Brief regering : Integrale aanpak online fraude
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 372
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID, VAN FINANCIËN, VAN ECONOMISCHE
ZAKEN EN KLIMAAT EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2022
Inleiding
Online fraude is een groeiend maatschappelijk probleem. Bij online fraude is sprake
van oplichting – bijvoorbeeld door het aannemen van een valse naam, identiteit of
hoedanigheid – waarmee de fraudeur het slachtoffer digitaal beweegt tot de afgifte
van goederen, diensten of andere financiële voordelen.1 Uit recent onderzoek blijkt dat het aantal slachtoffers van online fraude stijgt.2 Naast financiële schade voor slachtoffers – zowel bij burgers als in het bedrijfsleven
– kan online fraude ook emotionele of psychische schade veroorzaken. Het is van groot
belang om met brede preventie en gerichte repressie een kentering aan te brengen in
deze ontwikkeling. Dat kan alleen door met alle bij dit onderwerp betrokken publieke
en private partijen samen te werken. In de brief over spoofing en bankhelpdeskfraude
van 15 juni 2021, heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer mede namens de Minister van
Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat toegezegd om te
komen tot een integrale aanpak van online fraude.3 Op 30 november 2021 is uw Kamer geïnformeerd over de ontwikkeling hiervan.4 Met de motie van het lid Michon-Derkzen is het kabinet vervolgens verzocht om de
integrale aanpak zo spoedig mogelijk te presenteren.5 De noodzaak daartoe wordt ook onderschreven door de bevindingen uit het onderzoek
«Fraudevictimisatie in Nederland», waar wij op verzoek van de Commissie voor Justitie
en Veiligheid van uw Kamer een eerste reactie op geven in deze brief.6
In de voorbereidingen voor de integrale aanpak online fraude hebben wij sinds begin
dit jaar gesprekken met verschillende stakeholders gevoerd en hebben wij expertsessies
georganiseerd met relevante publieke en private partijen. Uit die gesprekken blijkt
een behoefte aan intensievere samenwerking in de bestrijding van online fraude vanuit
een gezamenlijke visie, waarbij rekenschap wordt gegeven van het veelvoud aan initiatieven
die daartoe al ondernomen wordt. Daarom geven we in deze brief een overzicht van bestaande
initiatieven en aanvullende stappen die in het afgelopen half jaar zijn gezet door
publieke en private partners om online fraude tegen te gaan. Recent hebben we enkele
belangrijke acties ondernomen, waaronder:
− de uitbreiding van de pilot directe aansprakelijkheid waarbij slachtoffers van online
fraude schade kunnen verhalen op daders via een civielrechtelijke procedure;
− het informeren van jongeren via sociale media over nieuwe vormen van online fraude
om te voorkomen dat zij slachtoffer worden;
− de start van een systeemdoorlichting online fraude om beter inzicht te krijgen in
ontwikkelingen in modus operandi van fraudeurs, het opwerpen van barrières en effectief
ingrijpen in criminogene processen;
De bestaande en nieuwe acties vormen de basis waarop de integrale aanpak verder wordt
ontwikkeld. We schetsen in deze brief hoe die aanpak de afgelopen maanden is vormgegeven
en blikken vooruit naar de verdere invulling ervan, waarover wij uw Kamer in januari
2023 informeren. Tot slot wordt uw Kamer, vanwege de nauwe samenhang met de integrale
aanpak geïnformeerd over de uitvoering van de motie van de leden Michon-Derkzen en
Van Nispen betreffende «vriend in nood»-fraude7 en over de uitvoering van de motie van de leden Van Nispen en Ellian over oninbare
civiele vorderingen.8
Onderzoek «Fraudevictimisatie in Nederland»
De aard van online fraude – in al zijn verschillende vormen – maakt het moeilijk om
goed inzicht te krijgen in de gevolgen ervan. Voor een effectieve aanpak van online
fraude is onderzoek daarom van groot belang. Het recente rapport van de Universiteit
Twente over «Fraudevictimisatie in Nederland» geeft een verdiepend beeld van wie de
slachtoffers van online fraude zijn, de schade die zij ondervinden en de hulp die
zij zoeken en krijgen.9 Het onderzoeksrapport biedt een goede inkijk in het groeiende maatschappelijke probleem
van online fraude en doet heldere aanbevelingen om slachtofferschap terug te dringen.
Terwijl de meeste criminaliteitsvormen in het fysieke domein – zoals overvallen en
straatroof – de afgelopen jaren een dalende trend hebben laten zien, is online criminaliteit,
waaronder online fraude, sterk toegenomen.10 Hoewel deze stijging al enkele jaren geleden is ingezet, maakt het onderzoek duidelijk
dat de Covid-19-pandemie als katalysator heeft gediend omdat we (nog) meer van onze
tijd online door zijn gaan brengen.11 De stijging in online criminaliteit, waaronder online fraude, betrof ruim 75% sinds
het begin van de coronacrisis ten opzichte van een jaar eerder.12 Het CBS constateert in haar veiligheidsmonitor dat 10% van de bevolking (ruim 1,7
miljoen Nederlanders) in 2021 slachtoffer is geworden van online fraude.13
Het onderzoek van de Universiteit Twente bevestigt dat een aanzienlijk deel van de
Nederlandse bevolking te maken krijgt met fraude (41,7% maakt een poging mee, 15,7%
wordt daadwerkelijk slachtoffer) en dat iedereen slachtoffer kan worden; socio-demografische
variabelen zoals leeftijd en geslacht spelen maar een beperkte rol. Wel stellen de
onderzoekers dat jongeren gemiddeld genomen iets vaker slachtoffer zijn van fraude
dan ouderen. De totale jaarlijkse schade van online fraude bedraagt naar schatting
€ 2,75 miljard euro. In tegenstelling tot andere onderzoeken,14 stelt het rapport dat de impact van slachtofferschap van fraude voor de meeste slachtoffers
beperkt is. Er is echter een kleine significante groep (5 á 15 procent) die erg veel
schade ondervindt, zowel financieel, mentaal, lichamelijk als sociaal. Het onderzoek
constateert verder dat de aangiftebereidheid van slachtoffers bij de politie slechts
11,8% is, vanwege schaamte (slachtoffers geven zichzelf de schuld) of lage schadebedragen
(de meeste slachtoffers verliezen € 50 of minder). Bijna een derde van de slachtoffers
zoekt geen enkele vorm van hulp, wat leidt tot een aanzienlijk hiaat in het zicht
op de daadwerkelijke omvang van slachtofferschap van online fraude. Het onderzoek
biedt ook perspectief en concludeert dat het aantal slachtoffers van online fraude
kan dalen als mensen beter op de hoogte zijn van de werkwijze van fraudeurs. Ook het
tegengaan van snelle beslissingen door potentiële slachtoffers kan daarbij helpen.
De grootste winst zou volgens de onderzoekers daarom te behalen zijn in het proactief
informeren en waarschuwen van burgers tegen verschillende vormen van online fraude,
bijvoorbeeld met een publiekscampagne of campagnes op scholen. Verder zouden technische
maatregelen, bijvoorbeeld bij banken of in de telecomsector, helpen om barrières te
creëren voor fraudeurs en slachtofferschap te voorkomen. Een aantal van de acties
die in deze brief worden genoemd, geven directe invulling aan de aanbevelingen uit
het rapport. De conclusies van het onderzoek sluiten kortom goed aan bij het ingezette
beleid en worden meegenomen in de verdere uitwerking van de integrale aanpak.
Veel voorkomende vormen van online fraude:
Phishing: Bij phishing probeert de fraudeur om via e-mail en sms vertrouwelijke informatie,
zoals persoonsgegevens, wachtwoorden, bankgegevens en creditcardnummers, te bemachtigen.
Online handelsfraude:Online handelsfraude betreft aan- en verkoopfraude via bijvoorbeeld online-handelsplaatsen
of valse webwinkels. Bij aankoopfraude maakt de verkopende partij er de gewoonte van
om producten of diensten niet te leveren na betaling door het slachtoffer. Bij verkoopfraude
worden goederen of diensten wel geleverd door het slachtoffer, maar maakt de ontvanger
er de gewoonte van om daar niet voor te betalen.
Spoofing: Spoofing houdt in dat door misbruik van het systeem voor nummerdoorgifte een niet-toegekend
nummer in het adresveld verschijnt als het nummer van een betrouwbare of bekende beller/afzender.
De fraudeur gebruikt bijvoorbeeld het telefoonnummer van een bank of overheidsinstelling
om potentiële slachtoffers te bellen.
Vriend-in-noodfraude: Bij vriend-in-noodfraude doet de fraudeur zich voor als een bekende die in geldnood
is en vraagt om geld over te maken. Dit gebeurt meestal via instant messaging apps,
e-mail, SMS en sociale media.
Bestaande en nieuwe acties om online fraude tegen te gaan
In de brieven aan uw Kamer van 15 juni 2021 en 30 november 2021 hebben onze voorgangers
bestaande initiatieven benoemd van verschillende publieke en private partners om online
fraude tegen te gaan. Sinds het versturen van deze brieven hebben experts van de betrokken
organisaties elkaar gesproken in verschillende werksessies, die zijn begeleid door
het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Daarin is onder andere door
het bedrijfsleven het belang van cross-sectorale gegevensdeling, naar Engels model,
onderstreept.15 Ook is de aanpak van online fraude onderwerp van gesprek geweest tussen publieke
en private bestuurders tijdens een ondernemersdiner op 16 mei 2022. Met kennisinstellingen
als TNO, CBS en Universiteit Twente is gesproken om inzicht in het fenomeen online
fraude te vergroten. Tot slot is er een begin gemaakt met het leren van ervaringen
in andere landen met betrekking tot hun aanpak. Zo is een werkbezoek gebracht aan
de Belgische collega´s die een succesvol phishing-meldpunt hebben ingericht. Naast
de waardevolle uitwisseling van informatie en ervaringen heeft dit er ook toe geleid
dat we bestaande acties nog beter in beeld hebben gekregen en het afgelopen half jaar
nieuwe acties hebben kunnen verwelkomen. We hechten eraan om deze waardevolle acties
hier te benoemen. Ze vormen de basis waarop de integrale aanpak rust en bieden tegenwicht
aan de groei van online fraude. Hieronder treft u een overzicht hiervan aan, gecategoriseerd
in de pijlers van de integrale aanpak online fraude:
1. Preventie;
2. Technische barrières;
3. Slachtofferhulp;
4. Opsporing en vervolging; en
5. Expertise en informatiedeling.
1. Preventie – Het vergroten van de bewustwording omtrent online fraude en veiligheidsmaatregelen
die burgers zelf kunnen treffen
Bestaande acties
− Cyberrijbewijs. Om daderschap en slachtofferschap in het digitale domein te voorkomen, is de pilot
cyberrijbewijs gestart. Binnen deze pilot wordt in het basisonderwijs onderwezen over
verschillende vormen van online criminaliteit, waaronder online fraude. Na de pilotfase
wordt het cyberrijbewijs beschikbaar voor alle scholen in het basisonderwijs, waarbij
het programma wordt aangeboden via verschillende onderwijsplatforms.
− Eerst checken, dan klikken. Via dit convenantoverleg wordt periodiek met partners uit de ICT-sector, telecomsector,
dienstverleners op het internet en bankwereld, de rijksoverheid, gemeenten en brancheorganisaties
gesproken over het terugdringen van gedigitaliseerde criminaliteit waaronder online
fraude. Initiatieven die voortkomen uit dit overleg richten zich onder andere op voorlichting,
het voorkomen van slachtoffers en situationele preventie.
− Samen Digitaal Veilig. In 2021 hebben de Ministeries van Justitie en Veiligheid en van Economische Zaken
en Klimaat in samenwerking met VNO-NCW, MKB-NL en de BOVAG de intentieovereenkomst
«Samen Digitaal Veilig» afgesloten. Op basis van dit initiatief is een platform opgericht
waarbij leden van de BOVAG via hun branchevereniging in een vertrouwde omgeving worden
voorgelicht over veilig gebruik van het internet. Hierdoor zijn ondernemers naar verwachting
minder snel slachtoffer van verschillende vormen van online criminaliteit, waaronder
online fraude.16
− Preventie activiteiten op social media: In opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid maken Scholieren.com en
het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid online content om jongeren
te informeren. Dit betreft o.a. filmpjes over geldezels, en aan-/ verkoopfraude die
via social media wordt verspreid.
− Voorlichting op scholen door Halt.alt heetHalt heeft tezamen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centrum
voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid de voorlichting »online fraude en cybercrime»
gemaakt die wordt gegeven door medewerkers van Halt op middelbare scholen.
− Maand van senioren en veiligheid. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft in april jl. voor de derde keer de
campagne «Senioren en Veiligheid» gedraaid. Hiervoor zijn informatiefilmpjes gemaakt
en uitgezonden. In deze filmpjes worden de onderwerpen babbeltrucs, phishing, hulpvraagfraude
en spoofing toegelicht en worden er tips gegeven om slachtofferschap van (online)
fraude onder senioren te voorkomen. In het tv-programma «Tijd voor Max» is aandacht
besteed aan de start van de campagne. Vervolgens hebben veel partners, waaronder de
ouderenbonden, bibliotheken, de fraudehelpdesk, banken, telecomproviders en ruim 250
gemeenten, de filmpjes via hun eigen (sociale) mediakanalen verspreid.
Nieuwe acties
− Communicatiestrategie online fraude. Zoals ook gesteld in het onderzoek van Universiteit Twente, is proactieve communicatie
over online fraude van groot belang om slachtofferschap te voorkomen. Het Ministerie
van Justitie en Veiligheid bespreekt met het Ministerie van Algemene Zaken een communicatiestrategie
voor online fraude. Partners en kennisinstellingen worden hierbij betrokken, omdat
zij ook veel aan communicatie doen, zoals bijvoorbeeld de campagne «Veilig Bankieren»
van banken. De communicatiestrategie heeft tot doel burgers zo veel mogelijk alert
te laten zijn op online fraude.
− Preventie doelgroep jongeren. In opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid organiseert het Centrum
voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid in het najaar van 2022 een denktank met
onder andere Halt, het Centraal Meldpunt voor Identiteitsfraude en de politie om verdere
invulling te geven aan samenwerking op de doelgroep jongeren.
− Communicatie richting jongeren. In opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid zetten het Centrum voor
Criminaliteitspreventie en Veiligheid en Scholieren.com hun samenwerking voort door
jongeren te informeren over nieuwe vormen van online fraude. Dit doen zij met filmpjes,
artikelen en andere online content die wordt verspreid via verschillende sociale media.
2. Technische barrières – Het wegnemen van gelegenheid en verstoren van fraude door
technische aanpassingen in systemen
Bestaande acties
− Technische barrières bankwezen. Banken werken met de IBAN-Naamcheck, waarmee controle van tenaamstelling en rekeningnummer
plaatsvindt voordat geld wordt overgeboekt. Verder hanteert een aantal banken een
fraudedetectiesysteem: Bij afwijkende of mogelijk risicovolle overboekingen, wordt
uit voorzorg contact opgenomen met de cliënt. De banken blijven deze systemen door
ontwikkelen, waar mogelijk in samenwerking met elkaar en andere partners.
− Technische barrières telecomsector. Telecomaanbieders hebben maatregelen getroffen om smishing (SMS-phishing) met alphanumerieke
en numerieke nummers tegen te gaan, en hebben in samenwerking met banken maatregelen
getroffen om spoofing van telefoonnummers van banken tegen te gaan. Voorts worden
in samenwerking met politie en op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt vaste
telefoonnummers die worden gebruikt voor helpdeskfraude (techsupport-scams) geblokkeerd.
− Marktplaats barrières. Marktplaats heeft een aantal maatregelen getroffen om aan-/verkoopfraude aan te pakken,
waaronder de uitbreiding van Kopersbescherming. Dit is een extra mogelijkheid die
gebruikers op het platform kunnen kiezen, waarbij het aankoopbedrag op een tussenrekening
van Online Betaalplatform blijft staan tot de koper het product in goede staat heeft
ontvangen. Als er iets misgaat, bemiddelt de betaalpartner tussen verkoper en koper.
Marktplaatsgebruikers worden ook aan de voorkant beter in staat gesteld iets te doen
bij onwenselijk gedrag van andere gebruikers. Een gebruiker kan nu een ander account
melden en Marktplaats kan op dit signaal handelen door bijvoorbeeld dat account te
blokkeren. Als preventiemaatregel is ook overgegaan naar het slechts optioneel zichtbaar
maken van telefoonnummers op het platform. Iedere gebruiker die wel zijn of haar telefoonnummer
zichtbaar wil laten zijn wordt actief geïnformeerd over de risico’s van die keuze.
− Notice-and-takedown: Stichting registratie internetdomein kan op verzoek van particulieren en politie
een domeinnaam uit de lucht halen. De politie maakt hier veelvuldig gebruik van om
nepwebwinkels uit de lucht te halen. Ook andere overheidsinstanties zoals de Belastingdienst,
CJIB en Logius (DIGID) zijn hier volop mee bezig om nepwebsites na phishingmails uit
de lucht te halen.
Nieuwe acties
− Technische barrières bankwezen. Het Ministerie van Financiën gaat in gesprek met partijen om meer sector overstijgende
technische maatregelen te nemen die fraude voorkomen (bijvoorbeeld het inbouwen van
een vertraging voor het verhogen van het overboekings- en opnamelimiet).
− Technische barrières telecomsector. Telecomaanbieders werken aan aanvullende maatregelen om misbruik van telefoonnummers
bij online fraude tegen te gaan.
− Aanscherping spoofingverbod: Het door de Minister van Economische Zaken en Klimaat aangekondigde wetsvoorstel
tot aanpassing van de Telecommunicatiewet – met aanscherping van het spoofingverbod,
een beperking van het gebruik van Nederlandse nummers vanuit het buitenland en flankerende
maatregelen – gaat voor de zomer in consultatie. Met lagere regelgeving zullen een
aantal onderdelen van de wet nader moeten worden ingevuld.
− Best practices notice-and-takedown. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid doet samen met betrokken partijen onderzoek
naar best practices in notice-and-takedown procedures, waarbij frauduleuze content
snel offline gehaald kan worden.
3. Slachtofferhulp – Slachtoffers handelingsperspectief bieden door middel van voorlichting
waar zij terecht kunnen voor hulp en hoe financiële schade is te verhalen op daders
Bestaande acties
− Coulancekader. De banken hebben een coulancekader voor slachtoffers van bankhelpdeskfraude opgezet
waarbinnen banken de financiële schade van het slachtoffer compenseren.
− Verschillende meldpunten online fraude. De fraudehelpdesk adviseert gedupeerden van (online) fraude en verwijst hen naar
instanties die verder kunnen helpen. Het centrale meldpunt voor identiteitsfraude
biedt persoonlijke begeleiding aan slachtoffers en schakelt zo nodig ketenpartners
zoals de Belastingdienst, politie of RDW in. Ook kunnen slachtoffers digitaal aangifte
doen bij de politie, waarna de aangifte door het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting
van de politie in behandeling wordt genomen.
− Pilot directe aansprakelijkheid. Vanuit het Landelijk Meldpunt Internetoplichting (LMIO) van de Politie, de Service
Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) en de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders
(LAVG) heeft een pilot gedraaid om de verhaalkans voor slachtoffers van online fraude
en de toegang tot het recht te vergroten door verdachte rekeninghouders civielrechtelijk
aansprakelijk te stellen. Het ging om slachtoffers van aan-/verkoopfraude. Deze aanpak
heeft er toe geleid dat inmiddels ruim 200 slachtoffers van aan-/verkoopfraude hun
geld hebben kunnen terugeisen van verdachte rekeninghouders. Tientallen slachtoffers
hebben hun geld al teruggekregen of zij krijgen het terug via aflossingsregelingen.17 Binnen de pilot zijn onder voorwaarden NAW-gegevens van fraudeurs verstrekt aan SODA/LAVG
om de financiële schade te kunnen verhalen.
− Handelingsperspectief. Verschillende partijen bieden handelingsperspectief aan slachtoffers van online fraude,
zoals Slachtofferhulp Nederland en de Consumentenbond. Die partijen adviseren slachtoffers
over hoe te handelen en kunnen doorverwijzen naar de juiste instanties.
Nieuwe acties
− Toepassing coulancekader. Het Ministerie van Financiën monitort de toepassing van het coulancekader van banken
voor slachtoffers van bankhelpdeskfraude en zet in op een ruimhartige toepassing van
dit kader.
− Vervolg pilot directe aansprakelijkheid. De politie is bezig met een vervolg op de hierboven genoemde pilot directe aansprakelijkheid.
Het vervolg houdt in eerste instantie in dat de pilot op korte termijn wordt uitgebreid
naar meer politie-eenheden. Parallel aan uitbreiding van de pilot, zal samen met het
Ministerie van Justitie en Veiligheid, het OM de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling,
gerechtsdeurwaarders en banken (voor verstrekking van NAW-gegevens) verkend worden
wat de mogelijkheden zijn voor landelijke implementatie. Bij verdere uitrol van de
pilot is een punt van aandacht de «oninbaarheid» van civiele vorderingen, in lijn
met motie Van Nispen.18 Uit praktijkervaring van deurwaarders blijkt dat ogenschijnlijk oninbare vorderingen
toch verhaald kunnen worden, bijvoorbeeld met aflossingsregelingen. Ook zal er aandacht
zijn voor verschillende dadergroepen, zoals geldezels.
De mogelijkheid om de pilot te verbreden naar slachtoffers van vriend-in-noodfraude
wordt in de verdere uitrol ook onderzocht. Dit om slachtoffers van vriend-in-noodfraude
te kunnen ondersteunen bij het verhalen van hun schade, in lijn met motie Michon-Derkzen.19
4. Opsporing en vervolging – De aanpak van daders
Bestaande acties
− Opsporing en vervolging. Politie en het Openbaar Ministerie hebben meerdere criminele netwerken en grote aantallen
geldezels opgespoord en vervolgd in verband met phishing, bankhelpdeskfraude en vriend-in-noodfraude.
− Samenwerking politie en OM met banken, marktplaats en Payment Service Providers. Politie en OM hebben een Convenant met banken en Marktplaats. Bij drie meldingen
vanuit Marktplaats van aan- en verkoop fraude, gaat een signaal naar de politie die
dit doorgeeft aan de banken om het rekeningnummer van de fraudeur te blokkeren. Verder
loopt er bij de politie een pilot met een in het buitenland gevestigde payment service
provider: Deze buitenlandse payment service provider ontvangt vanuit het Landelijk
Meldpunt Internet Oplichting alerts over mogelijk malafide verkopers. Hierdoor kan
grootschalige fraude worden voorkomen doordat in een vroeg stadium betalingen worden
geblokkeerd. Bij drie meldingen bij de politie over een malafide webwinkel wordt dit
doorgegeven aan banken, de payment service provider en SIDN, zodat deze maatregelen
kunnen nemen – zoals het blokkeren van de rekening of website.
Nieuwe acties
− Afspraken over opsporing en vervolging. In de Veiligheidsagenda 2023–2026 worden prestatieafspraken met de politie en het
OM gemaakt, onder meer over het aantal en de aard van strafrechtelijke onderzoeken
naar gedigitaliseerde criminaliteit, waaronder online fraude. Dit draagt bij aan de
kwaliteit en kwantiteit van de opsporingsonderzoeken naar onder andere online fraude.
Uw Kamer zal eind 2022 over de veiligheidsagenda worden geïnformeerd.
− Gezamenlijke visie opsporing en vervolging. De politie en het OM ontwikkelen een gezamenlijke visie op de inzet van opsporing
ter bestrijding van gedigitaliseerde criminaliteit, waaronder online fraude.
− Pilot heterdaad aanhouding cybercashers. In de eenheid Noord-Nederland is de politie in samenwerking met Rabobank en een elektronicawinkel
recent gestart met een pilot om cybercashers op heterdaad aan te houden. Het geld
dat wordt verdiend met online criminaliteit kan worden omgezet in cryptovaluta, doorgesluisd
en gepind worden of gebruikt worden voor het kopen van online producten of diensten.
Online bestellingen worden met regelmaat opgevolgd door een verzoek van een bank om
een bestelling te annuleren vanwege fraude. De winkel annuleert de bestelling, maar
doet geen melding bij de politie. In deze pilot wordt wel direct melding gedaan bij
de politie en pakt de politie de melding direct op. Deze pilot heeft tot doel om vanuit
meerdere partijen interventies toe te passen. Zo kan de politie de «casher» op heterdaad
aanhouden voor betrokkenheid bij witwassen, de bank kan besluiten de betrokkene(n)
tijdelijk in het incidentenwaarschuwingssysteem te zetten en de winkel kan de verdachte
een winkelverbod opleggen. Het belang hierbij is zicht te krijgen op de cashers en
het afschrikken van de daders, het verstoren van criminele werkprocessen en het opwerpen
van barrières voor toekomstige daders om dit soort activiteiten te ontplooien.
5. Expertise en Informatiedeling
Bestaande acties
− Centrale verzameling van meldingen van fraude bij de politie. Meldingen bij de politie van aan-/verkoopfraude worden door de politie en het Openbaar
Ministerie centraal verzameld via het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting.
− Verkenning cross-sectorale gegevensdeling. Het WODC is op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid dit jaar een
onderzoek gestart om de meerwaarde, risico’s en de benodigde juridische waarborgen
van sectorale gegevensdeling goed in beeld te brengen. Het onderzoeksrapport wordt
eind 2022 verwacht.
− Actieprogramma Veilig Ondernemen. In het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC), een samenwerkingsverband
tussen overheid en bedrijfsleven, wordt gewerkt aan een nieuwe Actieprogramma Veilig
Ondernemen. In de uitwerking van het nieuwe Actieprogramma wordt aandacht besteed
aan knelpunten op het gebied van informatie- en gegevensdeling in de aanpak van georganiseerde
ondermijnende criminaliteit, die ook voor online fraude gelden.
Nieuwe acties
− Systeemdoorlichting door TNO. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft TNO de opdracht gegeven om een systeemdoorlichting
te doen van online fraude, gericht op zowel het fenomeen als de aanpak van online
fraude en wat daarvoor nodig is. De systeemdoorlichting zal o.a. inzicht geven in
ontwikkelingen in modus operandi en kansen voor barrières en effectief ingrijpen in
criminogene processen.
− Digitale Veiligheidsmonitor CBS. Het CBS start een monitor digitale veiligheid waarin online fraude aan bod komt.
− Gezamenlijke taxonomie. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid ontwikkelt samen met de betrokken PPS partners
een gezamenlijke taxonomie voor online fraude. Voor de samenwerking is het namelijk
van belang dat alle partners dezelfde »taal spreken» over online fraude en hetzelfde
verstaan onder (verschillende vormen van) online fraude.
− Optimalisatie van informatie-uitwisseling telecomsector. Telecomaanbieders onderzoeken hoe zij binnen de bestaande regelgeving informatie
beter kunnen uitwisselen om online fraude tegen te gaan.
− Kennisoverdracht Politie en telecomsector. Tijdens het ondernemersdiner van 16 mei jl. hebben verschillende partners uit de
telecomsector de intentie uitgesproken om kennis en expertise uit te wisselen met
de politie o.a. door het opleiden van politiemensen. Politie verkent op welke wijze
dit bestaande samenwerking en kennis- en expertiseopbouw kan aanvullen.
− Verkennen van het landschap aan meldpunten. Er zijn verschillende meldpunten voor online fraude. We verkennen samen met de meldpunten
hoe we belangrijke informatie, bijvoorbeeld over modus operandi, kunnen delen. Bijvoorbeeld
of dit kan leiden tot vroegtijdige interventies en/of betere slachtofferhulp.
Tussenstand ontwikkeling integrale aanpak online fraude
In de brief van 30 november 2021 heeft mijn ambtsvoorganger de gewenste richting en
de grote lijnen voor een integrale aanpak geschetst.20 Op basis hiervan is in de afgelopen maanden gesproken met politie, Openbaar Ministerie,
de bankensector, de telecomsector, VNO-NCW, vertegenwoordigers van consumenten en
marktpartijen, fraudemeldpunten, stichtingen die slachtoffers helpen, Halt, het Verbond
van Verzekeraars, relevante internetplatforms en kennisinstellingen (zie bijlage 1
voor het complete overzicht van betrokken partners). Uit die gesprekken is een grote
gedeelde urgentie gebleken om intensiever en gerichter samen te werken op dit belangrijke
dossier. Wij zijn alle partners zeer erkentelijk voor hun bijdrage.
De inspanningen binnen onze departementen ten behoeve van de parlementaire enquête
Fraudebeleid hebben er helaas voor gezorgd dat de beschikbare capaciteit voor de ontwikkeling
van de integrale aanpak lange tijd minder is geweest dan gehoopt. Inmiddels is extra
capaciteit aangetrokken. Eén van de vraagstukken die de komende tijd met prioriteit
aandacht krijgt, is gegevens- en informatie-uitwisseling. Ervaren knelpunten hierin
zijn een rode draad gebleken in de gesprekken die we hebben gevoerd met onze partners.
Dit is een complex onderwerp waar we goed moeten onderzoeken welke gegevensuitwisseling
in de samenwerking binnen de huidige juridische kaders kan worden vormgegeven. Om
goed in beeld te krijgen wat de partners nodig hebben en waar zij tegenaan lopen,
gebruiken we de zomerperiode om een aantal gesprekken met partners te voeren. Verder
organiseren we direct na de zomer een aantal overleggen, te beginnen met een bijeenkomst
over cross-sectorale en sectorale gegevensuitwisseling specifiek in het kader van
online fraude. Met deze bijeenkomst start een traject van expertsessies over dit onderwerp.
Deze bijeenkomsten vinden plaats in afstemming met de PPS werkgroep cross-sectorale
en sectorale gegevensdeling die reeds is gestart – onder andere in het kader van online
fraude – en waarin praktijkervaring wordt uitgewisseld. Datzelfde geldt voor de verkenning
met PPS-partners naar de vormgeving van een vragenloket, waar PPS partners voor juridische
vragen over gegevensuitwisseling terecht kunnen. De integrale aanpak zal zorgen voor
de verbinding en afstemming tussen deze initiatieven op dit onderwerp.
De verdere uitwerking van de integrale aanpak gebeurt op basis van de volgende uitgangspunten:
− de doelstelling is om met brede preventie en gerichte repressie een kentering aan
te brengen in de stijging van online fraude;
− de echte aanpak gebeurt in alle initiatieven van verschillende partijen, waarvan een
selectie in deze brief is opgenomen. De focus die de afzonderlijke initiatieven kenmerkt,
is tenslotte bepalend voor het succes. Het is van belang dat de integrale aanpak deze
– waar nodig en gewenst – versterkt zonder ze te compliceren;
− de integrale aanpak zorgt voor de ontmoeting op alle niveaus tussen de partners betrokken
bij het tegengaan van online fraude en vormt daarmee een «platformfunctie»;
− de integrale aanpak doet recht aan de complexiteit van online fraude en biedt de flexibiliteit
om snel te kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen;
− de structuur van de integrale aanpak is gericht op wat partners nodig hebben (met
respect voor ieders rol en verantwoordelijkheid) en vermijdt overbodige overleggen;
− de integrale aanpak zorgt voor versterking in de breedte voor alle initiatieven, bijvoorbeeld
door analyse en onderzoek naar effectiviteit en succesfactoren.
De integrale aanpak zal op grond van deze uitgangspunten zorgen voor:
− een flexibele structuur om overkoepelende vragen en nieuwe ontwikkelingen in werkgroepen
te bespreken met geïnteresseerde partners (bijvoorbeeld verwerking persoonsgegevens
en AVG);
− halfjaarlijkse bijeenkomsten voor bestuurders om ontwikkelingen, voortgang en knelpunten
bij het tegengaan van online fraude op een inspirerende wijze te bespreken;
− een interdepartementale overlegstructuur om te zorgen voor een gecoördineerde inbreng
vanuit de rijksoverheid;
− een projectteam dat vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid zorgdraagt voor
ondersteuning bij en uitvoering van de integrale aanpak;
− heldere aanspreekpunten bij projectteam en partners om vragen en voorstellen vanuit
de verschillende initiatieven over en weer snel en adequaat te adresseren;
− ad hoc conferenties om nieuwe ontwikkelingen en onderzoeksresultaten te presenteren;
− heldere en gedeelde doelstellingen als fundament voor de integrale aanpak, waarin
alle initiatieven een plaats krijgen en op basis waarvan uw Kamer periodiek geïnformeerd
wordt;
− een onderzoeksprogramma voor online fraude.
Helaas heeft een geplande bijeenkomst van bestuurders van publieke en private partners
op 28 juni 2022 niet kunnen plaatsvinden. Er wordt nu een nieuwe datum gezocht om
deze aan het eind van de zomer te laten doorgaan. In deze bijeenkomst zal worden gesproken
over de inrichting van de integrale aanpak, waaronder concretisering van afspraken
op het gebied van samenwerking, governance en doelstellingen. De uitwerking en de
duurzaamheid van de integrale aanpak staat met wat we samen kunnen bereiken en dus
met het commitment van alle partijen. De komende maanden gaan we deze integrale aanpak
vorm en inhoud geven met als basis de acties die al plaatsvinden.
Tot slot
Bovenstaande bestaande en nieuwe acties en de verdere invulling van de integrale aanpak
bieden enerzijds een solide basis om online fraude effectief aan te pakken. Anderzijds
zullen ze mogelijk leiden tot aanvullende initiatieven. Niet alleen nieuwe vormen
van online fraude, maar ook de ervaring van succesvolle acties zullen ervoor zorgen
dat de integrale aanpak zich verder zal ontwikkelen. Concreet valt bijvoorbeeld te
denken aan betere voorlichting aan specifieke groepen burgers of een bredere publiekscampagne,
verbreding van het inzicht in het fenomeen van online fraude door onderzoeken en ondersteuning
van slachtoffers door de meldpuntstructuur verder te optimaliseren. Voor deze en andere
aanvullende initiatieven, bovenop de uitgewerkte acties die in deze brief staan, is
op dit moment geen financiële dekking voorhanden. Daarom zal bij de keuze voor en
besluitvorming over aanvullende initiatieven telkens de budgettaire dekking en daarbij
te maken keuzes meegewogen moeten worden. Wij sturen uw Kamer uiterlijk in januari
2023 de integrale aanpak online fraude toe, waarna de eerste jaarlijkse voortgangsrapportage
in het najaar van 2023 volgt.
Wij kijken er met veel vertrouwen naar uit om de komende jaren samen te werken met
alle partners om slachtofferschap van online fraude terug te dringen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat