ongerechtvaardigde exportbeperkingen benadrukt.
Ook werd tijdens de Ministeriele Conferentie een Sanitaire en Fytosanitaire (SPS)
Verklaring aangenomen. De verklaring breekt de bestaande SPS overeenkomst uit 1995
niet open, maar stelt een werkprogramma voor om deze beter toepasbaar te maken in
het kader van mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering en het groeiende belang
van duurzame landbouwpraktijken en productiesystemen.
Trade & Health en TRIPS
WTO-leden bereikten tijdens MC12 overeenstemming over zowel een brede verklaring over
de WTO-reactie op de COVID-19 pandemie als over een ministerieel besluit over intellectuele
eigendomsrechten in relatie tot COVID-19 vaccins. Het besluit ten aanzien van intellectueel
eigendom is gebaseerd op het eerdere voorstel van het WTO-secretariaat, waarover uw
Kamer op 20 mei jl. een brief met hierin een appreciatie ontving.2
In de verklaring over de WTO-reactie op de COVID-19-pandemie onderstrepen de WTO-leden
onder andere het belang van een stabiel en voorspelbaar handelssysteem en erkennen
leden de rol die het multilaterale handelssysteem speelt in het ondersteunen van de
uitbreiding en diversificatie van productie van essentiële goederen en diensten in
de strijd tegen COVID-19. Ook benadrukken leden het belang van transparantie van handelsmaatregelen.
WTO-leden leggen verder vast dat ze tot eind-2024 jaarlijks in de Algemene Raad van
de WTO de balans opmaken van besprekingen in verschillende WTO-comités over uitdagingen
waarmee leden zijn geconfronteerd gedurende de COVID-19-pandemie en de lessen die
hieruit zijn getrokken. De verklaring is uiteindelijk minder ambitieus geworden dan
waar de EU aanvankelijk op inzette, bijvoorbeeld ten aanzien van exportbeperkingen.
Desalniettemin is het positief dat WTO-leden overeenstemming hebben bereikt over de
tekst en discussies de komende periode worden voortgezet in de verschillende WTO-comités.
De bereikte uitkomst over intellectueel eigendom van COVID-19-vaccins komt tegemoet
aan de zorgen van ontwikkelingslanden, door het vereenvoudigen van de mogelijkheden
die bestaan om lokale fabrikanten toe te staan COVID-19-vaccins te produceren zonder
toestemming van de octrooihouders. De geproduceerde vaccins kunnen zowel bestemd zijn
voor binnenlands gebruik als voor export naar andere ontwikkelingslanden of internationale
initiatieven zoals COVAX. Landen die zichzelf in WTO-verband hebben gekwalificeerd
als ontwikkelingsland, met uitzondering van China, kunnen deze oplossing direct gebruiken
om toestemming te verlenen voor de productie en levering van COVID-19-vaccins zonder
voorafgaande onderhandelingen met de octrooihouder en zonder kennisgevingsvereisten
die de start van de productie of uitvoer zouden vertragen. Ook is er in het besluit
aandacht voor betaalbare prijzen bij leveringen aan humanitaire non-profit programma’s
voor de distributie van vaccins. Het besluit geldt voor ten minste 5 jaar en binnen
zes maanden zal een beslissing worden genomen over uitbreiding van het besluit tot
productie en levering van diagnostica en geneesmiddelen ten behoeve van de bestrijding
van COVID-19. Tijdens de volgende vergadering van de TRIPS-raad op 6 en 7 juli a.s.
zal hierover verder worden gesproken.
Dit onderwerp werd uitgebreid besproken tijdens de RBZ Handel, waarbij verschillende
lidstaten aangaven geen verdere ruimte voor concessies te zien, en te hechten aan
een resultaat waarbij naast een uitkomst op TRIPS ook een bredere verklaring zou worden
aangenomen. Nederland onderschreef het belang van een breed resultaat op Trade & Health,
waaronder op het gebied van intellectuele eigendomsrechten, en heeft de constructieve
inzet van de Commissie gesteund.
E-commerce en door Nederland georganiseerd e-commerce event
Tijdens de Ministeriele Conferentie is overeenstemming bereikt over de verlenging
van het sinds 1998 geldende moratorium op e-commerce tarieven. Onder het moratorium
worden geen douanerechten geheven op elektronische transmissies, zoals muziek, films
en software. Het moratorium is verlengd tot de volgende Ministeriele Conferentie.
Mocht MC13 worden uitgesteld tot na 31 maart 2024, dan is een besluit van de Algemene
Raad vereist om het moratorium door te laten lopen. In aanloop naar de Conferentie
verzetten een aantal WTO-leden, waaronder India, zich tegen verlenging van het moratorium
maar uiteindelijk is een compromis gevonden. De Europese Unie heeft zich met steun
van Nederland en vele andere lidstaten hier voor ingezet. Het verlengen van het moratorium
is een belangrijke stap in een wereld waarin digitalisering steeds belangrijker wordt.
Naast het reguliere programma van de Ministeriële Conferentie organiseerde Nederland
gedurende de Conferentie een high-level evenement getiteld «Small business, big in
e-commerce». Dit gebeurde in samenwerking met het International Trade Centre (ITC).
Er werd stilgestaan bij het belang van e-commerce voor kleine ondernemingen en met
name voor vrouwelijke ondernemers. Namens Nederland benadrukte de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking in haar bijdrage de waarde van het luisteren naar
ondernemers in ontwikkelingslanden in het overbruggen van de digital divide, het belang van een internationaal regelgevend kader voor e-commerce en het toewerken
naar een inclusieve en duurzame digitale toekomst.
Appreciatie WTO MC12
Het kabinet is verheugd met de uitkomst van de twaalfde Ministeriele Conferentie van
de WTO. De WTO laat hiermee zien hedendaagse maatschappelijke uitdagingen het hoofd
te kunnen bieden. Gegeven de moeilijke context – de Russische invasie van Oekraïne
en de toenemende polarisering binnen het multilaterale systeem, waaronder de WTO –
vormt dit pakket het hoogst haalbare onderhandelingsresultaat. Ook is het kabinet
tevreden met het optreden van de EU-vertegenwoordiging tijdens de Conferentie. De
EU heeft zich constructief en proactief opgesteld op alle dossiers – waaronder op
visserijsubsidies en het TRIPS-compromis –, zonder daarbij het bredere belang van
het multilaterale handelssysteem of de eigen kernbelangen uit het oog te verliezen.
De sterke onderhandelingsresultaten zijn een goede basis voor verdere hervorming van
de WTO. Daarbij zal Nederland aandacht blijven vragen voor het belang van het versterken
van de regels ter borging van een mondiaal gelijk speelveld. Het deelakkoord op visserijsubsidies
moet de komende jaren nog aangevuld worden met verdere afspraken en voorkomen moet
worden dat het deelakkoord na vier jaar verloopt. Ook de verlenging van het moratorium
op e-commerce tarieven na 2023 is geen gegeven. Nederland zal zich constructief inzetten
om het multilaterale werkprogramma over e-commerce te versterken en zo tegemoet te
komen aan de wensen van ontwikkelingslanden, naast de inzet op het plurilaterale e-commerce
initiatief.
Bilaterale gesprekken
Naast contacten met verschillende EU collega’s bood MC12 ook de mogelijkheid om bilateraal
te spreken met collega’s uit China en Nieuw-Zeeland. In beide gevallen betrof het
kennismakingsgesprekken.
Gesprek met China
Een groot gedeelte van het gesprek met de Chinese Minister van Handel Wang Wentao
was een stevige en open dialoog waarin wij de situatie in Xinjiang bespraken en ik
de ernstige zorgen van Nederland over de situatie van de Oeigoeren en het gebruik
van dwangarbeid heb overgebracht. In dat verband benadrukte ik de noodzaak om onafhankelijke
waarnemers toegang te verlenen. Dit ook met het oog op het bedrijven mogelijk te maken
volledige transparantie te verkrijgen in hun waardeketens in lijn met de OESO-richtlijnen.
Verder reflecteerden we op 50 jaar diplomatieke betrekkingen en benadrukte ik het
belang om in WTO kader concrete resultaten te bereiken ten aanzien van o.a. visserijsubsidies,
trade & health en e-commerce, als ook ter versterking van het mondiale gelijk speelveld.
Gesprek met Nieuw-Zeeland
In het gesprek met de Nieuw-Zeelandse Minister van Handel O’Connor bevestigde ik de
steun van Nederland voor de totstandkoming van een modern, ambitieus en duurzaam handelsakkoord
tussen de EU en Nieuw Zeeland. De Commissie onderhandelt namens de EU met Nieuw Zeeland
en mikt op spoedige afronding van de onderhandelingen. Daarnaast spraken we af te
bekijken hoe Nederland en Nieuw Zeeland de bestaande klimaatsamenwerking verder kunnen
versterken.
Raadsbesluit ter implementatie van afspraken over binnenlandse regelingen voor diensten
De Commissie heeft op 8 juni 2022 een voorstel voor een Raadsbesluit gepubliceerd
waarmee de Raad namens de Europese Unie een overeenkomst zou sluiten tot wijziging
van het EU-dienstenschema in de WTO.3 Doel hiervan is het implementeren van overeengekomen afspraken over binnenlandse
regelingen voor diensten. Het besluit betreft zowel de goedkeuring van de overeengekomen
afspraken, als het machtigen van de Commissie om de benodigde wijzigingen in het dienstenschema
van de EU in de WTO in te dienen.
Uw Kamer is eind 2021 geïnformeerd over de uitkomst van de plurilaterale onderhandelingen
over binnenlandse regelingen voor diensten via de Kamerbrief over het uitstel van
de 12eMinisteriële Conferentie van de WTO4. De afspraken gaan onder meer over transparantie van maatregelen voor autorisaties
om een dienst te kunnen verlenen, zoals vergunningsvereisten en -procedures, kwalificatie-eisen
en -procedures en technische normen (bijvoorbeeld tijdige publicatie van informatie
over autorisatieprocedures). Ook leggen deelnemende landen vast dat autorisatieprocedures
niet zullen discrimineren tussen mannen en vrouwen, een onderwerp waar Nederland met
succes op heeft ingezet. Voor de EU zullen deze afspraken in de praktijk niet tot
wijzigingen leiden van wet- en regelgeving of procedures, aangezien er in de EU al
uitvoering wordt gegeven aan deze uitgangspunten.
Internationale handel in diensten is van groot belang voor een open economie als die
van Nederland. Afspraken over transparantie en duidelijke autorisatieprocedures kunnen
internationale dienstenhandel faciliteren en ondernemers, inclusief het MKB, kosten
besparen, zoals recent aangetoond in een gezamenlijke studie van de OESO en de WTO.5 Het kabinet steunt dan ook het bereikte resultaat en is voornemens in te stemmen
met het Raadsbesluit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking