Brief regering : Besmetting met Afrikaanse varkenspest op een varkensbedrijf in Emsbüren Duitsland en aanvullende inzet in Nederland
29 683 Dierziektebeleid
Nr. 260
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2022
Met deze brief informeer ik de Tweede Kamer over de recente uitbraken met Afrikaanse
varkenspest (AVP) op twee varkenshouderijen in Duitsland. Eén daarvan ligt in Emsbüren,
net over de grens met Overijssel. In deze brief ga ik ook in op acties in Nederland
die al lopen en die ik nu in gang zet, en de risicobeoordeling van de deskundigengroep
dierziekten gedaan op 5 juli jl.1
Informatie over de uitbraak in Duitsland
Er zijn op 2 juli jl. twee uitbraken met AVP op varkenshouderijen in Duitsland gemeld.
De dichtstbijzijnde betreft een besmetting op een zeugenbedrijf met 280 zeugen in
Emsbüren, in de landkreis Eemsland, in de deelstaat Nedersaksen. Deze locatie ligt
op ongeveer 15 km van de Nederlandse grens, ter hoogte van Denekamp in Overijssel.
De Duitse autoriteiten hebben direct na de bevestiging door het nationaal referentielaboratorium
maatregelen ingevoerd, conform de Europese regelgeving (Verordening (EU) 2020/687),
waaronder het instellen van een beperkingszone van 10 km rond de uitbraak. De beperkingszone
ligt niet op Nederlands grondgebied. Er hoeft daarom in Nederland geen gebied met
vervoersbeperkingen te worden ingesteld. Dat kan anders worden als AVP op grotere
schaal in de omgeving verspreid is dan nu bekend is.
Op basis van wat we nu weten lijkt de besmetting het gevolg van menselijk handelen,
gezien de afstand van deze uitbraak tot andere besmette locaties en besmette wilde
zwijnenpopulaties. Emsland is een bedrijfsdicht gebied met veel varkenshouderijen
in de 10km-zone; de kans bestaat daarom dat virusverspreiding tussen bedrijven optreedt.
De Duitse autoriteiten doen onderzoek naar de mogelijke route van besmetting en zullen
omliggende bedrijven screenen, conform de Europese regelgeving. Er zijn op dit moment
nog geen aanwijzingen dat wilde zwijnen in de regio besmet zijn met AVP.
Een tweede uitbraak werd op dezelfde dag bevestigd. Dit is een vleesvarkensbedrijf
met 1.300 vleesvarkens in de deelstaat Brandenburg. Hiervan is ook niet bekend hoe
het virus daar terecht is gekomen. Dit bedrijf ligt in de regio waar AVP al langere
tijd bij wilde zwijnen voorkomt.
De risicobeoordeling die conform staand beleid door de NVWA wordt uitgevoerd heeft
geen aanwijzingen opgeleverd van transporten van varkens vanuit die regio’s de afgelopen
zes weken.
Epidemiologische situatie in de Europese Unie
In Duitsland zijn, sinds de introductie van AVP in september 2020, enkele bedrijven
besmet geraakt; drie in het oosten, één in Mecklenburg-Vorpommern, één in het zuidwesten
in Baden-Württemberg in juni dit jaar, en nu dus twee nieuwe uitbraken. Er zijn ook
besmette wilde zwijnen, in het oosten van het land. In Italië zijn op diverse locaties
wilde zwijnen besmet, rond Rome en in Piëmont. Ook is onlangs een kleinschalige varkenshouderij
nabij Rome besmet geraakt. Verder zijn ook besmettingen in Estland, Letland, Litouwen,
Polen, Roemenië, Bulgarije, Hongarije, en Slowakije, veelal bij wilde zwijnen maar
ook bij, meestal kleinschalige varkenshouderijen. Vanuit Griekenland zijn recent geen
meldingen gedaan.
De Europese Commissie heeft onlangs nog weer gezegd dat er geen aanwijzingen zijn
dat de verspreiding van AVP virus de afgelopen jaren het gevolg is van de legale handel
in dieren of dierlijke producten. Illegale handel of onachtzaamheid van mensen bij
het vervoer, gebruik en achterlaten van met virus verontreinigd materiaal is vaak
de bron van een introductie op houderijen en deels ook bij wilde zwijnen. Dit is in
elk geval aan de orde bij de verspreiding van het virus over grote afstanden, zoals
we de laatste tijd hebben gezien, in bijvoorbeeld Duitsland en Italië.
De situatie in de Europese Unie wordt maandelijks besproken bij de Standing Committee
on Plants, Animals, Food and Feed, van de Europese Unie. Ook gebeurt dit bij meetings
van de Chief Veterinary Officers (CVO’s), bij de Landbouwraad, en andere gremia. Er
is nauw contact tussen de CVO’s van de EU hierover, zo ook nu tussen de Nederlandse
en de Duitse CVO.
Eerder ingezette acties ter preventie van AVP in Nederland
Ik heb sinds de eerste besmetting met AVP virus zich heeft voorgedaan in de oostelijke
lidstaten van de Europese Unie, in 2014, en vooral na de besmetting in België in september
2018, meerdere acties in gang gezet. Ik heb de Tweede Kamer daarover geregeld geïnformeerd
(Kamerstukken 28 286 en 29 682, nr. 1230; Kamerstukken 28 286 en 29 683, nr. 1207; Kamerstuk 29 683, nr. 251, Kamerstuk 28 286, nr. 1062; Kamerstukken 29 683, nrs. 244, 245, 246 en 253). Ik noem hieronder enkele van deze acties.
Draaiboek bestrijding AVP bij wilde zwijnen
Ik heb in 2018 een draaiboek voor de aanpak van AVP bij wilde zwijnen gepubliceerd.
Dit heb ik afgestemd met de provincies waar veel wilde zwijnen voorkomen. Het draaiboek
ten behoeve van de bestrijding bij gehouden varkens, en bij wilde zwijnen, is aangepast
naar aanleiding van de nieuwe diergezondheidsverordening ((EU) 2016/429). Ik verwacht
deze draaiboeken op korte termijn te publiceren en aan de Tweede Kamer aan te bieden.
Preventieteam
Er is in september 2018 een preventieteam opgericht, met veel sectorpartijen (Producentenorganisatie
varkenshouderij POV, Centrale organisatie voor de vleessector COV, Vionfood, RoyalGD,
Hobbyvarkenvereniging (HVV), Jagersvereniging, Vee en Logistiek Nederland V&LNL, Koninklijke
Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), de NVWA en het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)noord b) die geregeld overleggen, nieuwe doelgroepen
identificeren om deze te informeren over de risico’s van varkenspestverspreiding,
en voorlichting en communicatie op elkaar afstemmen. Er is aandacht voor reizigers,
chauffeurs en werknemers uit landen met AVP. Er wordt in dit gremium ook veel aandacht
besteed aan het belang van hygiënemaatregelen, en het risico van het achterlaten van
varkensvleesproducten en keukenafval in de natuur, met name in gebieden met wilde
zwijnen. De deelnemende sectorpartijen informeren hun achterban hierover zo goed mogelijk.
Werkgroep met provincies
Er is op ambtelijk niveau een werkgroep met LNV en provincies waar veel wilde zwijnen
voorkomen, over het beheer van wilde zwijnen. Dit zijn Gelderland, Overijssel, Limburg
en Noord-Brabant. Eén van de afspraken die ik in oktober 2018 met de deze provincies
heb gemaakt is een actieve inzet op het reduceren van het aantal wilde zwijnen buiten
de aangewezen leefgebieden.
Taskforce preventie AVP
Er is in 2019 een taskforce opgericht die een roadmap preventie introductie AVP heeft
opgesteld. De Taskforce bestaat uit de POV, vier provincies (Noord-Brabant, Limburg,
Overijssel en Gelderland), drie terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer
en LandschappenNL) en het Ministerie van LNV. Deze roadmap heb ik eind mei 2020 aan
de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken 29 683 en 28 807, nr. 251). Hierin staan 16 acties en aanbevelingen die als doel hebben om de kans op introductie
verder te verkleinen. De aanbevelingen en acties gaan over het verbeteren van de bioveiligheid
op varkensbedrijven en voorlichting over de risico’s, reductie van het aantal zwijnen
in de vier provincies en een risicogebaseerde en daarmee gebiedsgerichte aanpak van
het beheer van wilde zwijnen en ten slotte het inventariseren van mogelijke routes
van besmetting door menselijk handelen, het geregeld informeren van diverse doelgroepen
waaronder werknemers uit andere landen en reizigers, en het, waar nodig, verbeteren
van de communicatie naar diverse sectorpartijen en andere belanghebbenden. Ik verwacht
op korte termijn een update te geven van de resultaten van de acties die de afgelopen
twee jaar in het kader hiervan zijn uitgevoerd en de Tweede Kamer hierover te informeren.
Monitoring wilde zwijnen
In Nederland worden wilde zwijnen in verschillende populaties in de provincies steekproefsgewijs
bemonsterd voor onderzoek op antistoffen tegen onder andere AVP virus. Dit programma
dient om de gezondheidsstatus van wilde zwijnen te monitoren en eventuele trends te
onderkennen. Naast deze «serologische» monitoring op geschoten wilde zwijnen, die
al een aantal jaren wordt uitgevoerd, is er voor de grofwildcoördinatoren van de wildbeheereenheden (WBE) ook een protocol «dood-gevonden wild
zwijn» beschikbaar. In dit protocol staat hoe grofwildcoördinatoren monsters kunnen
afnemen van een gevonden dood wild zwijn. Dit is een vorm van early warning om een besmetting bij een wild zwijn sneller te kunnen opsporen dan via het serologische
programma.
Gevolgen van de uitbraken in o.a. Duitsland voor Nederland
Er hoeven in Nederland vanwege het instellen van de beperkingszone in Duitsland (Verordening
(EU) 2020/687) geen beperkingszones te worden ingesteld. Het voorkómen van besmettingen,
bij gehouden varkens en bij wilde zwijnen in Nederland, is van het grootste belang.
Onze aandacht is gericht op beide type varkens, gehouden en wild. De kans dat nu een
besmetting in Nederland optreedt is nu niet significant verhoogd, maar de ontwikkelingen
baren mij en ook de varkenshouders veel zorgen. De kans van een besmetting hangt mede
af van de situatie bij de varkenshouderijen in de beperkingszone rond de uitbraak
in Emsbüren en in de wilde zwijnenpopulatie net over de grens. Als daarover meer bekend
is, zal ik mij beraden op additionele maatregelen.
De kans dat Nederland de komende maanden tot jaren ook wordt geconfronteerd met een
uitbraak van AVP hebben de deskundigen in december 2021 ingeschat als klein-matig
tot matig-hoog, afhankelijk van de tijdspanne waarvoor de inschatting is gedaan en
afhankelijk van de wijze van verspreiding. In de brief van 23 februari 2022 (Kamerstuk
29 683, nr. 258) heb ik de Tweede Kamer daarover geïnformeerd. De deskundigengroep dierziekten is
op 5 juli jl. bijeen geweest om een nieuwe beoordeling te geven.
Risicobeoordeling door de Deskundigengroep Dierziekten
De deskundigen stellen vast dat het virus recent over grote afstanden is verspreid,
wat gebeurt door menselijk handelen. Dit maakt dat de kans op infectie van een varkensbedrijf
in Nederland is toegenomen ten opzichte van de inschatting gedaan in december 2021,
ook als de uitbraak in Eemsland niet wordt meegewogen. Als de uitbraak in Emsbüren
een geïsoleerd geval is dat door Duitsland snel wordt gecoupeerd, schatten de deskundigen
de kans op besmetting van een varkensbedrijf in Nederland de komende weken in als
klein, tot maximaal medium; de kans is dan iets toegenomen ten opzichte van de inschatting
in december 2021, en is gebaseerd op de bovengenoemde bewegingen van het virus in
Europa en mogelijke Nederlandse contacten in de besmette regio. Als er virusverspreiding
tussen bedrijven in Duitsland is of een besmetting bij wilde zwijnen, dan wordt de
kans aanzienlijk hoger ingeschat.
De kans van verspreiding door wilde zwijnen in Nederland achten de deskundigen nu
klein, tot maximaal medium, omdat er nog geen aanwijzing is dat er een infectie zit
bij zwijnen in het aan Nederland grenzende deel van Duitsland. Als die populatie wel
besmet raakt of al is, dan is de kans zeer groot dat ook de wilde zwijnen in Overijssel
besmet raken.
Varkenshouderij
De verspreiding van AVP virus in andere lidstaten is vaak het gevolg van nalatigheid
van mensen, door menselijk handelen dus. Ook de besmettingen in Emsbüren, Baden-Württemberg
en vermoedelijk ook Brandenburg, lijken op die manier te zijn binnengebracht. Varkenshouders
zijn zelf verantwoordelijk om de ziekte buiten hun stallen te houden. Het is van het
grootste belang dat alle houders van varkens, commercieel en hobbymatig, passende
bioveiligheidsmaatregelen toepassen. Dat betekent bijvoorbeeld het wisselen van schoeisel
en kleding bij het betreden van de stal of andere verblijfsruimten van varkens, een
doucheprotocol volgen, en geen materialen bij de varkens gebruiken die mogelijk verontreinigd
zijn met virus, zoals stro afkomstig uit besmette gebieden. Het is al decennia verboden
keukenafval te voeren. Ik verwacht dat varkenshouders hierin hun verantwoordelijkheid
nemen. Ik wijs hier zowel de professionele houders als de hobbyhouders, en ook erfbetreders
geregeld op. Met voorlichting proberen we zoveel mogelijk mensen te bereiken. De meldplicht
blijft natuurlijk van kracht. Practici kunnen daarnaast monsters in sturen om AVP
te kunnen uitsluiten. Dit is een laagdrempelige manier om varkenshouders er toe te
bewegen om bij twijfel zo snel mogelijk te kunnen uitsluiten dat AVP op hun bedrijf
circuleert.
Om de handel in de EU en met derde landen te faciliteren heeft de Europese Commissie
het concept van regionalisatie ingevoerd. Dat betekent dat bij een besmetting er vrije
regio’s en besmette regio’s worden onderscheiden. Hoewel volgens de standaard van
de Wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH, voorheen OIE) de status van een land
niet verandert als er een besmetting is bij wilde zwijnen, blijkt uit het verloop
van de epidemie in de EU dat derde landen toch vaak de grenzen sluiten voor varkens
en varkensproducten, uit regio’s met besmette wilde zwijnen maar ook uit vrije regio’s
in deze lidstaten, ook als er geen besmettingen bij varkenshouderijen zijn vastgesteld.
De gevolgen voor de houderij zijn dus groot, zowel als er sprake is van uitbraken
bij gehouden varkens als alleen bij wilde zwijnen.
Wilde zwijnen
Wilde zwijnen kunnen besmet worden door het AVP-virus. Dat komt vaak door menselijk
handelen, bijvoorbeeld door het achterlaten van varkensvleesproducten, afkomstig van
besmette varkens, in natuurgebieden. Daarnaast spreidt het virus ook door contacten
tussen wilde zwijnen onderling en migratie. Het uitroeien van de ziekte bij wilde
zwijnen is een moeilijke opgave, wat wordt geïllustreerd door de situatie in Europese
lidstaten. Alleen Tsjechië en België hebben daarin succes gehad, door de gebieden
af te sluiten en alle zwijnen in het besmette gebied te doden en de karkassen te verwijderen.
Daar is lange tijd overheen gegaan. In de overige lidstaten komt AVP nog altijd voor
bij wilde zwijnen, sinds de eerste besmettingen in 2014. Een besmetting bij zwijnen
heeft veel gevolgen voor de populaties en ook voor omliggende varkenshouderijen. Het
voorkómen van een besmetting van zwijnen is daarom van groot belang, ook vanwege het
de optredende sterfte bij deze dieren wat leidt tot aantasting van het dierenwelzijn.
Overige acties die in gang zijn gezet na de besmettingen op 2 juli in Duitsland
• De provincies zijn het bevoegd gezag als het om het beheer van wilde zwijnen gaat.
De provincie Overijssel zet extra in op het zoeken van kadavers van wilde zwijnen
op migratieroutes van wilde zwijnen tussen Overijssel en Duitsland. Deze kadavers
zullen worden onderzocht op AVP. We zullen in gezamenlijkheid en met Duitsland kijken
hoe we de monitoring en het beheer op elkaar kunnen afstemmen.
• Ook besteedt Overijssel extra aandacht aan voorlichting over de risico’s van menselijk
handelen bij de verspreiding van het virus, vooral met het oog op het grensverkeer
(waarschuwingsborden, check parkeerplaatsen, etc.). Op korte termijn laat ik een pilotstudie
(desktop) uitvoeren, waarbij in beeld wordt gebracht wat nodig is voor het plaatsen
van hekken om migratie van (besmette) wilde zwijnen te vertragen. Op dit moment beziet
de provincie Overijssel al de mogelijkheden voor extra afrastering op migratieroutes
van wilde zwijnen in het gebied.
Met de vele betrokkenen uit de varkenshouderij en andere organisaties deel ik de zorgen
over de besmettingen met AVP, niet alleen in Duitsland maar nu al jaren achtereen
in de Europese Unie. Ik weet dat vele belanghebbenden hun uiterste best doen om besmetting
te voorkomen. Desondanks doe ik wederom een dringend beroep op varkenshouders, erfbetreders
en anderen die op varkenshouderijen komen om de aandacht niet te laten verslappen,
alert te blijven, de noodzakelijke hygiënemaatregelen toe te passen en een verdenking
van AVP onmiddellijk te melden bij de NVWA. Daarnaast wil ik bezoekers van natuurgebieden
of reizigers uit besmette landen opnieuw verzoeken geen afval achter te laten in de
natuur, zodat ook de kans dat wilde zwijnen worden besmet zo klein mogelijk blijft.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer
Indieners
-
Indiener
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit