Brief regering : Stand van zaken uitwerking COP26-verklaring
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 209 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2022
Tijdens de COP26-conferentie heeft Nederland de verklaring ondertekend voor het in
lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energietransitie («de
COP26-verklaring»). Het kabinet heeft op 8 november 20211 aangegeven in overleg met stakeholders te werken aan een zorgvuldige implementatie
met behoud van kennis en banen, in het bijzonder voor de exportkredietverzekering.
Op 7 april jl. is een brief2 aan uw Kamer gestuurd, waarin de voortgang beschreven werd. Met deze brief informeer
ik uw Kamer over het verdere proces en het internationale speelveld. Het kabinet streeft
ernaar om tijdig voor COP27, een meer gedetailleerde invulling van het beleid aan
uw Kamer te versturen. U ontvangt deze brief mede namens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Economische Zaken en Klimaat,
de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
De COP26-verklaring biedt, onder erkenning van de bevindingen van de IPCC en IEA’s
net zero analyse, richting voor nieuw beleid (beëindiging nieuwe directe overheidssteun
aan de internationale unabated fossiele energiesector voor 1 januari 20233). De verklaring schrijft echter niet gedetailleerd voor welke fossiele activiteiten
wel en niet meer door overheden gesteund kunnen worden. Dit betekent dat in de uitwerking
interpretatieverschillen tussen de COP26-ondertekenaars kunnen ontstaan, die van invloed
kunnen zijn op het gelijke speelveld. De Russische invasie in Oekraïne vraagt daarbij
om een extra zorgvuldige uitwerking van de COP26-verklaring t.a.v. energiezekerheid.
Het kabinet heeft op basis van klimaatrapporten, gesprekken met stakeholders en beleid
van landen die reeds voldoen aan de COP26-verklaring al veel stappen gezet, maar acht
het met het oog op bovenstaande van belang om voldoende tijd te nemen voor een zorgvuldige
uitwerking van het beleid. Hiermee houdt het kabinet ook rekening met moties die door
uw Kamer zijn ingediend (Klink c.s.4; Sjoerdsma en Van Ojik5; Heinen c.s.6).
Uitwerking van de COP26-verklaring
Het kabinet heeft zich met het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) gecommitteerd de 1,5°C doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs na te streven.
De implementatie van de COP26-verklaring kan een belangrijke bijdrage leveren aan
de internationale inzet om dit doel te bereiken. Met bedrijven is onder de Rijkscommissie
een publiek-private High Level Group (HLG) opgericht, die in het afgelopen halfjaar maandelijks bijeen is gekomen. In
de HLG zaten vertegenwoordigers van grootverbruikers van de exportkredietverzekering
voor wie de verklaring directe consequenties heeft7 en VNO-NCW, betrokken ministeries8, uitvoerder Atradius Dutch State Business en Invest International. Onder de HLG hebben
twee publiek-private werkgroepen overleg gevoerd: één werkgroep over de interpretatie
en de reikwijdte van de verklaring en één over flankerend overheidsbeleid.
Met Ngo’s9 heeft daarnaast maandelijks overleg plaatsgevonden, waarbij relevante aspecten rond
de interpretatie van de COP26-verklaring zijn besproken. De inzichten uit de HLG en
gesprekken met Ngo’s over de reikwijdte, interpretatie en flankerend beleid ter ondersteuning
van Nederlandse bedrijven in de energietransitie leveren waardevolle inzichten op
voor een zorgvuldige interpretatie van de verklaring. Dit geldt ook voor de gezamenlijke
tripartiete sessie die half mei heeft plaatsgevonden met bewindspersonen, bedrijven
en Ngo’s.
Internationaal speelveld
Het kabinet zet zich in voor een gelijk internationaal speelveld door zoveel mogelijk
samen op te trekken met andere landen om publieke steun aan de fossiele energiesector
stop te zetten en met huidige ondertekenaars af te stemmen over de interpretatie van
de COP26-verklaring. Dit gebeurt door bilaterale contacten, maar ook in werksessies
die door het Verenigd Koninkrijk zijn georganiseerd. Daarnaast heeft de Export Finance
for Future coalitie10 (E3F) afgesproken dat de E3F-landen informatie gaan uitwisselen over de implementatie
van de COP26-verklaring.
Uit deze contacten blijkt dat landen bezig zijn met de uitwerking van de verklaring,
maar nog niet zo ver zijn dat ze nieuw beleid kunnen presenteren. Behalve het Verenigd
Koninkrijk, Denemarken en Zweden, hebben andere ondertekenaars nog geen beleid gepresenteerd.
Het is de verwachting dat hierover pas meer duidelijkheid ontstaat in het najaar.
Het kabinet zal de komende periode zijn inspanningen voor afstemming met het oog op
een eerlijk speelveld onverminderd voortzetten en hierbij in het bijzonder oog hebben
voor België, Frankrijk en Duitsland. Via klimaatdiplomatie wordt daarnaast ingezet
op verdere uitbreiding van de groep ondertekenaars van de COP26-verklaring. Tot slot
heeft ook de G7 de doelstellingen van de COP26-verklaring opgenomen in hun communiqué.
Vervolgproces
Op basis van overleg met andere landen wordt het beleid nader uitgewerkt. Hierover
zal uw Kamer in het najaar geïnformeerd worden. De aanpassingen voor de exportkredietverzekering
als gevolg van de COP26-verklaring zullen breed geconsulteerd worden door Atradius
Dutch State Business.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Indieners
-
Indiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën